maandag 30 juni 2014


Gemeentelijke fusies leveren geen besparing op


Het kabinet wil door gemeentelijke herindeling een miljard euro per jaar besparen. Maar na herindeling dalen de uitgaven niet, zelfs niet bij de kleinste gemeenten. De gemeentelijke voorzieningen worden er ook niet beter van. Herindeling om financiële redenen is dus zinloos. Dat schrijven Maarten Allers en Bieuwe Geertsema van COELO vrijdag 27 juni 2014 in het vakblad ESB. COELO (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden) is een onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In het persbericht en de media lees ik het volgende:
COELO vergeleek de uitgaven per inwoner in de periode 2002-2013 in gemeenten die wel en gemeenten die niet werden heringedeeld. Daarbij is gecorrigeerd voor bevolkingsgroei, bevolkingsdichtheid en tal van andere factoren. Wat blijkt? In heringedeelde gemeenten stijgen de gemeentelijke uitgaven niet meer of minder dan in niet-heringedeelde gemeenten. Niet kort vóór herindeling, niet kort erna, en ook niet op de lange termijn.
Het kabinet heeft al een bezuiniging van één miljard euro per jaar ingeboekt voor eficiëncywinst door gemeentelijke herindeling. Het wegvallen van die bezuiniging zou een flink gat slaan in de begroting. Daarom onderzocht COELO of herindeling in sommige gevallen niet tóch een gunstige uitwerking zou kunnen hebben op de lokale bestedingen. Om te beginnen pakt herindeling misschien wel verschillend uit bij verschillende soorten gemeenten. Het gemiddelde effect zou dan nul kunnen zijn, terwijl herindeling voor sommige gemeenten wel gunstig is. COELO onderzocht drie mogelijkheden.
Eventuele schaalvoordelen zijn vooral te verwachten bij de kleinste gemeenten, terwijl opschaling van wat grotere gemeenten misschien juist tot schaalnadelen leidt. COELO onderzocht of de gemeentegrootte van invloed is op het effect van herindeling op de uitgaven. Dat blijkt niet het geval. Groot of klein, herindeling heeft geen gevolgen voor het uitgavenniveau.
Een andere mogelijkheid is dat het samengaan van verschillende typen gemeenten tot een hoger voorzieningenniveau en dus hogere uitgaven leidt. Als een gemeente met goede sportvoorzieningen samengaat met een gemeente die veel aan cultuur doet, leidt dat misschien wel tot een gemeente die veel uitgeeft aan sport èn cultuur. Dan zou herindeling de uitgaven opdrijven. Bij het samengaan van gemeenten die meer op elkaar lijken gaan de uitgaven misschien wel omlaag. COELO constateert dat dat niet het geval is. Herindeling heeft hetzelfde effect bij gemeenten met soortgelijke voorkeuren als bij gemeenten die wat dat betreft meer verschillen. In geen van beide gevallen dalen de uitgaven na herindeling.
Een derde mogelijkheid is dat het herindelingseffect afhangt van het aantal herindelingspartners. Hoe meer partners, hoe complexer de herindeling, maar ook hoe groter de mogelijke efficiencywinst. Omdat herindelingen met vier of meer partners zelden voorkomen, is onderzocht of het effect van herindelingen met twee partners verschilt van dat bij drie partners. Dat blijkt niet het geval.
Herindeling leidt dus niet tot lagere uitgaven, ook niet bij die typen gemeenten waar dat het meest voor de hand zou liggen. De COELO-onderzoekers onderzochten nog een laatste mogelijkheid: dat er toch schaalvoordelen zijn, maar dat die niet zijn gebruikt om de uitgaven te verlagen, maar om de gemeentelijke voorzieningen te verbeteren. Maar ook daarvoor blijken geen aanwijzingen te bestaan. Gemeenten worden door herindeling namelijk niet aantrekkelijker om in te wonen.
Het is duidelijk. De stelling van het kabinet dat met opschaling van gemeenten geld valt te verdienen, is op drijfzand gebouwd. De hiervoor ingeboekte bezuiniging op het gemeentefonds (structureel een miljard euro per jaar) mist dan ook elke grond.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 29 juni 2014


                                                                                                                                                 

Vreemde reactie van PNL


PNL is een meester in het bespelen van de publieke opinie. Een sterkt staaltje van deze volksmennerij is het stukje van vorige week in De MooiLaarbeekKrant. De titel alleen al is een  uitsmijter: Nieuw coalitie start met een niet sluitende begroting. Dat is nog eens een binnenkomer!

Niets is natuurlijk minder waar. Allereerst is er natuurlijk nog geen nieuwe begroting. Die komt pas later in het jaar. Wel is er een Kadernota, waarin het college de kaders voor de op te stellen begroting  aangeeft. De Kadernota wijkt in zoverre van de kadernota van voorgaande jaren af dat zij nog geen afgewogen keuzes maakt voor de begroting. Het college legt de raad een aantal mogelijkheden voor, waaruit de raad zelf kan kiezen. Op basis van de keuzes die de raad maakt zal het college de begroting 2015 gaan opstellen. Als er niets gebeurt, heeft Laarbeek een tekort van om en de nabij € 600.000,00. U hoort mij niet beweren dat het vorige college een slecht financieel beleid heeft gevoerd. Dit is zeer zeker niet het geval. Maar het tekort is wel een erfenis van het oude college. Het college met Hans  Vereijken als wethouder financiën heeft zelf in zijn nadagen een nota opgesteld, waarin mogelijke oplossingen en keuzes werden omschreven. Het nieuwe college heeft niets anders gedaan dan deze keuzes aan de raad voor te leggen.  Terecht denken wij. Zo krijgt de raad bij de Kadernota alle kans om haar uitgangspunten voor de begroting 2015 vast te stellen.

