dinsdag 31 januari 2017

                                         Geluk


In het toneelstuk Hamlet laat Shakespeare op de verzekering van Polonius “ Ik zal hun de behandeling geven die zij verdienen” de Deense prins  antwoorden: “ Hemelse goedheid,veel beter, man! Als je alle mensen de behandeling zou geven die ze verdienen, wie zou er dan gespaard blijven voor de zweep? Behandel ze naar uw eigen eer en waardigheid ”. Ik kwam dit citaat tegen in het boek van Martha Nussbaum Woede en vergeving. Dit boek heeft in ons land de laatste tijd sterk de aandacht getrokken. Het is en blijft een lastig boek dat je niet zomaar in een keer uitleest. 

Het boek veronderstelt een grote kennis van de klassieke filosofen. Deze Griekse filosofen beschouwden woede als een teken van zwakte. Nussbaum toont aan dat woedeloosheid daadwerkelijk ook tot verzoening kan leiden. Zij doet dit o.a. aan de hand van het voorbeeld van Nelson Mandela, die tijdens zijn gevangenschap op Robbeneiland de werken van de stoïcijn Marcus Aurelius las. Volgens Mandela was wrok vergif innemen en verwachten dat iemand ander er ziek van wordt.

Het hierboven aangehaalde citaat deed me ook denken aan een zin van Cicero. Eens heeft hij gezegd : “ Filosoferen is leren te sterven ”. Deze uitspraak komt heel dicht bij wat Shakespeare Hamlet in de mond legt. 

Volgens Plato moet de filosofie ons naar geluk leiden. Een goed en gelukkig leven, daar ging het om. Op een bepaald moment ging het een andere kant op. In de Middeleeuwen nam het christendom de positie van de filosofie over. Dat pakte echter voor het menselijke geluk onvoordelig uit: Augustinus droeg de opvatting uit dat geluk enkel weggelegd was voor de doden.

Cicero zat er klaarblijkelijk nog eens niet zo ver naast!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 30 januari 2017


                                         Twee andere geluiden



Een bekend fenomeen is dat de verschillende media de neiging hebben elkaar na te praten. Zo is het idee dat er sprake is van een diepe crisis in de democratie wijd verbreid. Ook de opvatting dat bestuurders moeten loslaten en moeten terugtreden om de burger alle mogelijkheden te geven wordt door velen gedeeld. Afgelopen weken zijn er ook een paar andere geluiden die aandacht verdienen te horen.

Allereerst is er de kersverse Amsterdamse hoogleraar politicologie, Tom van de Meer. Hij is de auteur van “ Niet de kiezer is gek ”. Het is een gedurfd pamflet over de onzin in de politiek geworden. Tom van der Meer dient in Niet de kiezer is gek David van Reybrouck, Thierry Baudet, Maarten van Rossem, Sybrand Buma, Edith Schippers, Bernard Wientjens, Alexander Pechtold en vele anderen van repliek. Hij breekt een lans voor de kiezer die steeds maar weer ten onrechte de schuld krijgt van het gebrek aan vertrouwen in de politiek en van wispelturig stemgedrag. Ronduit zorgelijk noemt hij het dat politici en media massaal de vlucht naar voren zoeken in maatregelen die de democratie zouden moeten redden maar feitelijk ondergraven, en bestuurlijk niets oplossen. Kiesdrempels, fusies van partijen, referenda en burgerfora; het zijn contraproductieve medicijnen voor een verkeerd begrepen kwaal. Het zijn de politici zelf die zich een spiegel moeten voorhouden. Er is geen crisis van de democratie, er is een crisis van de gevestigde partijen. Zij zitten op een doodlopend spoor, maar blijken niet bij machte bij te sturen.  

Een geheel ander geluid dan wat we bijna dagelijks horen. De representatieve democratie heeft nog steeds een stevige toekomst voor zich. De kiezer gedraagt zich precies zoals van hem verwacht mag worden. De stemgerechtigde Nederlander laat zich niet meer leiden door blinde partijloyaliteit: hij kiest zelf!

Een andere contraire denker is organisatieadviseur Harrie Aardema. Hij pleitte op de nieuwjaarsbijeenkomst van Binnenland Bestuur juist voor een veel meer betrokken bestuurdersrol. Dit is ook een ander geluid dan we vaak horen. De gangbare opvatting is dat ‘de participerende burger’ zelf verantwoordelijk en ‘zelfredzaam’ moet zijn, óók als het de lokale politiek betreft. ‘De burger’ neemt steeds meer over. ‘De overheid’ trekt zich terug. En dus hoort ‘de bestuurder’ op afstand te staan. Wat in zo’n context de ‘nieuwe competenties’ van de bestuurder zouden moeten zijn, lijkt dan niet zo moeilijk. Het antwoord staat al vast. Hij moet vooral leren ‘loslaten’. Maar zo ziet Aardema het niet, schrijft hij in een essay in Binnenlands Bestuur.

