woensdag 30 november 2011


Gemeentelijke samenwerking


Dinsdag vroeg de burgemeester mij om als waarnemend raadsvoorzitter de raadsbijeenkomst over bestuurlijke samenwerking van donderdag voor te zitten. Aangezien het een onderwerp is dat tot de portefeuille van de burgemeester behoort, leek het hem beter dat de wrnd raadsvoorzitter de bijeenkomst zou leiden. Aangezien ik me daarbij wel iets kon voorstellen heb ik zonder meer ja tegen het verzoek gezegd, al realiseerde ik me dat er daardoor weinig ruimte zou zijn voor mijn eigen inbreng. Eigenlijk vond ik dit jammer, temeer daar we in de fractie deze raadsbijeenkomst niet hebben voorbereid. Voor een stuk komt dit ook omdat wij de status van de bijeenkomst anders hadden ingeschat: meer als een informatieve bijeenkomst en minder als een opiniërende. Het telefoontje van de burgemeester maakte mij ineens duidelijk dat dit laatste de bedoeling was. Een heel stuk minder vrijblijvend dan ik in ieder geval had aangenomen.

Bij de voorbereiding van de vergadering vandaag viel mij op hoe weinig voorwerk er voor deze bijeenkomst gedaan was. Er was geen agenda, er lagen geen stukken ter inzage. Er waren alleen een tweetal aankondigingen in de Raadsinformatiebrief die meer over de datum van de bijeenkomst gingen dan over de inhoud. Uit het verslag van het Presidium van 26 sept bleek het te gaan om een besloten raadsbijeenkomst over de samenwerking met Gemert-Bakel. In de presidiumvergadering van 19 okt werd er een nieuwe datum voor de bijeenkomst gezocht, omdat de gemeentesecretaris op de gekozen dag verhinderd was. Later werd de afgesproken datum nog een keer door het Presidum gewijzigd in de datum 1 december. Dus zo urgent was het klaarblijkelijk allemaal ook weer niet.

De eerste aankondiging had mijn al enigszins verrast. Nog niet zolang geleden heeft de raad immers ook in beslotenheid gesproken over de samenwerking met Gemert-Bakel. Zo’n snel vervolg lag op basis van de inhoud van deze bijeenkomst niet in de rede. Wel kon ik mij voorstellen dat het college de raad uitvoeriger wilde informeren over de samenwerking in De Peel. Maar daarover werd dan weer helemaal niet gerept. Verrassing dus wat er aan de orde zou komen.

Om een vergadering te leiden waarvan de voorzitter de inhoud niet kent, me een wat een wat hachelijke onderneming lijkt, zal ik morgen dan toch maar op verkenning gaan. Voor mij zelf heb ik wel wat ideeën waar het donderdagavond over zou moeten gaan, maar of dat ook de bedoeling is, vraag ik mij af.

In ieder geval, zoals het er nu naar uitziet, de voorbereiding is belabberd.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 29 november 2011


Commissievergaderingen

Alle commissies vergaderden vorige  week. Er waren twee presentaties. In BOR over de aanpassing van de Bosscheweg; in MO over de plannen van de Zorgboog. In de media zijn over beide presentaties goede verslagen verschenen. Over de plannen van De Zorgboog heb ik vorige week  ook al geschreven.


De belangrijkste bespreekpunten  waren het bestemmingsplan Beek en Donk in de commissie RO en Bemmer IV en de Grondnota in de commissie Algemeen Bestuur.

Maar liefst vier insprekers verschenen over het bestemmingsplan Beek en Donk  voor de commissie RO. Hun verhalen klonken over het algemeen heel redelijk.

Verschillende commissieleden van RO constateerden dat de gemeente in dit bestemmingsplan niet overal dezelfde lijn volgde. Het lijkt er op dat de gemeente uitgaat van een aantal algemene principes; ze ook wil verwezenlijken,maar ze zet deze niet door als in het vooroverleg eigenaren hiertegen protesteren. De gemeente is dan vrij snel geneigd met de eigenaar mee te gaan. Dit verbreekt de eenheid in het plan. Als er geen reactie van de  eigenaar komt, handhaaft de gemeente de gemaakte keuze. Zo ontstaat een zekere scheefheid in het bestemmingsplan.

