donderdag 28 november 2013



Bouwen

Op de agenda van het laatste portefeuillehoudersoverleg van de SRE stond de Regionale Agenda Wonen geagendeerd. In twee deelrapporten werd weer het wonen in 2013 geschreven. Beide rapporten staan op de site van het SRE onder portefeuillehoudersoverleg Ruimte en Wonen van 27 november j.l.
Beide delen van de rapporten geven een goed inzicht in de stand van zaken. Veel gemeenten zijn druk bezig om de bestaande bouwplannen tegen het licht te houden en ze om te katten, soms met grote financiële gevolgen voor de gemeentekas.

Sinds WO11 zijn er volgens het rapport in onze regio niet zo weinig huizen gebouwd als in dit jaar. Met de bouw van slechts 1300 woningen was dit een historisch dieptepunt. Volgens de prognoses komt de groei van de woningvoorraad volgend jaar weer uit op 1500. Hiermee zit de regio dan op het niveau van 2008. In de regio De Peel trekt in 2014 het aantal woningen dat toegevoegd wordt aan de woningvoorraad naar verwachting iets aan: van ca. 250 woningen in 2013 naar ca. 400 woningen in 2014. Nog altijd wel minder dan het aantal woningen (bijna 600) dat gebouwd zou moeten worden op basis van de prognose.

Het aantal woningzoekenden stijgt. Door uitstel en veranderde leefomstandigheden. Hiervoor zal   gebouwd moeten worden . De komende10 jaar zijn er naar verwachting in deze regio 35.000 woningen en meer nodig. Zo wordt in het rapport becijferd.  In de huidige planning zitten slechts 30.000 woningen.

Ik heb in beide rapporten natuurlijk vooral naar de situatie in Laarbeek gekeken. Dit natuurlijk in relatie tot de andere gemeenten van onze regio. Definitieve conclusies heb ik nog niet getrokken. Daarvoor was de tijd te kort en het materiaal te omvangrijk. Eerste voorzichtige indruk is dat Laarbeek het vergeleken met andere gemeenten het nog niet zo slecht gedaan heeft. Het volgende staatje is veelzeggend:




Ik kom hier volgende week op terug.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 27 november 2013


Eenzaam


Veel berichten deze week over eenzaamheid onder ouderen. Uit een onderzoek van de GGD Brabant-Zuidoost blijkt dat de helft van de Eindhovense ouderen eenzaam is In de regio Zuidoost-Brabant (inclusief Helmond) is dat percentage 46 procent. Dit is de uitkomst van  een enquête onder 15.000 65-plussers in 2012.
Opmerkelijk is dat op de vraag: 'Wilt u hulp om iets aan uw eenzaamheid te doen', 80 procent het antwoord 'ik ben niet eenzaam' aankruist. GGD-onderzoekster Daniëlle Brunenberg zegt in het ED dat ouderen zelf kennelijk hun situatie niet zo benoemen. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld. Aan de hand van elf vragen  en stellingen wordt de mate van eenzaamheid gemeten."Maar op basis van de antwoorden op andere vragen vallen ze objectief gezien wel degelijk in de categorie 'matig tot ernstig eenzaam'."zo stelt zij. Deze opmerking roept wel vragen op. Als ouderen dat niet zo benoemen, klopt de conclusie dan wel?  En hoe moet je de uitkomsten interpreteren?
Die andere vragen gingen onder meer over de mate waarin ze mensen in hun omgeving hebben die ze vertrouwen, of ze het gevoel hebben dat ze bij mensen terecht kunnen in geval van narigheid en of ze een leegte ervaren.
Een ander opmerkelijk gegeven uit het onderzoek is het volgende: een kwart van de Eindhovense ouderen en een vijfde van de ouderen uit de regio geeft aan dat er in geval van gezondheidsproblemen niemand in de omgeving is die hulp kan bieden.
Dit laatste is natuurlijk alarmerend. Als 20% van de ouderen niemand heeft die in geval van gezondheidsproblemen hulp kan bieden, dan zit het in onze maatschappij goed mis en is de noodzaak van de participatiesamenleving wel heel erg duidelijk. Met de mond de noodzaak belijden is niet meer voldoende. Er moet daadwerkelijk iets gebeuren! Een bewustwordingsproces alleen is niet voldoende.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 26 november 2013


De Ruit


De provincie houdt deze maand een drietal voorlichtingsbijeenkomsten over de Nota Reikwijdte en detailniveau. Tot en met 16 december kunnen hierop zienswijzen worden ingediend. Naast deze voorlichtingsbijeenkomsten zijn er ook plaatselijk bijeenkomsten over de Noordoost corridor belegd. Deze week een in Aarle-Rixtel door het Platform Aarle-Rixtel; ook in Bakel wordt er deze week nog een georganiseerd.

De bijeenkomst in Aarle-Rixtel was  druk bezocht. Vooral natuurlijk met tegenstanders van de weg; voorstanders heb ik er nauwelijks gezien. Het Platform had haar zaken goed voor elkaar. Een reeks van inleiders kwamen naar voren om hun verhaal over het voetlicht te brengen. Jammer was dat de inleider uit Gemert-Bakel verstek moest laten gaan. Toon Coopmans moest aanwezig zijn bij de raadsvergadering in zijn gemeente. De inhoud van de inleidingen van Henk van Beek,Wido Jansen en Hans Kloosterboer was voorspelbaar: speels, amusant en ironisch bij van Beek en Kloosterboer. De inleiding van Jansen was doorwrocht, maar te technisch om meteen te kunnen beoordelen.

Ik was vooral naar de bijeenkomst in Aarle-Rixtel gegaan voor de inleiding die burgemeester Hans Ubachs. Benieuwd als ik was naar wat hij als standpunt van de gemeente Laarbeek over het voetlicht zou brengen. Ubachs koos voor de voorzichtige weg: ingaan op de stappen die doorlopen zijn vanaf  het Bereikbaarheidsakkoord tot heden. Ook  vatte hij de zienswijze van de gemeente Laarbeek samen. Laarbeek houdt vast aan het Bereikbaarheidsakkoord. Klaarblijkelijk niet integraal maar op onderdelen. Een korte tunnel is acceptabel; Laarbeek kiest voor de alternerende ligging langs het Wilhelminakanaal en voor de bestaande weg door Dierdonk.