Volgens PNL neemt het college door deze aanpak geen enkele verantwoordelijkheid op zich. Niets is minder waar. Het college geeft de raad alle kansen om zelf op voorhand inbreng te hebben op de noodzakelijke keuzes in de begroting. In de raadsvergadering heeft PNL  hier niet aan meegewerkt en afgezien van het maken van keuzes. De grootste fractie in de raad van Laarbeek  koos hiermee voor een ramkoers.

Overigens blijkt dat PNL wel heel erg kort van memorie is. Bij het opstellen van het bezuinigingspakket aan het begin van de vorige raadsperiode heeft het college waarvan PNL prominent deel uit maakte voor exact dezelfde procedure gekozen: ook toen kon de raad met de bekende rode,witte en groene kaarten haar voorkeur uitspreken voor de meest gewenste oplossing. Kennelijk weet PNL dat nu niet meer of wil het niet meer weten!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 25 juni 2014

                                                                                                                                                  

Gezondheidskloof.


Vandaag verschenen in de media  artikelen over het bestaan van een gezondheidskloof tussen rijk en arm. Dit naar aanleiding van de Volksgezondheid Toekomstverkenning 2014 van het RIVM. Het rapport is een samenvatting van deels al bekende cijfers, met een prognose voor de komende 15 jaar.

Nederlanders worden nog steeds ouder. De levensverwachting van vrouwen stijgt naar ruim 85 jaar in 2030, van mannen naar 82 jaar. Maar lageropgeleiden  sterven  gemiddeld zes jaar eerder dan hooggeschoolden. Het RIVM vreest dat door de crisis dat de kloof alleen maar groter wordt.
Werkloosheid treft vooral de ongeschoolde groep en wie minder inkomen heeft, loopt grotere kan s op ziektes. Lageropgeleiden stoppen minder vaak met roken.

Dementie wordt in de toekomst de grootste doodsoorzaak. Aan hart- en vaatziekten sterven juist minder mensen. Het aandeel van mensen met een chronische ziekten stijgt van 32 naar 40 procent.

Het RIVM plaatst kanttekeningen bij de trend om mensen en hun omgeving vaker in te zetten voor de benodigde zorg. Dit treft juist de lageropgeleiden, die deze nieuwe autonomie vaak niet kan invullen. Drie op de tien Nederlanders heeft hiervoor de vaardigheden. Een tot nadenken stemmende constatering!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 24 juni 2014


Minder winkels.


Vandaag twee artikelen over krimpende winkelgebieden. Toeval? Of toch niet.

Vanmorgen las ik in het Ed dat de gemeente Laarbeek een nieuwe detailhandelsnota gaat maken ter vervanging van de nota die al uit het jaar 2000 dateert. Laarbeek spreekt niet meer van een detailhandelsnota maar over een retailnota. De gemeente belegt hiervoor een bijeenkomst in De Dreef op maandag 7 juli a.s. Elke ondernemer die contacten onderhoud met consumenten is welkom. “ Van nagelstudio tot adviesbureau ” staat er niet zon der reden als kop boven het artikel.

In de NRC van vanavond zag ik een artikel over hetzelfde onderwerp. “Minder winkels, wen er maar aan ” staat er boven. Aan de hand van de problematiek in Hengelo werd er een beeld geschetst van wat er in verschillende steden en dorpen gebeurt. Leegstand komt overal voor. De crisis speelt winkeliers parten; minder kopen veelmeer via internet “ Het koopgedrag is voorgoed veranderd ” zegt retailspecialist prof. Cor Molenaar.” De leegstand is structureel. Winkelgebieden moeten krimpen ”

Ik hoop dat de deelnemers aan de bijeenkomst in Laarbeek op 7 juli dit artikel in de NRC eens goed lezen. Ook in Laarbeek zullen keuzes gemaakt moeten worden. Het is zeer de vraag of elke kern wel zijn winkelbestand kan behouden. De tekenen  wijzen er nu al op dat dit niet meer kan. Er zal concentratie komen, of men dit wil of niet. Op  tijd de bakens verzetten levert meer op dan angstvallig aan oude omstandigheden vasthouden . De wereld van nu is een andere dan die van een aantal jaren terug.  


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 23 juni 2014


Van Heugten reageert op open brief.