Met anderen maakt Aardema onderscheid tussen wat hij de boven- en de onderstroom noemt. Uit allerlei onderzoeken is duidelijk geworden dat wat de bovenstroom voorschrijft niet zomaar werkelijkheid wordt. Wat we nodig hebben is een  ‘participerende bestuurder’ : een bestuurder die zich niet aan de wal laat zetten, maar die een actieve bijdrage levert aan de veranderingen die zich voltrekken. Het vermogen om mensen mee te nemen in de nieuwe richting. ‘Het systeem’ ter discussie stellen. ‘Out of the box’ denken en doen. Bestaande patronen en routines doorbreken.

Toch blijken in dergelijke hybride samenwerkingsvormen soms toch bestuurders – en ook ambtenaren – het hoogste woord hebben. En niet de burgers. ‘En ik meen bij veel van die burgers een wantrouwen te bespeuren of de zaak stiekem niet al beklonken is’, constateert Aardema. Verder valt hem op dat we tegenwoordig in ons enthousiasme van alles zeggen en opschrijven over ‘vertrouwen’. ‘Tegelijkertijd laten we dat als overheid stelselmatig vergezeld gaan van gedetailleerde regelgeving en veel formulieren, contracten, controles en administratieve verplichtingen. Dat is een motie van wantrouwen naar de samenleving! Andersom vertrouwt de burger de bestuurders dan natuurlijk ook niet: bestuurders zijn vooral ‘egotrippers’ en ‘zakkenvullers’. Vanuit het verleden heeft de overheid een hardnekkig imagoprobleem opgebouwd, dat tot op zekere hoogte helaas nog dagelijks bevestigd wordt. We zien veel burgers dan ook denken en uitspreken dat die participatiesamenleving een bezuinigingsmaatregel is. En dat ze er ook geen vertrouwen in hebben dat de buurman voortaan over hen mag beslissen. 

Zulke voorbeelden laten een onderstroom zien waarin de bestuurder niet zonder meer wordt vertrouwd en niet zonder meer mag meedoen. ‘Het systeem’ ziet hem blijkbaar inderdaad het liefst aan de wal staan. Dat kan voor bestuurders voelen als tegen de stroom in zwemmen. We zien bestuurders daar soms onhandig mee omgaan. Bijvoorbeeld door op eigen houtje opdrachten te geven aan ambtenaren (‘diep sturen’). Of door zich terug te trekken op hun autoriteit. Of zich onbehouwen op te stellen. Of zich naar de mond te laten praten. 

Als kenmerken van de ‘nieuwe rol’ ziet Aardema: mensen bij elkaar brengen, ze empoweren en de credits geven, hun verschillen respecteren en benutten, bottom-up werken, met kleine stapjes, werkende weg. En bovenal dus: zelf méédoen aan het spel. Op een wijze die als passend wordt ervaren. Die toegevoegde waarde heeft.’

Maar ook in de nieuwe tijd blijft de bestuurder volgens Aardema uiteindelijk zelf zijn grootste risicofactor. Het vermogen om de nieuwe stijl en rol waar te maken vindt zijn begrenzing in de eigen mate van geldingsdrang en zelfgenoegzaamheid. ‘Tegelijk zien we dat de meeste bestuurders momenteel stevig werken aan zichzelf. Bijvoorbeeld door training, intervisie en – vooral – ‘learning by doing’. Vaak met behulp van een coach die hen leert persoonlijke feedback te organiseren en te experimenteren met hun eigen rol. En dat past dan weer helemaal bij het nieuwe denken!’


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 29 januari 2017


                                         Regionale dagbladen


In Binnenlands Bestuur las ik deze week een artikel over de schadelijke effecten van de bezuinigingen voor de regionale kranten die de Telegraaf Media Groep heeft doorgevoerd. Hierdoor is ongeveer een kwart van de redactionele banen bij de regionale kranten van de Media Groep wegbezuinigd. Het betreft  in totaal 75 fte’s die verdwenen zijn.

Deze bezuiniging was voor burgemeester Theo Weterings van Haarlemmermeer en Bernt Schneiders, waarnemend burgemeester van Bloemendaal en oud-burgemeester van Haarlem, aanleiding om in de pen te klimmen. In een ingezonden brief zegt Weterings dat de directie van plan is het bezuinigingsmes zo diep in de redactie van haar regionale kranten te zetten dat de redacteuren zelf vrezen dat onvoldoende slagkracht resteert om de vereiste kwaliteit te kunnen blijven bieden. Het belang van regionale kranten voor de lokale politiek en democratie staan wat Weterings betreft buiten kijf en hij noemt de bezuinigingen dan ook “uitermate verontrustend en ook bedreigend voor de lokale democratie”.

Vooral dit laatste verdient aandacht. Een onafhankelijke pers is van levensbelang voor het goed functioneren van de plaatselijke democratie. Een pers die de politiek nauwgezet en kritisch volgt, is onmisbaar. Zij stelt misstanden aan de kaak en houdt politici wakker. Terecht dat burgemeesters er aandacht voor vragen.