Het was allemaal redelijk voorzichtig. Hij liet zich niet verleiden tot verdergaande uitgaande uitspraken op vragen over wat dan als…. Of op de vraag welke wisselgeld Laarbeek heeft. Ook een raadslid dat zich voor eigen publiek wilde profileren kreeg nul op het request. Op heel veel vragen uit de zaal  wilde of kon hij geen antwoord geven. Dat viel natuurlijk niet overal even goed. Eigenlijk was ik heel blij dat hij deze avond wethouder van Zeeland verving, die op vakantie was.

Het Platform heeft een aantal zienswijzen op de NRD geformuleerd. Iedereen werd opgeroepen een zienswijze in te dienen, bij voorkeur met een eigen toevoeging  aan de voorgestelde standaard. Natuurlijk om zo meer reacties te krijgen van de provincie. Ook riep het Platform de aanwezen op een machtiging te tekenen voor eventueel verdere stappen in  de toekomst. Het Platform  heeft als stichting natuurlijk zonder deze machtigingen moeite om aan te tonen dat zij meer vertegenwoordigd dan de drie leden van het Stichtingsbestuur. Een kwestie van legitimatie dus. Hieraan hoeft  is gezien de opkomst gisteren in Aarle-Rixtel natuurlijk niet getwijfeld te worden.

O ja, halverwege de vergadering werd in  een ingelast intermezzo Cor van de Berk benoemd tot erelid. Terecht natuurlijk.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 25 november 2013



Commissie Algemeen Bestuur 3


Ik heb afgelopen vrijdag in deze weblog al even  gerefereerd aan de samenwerking in de Peel. Dit naar aanleiding van een opmerking in de commissievergadering van Algemeen Bestuur van vorige week dinsdag. In dezelfde commissievergadering kwam de samenwerking in de Peel nog een keer terug. Ditmaal in verband met de voorgestelde bestuurlijke opzet van de Peelsamenwerking.

Na de bijeenkomst voor de zes gemeenteraden in Gemert heeft de Stuurgroep haar voorstellen voor de inrichting van de Peelsamenwerking Peel 6.1. aan de zes betrokken raden doen toekomen. De versie die nu op papier staat wijkt niet af van de sheets die in Gemert vertoond werden. Het is nu aan de raden om zich hierover uit te spreken. De Stuurgroep zal de reacties meenemen bij de opstelling van het reglement voor de op te richten Gemeenschappelijke regeling Peel 6.1.

In de commissievergadering van vorige week dinsdag gaven de Laarbeekse fractievoorzitters  een eerste reactie op de voorstellen van de Stuurgroep. Zij konden in grote lijnen instemmen met de ideeën van de Stuurgroep. Dat lag ook wel in de lijn van de verwachtingen. Ook op de bijeenkomst in Gemert  viel er nauwelijks kritiek te horen. Daar was alleen verschil van opvatting over de hoogte van de bezuinigingen die door de Peelsamenwerking gehaald zouden moeten leggen. Harrie Verkampen had op de bijeenkomst de lat nogal hoog gelegd. Irreëel hoog vonden velen.

Over de financiën werd in de Laarbeekse commissievergadering nauwelijks gesproken. De fractievoorzitter van het CDA formuleerde helder een aantal uitgangspunten die in de commissie breed onderschreven werden zoals  een voorzitter van het AB en het DB uit een van de zes gemeenten, bij voorkeur de burgemeester van Helmond, vasthouden aan het principe van one man one vote per gemeente, beperking van de kosten,verhuur van de leegstaande ruimte in het gemeentehuis. Ook aandachtspunten als de regeling voor uittreding en  de positie van de Rekenkamer werden benoemd.

Opnieuw was opmerkelijk de terughoudendheid die uit de woorden van de woordvoerder van De Werkgroep sprak. Dit is niet de eerste keer.De Werkgroep heeft moeite met  de mogelijke grotere afstand tussen uitvoeringsorganisatie en burger die het gevolg van de Peelsamenwerking zou kunnen zijn. Is dit koud watervrees  of gebaseerd op een reële inschatting? Ik schat in het laatste. Maar ook onontkoombaar, denk ik. Een gezonde kritische benadering is goed en moet ook, maar twijfel houden is funest.

Met het instellen van een klankbordgroep, bestaande uit twee raadsleden per gemeenten, kon de commissie instemmen. Het is een ( kleine )mogelijkheid om de raden betrokken te houden bij de ontwikkeling van de Peelsamenwerking. De klankbordgroep gaat het proces volgen. De wijze waarop en hoe is nog niet duidelijk.

Opmerkelijk was ook de reactie van het college zoals die in een brief van de  gemeentesecretaris was verwoord. Hierin proefde ik een bepaalde reserve die  ik tot nu toe nog niet eerder uit Laarbeekse mond heb gehoord. Het college pleit voor een juiste balans tussen tempo en zorgvuldigheid. Ook staat er dat besluiten op de juiste plaats moeten worden genomen. Wat zou het college hiermee bedoelen? Ik kan me er wel iets bij voorstellen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 24 november 2013


Commissie Algemeen Bestuur 2


Verrassingen zijn er bijna altijd. Onverwachte wendingen of onderwerpen die je niet direct op basis van de agenda verwacht. Zo ook afgelopen dinsdag tijdens de vergadering van de commissie Algemeen Bestuur. Bij de behandeling van een Tussenrapportage verwacht je dat het gaat over de stand van zaken en eventueel over kredieten die vragen oproepen. Dit soort vragen werden dinsdag veelvuldig gesteld. Dat is niet meer dan logisch.