Gedeputeerde Ruud van Heugten heeft zaterdag in het ED gereageerd op de open brief van redacteur Hans Vermeeren over de brochure van de provincie over de Ruit. Van Heugten kon hier niet omheen. Ik vind zijn reactie helder en adequaat. Alleen tegenstanders zullen er zich niet door laten overtuigen. Hieronder de volledige brief van Van Heugten.
“ Beste Hans,
 Goed om te lezen dat je – net als vele anderen – overtuigd bent van het belang van de Ruit om de bereikbaarheid van de Brainport-regio aan de oostkant te verbeteren en dat je die stelling ook verdedigt tijdens discussies met vrienden en bekenden. Want discussies en de Ruit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als ik het standpunt van de provincie over dit plan toelicht, blijkt telkens weer dat bij velen een onvolledig of onjuist beeld leeft van wat we met de Ruit willen bereiken en welke afwegingen daarbij in het verleden al gemaakt zijn. Vaak wordt me gevraagd om een uitleg in normale mensentaal zonder allerlei details over procedures en processen. Waar gaat het nu eigenlijk over? Met de verspreiding van de brochure hebben we aan die vraag tegemoet willen komen. Dat is geen propaganda of een ijdele poging om zieltjes te winnen. We willen ermee bijdragen aan een goede discussie die velen aangaat. In die discussie mag het Eindhovens Dagblad zijn rol spelen, maar laat dan ook de provincie haar bestuurlijke rol spelen.
Het is onjuist om te stellen dat minister Schultz twijfelt aan het nut van de Ruit. Ze heeft ook deze week wederom in de Tweede Kamer aangegeven nog steeds achter de keuze voor een Ruit te staan. De minister heeft van de Tweede Kamer opdracht gekregen om aanvullend onderzoek te doen naar de kosten en baten van de Ruit en naar milieueffecten en dat onderzoek voeren we nu uit. En zoals elk jaar bespreken we de stand van zaken dit najaar met elkaar. Tegelijkertijd hebben provinciale staten mij met een motie opgedragen om snel met de minister nadere afspraken te maken en hebben ze het belang van de Ruit nog eens bevestigd.
Ik word ervan beticht doof en blind te zijn voor de gewijzigde standpunten van de colleges in Eindhoven en Helmond. Doof en blind ben ik allerminst. Wel betreur ik het dat nieuwe bestuurders niet wachten op de aangekondigde onderzoeken voordat ze stellig roepen dat de Ruit niet nodig is. In elk proces kunnen standpunten veranderen maar men kan niet zomaar voorbij gaan aan gemaakte afspraken en reeds genomen besluiten. Ten onrechte wordt nu een beeld geschetst dat met het standpunt van twee gemeenten het Ruit-project vroegtijdig tot een einde is gekomen. De beslissing over het al dan niet realiseren van de Ruit wordt niet alleen gemaakt in de collegekamers en raadszalen van Eindhoven en Helmond. Er zijn meer partijen die een aandeel leveren waaronder het Rijk en het SRE. Uiteindelijk staan provinciale staten aan de lat om een besluit te nemen over deze provinciale weg. Een besluit dat genomen moet worden op basis van gedegen onderzoek, inhoudelijke argumenten en een volwassen discussie.
Ik merk dat met elke stap die we nemen die discussie over de Ruit heftiger en persoonlijker wordt. De woorden 'doordrukken' en 'prestigeproject' worden ook in jouw ED veelvuldig gebruikt in combinatie met mijn naam. Daarmee wekken jullie de indruk dat de Ruit rond Eindhoven mijn pièce de résistance zou moeten zijn. Niets is minder waar. In de afgelopen vijftien jaar zijn al miljoenen euro's besteed aan onderzoeken en zijn keuzes gemaakt voor een bereikbaarheidsoplossing voor de regio. Dat heeft geleid tot het punt waar we nu staan. Als gedeputeerde is aan mij de opdracht om keuzes verder uit te werken en volgende besluiten voor te bereiden. Die opdracht neem ik serieus en daar doe ik uiteraard mijn uiterste best voor. Beschuldigingen dat ik daarvoor propaganda voer en dat ik geen vrede zou hebben met de uitkomst van een democratisch proces zijn niet alleen onterecht. Ze komen de inhoudelijke discussie en het uiteindelijke besluit over de Ruit ook niet ten goede.
Met welgemeende groeten,
Ruud van Heugten, gedeputeerde Mobiliteit en Financiën ”

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 22 juni 2014


                                                                                                                                                 

Andermaal integriteit.


Afgelopen woensdag kwam ik drie artikelen tegen die mij triggerden. Alle drie gingen zij in feite over hetzelfde onderwerp , zij het vanuit heel verschillende invalshoeken.

In het Gemerts Nieuwsblad kwam ik een artikel van de SP tegen  met als titel “ Ongewenste buiging gemeenteraad voor managers gemeente ”. In het ED van woensdag j.l. opende het Helmond Pluskatern met een artikel met een artikel over burgemeester Elly Blanksma, die in navolging van haar wethouders,ook behoefte voelde aan een integriteitsgesprek. Ten slotte stootte ik op dezelfde dag op een ingezonden stuk in het ED over het fraude-onderzoek in de gemeente Nuenen en Nederweten c.s.

Alle drie artikelen gingen in wezen over hetzelfde onderwerp, integriteit en met name de vraag hoe hiermee om te gaan. Heel veel gemeenten worstelen hiermee. Iedereen stelt  integer handelen voorop. Alleen de praktijk is weerbarstig. Zeker als het eigen functioneren aan de orde wordt gesteld, schieten veel bestuurders in een kramp. Open en transparant  communiceren wil er dan nog wel eens bij inschieten. Maar veel te vaak zien we hier voorbeelden van. Afgelopen zaterdag nog in het ED in de reactie van wethouder Meulensteen op vragen op mogelijke vermenging  van functies. Arrogantie straft zich bijna altijd  over, zeker daar waar dienstbaarheid en transparantie voorop moeten staan.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 18 juni 2014


                                                                                                                                                 

Integriteit hoog in het vaandel.