De bezuinigingen doen zich niet alleen voor in het verspreidingsgebied van de Telegraaf Media Groep. Ook hier in het Brabantse  zien we dit. De Persgroep Nederland bezit het AD, de Volkskrant , het Parool en verschillende regionale kranten, waaronder het ED. Onderdeel zijn van een dergelijk conglomeraat van dagbladen heeft natuurlijk consequenties. Als regionale krant wordt je al snel een bijwagen van een groter landelijk dagblad.  In het geval van het Eindhovens Dagblad is dit het AD.

Iedere dag als je het Eindhovens Dagblad openslaat, zie je het opnieuw. Het ED neemt heel veel artikelen van het AD over en biedt verschillende columnisten van het AD dagelijks een podium. Het eigen karakter wordt minder duidelijk. Het regionale nieuws krijgt steeds minder aandacht. Het lijkt er sterk op dat het ED daarop niet meer in eerste instantie gefocust is.

Heb ik deze krant nog wel nodig, vraag ik mij steeds vaker af. Het lokale nieuws kan ik ook tot me nemen via een plaatselijk blad zoals de MooiLaarbeekkrant. Alleen mis ik dan wel de vergelijking met de andere regiogemeenten. Hoe summier de krant hierover ook bericht, het heeft in ieder geval nog steeds een zekere meerwaarde. Al moet ik zeggen dat het steeds minder wordt.

Sinds de fusie heeft het Eindhovens Dagblad fors ingeleverd op de kwaliteit en kwantiteit van de regionale redactie. Er is zwaar het mes ingezet. De verslaggeving van  plaatselijke gebeurtenissen en ontwikkelingen lijkt meer bijzaak dan hoofdzaak te zijn geworden. Door hier steeds minder in te investeren verliest de krant op de duur de regionale inbedding. De krant vervreemdt van de regio. Het kan welhaast niet anders dat hierdoor ook binding van de regionale lezer aan zijn krant aan kracht inboet.  Voor de krant moet dit geen aantrekkelijk perspectief zijn. Waarom nog een eigen krant maken als je al zoveel AD bent!

Uitgerekend afgelopen zaterdag had het ED wel een goede regio-katern.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 25 januari 2017


                                         De VVD doet raar.


Mark Rutte liet in alle grote Nederlandse dagbladen een paginagrote advertentie plaatsen. “Aan alle Nederlanders ” zette hij erboven. Rutte poseerde zich als hoeder van de Nederlandse waarden. Wie hieraan niet wilde voldoen, moest maar opkrassen. Het artikel werd heel verschillend beoordeeld. Soms met instemming, soms ook met afgrijzen.

Het stuk werd op dezelfde dag gepubliceerd als waarop het boek van Nieuwsuur-verslaggever Bas Haan , de rekening voor Rutte. De verschijningsdatum stond vast, 24 januari. De VVD en Rutte kenden deze datum. Handig van Rutte om uitgerekend op die dag zijn manifest te laten verschijnen. Het zou op zijn minst de aandacht van de bonnetjesaffaire afleiden. De opzet slaagde slechts gedeeltelijk. De nieuwe episode in de  bonnetjesaffaire deed weer afbreuk aan het beeld dat Rutte de betrouwbaarheid zelve is.

Opmerkelijk is dat minister van der Steur er redelijk laconiek onder bleef. “Niets nieuws onder zon ”bleef hij herhalen. En feitelijk had hij gelijk. Het zwakke punt in de verontwaardiging van de Kamer is dat alles al lang en breed met de Kamer gedeeld is in het debat n.a.v. het rapport-Oosting. Destijds signaleerde Tom-Jan Meeuws in de NRC al dat het onbegrijpelijk was dat in het debat niemand in ging op het stuk, waarover nu zo’n grote verontwaardiging. 

De Kamer heeft haar beurt voorbij laten gaan..


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 24 januari 2017


                                         Ouderenzorg


Gisterenavond gekeken naar het programma van Max over de ouderenzorg. Vanavond naar het vervolg gekeken. Gisteren kwamen vooral direct betrokkenen aan het woord. Vandaag was het de beurt aan de politiek. Aan het geheel heb ik een ietwat onbevredigend gevoel overgehouden.

De klachten zijn duidelijk. Te hoge kosten door de € 385,00 eigen risico en de vrij hoge eigen bijdrage bij thuiszorg en opname. Heel veel ouderen klagen dat zij het niet meer kunnen betalen. De schulden lopen op zoals ook blijkt bij het CAK.

De ouderenzorg zal steeds meer geld gaan kosten, zeker nu de tweede vergrijzingsgolf er aan zit te komen. De problematiek wordt steeds duidelijker, ook al door de acties van Hugo Borst. De vertegenwoordigers van de politieke partijen die vanavond aan het woord kwamen, hadden eigenlijk ook geen oplossing voorhanden. Zij herhaalden slechts de overbekende standpunten.