Het komt ook voor dat een commissielid de Tussenrapportage aangrijpt om een algemeen punt aan de orde te stellen. Ook dat is niet ongewoon. Dinsdag greep de fractievoorzitter van het CDA de Tussenrapportage aan om het gemeentelijke beleid ten aanzien van de verkoop van gronden in de voorzieningenclusters aan de Woningstichting Laarbeek aan de orde te stellen. Directe aanleiding waren plannen van de Woningstichting om de gronden in de voorzieningencluster Beek en Donk niet af te nemen. De Woningstichting probeert deze gronden door te verkopen aan projectontwikkelaars. Dit lukt op dit moment niet. Projectontwikkelaars die belangstelling toonden, willen  op de plek van De Raagten geen seniorenwoningen bouwen; starterswoningen zijn meer in trek.

De fractievoorzitter van het CDA opperde de gedachte deze gronden nog  een jaar of vijf in bezit te houden en niet over te dragen tot betere tijden voor de woningmarkt aanbreken. Met name wilde hij op korte termijn een berekening wat een dergelijke beleidslijn de gemeente zou kosten. Wethouder Vereijken kon begrijpen dat dit punt aan de orde werd gesteld, maar dacht dat de tijd te kort was voor de volgende raadsvergadering; bij d
e tussenrapportage over de grondnota zou dit kunnen. Het wordt dus even afwachten.
Overigens, de discussie over het contract met de Woningstichting is primair een zaak van het college. Openbare discussies over de overeenkomst kunnen de handelingsruimte van het college beperken. Het college zou er m.i. goed aandoen deze kwestie vooraf vertrouwelijk met de raad te bespreken. De consequenties voor zowel de gemeente als de woningstichting zijn immers immens.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 21 november 2013



Commissie Algemeen Bestuur


Als voorzitter van een raadscommissie heb je de rol van technisch voorzitter. Je wordt geacht de discussie in goede banen te leiden en zo nodig de discussie samen te vatten. Het is niet de bedoeling dat de technisch voorzitter zich met de inhoud bemoeit. Dit laatste voelt vaak als een beperking. Ik moet zeggen dat ik bij vergadering van de commissie Algemeen Bestuur vaak de aandrang voel om me met de inhoud te bemoeien. In de meeste gevallen weet ik dit dan wel te onderdrukken. Frustrerend is dit echter wel. Ik vraag me dan ook af of deze opzet van het voorzitterschap van een commissie en eveneens van de raad wel zo’n gelukkige is. Het is een uitvloeisel van de invoering van het dualisme. Wat bedoeld was om het college op afstand van de raad te plaatsen, heeft in de praktijk geleid tot het kaltstellen van een raadslid die als technisch voorzitter fungeert. Een raad die zichzelf respecteert zou dit niet moeten willen en dus voor voorzitter(s) van buiten de raad moeten opteren.

Ook bij de laatste vergadering van de commissie waren er minstens drie momenten dat ik het erg jammer vond dat ik me niet met de inhoud van de discussie mocht bemoeien. Dit was het geval bij de bespreking van de personeelsmonitor, de discussie over de woningstichting naar aanleiding van de Tussenrapportage en de discussie over de structuur van Peel 6.1.

In vergelijking met andere gemeenten beschikt Laarbeek over een gering aantal ambtenaren. Relatief gezien is de bezetting lager dan bij vergelijkbare gemeenten. Dit is een bewuste keuze. Laarbeek heeft bewust geopteerd voor een platte kleine organisatie. Dat dit risico’s met zich meebrengt heeft Laarbeek bewust op de koop toe genomen. Dat er bij een kleine organisatie relatief meer inhuur moet plaatsvinden, is niet meer dan logisch. In een kleine organisatie is de kans op ontbreken van specifieke expertise immers groter dan in een grote organisatie. Echter ook daar is niet altijd alle nodige expertise in huis en moet er ingehuurd worden. Voor een gedeelte is dit ook te wijten aan de ingewikkeldheid van de regelgeving.

In de commissie werd vooral gefocust op de opmerkingen in de Personeelsmonitor over de verdere daling van het aantal fte’s in de afgelopen periode. In de Personeelsmonitor staat dat het personeelsbestand van 5,7 tot 4,8 ambtenaren per duizend inwoners daalde. Landelijk ligt het gemiddelde op 9.1 ambtenaren. Voor gemeenten in de grootte van Laarbeek is het gemiddeld 7.3. Dit is een groot verschil. Dit beeld is opmerkelijk en strookt m.i. niet met de kerngegevens in de Programmabegroting 2014 die de raad onlangs heeft vastgesteld. Hier werd vermeld dat Laarbeek in vergelijking met vorig jaar terug gegaan was van 111,40 fte naar 107,77 fte. Ergens moet een fout zitten; daarvoor is het verschil tussen de Personeelsmonitor en de Programmabegroting 2014 immers te groot ( 19,35 fte tegen 3,63 )

Opmerkelijk vond ik de relatie die in de commissie gelegd werd tussen de personeelsbezetting en Peel 6.1. Met name Mevr. Buter constateerde – en de overige commissielieden leken hiermee in te stemmen – dat door alles wat op ons afkomt ( de jeugdzorg en de andere transities, Peel 6.1  ) gebrek aan mankracht Laarbeek wel eens op zou kunnen breken. Zij refereerde daarbij heel duidelijk aan de Peelsamenwerking. “ Als wij in de Peelsamenwerking ons mannetje willen staan en ons eigen beleid willen bepalen, hebben we voldoende mankracht nodig. ” Zo was de intentie van haar opmerking.

Volgens mij trok Mevr. Buter dit keer de verkeerde conclusie. De Peelsamenwerking is uitsluitend bedoeld voor uitvoering. Beleid blijft zoals nu het geval is bij de gemeenten. Althans dat belijden alle gemeenten: alleen uitvoering, geen beleid is de mantra. Dat is de officiële lijn. Ook van de Laarbeekse partijen. Het enige waar Laarbeek last van zou kunnen ondervinden, is dat door het geringe aantal ambtenaren van Laarbeek - in vergelijking met de andere Peelgemeenten -  in absolute aantallen minder uitvoerende Laarbeekse ambtenaren overgaan naar Peel 6.1. Dat zou het financiële voordeel van Laarbeek wel eens sterk kunnen beperken. Ook de uitvoering van de transities zal voor een groot gedeelte binnen de regio opgepakt gaan worden. Ook hiervoor zal Laarbeek door de geringe bezettingsgraad minder ambtenaren gaan leveren. Laarbeek zit dus in een nadeelpositie: minder ambtenaren die overgaan en grotere frictiekosten. Hoe meer beleid Laarbeek zelf wil bepalen, hoe groter het nadeel.

