maandag 25 november 2013



Commissie Algemeen Bestuur 3


Ik heb afgelopen vrijdag in deze weblog al even  gerefereerd aan de samenwerking in de Peel. Dit naar aanleiding van een opmerking in de commissievergadering van Algemeen Bestuur van vorige week dinsdag. In dezelfde commissievergadering kwam de samenwerking in de Peel nog een keer terug. Ditmaal in verband met de voorgestelde bestuurlijke opzet van de Peelsamenwerking.

Na de bijeenkomst voor de zes gemeenteraden in Gemert heeft de Stuurgroep haar voorstellen voor de inrichting van de Peelsamenwerking Peel 6.1. aan de zes betrokken raden doen toekomen. De versie die nu op papier staat wijkt niet af van de sheets die in Gemert vertoond werden. Het is nu aan de raden om zich hierover uit te spreken. De Stuurgroep zal de reacties meenemen bij de opstelling van het reglement voor de op te richten Gemeenschappelijke regeling Peel 6.1.

In de commissievergadering van vorige week dinsdag gaven de Laarbeekse fractievoorzitters  een eerste reactie op de voorstellen van de Stuurgroep. Zij konden in grote lijnen instemmen met de ideeën van de Stuurgroep. Dat lag ook wel in de lijn van de verwachtingen. Ook op de bijeenkomst in Gemert  viel er nauwelijks kritiek te horen. Daar was alleen verschil van opvatting over de hoogte van de bezuinigingen die door de Peelsamenwerking gehaald zouden moeten leggen. Harrie Verkampen had op de bijeenkomst de lat nogal hoog gelegd. Irreëel hoog vonden velen.

Over de financiën werd in de Laarbeekse commissievergadering nauwelijks gesproken. De fractievoorzitter van het CDA formuleerde helder een aantal uitgangspunten die in de commissie breed onderschreven werden zoals  een voorzitter van het AB en het DB uit een van de zes gemeenten, bij voorkeur de burgemeester van Helmond, vasthouden aan het principe van one man one vote per gemeente, beperking van de kosten,verhuur van de leegstaande ruimte in het gemeentehuis. Ook aandachtspunten als de regeling voor uittreding en  de positie van de Rekenkamer werden benoemd.

Opnieuw was opmerkelijk de terughoudendheid die uit de woorden van de woordvoerder van De Werkgroep sprak. Dit is niet de eerste keer.De Werkgroep heeft moeite met  de mogelijke grotere afstand tussen uitvoeringsorganisatie en burger die het gevolg van de Peelsamenwerking zou kunnen zijn. Is dit koud watervrees  of gebaseerd op een reële inschatting? Ik schat in het laatste. Maar ook onontkoombaar, denk ik. Een gezonde kritische benadering is goed en moet ook, maar twijfel houden is funest.

Met het instellen van een klankbordgroep, bestaande uit twee raadsleden per gemeenten, kon de commissie instemmen. Het is een ( kleine )mogelijkheid om de raden betrokken te houden bij de ontwikkeling van de Peelsamenwerking. De klankbordgroep gaat het proces volgen. De wijze waarop en hoe is nog niet duidelijk.

Opmerkelijk was ook de reactie van het college zoals die in een brief van de  gemeentesecretaris was verwoord. Hierin proefde ik een bepaalde reserve die  ik tot nu toe nog niet eerder uit Laarbeekse mond heb gehoord. Het college pleit voor een juiste balans tussen tempo en zorgvuldigheid. Ook staat er dat besluiten op de juiste plaats moeten worden genomen. Wat zou het college hiermee bedoelen? Ik kan me er wel iets bij voorstellen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185