Omroep Max grijpt natuurlijk dit onderwerp aan om het te promoveren tot een van de belangrijkste verkiezingsitems. Dit zal wel lukken. Maar of het ook iets gaat oplossen? Geen enkele partij heeft een bruikbare oplossing voor handen. Terug naar het verzorgingshuis en oude ziekenfonds lijkt mij geen echte solutie voor dit probleem. Er zal veel meer geld bij moeten.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 23 januari 2017


Bouwen, bouwen en nog eens bouwen


Deze kop stond vrijdag j.l. boven een artikel over het woningbouwprogramma van Laarbeek. Het klinkt als een soort mantra en is dat feitelijk ook.

In het artikel zegt wethouder van Zeeland dat er in de komende tien jaar 1.115 woningen in alle vier kernen van Laarbeek gebouwd zullen gaan. De kern Aarle-Rixtel valt hierbij uit de boot omdat er nog steeds geen uitbreidingsplan voor deze kern gereed is. Natuurlijk is men in Aarle-Rixtel hierover terecht boos. De gemeente heeft een zee van tijd gehad om de keuze voor een nieuw uitbreidingsplan te maken. Men heeft het laten sloffen.

Laarbeek is met het woningbouwprogramma met een echte inhaalslag bezig. In de crisisjaren is het bouwprogramma  nooit helemaal stil gevallen. Wat er in deze jaren gebouwd is,waren toch vooral woningen in de sociale sector. Het zal gevarieerder moeten.

In de prognoses, waarop de gemeente zich beroept, wordt ervan uitgegaan dat de Laarbeekse bevolking  nog groeit tot het jaar 2030. In de andere Peelgemeenten stopt de groei als eerder. In 2025 om precies te zijn. De onderbouwing ontbreekt. Dus moeten we het maar aannemen. Ik heb overigens wel mijn twijfels. Waarom zouden wij de jeugd beter vasthouden in het eigen dorp dan de overige Peelgemeenten. Van Zeeland heeft wel een antwoord: “ We willen de jeugd hier houden en dus zorgen we voor aansprekende bouwplannen”.

Ik ben benieuwd.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 22 januari 2017


                                         Toch weer top down?



Politici zijn geen knip voor hun neus waard als zij zich neerleggen bij het gebrek aan belangstelling voor de politiek van de burgers. Zij moeten het als hun  primaire taak zien de burgers bij het bestuur te betrekken, te enthousiasmeren en richting te geven. Daarvoor zullen politici uit hun eigen kringetje moeten treden en weer veel meer de burger moeten gaan opzoeken. Daar ligt hun primaire taak: voeling houden met wat onder de burgers leeft, wat hen bezig houdt en bezielt.

De 21ste eeuwse burger is mondig geworden en wil primair  zijn eigen beslissingen nemen. Dit maakt het voor politici lastiger dan in het verleden. Een succesvol politicus in het verleden moest de burgers kunnen opzwepen en als volksmenner op het podium staan. Deze methode werkt nu niet meer. Kijk maar naar de setting van de verschillende partijbijeenkomsten van vorige week. Sybrand Buma en Jesse Klaver als de nieuwe verlossers. Dan deed Mark Rutte het handiger met zijn een mans optredens.

Bovenstaande overwegingen kwamen bij mij boven drijven toe ik het verslag van de laatste presidiumvergadering las. In presidiumvergaderingen worden de agenda voor de raad en de commissies vastgesteld. In het verslag van de presidiumvergadering van 17 januari stonden op het eind een tweetal mededelingen van  de voorzitter. Burgemeester van der Meijden zei:
“ Het verkleinen van de kloof tussen politiek en inwoners is een ander aandachtspunt dat zal worden uitgewerkt in een concreet actieplan. Ook hierin wordt de raad tijdig betrokken. ”

Natuurlijk moet de expliciete aandacht voor de kloof tussen politiek en inwoners alle waardering en steun krijgen. Dat deze kloof ook in  Laarbeek bestaat , is  voor mij geen vraag. Evenals de noodzaak hier iets aan te doen. Of met het opstellen van een actieplan van bovenaf door het ambtelijke apparaat en het college verbeteringen bereikt kunnen worden, is voor mij zeer de vraag. Een top down-aanpak gaat niet werken. De kloof is juist mede ontstaan omdat de burger het gevoel heeft dat alles over hem heen georganiseerd en besloten wordt. Men zal dus naar de burger zelf moeten gaan en hem van meet af aan bij het proces moeten proberen te betrekken. Een lastige opgave, maar zeker niet onmogelijk.

In dezelfde presidiumvergadering kwam burgemeester van der Meijden ook nog met een tweede mededeling. In het verslag staat:

 “ De voorzitter meldt dat het college bezig is met een passende reactie in het kader van het verzoek van de provincie over ‘veerkrachtig bestuur’. Onderdeel daarvan is het voeren van korte en krachtige discussie met stakeholders, waaronder de raad. De reactie van Laarbeek zal vervolgens worden afgestemd met de overige Peelgemeenten. De raad wordt hierover nog nader geïnformeerd.”