Dit laatste was m.i. de juiste conclusie geweest. Hoewel niemand van de fractievoorzitters het woord personeelsuitbreiding in de mond nam, was de suggestie toch er een van positieve grondhouding. De burgemeester pakte het wel als zodanig op getuige zijn opmerking  dat hij met het gevoelen  van de commissie bij het ontstaan van vacatures rekening zou houden. Mij zul je in de huidige constellatie nog niet gauw horen pleiten voor personeelsuitbreiding. De insteek van de goedgekeurde Toekomstvisie is ook een andere.

Op de twee andere onderwerpen ( de Woningstichting en de structuur van de Peel 6.1 )kom ik volgende week terug.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 20 november 2013



Participatie

 

In Vrij Nederland schreven Max van Weezel en Sophie Derkzen over de doe-het-lekker-zelfmaatschappij. Het is een kritisch stuk geworden, waarin de participatie flink op de korrel wordt genomen. De sociale doe-het-zelvers hebben op dit moment de wind mee. Zeker sinds niemand minder dan de koning op Prinsjesdag verkondigde dat Nederland langzaam maar zeker verandert van een klassieke verzorgingsstaat in een participatiesamenleving: ‘Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.’

Dankzij de Troonrede belandde een volstrekt ongrijpbaar begrip als ‘de participatiesamenleving’ ineens op de voorpagina’s. Tot dan toe was het vooral onderwerp van gesprek onder wetenschappers en in bestuurlijke achterkamertjes. Kijk maar, lijken de schrijvers te zeggen:

“ De Universiteit van Amsterdam heeft een bijzondere leerstoel Actief Burgerschap, bekleed door oud-GroenLinks-Kamerlid Evelien Tonkens. De Universiteit van Tilburg publiceert graag en veel over de heruitvinding van de ‘civil society’. Het Sociaal en Cultureel Planbureau doet periodiek onderzoek naar ‘burgerparticipatie’, de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling kwam deze zomer nog met het rapport ‘Swingen met lokale kracht’. Gemeenten en sociale diensten werken tegenwoordig met ‘participatieladders’ en ‘zelfredzaamheidsmatrixen’. Consultancybureaus bieden zich aan om wethouders en topambtenaren te scholen in de taal die ze nodig hebben voor de omgang met de burger. Zo ontwikkelde adviesbureau AEF de speciale instructievideo Meedoen, hoe praten we erover.

In een café om de hoek van haar werkkamer op de Universiteit van Amsterdam zit een kwade Evelien Tonkens. De bijzonder hoogleraar actief burgerschap en auteur van tientallen boeken en artikelen over participatie, bewonersinitiatieven en buurtwerk zag haar wetenschappelijk werk de afgelopen jaren gekaapt worden door de politiek. Iedereen in Den Haag die wilde bezuinigen, begon enthousiaste verhalen rond te strooien over de mondigheid van de burger, het belang van sociale cohesie en meer verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. Politici misbruikten die begrippen voor hun eigen agenda. ‘Ze roepen wel dat ze voor de participatiesamenleving zijn, maar intussen breken ze de voorzieningen af die nodig zijn om mee te doen in de samenleving,’ zegt Tonkens. ‘Buurtbewoners moeten zich van de ene op de andere dag zelf over bibliotheken, zwembaden en buurthuizen ontfermen. Soms lukt dat maar vaak ook niet. Honderden van die instellingen worden nu gesloten.’ Die hypocrisie van politici stoort haar vreselijk. ‘De afbraak van zo veel voorzieningen is een ongekend experiment zonder wetenschappelijke onderbouwing. Alleen in de sociale sector durft men zo onbezonnen te werk te gaan. Er zegt toch ook niemand: haal de vangrails langs de snelweg maar weg, dat kunnen mensen zelf regelen en anders hebben ze pech.’”

Met de nodige onderbrekingen duikt met name in tijden van tegenspoed het begrip participatie in de een of andere vorm op.  In de jaren tachtig betoogde het CDA als eerste dat het hoog tijd werd voor een ‘zorgzame samenleving’. De economische crisis die toen woedde was vooral een morele crisis, vond de partij. Burgers maar ook schooldirecties, woningbouwcorporaties en kruisverenigingen waren verslaafd geraakt aan overheidshulp. Daardoor konden ze niet meer op eigen benen staan. Eelco Brinkman  was de eerste die er mee aan de haal ging. Later muntte Balkenende als adept van de Amerikaanse communitarist Amitai Etzioni het begrip. In een toespraak voor christelijke werkgevers in Oosterbeek bedacht hij een aansprekende term voor het soort samenleving dat hij voorstond: de ‘participatiemaatschappij’.

En nu in een nieuwe crisis komt het weer in volle kracht terug. Weer van bovenaf en opgelegd. De participatiesamenleving kan n slagen als burgers zelf de handen ineenslaan. Niet als de regering het van bovenaf oplegt. Rutte denkt dat als hij maar hard genoeg aan de takken trekt, de boom wel zal groeien. Zo werkt het niet.

Ik denk nog steeds dat je niet kunt opleggen hoe mensen moeten participeren


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 19 november 2013


Peel 6.1


De gemeenten zijn energiek aan de slag gegaan met Peel 6.1. Dat is tenminste het beeld dat naar de buitenwacht gecommuniceerd wordt. Ik heb hier zo mijn twijfels over.
Enkele weken  geleden zijn de zes gemeenteraden uitgenodigd voor een bijeenkomst in Gemert over Pel 6.1. Raden werden daar geïnformeerd over de stand van zaken en de stappen die binnenkort genomen  gezet gaan worden.   Wat daar geboden werd, was uiterst summier, op bepaalde punten zelfs tegenstrijdig en verwarrend. Het leek alsof de inleiders niet geheel zeker waren over hun zaak. Maar goed, er werd toegezegd dat over een paar weken de voorstellen voor de GMR en de Klankbordgroep bij de raad op tafel zouden liggen.