Wat een aanvankelijk een groots gebaar leek te zijn, bleek achteraf allerminst zo te zijn. Bij de onderhandelingen over nieuwe colleges  werden in diverse gemeenten de onderhandelaars het vrij snel eens over een vermindering van de formatie-eenheden voor wethouders. Naar buiten toe werd dit gecommuniceerd alsof de nieuwe colleges de geest van de tijd begrepen hadden en dat zij ook zelf een steentje wilden bijdragen aan de leniging van de financieel nood van de gemeente. Niets bleek minder waar.

Achteraf blijkt nu dat deze formatie-vermindering  alleen maar voor de Bühne was. De wethouders die herbenoemd werden  in hun functie met een heel klein beetje minder formatie, bleken wachtgeld te kunnen incasseren over het stuikje salaris dat zij ingeleverd hadden. Gedurende drie jaar krijgen zij resp. 80% in het eerste jaar en 70% van het gederfde salaris in de volgende twee jaren bijbetaald. De burger in de betrokken gemeenten moesten dit uit de krant vernemen. De betrokkenen zelf communiceerden selectief. Dit is misschien nog wel het meest bedenkelijke.

In gemeenten waar dit gebeurd is, werden de inwoners danig voor de gek gehouden. Op geen enkele manier is dit goed te praten of te verdedigen. Zeker niet,als men integriteit hoog in het  vaandel heeft staan.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 17 juni 2014


Jongere wil een auto.


Even tussen twee wedstrijden een weblog schrijven. Ik heb deze keer gekozen voor een bericht in het Ed van afgelopen zaterdag. Op het moment dat de opwinding over de brochure van de provincie over De Ruit op zijn hoogtepunt was, besteedde de krant aandacht aan  een rapport van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.

In dit rapport komt het Kennisinstituut tot de conclusie de jongere generatie Nederlanders graag een eigen auto heeft, maar die nu door omstandigheden nu niet kan kopen. Als ze later een vaste ban hebben, zullen ze net als hun ouders een auto op de oprit zetten. Deskundigen op het gebied van infrastructuur die roepen dat het autogebruik in de gaat afnemen,vergissen zich. Het Kennisinstituut komt op basis van harde gegevens tot de slotsom dat het autogebruik tijdelijk op een laag pitje staat. Ook voor jongeren is de auto nog steeds een statussymbool. Zodra ze kunnen gaan ze er een eentje aanschaffen.

Ik denk dat de voorstanders van De Ruit het rapport “ Niet autoloos, maar later ” van het  Kennisinstituut  voor Mobiliteitsbeleid zullen omarmen.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 16 juni 2014


Inspectierapport IGZ.

 

Er is nogal wat commotie ontstaan over de ontslagen in de ouderenzorg die dezer dagen aangezegd zijn. Deze  ophef op zich is niet terecht. Immers als je weet dat er 25% in de ouderenzorg bezuinigd gaat worden, dan weet je dat ontslagen met zich meebrengt. De ophef zou veel meer moeten gaan over de snelheid waarmee deze transitie wordt doorgezet. Bijna van de ene dag op de ander dag wordt de lijn die we in dit land sinds de jaren 50 van de vorige eeuw gevolgd hebben afgebroken. Wij hebben onze ouderen opgenomen in bejaardenhuizen en daarmee families ontlast van de zorg voor hun ouderen. Bejaardenhuizen werden  verzorgingshuizen voor onze bejaarde ouders. Met deze lijn wordt nu radicaal gebroken.


Voor deze transitie kan men nog wel begrip hebben. Onacceptabel is dat het van de ene dag op de andere gebeurt. Zonder dat er voldoende mantelzorgers  zijn aangetrokken. En dit laatste is eigenlijk onverteerbaar.

Dezer dagen heeft de inspectie voor de Gezondheidszorg een rapport over de ouderenzorg in ons land laten verschijnen. In dit rapport staat dat er hard gewerkt wordt  in de ouderenzorg en dat de medewerkers zeer gemotiveerd zijn. Het verbeteren van de kwaliteit van de ouderenzorg gaat echter langzaam. Daardoor blijven tekortkomingen bestaan in de zorgverlening. Instellingen zijn onvoldoende gericht op het steeds verbeteren van de zorg in de praktijk. Bij meer dan de helft van de verpleeg- en verzorgingshuizen passen de kennis, vaardigheden en beschikbaarheid van medewerkers niet bij de zorgbehoefte van de cliënten. Dat verschil wordt bovendien steeds groter doordat de zorgvraag complexer wordt.

Over het algemeen hebben instellingen wel beleid ontwikkeld voor de kwaliteit van zorg, maar de toepassing ervan in de praktijk laat nogal eens te wensen over. Er zijn instellingen die steeds vernieuwen en blijven werken aan nog betere en veiligere zorg. Er zijn echter ook organisaties waar het om allerlei redenen niet lukt om de zorg te verbeteren. De meeste instellingen hebben wel goed voor ogen hoe de zorg georganiseerd moet worden, maar moeite om beleid om te zetten in praktijk. Deze verschillen bestaan niet alleen tussen de verschillende zorgconcerns, bij grote organisaties kan de kwaliteit per huis en zelfs per afdeling sterk verschillen.