De gebezigde formulering verbaasde mij. Ook omdat hij afweek van eerdere uitlatingen. Na de brief van de commissaris van de Koning en in zijn nieuwjaarstoespraak werd een ietwat andere toon aan geslagen. Toen legde hij de nadruk op de noodzaak allereerst de burgerij te raadplegen over  de problematiek die Veerkrachtig Bestuur en de commissaris hadden aangesneden. En zo zou het  m.i. ook moeten. Nu lijkt het erop dat de burgemeester kiest voor een procedure waar de burgers weer buitenspel staan.

Hopelijk vergis ik mij!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 18 januari 2017

Gemeentelijke lasten


Het ED heeft een overzicht gemaakt van de totale gemeentelijke lasten per gemeente in de regio Zuidoost Brabant. De krant publiceerde het overzicht in de uitgave van woensdag 18 januari 2017. Het is een interessant en verduidelijkend verhaal geworden, zeker voor burgers die hierin geïnteresseerd zijn.

Ervan uitgaande dat de berekeningen van het ED correct zijn uitgevoerd en er verder geen fouten in het overzicht zijn geslopen is de conclusie die de krant trekt juist. Inderdaad uit het overzicht blijkt dat de belastingbedragen alle kanten opschieten. Echte uitschieters zijn er niet. Deurne met -6,7% en Nuenen met – 6,3% scoren het beste. In Reusel-De Mierden zijn de inwoners met een + 4,1 % het duurste uit.

Opvallend zijn ook de cijfers voor Eindhoven met een stijging van slechts 1,6%. De lasten voor de Eindhovense burger zijn redelijk laag. Herindeling lijkt, als je alleen hier naar kijkt, zou aantrekkelijk zijn, zoals Vic Kerkhoff in een reactie opmerkte: “Dat beeld pleit dus voor grotere gemeenten (Eindhoven plus!) met een adequaat en goed afgestemd beleid en ambtenaren die ertoe in staat zijn dat beleid eenduidig uit te voeren.”
Voor Laarbeek hield ik mijn hart vast, ook al vanwege de commotie die PNL heeft gemaakt. De stijging voor Laarbeek blijkt prima in de pas met de regio te lopen. De lastendruk in Laarbeek stijgt “ slechts ” met 1,9%. Je zou haast zeggen dat hier iets niet klopt!  Laarbeek heeft de OZB vorig jaar verhoogd met resp 10 en 3%; de relatieve lichte verlaging van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kan dit onmogelijk compenseren. Alle reden dus om hier eens goed naar te kijken.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185



dinsdag 17 januari 2017

                                         Vandaag eens iets anders.


Na alle stukjes van de laatste dagen over de herindelingsproblematiek in dit deel van Brabant  vandaag aandacht voor een ander onderwerp: de staat van de democratie. Directe aanleiding voor dit stuk is een artikel in de New York Times dat zich baseert op  een onderzoek in de Journal of  Democracy. Tom  van der Meer en Ronald Veldhuizen schreven erover in resp. Een stuk rood vlees en de Volkskrant.

Conclusie van  het onderzoek was dat steeds minder mensen in de democratie geloven. De steun voor de democratie zou eroderen. Met name jongeren vinden de democratie onbelangrijk. De onderzoekers proberen  dit met heel veel grafieken te bewijzen. De wijze waarop zij deze presenteren kan de toets der kritiek niet weerstaan.

Zowel van der Meer als Ronald Veldhuizen weerleggen aan de hand van vele andere onderzoeken dat de conclusies van het onderzoek niet juist zijn. Dat doet de burger deugd. Maar is alles wel zo rooskleurig. Bij het Engelse referendum over de Brexit en bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen lieten veel jeugdige stemgerechtigden het afweten. Pas na afloop waren zij geschokt.

Toen het te laat was!

Het artikel van van der Meer is na te lezen op : http://stukroodvlees.nl/vijf_kritieken_democratische_deconsolidatie/

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185



maandag 16 januari 2017

Gemeentelijke reshuffling in de Peel



De nieuwjaarsrede van burgemeester Jorritsma met zijn op rationele gronden gebaseerde keuze voor een drie à viertal gemeenten in Zuidoost Brabant heeft hem nogal wat kritiek opgeleverd. Dit is overigens wel vaker het geval als iemand pleit voor een grootschalige herindeling. Vraag het de Helmondse wethouder Frans Stienen maar, die in december ook bergen van kritiek over zich zag uitgestort. Stienen ging toen overigens met zijn pleidooi voor een grote gemeente in Zuidoost Brabant nog een stuk verder dan Jorritsma nu.

In alle kritiek op Jorritsma is een onderdeel van zijn plannen onderbelicht gebleven. Nagenoeg iedereen die zich tegen de plannen van Jorritsma verzet, doet dat in  algemeen termen en dus weinig specifiek. De kritiek richt zich vooral op de plannen met betrekking tot de gemeentelijke herindeling rond Eindhoven. Het voorstel de Peelgemeenten en Helmond samen te voegen tot een grote Peelgemeente krijgt nauwelijks aandacht. In de Peel bleef het heel rustig.