Deze belofte heeft de stuurgroep ingelost. Binnen de afgesproken tijd waren de stukken er. Wat blijkt nu? De inhoud van de stukken valt tegen. De bevlogenheid en het elan van het eerste uur ontbreken. Het geheel is niet uitgekristalliseerd. Op minstens een onderdeel lijkt het voorstel zelfs strijdig met de wet op de gemeenschappelijke regelingen.  

De Stuurgroep stelt kiest voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling. Op zich is dit een voor de hand liggende keuze. Immers een GMR kan ambtenaren in dienst nemen. Bij andere opties ligt dit problematischer. Met betrekking tot de incorporatie van andere gemeenschappelijke diensten blijft de Stuurgroep vaag. De Stuurgroep waarschuwt voorzichtig te zijn met het incorporeren van nieuwe partners. Ik heb het idee dat bij de Stuurgroep zelf hiervoor nog geen goede oplossing voor ogen heeft. De focus ligt vrij eenzijdig op uitvoering. Dit staat ontwikkeling in de weg. Wel adviseert de Stuurgroep de samenwerking zo in te richten dat deze ook adequaat is voor deze nieuwe samenwerkingsopgaven. Hoe dit zou kunnen wordt niet vermeld.

De Stuurgroep adviseert uit te gaan van een algemeen bestuur op afstand en bij de samenstelling van het dagelijkse bestuur  aan te sluiten bij het huidige format van de  stuurgroep. Binnen het DB heeft iedere gemeente één stem. Er moet een onafhankelijk voorzitter komen met boegbeeldfunctie en behartiging Peelbelang als opdracht. Dit laatste roept vragen op: hoe kan een voorzitter van een uitvoeringsorganisatie tevens boegbeeld zijn van de Peelsamenwerking? Bovendien schijnt de wet een voorzitter van buiten uit te sluiten. Het lijkt erop dat niet alles even doordacht is.

Ook de voorgestelde financiële verdeelsleutel rammelt. Voorgesteld wordt:

-         Voorbereidingskosten zoals kosten programmamanager, overige externe kosten, interne kosten enkel bij onevenredige inzet gemeenten kostenverdeling op basis gelijk deel per gemeente (1/6)
-          Operationele kosten zoals opstartkosten nieuwe organisatie en kosten nieuwe organisatie kostenverdeling op basis inwoneraantal met peildatum 01-01 te starten op 01-01-2014
Overige kosten zoals achterblijvende overhead en frictiekosten voor latende organisatie
Invoeren gastheerschap voor huisvesting medewerkers Peel 6.1 met gesloten beurzen. Er is voldoende huisvesting in 6 gemeenten en op basis goed spreidingsplan kan plaatsing van medewerkers uit de nieuwe organisatie Peel 6.1 plaatsvinden

Ik opteer voor alle voorbereidings- en operationele kosten te verrekenen op basis van de inwoneraantallen. En ik zou het liefst zien dat alle ambtenaren in een gebouw bijeen zouden komen te zitten. Alleen zo wordt de samenwerking een geheel.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 18 november 2013

Onvoorstelbaar



Onvoorstelbaar


De  raad en de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling waren vorige week woensdag uitgenodigd bij de Woningstichting Laarbeek om bijgepraat te worden over de laatste ontwikkeling. Vanuit de raad was hier door het CDA uitdrukkelijk om gevraagd. Dit mede naar aanleiding van het jaarverslag 2012  van de Woningstichting Laarbeek. Dit jaarverslag was verontrustend. Eigenlijk wisten we dat al langer.

In de bijeenkomst op het kantoor van de Woningstichting werd gevraagd met de geboden informatie terughoudend en discreet om te gaan. Dit is altijd lastig. Toch zal ik mij er in dit geval aan houden. Onderstaande opmerkingen zijn dan ook een reflectie op de gang van  zaken vanuit andere bronnen. 

Laarbeek loopt telkens tegen bezwaren van de provincie aan tegen het hoge bouwvolume dat in de plannen is opgenomen. De provincie onthield destijds haar goedkeuring aan de volgende fasen van De Beekse Akkers. Projectontwikkelaars haakten af; de plannen voor de beeldbepalende locatie op de hoek Lieshoutseweg en de Oranjelaan  gingen de kast in. Nog onlangs zette de provincie een streep door plan Nieuwenhof-noord. Geen goedkeuring voor een honderdtal woningen, maar slechts voor een veertigtal!

Als CDA hebben wij voortdurend gewaarschuwd voor de bouwwoede van het college. Niet alleen in deze plannen, maar eigenlijk in alle plannen, die hoofdzakelijk in Beek en Donk gesitueerd waren.  Dit was de realiteit voorbij! En met consequenties voor de andere kernen. Telkens werden onze bedenkingen weg gewuifd. Het viel allemaal wel mee en… de uitkomsten van de grondnota positief.

Ook hebben wij bij herhaling gevraagd hoe het stond met de overeenkomst met de Woningstichting met betrekking tot overeengekomen afname van gronden in Beek en Donk. Voor Laarbeek is dit heel essentieel: met de opbrengst van deze gronden moeten immers de voorzieningenclusters afbetaald worden. Als de grond niet afgenomen wordt, slaat dit een flink gaat in de begroting. Geen gat van tonnen, maar van miljoenen.