Met de motivatie en betrokkenheid van medewerkers zit het wel goed, ze vinden hun werk leuk en zinvol. Ze geven echter ook aan dat ze vaak te weinig tijd hebben om persoonlijke aandacht aan de cliënten te besteden. Bij meer dan de helft van de zorgconcerns waren de kennis, vaardigheden en beschikbaarheid van medewerkers niet afgestemd op de zorgbehoefte van de cliënten. Die zorgbehoefte wordt steeds complexer, maar de deskundigheid van het personeel groeit onvoldoende mee. Vaak is de (bij)scholing niet goed toegespitst op de doelgroep of te vrijblijvend.

Iedere organisatie werkt met zorgplannen. Maar vaak staat daar niet duidelijk in wie waar verantwoordelijk voor is. Ook zag de inspectie regelmatig dat zorgproblemen niet zijn uitgewerkt in concrete doelen en acties. Daardoor weet de cliënt of zijn familie niet wat er gaat gebeuren en is ook niet goed na te gaan of de zorg het gewenste resultaat heeft. Vooral dat laatste is belangrijk voor continue verbetering.

Bijna ieder zorgconcern heeft kwaliteitsbeleid, protocollen en richtlijnen. Veel protocollen zijn echter verouderd. De diagnose, behandeling en/of evaluatie worden vaak niet multidisciplinair aangepakt. Dat wordt steeds belangrijker omdat de zorgvraag steeds complexer wordt. Zowel het zorgveld als de inspectie besteedt al jaren veel aandacht aan medicatieveiligheid en het terugdringen van vrijheidsbeperking. De inspectie had daarom verwacht meer verbeteringen te zien op die onderwerpen.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 15 juni 2014


                                                                                                                                                 

Reacties op de brochure over De Ruit.


In de zaterdageditie van het ED was op de opiniepagina veel ruimte ingeruimd voor De Ruit.  Er stonden o.a. twee opmerkelijke reacties op de recente brochure van de provincie over De Ruit. Afgelopen vrijdag in deze weblog  en in de Weekbrief van deze week heb  ik hieraan al aandacht besteed.
Het ED van zaterdag publiceert een open brief aan de provincie en gedeputeerde van Heugten. De open brief is van de hand van niet zomaar iemand; het is de hoofdredacteur van het ED, Hans Vermeeren,  himself  die dit middel hanteert! Vermeeren is een verklaard voorstander van De Ruit, maar moet tot zijn spijt constateren dat hij er niet meer in slaagt zelfs in zijn directe omgeving meer in slaagt mensen te overtuigen van het nut en noodzaak van de weg. Het beeld dat aanleg van De Ruit voor de gedeputeerde een prestigezaak is geworden, is niet meer weg te poetsen. Terecht schrijft Vermeeren dat de discussie gevoerd moet worden op inhoudelijke argumenten en niet met propaganda. Met Vermeeren ben ik van mening dat de argumenten voor De Ruit nog steeds valide zijn.

Op dezelfde opiniepagina van het ED doet oud-wethouder en tegenwoordig VVD-raadslid in Eindhoven, Joost Helms, het verzet tegen De Ruit af als linkse propaganda. Zelfs geregisseerd door de provinciale oppositie van PvdA en Groen Links. Dit is ietwat kort door de bocht. In feite maakt Helms dezelfde denkfout als de provincie met haar brochure over De Ruit. Dit werkt niet, misschien zelfs we averechts. We moeten de argumenten laten spreken, niet de emoties!

In het ED van zaterdag staat ook een artikel over het HOV. Ad de Koning laat de nieuwe wethouder Verkeer en Vervoer, Jannie Visscher, aan het woord komen. En passant doet deze uit Groningen afkomstige nieuwe Eindhovense wethouder een aantal uitspraken over De Ruit. Letterlijk zegt zij:

“ We zitten hier ineen enorm slimme regio, daarin moet het toch lukken om met goede alternatieven voor die weg te komen. Want zoveel nieuw asfalt in zo’n mooi gebied, dat moet je niet willen. Het wordt geen gemakkelijke opgave en er volgt ongetwijfeld nog veel discussie over, maar als het ergens kan, dan is het hier.”

Volgens Ad de Koning wil Visscher in gesprek gaan en blijven met de TU/e en Automotive Campus. Met de opmerking “ We gaan onze stinkende best doen om met iets goeds op de proppen te komen.” wordt het artikel besloten. Staan we op deze manier niet met lege handen, zo vraag ik mij af, als we De Ruit afwijzen en de toegezegde subsidie op het spel zetten, terwijl we nog geen concrete andere oplossingen voorhanden hebben? Niet heel slim voor een slimme regio, lijkt mij!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


donderdag 12 juni 2014

                                                   Wederom De Ruit.





