donderdag 3 oktober 2013


 

Atlant


In de laatste commissievergadering van de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling gaf wethouder Briels een toelichting op het doen en laten van het Algemeen Bestuur van Atlant in het gerezen conflict met de directeur, Theo van Kroonenburg.

Vanuit de commissie werden allerlei detailvragen op de wethouder afgevuurd. Begrijpelijk. Er blijven natuurlijk heel veel vragen over die om een antwoord vragen. Gezien de gekozen procedure en de afgesproken terughoudendheid komen hier natuurlijk geen afdoende antwoorden op. De afgesproken vertrouwelijkheid beschermt ook het Algemeen Bestuur. Op prangende vragen naar het eigen functioneren hoeven zij geen antwoord te geven. Hierdoor wordt het geheel weinig transparant en in zekere mate ook onverkwikkelijk. Via mediation is na veel dure onderzoeken uiteindelijk een oplossing gevonden waar alle betrokken partijen vrede mee kunnen hebben. Met dit laatste kunnen we alleen maar blij zijn. Ondanks de kosten.

De indruk die ik aan de presentatie van de wethouder heb overgehouden is dat het bestuur aanvankelijk teveel op afstand heeft gestaan en zaken op zijn beloop heeft gelaten en later, toen de problemen zich aandiende, weer teveel op zijn strepen is gaan staan. De zes wethouders sociale zaken die het Algemeen Bestuur vormen, hebben vooral aandacht gehad voor de financiële consequenties van hun eigen gemeente en zijn vooral bezorgd geweest dat door het teruglopende participatiebudget uiteindelijk de gevolgen  bij de gemeenten zouden terecht komen. Daarom moest de koers van Atlant bijgesteld worden. Dat de directeur hier grote problemen mee had, moge duidelijk zijn.
Het relaas van de wethouder aanhorende kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat het Algemeen Bestuur jarenlang toch wel heel amateuristisch  heeft geopereerd en niet tijdig genoeg der bakens verzet heeft. De voorzitter van het Algemeen Bestuur, steevast een Helmondse wethouder, regelde de zaken; het Algemeen Bestuur  was hier allang blij mee en leunde achterover. Zo ontstond feitelijk een ongezonde situatie, die uiteindelijk tot het bekende conflict leidde.

Op de keeper beschouwd is de problematiek ruimer dan alleen maar Atlant. Hier is het geëscaleerd . Het is het probleem dat inherent kleeft aan een gemeenschappelijke regeling, waarin gemeenten partners zijn. Het gemeentelijke belang vereist dat hun afgevaardigden in het Algemeen Bestuur primair het belang aan de eigen gemeente behartigen. Bij organisaties als Atlant die als commercieel bedrijf operen, zitten conflicten in het systeem ingebakken. Zolang het Algemeen Bestuur daadwerkelijk op de bestuurszetel blijft zitten, kan het elk moment mis gaan. In deze situaties moeten gemeenten niet het algemeen bestuur gaan vormen, maar een rol als commissarissen op zich nemen in een Raad van Toezicht. Dit vereist een versterking van de algemene directie als Raad van Bestuur. In een dergelijk model zijn de verhoudingen een stuk helderder.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185