De vijf Peelgemeenten spreken zich nauwelijks uit; Helmond bewaart heel begrijpelijk het stilzwijgen. Waarom blijft het zo stil? Afgezien van een paar schampscheuten zoals de Gemertse wethouder Anke van Extel op Twitter die tweette:

“ Zou je als burgemeester van e'hoven niet eerst eens aan de gang gaan in je eigen gemeente ipv zaken over andere gemeenten willen regelen?”

waren er nauwelijks reacties. Stilte alom dus. Dit is overigens al langer het geval. Deze afwachtende houding is ook in Den Bosch dit opgevallen. Niet voor niets schreef de commissaris van de Koning dit ook al in zijn brief aan de Peelgemeenten over veerkrachtig bestuur.

De Peelgemeenten weten het probleem kennelijk niet goed te handlen en wachten naar af.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 15 januari 2017


                                         Verdeeldheid in Zuidoost Brabant


De nieuwjaarstoespraak van de kersverse burgemeester van Eindhoven heeft overweldigend veel reacties opgeroepen, zowel instemmende als ook veelal afkeurende reacties. Het doet denken aan het gezegde over de profeet die in zijn eigen land niet geëerd wordt. Bestuurders van gemeenten lijken zich bedreigd te voelen. Begrijpelijk. Ook blijkt weer dat bestuurlijke hervormingen zich uiterst langzaam voltrekken. Jorritsma zei zelf op de nieuwjaarsbijeenkomst van Brainport regio dat hij de herindeling niet meer als burgemeester zou meemaken. Het wordt dit zeerzeker geen proces van vandaag en morgen.

De grote aandacht die de speech gegenereerd heeft was voorspelbaar. Als je als nieuwe burgemeester van Eindhoven  als onderwerp de herindeling neemt, kun je verzekerd zijn van aandacht. Een groot aantal van zijn voorgangers heeft dit ook gedaan. Het is hen niet goed bevallen. Ze zijn er dan ook nog nauwelijks een tweede keer in het openbaar op teruggekomen. Jorritsma spreekt zich uit over de herindeling, omdat hij als burgemeester van Eindhoven maar al te goed weet dat de positie van zijn stad als de vijfde van het land in Den Haag er niet echt toedoet. Eindhoven wordt gezien als een provinciestadje in Brabant. Dat Brainport de 2e economische regio is telt niet. Ondanks de nieuwe status van Mainport zit de regio niet aan tafel bij de verdeling van de fondsen .

Burgemeester Jorritsma heeft zijn positie ingenomen. Hij kiest voor drie, vier grote gemeenten voor Zuidoost Brabant. Op rationele gronden. Door tegenstanders van een grootschalige herindeling weg te zetten als “emotionelen ” gaat hij onnodig bij velen op de tenen staan. Hij schoffeert ze. En dat is nooit verstandig.

Met zijn voortijdige uitspraken heeft Jorritsma de regio feitelijk geen dienst bewezen. Hij is hiermee partij geworden in een diepgaand verschil van mening over de inrichting van het bestuur in Zuidoost Brabant. Over governance in zijn  woorden. Beter ware het geweest als hij zich niet zo categorisch had uitgesproken. Duidelijkheid is te waarderen, maar is niet altijd verstandig. Zeker niet in gevoelige zaken, waarbij de schijn van eigenbelang al heel gauw op de loer ligt.
Tactisch is Jorritsma’s uitspraak  een regelrechte blunder. Hij had geduld moeten beoefenen en de uitspraak van  Nuenen medio dit jaar moeten afwachten. Ironie is natuurlijk dat het bestuurlijk zwakke Nuenen de richting voor de regio gaat aangeven.

Jorritsma’s start in Eindhoven heeft hij zelf door zijn provocerende opmerkingen er bepaald niet gemakkelijker op gemaakt. Maar ja, zijn  optreden in de eerste dagen van januari 2017 past eigenlijk wel bij hem.

Bovendien, wie gaat er eigenlijk over herindeling? Toch zeker niet de eerste burger van een gemeente. Het woord is primair aan de inwoners en hun politieke vertegenwoordigers in de raden van de betrokken gemeenten. De uiteindelijke beslissing valt in de beide Kamers van de Staten-Generaal. En dus niet in het gemeentehuis van Eindhoven! In Den Bosch overigens ook niet.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 11 januari 2017

Niet burgemeesters maar raden zijn aan zet

 

De nieuwjaarstoespraak van burgemeester John Jorritsma van Eindhoven heeft sterk de aandacht getrokken. Nogal voorspelbaar als je als nieuwbakken burgemeester als onderwerp de herindeling neemt. Een groot aantal van zijn voorgangers heeft dit ook gedaan. Het is hen niet goed bevallen. Ze zijner dan ook nog nauwelijks een tweede keer in het openbaar op teruggekomen.