Wat wij al langer vreesden, lijkt bewaarheid te worden. De consequenties zijn groot zowel voor Laarbeek als de Woningstichting. Het wordt tijd dat Laarbeek eindelijk eens met beide benen op de grond gaat staan en eens reëler met de risico’s die de gemeente loopt omgaat. En beslissingen durft te nemen over de uitbreidingsplannen. Het college en de meerderheid van de raad steekt nog steeds de kop in het zand. Het meerjarenbouwprogramma zal naar beneden afgesteld moeten worden en er zal afgewaardeerd moeten worden.  Voor de verkiezingen zal dit niet meer gebeuren. Er komt immers dit jaar geen grondnota. Komt dit de coalitie goed uit! Het sprookje van de kerngezonde gemeente Laarbeek kan nog even volgehouden worden.

De rekening komt. Is het niet nu, dan straks wel.
Maar niet lang meer!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


donderdag 14 november 2013



Transities


De NRC heeft bij een veertigtal gemeenten opgevraagd hoeveel zij tot op heden uitgegeven hebben aan adviesbureaus om hen voor te bereiden op de nieuwe taken van langdurige zorg, jeugdzorg en participatie. Ook de gemeente Gemert-Bakel stond in de rij. Jammer genoeg heeft de gemeente geen gegevens aangeleverd.
De in de krant gepubliceerde bedragen zijn rondom verbijsterend. Gemeenten lijken veel meer uit te geven dan destijds bij de invoering van de WMO. De gemeente Oss b.v. heeft al 5 adviesbureaus ingehuurd voor begeleiding.

De gemeenten geven tonnen uit aan de inhuur van externe krachten die hen van advies moeten dienen. Slechts vijf van de 40 benaderde gemeenten zeiden dat ze met de eigen beschikbare capaciteit de overheveling van de rijkstaken ter hand gaan nemen. De andere 35 hebben adviseurs en bureaus ingeschakeld. Veel gemeenten blijken een ‘transitiemanager’ in te huren.

Sommige gemeenten laten het bij een expertmeeting of het inhuren van sprekers voor een paar honderd euro. Amstelveen en Aalsmeer gaven echter 250.000 euro uit, Den Haag zelfs drie ton en Velsen en Nuth rond de vier ton.

Een van deze transitiemanagers is Rob Oudkerk. Hij is ingehuurd door de gemeente Amstelveen. De NRC had deze week een interview met hem. Hierin zegt hij o.a. dat zijn streven is voor 20% minder geld, 20% betere zorg te leveren.

In Dinkelland en Tubbergen doen ze het anders. Daar geen extra ambtenaren of adviesbureaus. Zij bouwen geen nieuw verzorgingstaatje in het gemeentehuis met een nieuwe ambtelijke organisatie. Al die specialisten hebben ze niet nodig. Met “ noaberschap ”is het daarop te lossen en hebben zij geen extra ambtenaren nodig. Hier werkt men met vraagverhelderaars. Dit zijn geen ambtenaren maar professionals. De ambtenaren zijn juist tussen de burger en de specialist uitgehaald. “ Als de gemeente er tussen zit, dan sla je de inhoud eruit ” zo staat in het artikel van de NRC.

Dit model staat me wel aan

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 13 november 2013


 

Waar de Toekomstvisie eigenlijk over ging.


De Toekomstvisie 2020 Laarbeek is eigenlijk geen toekomstvisie in de ware zin van het woord. Een toekomstvisie beschrijft het beeld van de gewenste  samenleving over een reeks van jaren. En het geeft de weg aan waarlangs we tot dat einddoel kunnen komen. De Laarbeekse toekomstvisie doet dat niet: de ontwikkelstrategie is losgekoppeld van  de visie. Het toekomstbeeld zelf is fragmentarisch. De visie is immers vervat een zestal thema’s. Het thema ruimtelijke ordening met alles wat daarmee samenhangt, is niet opnieuw in de beschouwingen meegenomen. Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de vrij recente nota Groei en bloei.

De nadruk in de toekomstvisie lag op de veranderde rol van  de gemeente, het laatste thema in de Toekomstvisie. Dit is hoofdstuk is de kern van  de toekomstvisie. Ik persoonlijk was zeer ingenomen met de keuze die in dit hoofdstuk gemaakt wordt. Dit thema is zonder meer het meest vernieuwende onderdeel van de toekomstvisie. Hierin wordt afscheid genomen van de werkwijze van nu. Het is ook het onderdeel waaraan de meeste worden gewijd. De problematiek wordt geschetst, de uitdaging geformuleerd, een nieuw uitgangspunt, de geregisseerde verantwoordelijkheid, wordt geïntroduceerd, de noodzakelijke aanpassingen worden benoemd, de zelfstandig ondernemende ambtenaar wordt opgevoerd, de systeemverantwoordelijkheid van de gemeente wordt beschreven en de co-creatie met de burgers komt eraan. En de visie bevat in het slothoofdstuk een agenda voor politiek en bestuur en voor ambtenaren en burgers. Het is nogal wat.

Wat in dit laatste thema beschreven wordt, is meer dan een cultuuromslag. Het is een geheel andere bestuursfilosofie die overigens perfect past in het huidige denken over de kleinere overheid. Landelijk wordt afscheid genomen van de verzorgingsstaat die onbetaalbaar dreigt te worden. De christendemocratische en sociaal-democratische opvattingen over de staat als schild voor de zwakkeren en verheffing van de onderste groepen in de maatschappij moeten plaats maken voor de neo-liberale opvattingen van de kleinere overheid en de marktwerking. Het klonk enigszins als grootspraak, toen Rutte in de regeringsverklaring van het tweede kabinet Rutte zei: “ We gaan de geluksmachine uitzetten.” Ondertussen weten we beter: het is een echte praradigma-shift. Onontkoombaar en onvermijdelijk. Als je de gevolgen ziet, slaat je soms de schrik om het hart. John Stuart Mill omschreef in het midden van de 1 9e eeuw in zijn On Freedom  efficiënt bestuur als een bestuur dat zoveel mogelijk aan het initiatief van de burger overlaat. Waar dit toe kan leiden, wordt zichtbaar als je Naomi Klein’s boek De shock-doctrine leest. Zo’n vaart zal het hier niet lopen, maar een gewaarschuwd man telt voor twee. Ik vind dat de toekomstvisie Laarbeek 2020 op dit punt een verantwoorde keuze maakt: niet de keuze voor de terugtredende overheid, maar de bewuste keuze voor het model van de geregisseerde verantwoordelijkheid inclusief behoud van systeemverantwoordelijkheid. Zolang het laatste, de systeemverantwoordelijkheid, maar niet te zwaar wordt aangezet, gaat naar deze keuze onze voorkeur uit.