In de commissie werd terecht gewezen op het verschil van handelwijze bij de vaststelling van het plan buitengebied en dit komplan. Bij het plan buitengebied overlegde de gemeente vooraf met de eigenaars. In het komplan moest het initiatief van de eigenaren komen. Zij hadden het maar net toevallig  gezien moeten hebben. Dit is natuurlijk een onbevredigende situatie. Het werkt bovendien ongelijkheid in de hand.

Wethouder van Zeeland beloofde nog een keer te kijken naar de gesignaleerde gevallen .Ik ben benieuwd naar wat dit gaat opleveren.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 28 november 2011


Fietsveiligheid



Is Laarbeek wel echt fietsveilig, ondanks de grote aandacht voor fietspaden en veilige oversteekplaatsen? Deze vraag leeft bij mij al langer. Het artikel in het ED van 26 november j.l. “Fietsoversteken in Lieshout niet veilig ”maakte deze vraag weer opnieuw actueel.

Met name in Lieshout speelt deze vraag heel sterk. Het lijkt erop dat met de aanleg van de rotonde op de Provinciale weg op een punt de situatie verbeterd is, maar dat op andere dit niet het geval is. Bij de reconstructies aan de weg en de bruggen over het Wilhelminakanaal zijn de oversteekplaatsen voor fietsers het ondergeschoven kind gebleven. En je kunt bepaald niet zeggen dat inwoners van Lieshout hiervoor niet de aandacht hebben gevraagd.

De provincieheeft vlak voor de aanvang van de werkzaamheden aan Hoofakker een voorlichtingsbijeenkomst belegd in het Dorpshuis. Daar is van verschillende kanten heel indringend duidelijk gemaakt dat de gekozen oplossing bij de Bavariabrug voor het fietsverkeer tekort schoot. Ook de Dorpsraad Lieshout heeft deze problematiek verschillende malen aangekaart bij de gemeente. Het antwoord van wethouder Biemans op de voorlichtingsavond was teleurstellend. In plaats van aan te bieden om gezamenlijk de handen uit de mouwen te steken en bij de provincie aan de deur te kloppen, kwam hij steeds met de dooddoener dat de gemeente hier niet over ging en dat het een provinciale aangelegenheid was.

In het ED van afgelopen zaterdag doet hij dit weer opnieuw. Zo zegt hij: “ Het heeft al een keer of vier op de agenda gestaan, maar de provincie kijkt naar ongevallencijfers. En ongelukken zijn er nog nooit gebeurd. ” Terwijl zo ongeveer iedereen in dit land het er wel over eens is dat het beter is preventief te handelen, legt de Laarbeekse wethouder hier zonder protest bij neer. Eerst moet het kalf verdronken zijn, voor hij de put wil dempen.

Gelukkig legt de Dorpsraad zich hierbij niet zo gemakkelijk neer. Zij heeft voor de knelpunten bij het Bavaria -en de Eindhovense brug en in de Deensehoek het advies van de Fietsersbond Zuidoost Brabant en de VVN gevragd. De VVN  is helder en duidelijk: de Dorpsraad heeft op alle punten gelijk. In het rapport doet de VVN doet enkele heel concrete wijzigingsvoorstellen. Voor het rapport  en de voorstellen KLIK HIER .

Mijn angst wordt dus bevestigd: Lieshout is bepaald niet fietsveilig. Er is dus werk aan de winkel.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 27 november 2011


Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling


De agenda was allesbehalve spannend. Desondanks was het een interessante vergadering, dinsdagavond in het gemeentehuis. Dat kwam niet zozeer door de agendapunten, maar meer door een paar verrassende hele of halve mededelingen.
Direct na de afloop van de vergadering heb ik al twee opvallende opmerkingen op Twitter gezet. Het waren de volgende twee:

“ De meest cryptische opmerking van de avond: wethouder Briels in MO "Er zijn heel veel mededelingen,maar niet voor deze commissie"

Wethouder Vereijken bleef optimistisch,maar kon niet verhullen dat er met de formaliteiten bij de Europese aanbesteding iets mis was gegaan”