Burgemeester Jorritsma heeft zijn positie ingenomen. Hij kiest voor drie, vier grote gemeenten voor Zuidoost Brabant. Op rationele gronden. Door tegenstanders van een grootschalige herindeling weg te zetten als “emotionelen ” gaat hij onnodig bij velen op de tenen staan. Hij schoffeert ze. En dat is nooit verstandig.

Met zijn voortijdige uitspraken heeft Jorritsma de regio geen dienst bewezen. Hij is hiermee partij geworden in een diepgaand verschil van mening over de inrichting van het bestuur in Zuidoost Brabant. Over governance in zijn  woorden. Beter ware het geweest als hij zich niet zo categorisch had uitgesproken. Duidelijkheid is te waarderen, maar is niet altijd verstandig. Zeker niet in gevoelige zaken, waarbij de schijn van eigenbelang al heel gauw op de loer ligt. Tactisch is Jorritsma’s uitspraak  een regelrechte blunder. Hij had geduld moeten beoefenen en de uitspraak van  Nuenen medio dit jaar moeten afwachten. Ironie is natuurlijk dat het bestuurlijk zwakke Nuenen de richting voor de regio gaat aangeven.

Bovendien, wie gaat er eigenlijk over herindeling? Toch zeker niet de eerste burger van een gemeente. Het woord is primair aan de inwoners en hun politieke vertegenwoordigers in de raden van de betrokken gemeenten. De uiteindelijke beslissing valt in de beide Kamers van de Staten-Generaal. En dus niet in het gemeentehuis van Eindhoven!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 10 januari 2017


                                           Bestuursscenario



In zijn Nieuwjaarstoespraak besteedde burgemeester van der Meijden ook aandacht aan een aantal bovenregionale ontwikkelingen. Met name reageerde hij op de brief van de Commissaris van de Koning over het wenselijk bestuursscenario in de Peel. De commissaris heeft namens GS deze brief vlak voor Kerstmis aan alle Brabantse gemeenten gestuurd. Ook sprak de burgemeester over de metropool regio Eindhoven.

In de brief van de commissaris aan Laarbeek en de Peelgemeenten klonk verbazing door over eerdere reacties van de Peelgemeenten. Volgens de provincie misten de Peelgemeenten de sense of urgency. In latere gesprekken is dit overigens wel rechtgezet. Provincie en de Peelgemeenten zijn met elkaar overeengekomen dat elke gemeente een toekomstvisie gaat opstellen en dit gaat doen samen met de eigen inwoners. De zes toekomstvisies moeten leiden tot een keuze over het wenselijke toekomstscenario voor de Peel. Dit proces moet afgerond zijn voor 1 juli 2017. Redelijk snel dus.

Ik heb de tekst van Nieuwjaarstoespraak van de burgermeester er bij gepakt. In zijn toespraak zei burgemeester van der Meijden letterlijk:
“ Komend jaar zullen we ons nadrukkelijk de vraag stellen of deze waarden in de huidige bestuurlijke constellatie het beste tot zijn recht blijven komen op wat langere termijn. Naar aanleiding van de opdracht door de PS opgesteld onder de titel “veerkrachtig bestuur” hebben ook de Peelgemeenten zich, weliswaar in de rebound, gecommitteerd om hier een antwoord op te bieden. Nadrukkelijk doen we dit per gemeente waarin achterban ook hier in Laarbeek expliciet zal worden uitgenodigd hierover mee te praten.  Vervolgens zal hiervan een gezamenlijke Peelgedachte worden opgemaakt.”
Nog weinig concreet dus en weinig meer dan wat in de brief van de commissaris stond. De opmerkingen die hij vervolgens maakte over de samenwerking in de regio geven mogelijk iets meer aan in welke richting de burgemeester zelf denkt. Zoals b.v. in zijn opmerking dat binnen de subregionale samenwerking wij elkaar nodig hebben.” Deze wederzijdse afhankelijkheid laat zich zien in een aantal succesvolle samenwerkingsverbanden die wellicht aan uitbreiding onderhevig kunnen zijn.”

Voorzichtigheid voorop, maar toch een keuze, zeker gelet op de volgende passage:

“ Vertrouwen in de kracht van bovenlokale samenwerking waarin bestuurlijk de juiste keuzes worden gemaakt om zelf te blijven doen wat kan en samen op te pakken wat beter is of qua schaalgrootte noodzakelijk Vertrouwen in de kracht van lokale en regionale samenleving met een typisch verfijnde Brabants sociale infrastructuur waar inwoners betrokken zijn met elkaar en veel verantwoordelijkheid nemen. Vertrouwen bovenal in de verbinding tussen de lokale democratie en dat wat onze achterban raakt en beleeft. ”

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 9 januari 2017


Donker Brabant


Zondagavond rond 19.00 uur stonden er al meer dan 80 reacties op de website van het ED. Dit naar aanleiding van het artikel over het nieuwste boek van Pieter Tops en Jan Tromp over de criminaliteit in Brabant. Het stuk in het ED loog er niet om. Het was ronduit schokkend. Iemand schreef dan ook op de website: “ Brabant is al eeuwen door en door corrupt, een kwestie van cultuur. ” Het beeld dat Tromp en Tops in hun boek schetsen komt ook naar voren in de dissertatie over de georganiseerde misdaad In Nederland die Edwin Kruisbergen maandag 9 januari 2017 verdedigde.

