woensdag 13 november 2013


 

Waar de Toekomstvisie eigenlijk over ging.


De Toekomstvisie 2020 Laarbeek is eigenlijk geen toekomstvisie in de ware zin van het woord. Een toekomstvisie beschrijft het beeld van de gewenste  samenleving over een reeks van jaren. En het geeft de weg aan waarlangs we tot dat einddoel kunnen komen. De Laarbeekse toekomstvisie doet dat niet: de ontwikkelstrategie is losgekoppeld van  de visie. Het toekomstbeeld zelf is fragmentarisch. De visie is immers vervat een zestal thema’s. Het thema ruimtelijke ordening met alles wat daarmee samenhangt, is niet opnieuw in de beschouwingen meegenomen. Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de vrij recente nota Groei en bloei.

De nadruk in de toekomstvisie lag op de veranderde rol van  de gemeente, het laatste thema in de Toekomstvisie. Dit is hoofdstuk is de kern van  de toekomstvisie. Ik persoonlijk was zeer ingenomen met de keuze die in dit hoofdstuk gemaakt wordt. Dit thema is zonder meer het meest vernieuwende onderdeel van de toekomstvisie. Hierin wordt afscheid genomen van de werkwijze van nu. Het is ook het onderdeel waaraan de meeste worden gewijd. De problematiek wordt geschetst, de uitdaging geformuleerd, een nieuw uitgangspunt, de geregisseerde verantwoordelijkheid, wordt geïntroduceerd, de noodzakelijke aanpassingen worden benoemd, de zelfstandig ondernemende ambtenaar wordt opgevoerd, de systeemverantwoordelijkheid van de gemeente wordt beschreven en de co-creatie met de burgers komt eraan. En de visie bevat in het slothoofdstuk een agenda voor politiek en bestuur en voor ambtenaren en burgers. Het is nogal wat.

Wat in dit laatste thema beschreven wordt, is meer dan een cultuuromslag. Het is een geheel andere bestuursfilosofie die overigens perfect past in het huidige denken over de kleinere overheid. Landelijk wordt afscheid genomen van de verzorgingsstaat die onbetaalbaar dreigt te worden. De christendemocratische en sociaal-democratische opvattingen over de staat als schild voor de zwakkeren en verheffing van de onderste groepen in de maatschappij moeten plaats maken voor de neo-liberale opvattingen van de kleinere overheid en de marktwerking. Het klonk enigszins als grootspraak, toen Rutte in de regeringsverklaring van het tweede kabinet Rutte zei: “ We gaan de geluksmachine uitzetten.” Ondertussen weten we beter: het is een echte praradigma-shift. Onontkoombaar en onvermijdelijk. Als je de gevolgen ziet, slaat je soms de schrik om het hart. John Stuart Mill omschreef in het midden van de 1 9e eeuw in zijn On Freedom  efficiënt bestuur als een bestuur dat zoveel mogelijk aan het initiatief van de burger overlaat. Waar dit toe kan leiden, wordt zichtbaar als je Naomi Klein’s boek De shock-doctrine leest. Zo’n vaart zal het hier niet lopen, maar een gewaarschuwd man telt voor twee. Ik vind dat de toekomstvisie Laarbeek 2020 op dit punt een verantwoorde keuze maakt: niet de keuze voor de terugtredende overheid, maar de bewuste keuze voor het model van de geregisseerde verantwoordelijkheid inclusief behoud van systeemverantwoordelijkheid. Zolang het laatste, de systeemverantwoordelijkheid, maar niet te zwaar wordt aangezet, gaat naar deze keuze onze voorkeur uit.

Is er geen kritiek mogelijk op deze keuze? Zeerzeker wel. Het is geen volledige kanteling. Wij vinden dit niet erg, integendeel zelfs. Gemeenten als Molenwaard en Kommerland die hun ambtenaren naar buiten sturen en er bij wijze van spreken geen gemeentehuis meer op na houden, slaan o.i. door. De publieke ruimte wordt hier verlaten en de private ruimte wordt aan de keukentafel publiek gemaakt. Wij willen op dit punt enige voorzichtigheid betrachten. Als de politiek zich in het private leven van burgers gaat treden, gaat zij een stap te ver: politiek moet gaan over de publieke zaak, over het algemeen belang. Met de overheid achter de voordeur gaan kijken, is  een stap te ver.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185