Is er geen kritiek mogelijk op deze keuze? Zeerzeker wel. Het is geen volledige kanteling. Wij vinden dit niet erg, integendeel zelfs. Gemeenten als Molenwaard en Kommerland die hun ambtenaren naar buiten sturen en er bij wijze van spreken geen gemeentehuis meer op na houden, slaan o.i. door. De publieke ruimte wordt hier verlaten en de private ruimte wordt aan de keukentafel publiek gemaakt. Wij willen op dit punt enige voorzichtigheid betrachten. Als de politiek zich in het private leven van burgers gaat treden, gaat zij een stap te ver: politiek moet gaan over de publieke zaak, over het algemeen belang. Met de overheid achter de voordeur gaan kijken, is  een stap te ver.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 11 november 2013


 

Waren de subsidies nu echt het belangrijkste?


Wie het verslag in het ED van zaterdag 9 november leest, zou de indruk kunnen krijgen dat  de raadsvergadering over de Toekomstvisie 2020 Laarbeek hoofdzakelijk gegaan is over subsidieverstrekking aan verenigingen  en organisaties in de toekomst. Dit beeld klopt niet met de werkelijkheid.

Natuurlijk is het gegaan over subsidies, maar eigen pas in de tweede instantie. En pas eerst nadat de voorzitter de raad geattendeerd had op de opmerkingen die hierover met name door het CDA in de commissie Algemeen Bestuur waren gemaakt.

In de eerste instantie had ik met opzet de wijze van subsidieverstrekking slechts genoemd als punt dat nog besproken moest worden. In deze instantie werd er door andere partijen nauwelijks aandacht aan besteed. Toen het in de tweede instantie wel de aandacht kreeg, bleek de raad weinig krachtdadig te reageren. Niet iedereen realiseerde zich dat de Toekomstvisie uitging  van een subsidieperiode van 2 jaar in plaats van de huidige 4 jaren. Ik had de indruk dat niemand  hier echt gelukkig mee was, maar zich onvoldoende realiseerde dat door in  te stemmen met de Toekomstvisie ook dit onderdeel goedgekeurd werd. De indruk was dat de meeste partijen de voorkeur gaven aan  een termijn van 4 jaar.

Aan de suggestie aan het CDA om ons voorstel in een amendement op te nemen ( zes jaar in plaats van twee jaar ) ben ik niet ingegaan, omdat de reacties er niet op wezen dat het amendement kans van slagen had. In de  stemverklaring hebben wij ons daarom beperkt tot het uitspreken van onze voorkeur voor een langere termijn. Met de aanvaarding van de Toekomstvisie  gaat de op te stellen ontwikkelvisie uit van een subsidieprogramma voor 2 jaar. Alleen omdat partijen zich dit niet realiseerden.

Ook wethouder Briels bleek ongelukkig te zijn met het voorstel de termijn terug te brengen tot 2 jaar. Hij refereerde aan de wijze waarop het subsidieprogramma  jaarlijks tot stand kwam. Het gebeurt in  nauw overleg met de verenigingen. Vanuit die invalsoek benaderde hij het voorstel in de Toekomstvisie. In zijn toelichting op verzoek van PNL reed hij overigens wel een hele scheve schaats. Volgens hem ging de raad een subsidieprogramma  voor twee jaar vaststellen zonder de burgers hierin te kennen. Dat zei hij nota bene met betrekking tot een Toekomst visie die nu juist pretendeerde in nauw overleg met de burgers tot stand te zijn gekomen!

Gekker kan het niet.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 10 november 2013


 

De Raadsvergadering over de Toekomstvisie Laarbeek 2020



Slechts een agendapunt kende deze raadsvergadering, de uitgestelde behandeling van de Toekomstvisie 2020 Laarbeek.

De behandeling was steeds uitgesteld omdat door ontwikkelingen de raadagenda steeds overvol was. Het Presidium wilde voldoende tijd voor behandeling  in de raad inruimen. Dit was op zich terecht, maar wel hoogst ongelukkig. Het deed geen recht aan het werk dat de opstellers eraan besteed hebben. De Toekomstvisie was afgelopen donderdag het enige agendapunt op de raadsagenda.

Dit uitstel is jammer. Aanvankelijk was het ook de bedoeling dat de Toekomstvisie een leiddraad zou zijn bij besluiten over de grote veranderingen in de regio. Voor de  besluiten die ondertussen gevallen zijn over het SRE en de samenwerking in de Peel gevallen zijn, hebben we dus niets gehad aan de Toekomstvisie.

Het uitstel van de behandeling  heeft echter ook een positieve kant: het toont aan hoe tijdsgebonden zo’n Toekomstvisie in feite is. Het blijkt toch sterker een momentopname te zijn dan we aanvankelijk hebben aangenomen. Eerste conclusie mijnerzijds was dan ook  dat de Toekomstvisie abstracter had moeten zijn en dus minder tijdgebonden.

Ik had verwacht dat er zich verschillende insprekers aangemeld zouden hebben bij dit belangrijke onderwerp. Het grijpt immers heel diep in de rol van  de gemeente in de toekomst. Burgers zullen dit aan den lijve ondervinden. Echter geen enkele inspreker had zich aangemeld. Je kunt dit heel verschillend uitleggen. Wie denkt dat het komt omdat in Laarbeek alles goed geregeld is, heeft het mis. Ik denk dat de Toekomstvisie niet goed naar de burgers gecommuniceerd is. Waarschijnlijk hebben de inwoners van Laarbeek  zich daardoor onvoldoende gerealiseerd hoe groot de veranderingen zullen zijn.  De raad heeft donderdag weer eens over de hoofden van  de inwoners van Laarbeek heen gediscussieerd.