Tromp en Tops staan bepaald niet alleen in hun opvatting over de impact van criminaliteit in Brabant. Terecht citeert het ED in de maandageditie van de krant een aan tal stemmen van gezaghebbende Brabanders, o.a. de commissaris van de Koning en toenmalig hoofdofficier van justitie Bart Nieuwenhuizen, die al veel eerder soortgelijke geluiden hebben laten horen. Zo opende op 14 juli 2014 opende het NOS Journaal met de zorgen van de Brabantse commissaris Wim van de Donk over de vermenging van boven- en onderwereld in zijn provincie.

Bijna 2,5 jaar later maken wetenschapper Pieter Tops en journalist Jan Tromp in hun boek ‘De achterkant van Nederland’ aannemelijk dat de drugscriminelen in sommige delen van de Brabantse samenleving het inderdaad voor het zeggen hebben. Onvoorstelbaar en waarschijnlijk waar. De overheid staat er machteloos tegenover en kijkt vaak de andere kant op. Dit lijken  Pieter Tops en Jan Tromp wel duidelijk te maken.

 Eerst maar eens het boek lezen.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 8 januari 2017

Maandag 9 januari 2017

Een geheel nieuw jaar


Allereerst natuurlijk  voor iedereen een gelukkig en gezond Nieuwjaar. Moge 20217 brengen wat u en de uwen ervan verwachten. Verwachtingen moeten wij koesteren. Zij geven zin aan het bestaan. Zonder verwachtingen is er geen hoop.

2017 wordt een heel belangrijk jaar. In drie West-Europese landen  worden dit jaar parlementsverkiezingen gehouden. De grote vraag is of de lijn die door de uitslagen in Engeland en de VS is ingezet, ook hier doorgezet zal worden. Met andere woorden staan we op dit moment op een trendbreuk. Hopelijk laat de West-Europese kiezer zich niet door de actuele sentimenten meeslepen en stemt hij verstandiger. Anti-globalisering is natuurlijk niet de oplossing; evenmin als het zich verschansen achter nationale grenzen, waar populistische bewegingen, die ik overigens liever nationalistisch rechts noem, zich hard voor maken. Dit leidt alleen maar tot nog grotere rivaliteit tussen staten onderling.

De verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad staan voor een jaar later op de rol. In maart 2018 wordt een nieuwe gemeenteraad gekozen. Er is dus nog een ruim jaar te gaan voor er nieuwe verkiezingen voor de raad gehouden worden. In de loop van 2017 zullen besluiten vallen over de bestuurlijke inrichting van de regio. De raad moet nu doorpakken.

Het college heeft in de Voorjaarsnota aangegeven dat zij nagenoeg alle voornemens  uit het coalitieprogramma  heeft uitgevoerd. In het Ontwikkelprogramma gaf het college aan zich in de resterende tijd op een aantal specifieke onderwerpen te zullen gaan richten. Vraag is of de analyse van het college wel stand houdt. Zou het ook niet zo kunnen zijn dat langzaam maar zeker een groot aantal taken op het bordje van de burgers zijn gekomen? Dit is immers overal gebeurd.

Ook is het college zonder daar overigens veel woorden aan vuil te maken overgestapt op een  andere bestuursfilosofie. B en W is overgestapt op een soort down-up aanpak  zonder overigens hiervoor deze aanduiding  te gebruiken. De nieuwe bestuursfilosofie is in de woorden van het college heel simpel: het college gaat ophalen wat er leeft onder de bevolking of in een bepaalde groep. Dit wordt op papier gezet en teruggekoppeld naar de “aanleveraars” met de vraag “ Hebben  wij het goed begrepen?” Bij een bevestigend antwoord gaat het college aan het werk en probeert het te realiseren wat beoogd werd.

Zo simpel als het college het voorstelt is het echter allerminst. Colleges zijn van nature tamelijk autoritair ingesteld en handelen meestal top- down. Dat is staande praktijk. Een omschakeling naar een down-up aanpak is een immens grote verandering die moet doordringen in alle segmenten van de eigen organisatie. Het vergt een cultuurverandering tot in de diepste haarvaten van alle betrokkenen. Een helse klus voor een organisatie die tot voor kort gewend was heel anders te werken.  Dit verander je niet van  de ene dag op de andere.

Het heeft ook nog een andere consequentie. Deze aanpak vereist dat het college zichzelf wegcijfert. Want , wat doet een college dat denkbeelden en oplossingen vanuit het veld krijgt  aangeleverd waar het zelf niet achterstaat?  Dan gaan er ongetwijfeld heel andere mechanismen werken.