In de regio is er verbaasd gereageerd op de full colour brochure van de provincie over de Ruit. Vooral tegenstanders waren not amused. In een brochure van vier pagina’s legt de provincie nogmaals uit waarom volgens haar de aanleg van de Ruit een noodzaak is. Voor wie de folder gemist heeft, hij staat ook op de nieuwe website www.deruitbrabant.nl

Natuurlijk is het moment van verschijnen opmerkelijk. De provincie werkt op verzoek van het ministerie aan een nieuw onderzoek over nut en noodzaak van de weg. Naar verwachting is in september dit onderzoek klaar. In november beslist de Tweede Kamer over de rijksbijdrage van € 268 miljoen. Voldoende steun vanuit de regio voor het gehele project dat in totaal becijferd wordt op € 865 miljoen, zou wel eens voor de Kamer cruciaal kunnen zijn.  Mogelijk verklaart dit waarom van Heugten op dit moment het propaganda -offensief inzet.

Gisteren stond in het ED een redactioneel commentaar “ Propaganda voor de Ruit ” Ik kan me dit commentaar wel indenken. IK citeer de laatste alinea:
Wat het meest stoort is dat de provincie niet probeert te overtui­gen met informatie en argumentatie, maar de burgers achter haar omstreden plannen denkt te kunnen krijgen met wat riekt naar – niet eens goedkope – propaganda. En dat zij niet het geduld heeft kunnen opbrengen om te wachten op het onderzoek naar nut en noodzaak van de Ruit, waarvoor minister Melanie Schultz van Haegen (Infrastructuur) opdracht heeft gegeven. 
Met de laatste opmerking heeft het ED m.i. gelijk.

De Grote Klok spreekt van een wanhoopspoging van gedeputeerde van Heugten. Dat vind ik niet. De Ruit gaat de filedruk opheffen, het sluipverkeer door de dorpskernen verminderen en het regionaal verkeersinfarct oplossen. Dat zijn geen geretardeerde opvattingen, maar realistische verwachtingen. Het nieuwe onderzoek naar nut en noodzaak zal dat ongetwijfeld gaan aantonen.
Of dit voldoende is om de tegenstanders te overtuigen, waag ik te betwijfelen. Partijen hebben posities ingenomen die men niet meer wil opgeven.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 10 juni 2014


                                                                                                                                                 

                                                       Ongelijkheid 2.


Gisteren wees ik op de studies over ongelijkheid die recent verschenen zijn. Opmerkelijk zijn de verschillende conclusies die de WRR en het CBS trekken. Volgens het CBS zijn de inkomensverschillen de afgelopen jaren nauwelijks toegenomen. De WRR spreekt echter van een “ondergrondse verschuiving ” als de individuele loonontwikkeling  van werknemers wordt onderzocht. Dat het CBS tot andere conclusies komt wordt volgens de WRR verklaard doordat statistici uitgaan van gestandaardiseerde huishoudens. Hierdoor wordt het werkelijke beeld vertekend.

De WRR wijt de toegenomen inkomenskloof aan de bevriezing van het minimumloon, de beperking van toeslagen en uitkeringen, de opkomst van de marktwerking en de verzwakking van de vakbonden. Ook is er minder laagbetaald werk. “Hoogopgeleiden werken met computers, laag opgeleiden worden door computers vervangen ” zo schrijft de WRR.

Volgens de WRR moet het kabinet de grote vermogensverschillen in Nederland gaan aanpakken. Bij het debat over de belastingherziening dat er aan zit te komen, zal dit ongetwijfeld gaan meespelen. Partijen slaan nu al piketpaaltjes: de PvdA wil een hogere belasting op inkomen; CDA en VVD wijzen dit van de hand. Dit gaat spannend worden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 9 juni 2014


                                                        Ongelijkheid.


In de afgelopen weken heb ik een groot aantal knipsels verzameld over het verschijnsel ongelijkheid. Dit thema is opnieuw in het belangstellig komen te staan na de vertaling in het Engels van het boek le capital au XX1 siècle van de Franse econoom Thomas Piketty.

Ongeveer gelijktijdig met het verschijnen van deze studie verschenen in Nederland ook een aantal rapporten over dit onderwerp. Oxfam Novib liet een rapport verschijnen dat concludeerde dat vermogens in Nederland zeer ongelijk verdeeld zijn; De WRR publiceerde begin van deze maand het rapport “Hoe ongelijk is Nederland? ” De WRR kwam hierin tot soortgelijke conclusies als Oxfam Novib. Het CBS kwam tot een andere conclusie. Het CBS keek vooral naar het inkomens en minder naar de vermogens.

De studie van Piketty is indrukwekkend. Niet in het minst door de publicatie van zijn bronnen. Als er niet ingegrepen wordt is de ongelijkheid aan het eind van deze eeuw volgens hem weer even groot als aan het begin van de eeuw. Pitetty werkt met een nu al beroemde formule: r > g: het rendement op vermogen (r ) is stelselmatig groter dan de economische groei. Kapitaal concentreert zich zo in handen van vermogenden, die het weer overdragen aan hun erfgenamen. De 1% rijksten ter wereld worden dus steeds rijker, terwijl de werkende klasse die is aangewezen op kapitaal uit arbeid, daarbij achterblijft. 

Geen wonder dat Piketty pleit voor een hogere belasting op vermogens. Dit is natuurlijk niet tegen dovemansoren gezegd. Zie de reactie van Samsom. VVD en CDA zijn hier vanzelfsprekend minder voor te porren. De reacties van de laatste dagen spreken voor zich.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 5 juni 2014

Raadsvergadering



Donderdagavond kwam de raad van Laarbeek bijeen voor een reguliere vergadering. Allereerst werd Toon Brouwers als raadslid van PNL geïnstalleerd in de vacature die ontstaan was door het vertrek van Hans Vereijken. Hiermee is het grote cohort van PNL in de raad weer op volle  sterkte.