Natuurlijk is dit een gemiste kans. Alweer de zoveelste.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 7 november 2013

 

Toekomstvisie Laarbeek 2020


Vanavond behandelt de Laarbeekse raad de Toekomstvisie Laarbeek 2020. Eindelijk zou ik haast zeggen. De behandeling is uitgesteld om dat door ontwikkelingen de raadagenda steeds overvol was. Ook  wilde het presidium dat er voldoende tijd voor behandeling  in de raad was. Dit is op zich terecht , maar wel hoogst ongelukkig. Het doet geen recht aan het werk dat de opstellers eraan besteed hebben. Tijd voor een uitgebreide behandeling is er vanavond voldoende; de Toekomstvisie is het enige agendapunt op de raadsagenda.

Dit uitstel is jammer. Aanvankelijk was het ook de bedoeling dat de Toekomstvisie een leiddraad zou zijn bij de grote veranderingen in de regio. Voor de  besluiten die ondertussen gevallen zijn over het SRE en de samenwerking in de Peel gevallen zijn, hebben we dus niets gehad aan de Toekomstvisie.

Het uitstel van de behandeling  heeft echter ook een positieve kant: het toont aan hoe tijdsgebonden zo’n Toekomstvisie in feite is. Het blijkt toch sterker een momentopname te zijn dan we aanvankelijk hebben aangenomen. Eerste conclusie mijnerzijds is dat de Toekomstvisie abstracter had moeten zijn.

Overigens ben ik wel benieuwd hoe de behandeling gaat verlopen. Zijn er insprekers? Wat zal  hun inbreng zijn? Ik kan me niet voorstellen dat hier geen gebruik van zal worden gemaakt.

Zover mij bekend, zijn er vooraf geen nadere afspraken gemaakt over de behandeling. Dit had eigenlijk wel gemoeten. Nu wordt het een beetje vrij prijs schieten.
Namens het CDA zal ik vanavond ingaan op de Toekomstvisie. .
Over het verloop van de vergadering kom ik volgende week terug.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 6 november 2013


 

Alleen maar raadszaal?





De tranen springen in je ogen als je dit ziet. Eens was dit de stijlvolle raadszaal van de gemeente Lieshout. Ook de Laarbeekse raad heeft er enige jaren nog vergaderd. Van de oude sfeer is weinig meer over. De raadszaal ligt er gestript en verkommerd bij.  Dit is nooit de bedoeling geweest.

Als ik het artikel in het ED van woensdag lees en de antwoorden van het college op de schriftelijke vragen over de Heuvel en omgeving nog eens terughaal, zie ik dat de oude raadszaal op korte termijn haar functie als trouwzaal terug gaat krijgen. Maar dit is slechts een gedeelte van wat afgesproken was: de oude raadszaal zou een ceremoniële functie krijgen. Ontvangsten, kleine bijeenkomsten en exposities zouden mogelijk worden.

Ik zie hiervan nog maar weinig terugkomen. Het inrichten van een trouwzaal is slechts een klein onderdeel van  de afspraken.

Waarvan met pijn acte!


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 5 november 2013


 

Provincie en regio niet op een lijn.



In een groot interview in het Eindhovens Dagblad van maandag 4 november geeft gedeputeerde Bert Pauli zijn opvatting  over de verhouding tussen de provincie en het SRE.


In feite is het een herhaling van standpunten die reeds eerder geventileerd zijn. Het meest opvallende gebeurd dat tijdens de bijeenkomst over het rapport Huijbregts in het Evoluon te Eindhoven. Daar was de stemming al ijzig. Op deze bijeenkomst bleek overduidelijk dat burgemeester van Gijzel en gedeputeerde Pauli absoluut niet op een lijn zaten.

In het interview in het ED zet VVD’ers Pauli opnieuw zijn standpunt uiteen. Hij wil absoluut geen status aparte van de regio Eindhoven binnen de provincie Noord-Brabant. Letterlijk zegt hij:

“ Dus een cordon leggen om je regio en roepen dat je het allemaal zelf wel kan regelen, werkt niet meer. Je moet samenwerken met Duitsland, Leuven, Enschede en Maastricht. Dat vergt een andere manier van denken. Die rol kan de provincie vervullen, naast de regio Eindhoven ”

Inhoudelijk ben ik het eens met Pauli. Je moet de provincie niet verder opdelen. Grenzen vormen barricades die niet goed passen bij netwerk-samenlevingen. Jammer dat het conflict op een spits wordt gedreven. Hier schiet niemand iets mee op.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 4 november 2013

 

CDA.


Vandaag citeer ik een klein stukje uit het NRC van gisteren over het CDA na het congres in Leeuwarden van dit weekend.

“ Steviger en stouter

Twee partijen, twee keuzes. D66 deed mee met het herfstakkoord over de begroting van Rutte II, het CDA niet. Maar hoe nu verder? Voor de CDA-leden, zaterdag bijeen in Leeuwarden, is het nog wennen om bij een partij te horen die zichzelf aan de kant heeft gezet. Dat gaat, zei een Friese wethouder, wel heel erg in tegen het „bestuurlijke karakter” van het CDA. De CDA’ers horen nu bij een partij die volgens sommigen, uit eigen kring, „in verwarring” is – en volgens anderen gewoon op zoek naar een nieuwe koers. Daar past, vonden veel congresgangers, de nieuwe lijsttrekker voor de Europese verkiezingen perfect in: Esther de Lange (38), die de ledenraadpleging overtuigend won van partijveteraan Wim van de Camp (60). Ze zei dat de partij de boodschap over Europa wel wat „steviger en stouter” kon brengen. Een lokale CDA’er prees haar uitstraling: „Het gaat in de politiek steeds meer om de look en de babbel””

Morgen wordt  de Algemene Ledenvergadering van het CDA om 20.00 uur in De Dreef in Aarle-Rixtel gehouden. De vergadering gaat het verkiezingsprogramma vaststellen en de volgorde op de kandidatenlijst bepalen. Door verplichtingen elders kan ik daarbij niet aanwezig zijn. Wel jammer, zeker dit keer.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185