De twee belangrijkste agendapunten waren de  vaststelling van het kader van de transitie jeugdzorg en de bespreking van het coalitieakkoord 2014-2018. Als je de raadsvergadering volgt als toehoorder, zoals in mijn geval, onderga je het toch anders dan wanneer je er als raadslid zit.

Bij de bespreking van het kader transitie jeugdzorg viel sterk op dat de  woordvoerder van PNL, Toon Brouwers, zich verloor in cynisme en teveel op de persoon inhakte. Terecht zag de voorzitter zich genoodzaakt hem tot de orde te roepen. Door dit gehak  ondermijnde hij ook zijn eigen betoog, waar beslist wel enkele goede punten inzaten.  Jammer.

Dat de druiven nog steeds zuur zijn bleek ook uit het betoog van Mevr. van de Zanden bij de behandeling van het coalitieakkoord. Hierdoor werd de bespreking een zinloos ritueel. De coalitie had op voorhand toegezegd dat zij de inbreng zou meewegen bij het collegeprogramma dat nog opgesteld moet worden. Niemand uit de collegepartijen deed ook maar een poging om hier invulling aan te geven. Eigenlijk had dit moeten gebeuren.

Gaandeweg de behandeling werd ook duidelijk dat de fractie Biemans zich als oppositiepartij beschouwd. Waarvan acte.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 4 juni 2014


                                                                                                                                                 

                                                      Voorbespreking


Gisterenavond was ik aanwezig op de voorbespreking van het CDA. Dit keer was de kadernota het onderwerp van overleg. We hebben de kadernota doorgenomen en onze mening bepaald over de voorgelegde  keuzepunten.  De fractievoorzitter  van het CDA zal dit inbrengen in de raadsvergadering van 12 juni a.s.

Ik vraag me wel af of de in de kadernota voorgelegde keuzeonderwerpen bij uitstek de relevante onderwerpen zijn, waarover de raad zich zou moeten uitspreken.  Het zijn vaak teveel detailonderwerpen en niet zo geschikt voor kaderstellende uitspraken.

Ik heb vandaag toch weer eens opnieuw gekeken naar de nieuwe opzet van de begroting. De nieuwe opzet is zonder meer een verbetering al zijn de hoofdstukken verre van gelijkwaardig. Zou de nieuwe begrotingsopzet niet meer een afspiegeling moeten zijn van de kanteling die we met zijn allen nastreven, zo vroeg ik mij af. De gemeente moet vanzelfsprekend alles in het werk stellen om goede service aan de burgers te bieden, maar voor de rest moet zij terugtreden en de burgers ruimte bieden om zelf zaken in de kernen en buurten te regelen. Dit betekent dat de gemeente dat de gemeente de burgers hiervoor moet faciliteren met budgetten waaruit zij in een soort grassroots demoracy kunnen putten. Kaderstellend zou de raad dit aan het college moeten opdragen. Bevordering van de burgerparticipatie zou het verbindende thema van de nieuwe begroting moeten zijn.

Ik heb de afgelopen dagen het nieuwste boek van Benjamin Braber met veel belangstelling gelezen over Haperende staten, opkomende steden. In dit boek, waarop terecht allerlei kritiek mogelijk is, wordt in ieder geval een ding duidelijk: de netwerksamenleving is niet meer weg te denken en sterke burgemeesters ( lees gemeenten bepalen wereldwijd de koers ).
In een  interview met Vrij Nederland zegt Braber:
In 1913 woonde tien procent van de wereldbevolking in steden, in 2013 vijftig procent en in 2050 zal dat vijfenzeventig procent zijn. De mens is, zoals Aristoteles al zei, een politiek dier. Politiek begint in de wijk en in de stad, dat is nog altijd zo. Het is de stad die bepaalt hoe we wonen, werken, naar school gaan en met mensen betrekkingen aanknopen. Steden vormen steeds meer netwerken van cultuur, handel en communicatie. De democratie in de moderne wereld staat voor de uitnodiging om burgerparticipatie, die zich op lokaal niveau afspeelt, te verbinden met macht die gecentraliseerd is. De nadruk zal steeds meer komen te liggen op niet-hiërarchische vormen van burgerschap.’”

Mijn conclusie: we moeten niet te bang zijn om zaken uit handen te geven en daarmee de ruim aanwezige potentie binnen onze gemeenschappen aan te boren en alle kans te bieden. Hiermee stellen wij onze identiteit in al zijn verscheidenheid veilig.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 3 juni 2014


                                   Twee raadsvergaderingen opkomst


Aanstaande donderdag  komt de Raad van Laarbeek bijeen ; volgende week donderdag volgt er een raadsvergadering die in zijn geheel gewijd is aan de Kadernota.

Deze week buigt de raad zich over de zienswijzen op de begrotingen van een aantal gemeenschappelijke regelingen. Dit belooft niet erg interessant te worden. Interessanter is de behandeling van het coalitieakkoord . Ik ben heel benieuwd  naar met name de reactie van PNL.  Gaat PNL proberen een wig te drijven in de nieuwe coalitie? De Ruit zou hiervoor een breekijzer kunnen worden. Het is zaak voor de coalitiepartijen om  het front gesloten te houden.

Volgende week donderdag komt de Kadernota aan de orde. In deze Kadernota is de nieuwe  meicirculaire nog niet verwerkt. Dat was natuurlijk ook niet mogelijk. Het college  zal voor 12 juni de nieuwe cijfers aanleveren. De cijfers die ik gezien heb voor het sociale domein lijken  voor Laarbeek mee te vallen. Laarbeek ontvang € 117 per inwoner voor de WMO. Dat is € 1 minder dan vorig jaar, maar wel voor meer taken. De  korting op de jeugdzorg is voor 2015 beperkt gebleven tot 3 %. Dat valt mee.

Ondertussen wordt gewerkt aan een andere opzet voor de begroting. Een eerste proeve is beschikbaar. Op het eerste gezicht lijkt het een verbetering. Het geeft betere handvaten aan de raad voor kaderstelling. De benoemde maatschappelijke effecten zijn wel heel ruim. Hier moet echt nog eens kritisch naar gekeken worden. De meetbare doelen zijn nog niet ingevuld. Het zou best eens kunnen dat de ruime doelen hierbij in de weg zitten.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 2 juni 2014


                                                    Van SRE naar MRE


Eigenlijk verbaasde het mij al langer. Het ED dat in het verleden altijd over het SRE berichtte, liet het de laatste tijd opvallend vaak afweten. Dit paste niet bij het ED dat toch immers altijd vrij positief over het SRE schreef.

Gelukkig besteedde het ED maandag j.l. wel aandacht aan het SRE. Directe aanleiding is de bijeenkomst woensdag van de bestuurders van het SRE. Voor de eerste keer onder nieuwe vlag van het MRE, de Metropoolregio Eindhoven. Het MRE moet volgens de planning op 1 juli 2015 van start gaan.

Vooruitlopend op de afschaffing van de WGR-plusstatus van het SRE gaat de organisatie veranderen. Er is sprake van afschaling. De MRE gaat zich concentreren op een beperkt aantal gemeenschappelijke taken; een aantal taken zullen subregionaal worden opgepakt, op vrijwillige basis of zullen komen te vervallen. Voor veel gemeenten moeten de uitgaven voor de regionale samenwerking omlaag.

Door de lastige financiële positie van gemeenten is bij verschillende gemeenten de liefde voor de regionale samenwerking op de schaal van Zuidoost Brabant danig bekoeld. In een tijd dat regionale samenwerking door gemeenten een steeds grotere noodzaak wordt, is deze afschaling van wat eens een succesvolle samenwerkingsvorm was, een onbegrijpelijke ontwikkeling.

De ambitie voor de regionale samenwerking is bij veel gemeenten niet erg groot meer. “ Eigen volk eerst ” lijkt het voornaamste parool te zijn . Terecht wijst het ED erop dat op de bijeenkomst van woensdag a.s. gemeenten helder moeten zijn over wat zij nu werkelijk met de regionale samenwerking willen. Zonder een breed gedragen ambitie komt er geen echte de samenwerking op gang. 

Het is vijf voor twaalf voor de regio!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 1 juni 2014

Weekbericht


Terug van weggeweest.

Een  paar dagen geleden zijn we teruggekomen van een verblijf in Budapest van bijna twee weken. Hoog tijd dus om de kranten en weekbladen door te bladeren. Heel veel nieuws leverde dit niet op.

De verkiezingen voor het Europese parlement.

Natuurlijk heb ik met belangstelling de artikelen over de verkiezingen voor het Europese parlement gelezen. De opkomst was bedroevend laag. “ De randstad kleurt paars; de rest van Nederland groen ” zo kopte de NRC. Ik neem dit met een korreltje zout. Met resp. 15,4 en 15,2 % van de stemmen past eerder bescheidenheid. Zo sla je geen deuk in een pakje boter. Europees gezien hebben de middenpartijen het redelijk gedaan; toch zijn de Eurosceptische partijen de grote winnaars van deze verkiezingen.
Duidelijk is dat er Brussel een nieuwe wind moet gaan waaien; minder Europa en meer saamhorigheid! Ik ben benieuwd wie de regeringsleiders gaan voordragen als de nieuwe voorzitter van de Europese commissie. Ik gok toch op de Luxemburger Juncker, al gaat het moeilijk worden door de tegenstand van de Engelse premier David Cameron.
Dat Twan Manders het niet gehaald heeft, daar ben ik niet rouwig om. Voor Lambert van Nistelrooij ben ik blij. Het heeft het gezien zijn inzet dubbel en dwars verdiend!

Wateroverlast

In Lieshout en Mierlo kon afgelopen dinsdag  de riolering het overtollige regenwater niet verwerken. Met name was de overlast in Lieshout in de Dorpsstraat en de Schutstraat groot. In de Dorpsstraat zwommen goudvissen. Nog nooit vertoond.

OJA

Vorige week werd OJA na de verbouwing heropend. Op de site van Radio Kontakt vond ik deze foto. Wat probeerde wethouder Briels duidelijk te maken? Aan zijn lichaamshouding te zien leek Tonny Meulensteen  mij niet geheel overtuigd.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185