De laatste opmerking was klaarblijkelijk ook de verslaggeefster van het HD opgevallen. In de krant schreef zij:
“ De bouw van het nieuwe Commanderij College in Beek en Donk loopt minstens enkele weken vertraging op. Een van de partijen heeft bezwaar gemaakt tegen de gunning. "Een formaliteit in de aanbestedingsprocedure zou niet goed uitgevoerd zijn", verklaarde wethouder Hans Vereijken dinsdagavond in de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling.In het ergste geval, als de klager gelijk krijgt, moet de hele aanbesteding opnieuw gedaan worden. In dat geval is de vertraging aanzienlijk langer dan een paar weken. Maar zo ver zal het niet komen, verwacht Vereijken. "We hebben geen reden om aan te nemen dat het langer gaat duren." ”

Eigenlijk kwam de mededeling erg onverwacht. Bij het agendapunt zelf had wethouder Vereijken nog heel stellig de indruk gewekt dat het met de gunning van het Commanderij College wel goed zou komen. Pas toen de vertegenwoordiger van de VVD doorvroeg en refereerde aan mogelijke vertraging van de bouw, kon de wethouder klaarblijkelijk niet meer anders en kwam alsnog de aap uit de mouw. Mijn complimenten voor dit jonge VVD-lid.

Ook bij vragen over de stand van zaken m.b.t. de verbouw van het Dorpshuis te Lieshout kreeg ik de ik indruk dat de wethouder niet het achterste van zijn tong liet zien. Hij wekte de indruk niet van de laatste stand van zaken op de hoogte te zijn. Het klonk vreemd uit de mond van een wethouder van wie bekend is dat hij heel dicht op alle zaken in en rond zijn portefeuille zit. Dat er grote onvrede over het gebrek aan openheid is, was mij heel duidelijk geworden uit een gesprek met een vooraanstaand lid van de Dorpsraad enkel uren voor het begin van de vergadering.De commissie vroeg heel duidelijk om informatie ( de tekeningen). Met de aankondiging van een tweetal Klankbordgroepvergadering begin januari kwam de wethouder er in de commissie te gemakkelijk mee weg. De commissie vroeg m.i. op dit punt onvoldoende door.

Hoofdmoot van de vergadering was de presentatie van Mevr. Schillemans over de plannen van de Zorgboog. Het werd een presentatie zoals we die al verschillende van de Zorgboog hebben gehad: een uitvoerig betoog over de visie, maar weinig concreet als het om de plannen zelf gaat. Met name de plannen voor Aarle-Rixtel en Lieshout bleven heel erg vaag. Het verbaasde mij zeer dat de plannen voor Lieshout pas eind volgend jaar met de Woningstichting zullen worden opgenomen. Reden: de Woningstichting heeft teveel onderhanden en voorlopig geen tijd en gelegenheid hiervoor.

Hans van den Broek attaqueerde Mevr. Schillemans nogal fel over de gang van zaken rond Mariengaarde. Voor  wethouder Briels was dit reden om zich hierover ( licht ) te verontschuldigen. Een beetje overdreven: van den Broek haalde weliswaar oude koeien uit de sloot, maar geen hierbij geenszins over de schreef.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 24 november 2011


Toerisme in de regio


Het SRE heeft een onderzoek laten verrichten naar de economische betekenis van de vrije tijdssector de regio. Het onderzoek van wat het SRE een nulmeting noemt, is verricht doorbureau ZKA. Conclusie van het rapport is dat er grote verschillenbestaan tussen de verschillende gemeenten. Een van de conclusies is dat een echte grote toeristische trekpleister in de regio ontbreekt. Ook heeft de regio geen duidelijk toeristisch profiel.

De 21 gemeenten die samenwerken in het SRE hebben in het rapport de economische waarde van toerisme en recreatie in hun gemeenten in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat er onderling grote verschillen zijn. De gemeente Eindhoven is koploper met een totale omzet van ruim 611 miljoen euro. Maar liefst 45% van de totale bestedingen in de regio komt hier terecht. Helmond komt met 87 miljoen euro op een 2e plaats, gevolgd door Bergeijk met 82 miljoen euro.

In de meeste gemeenten heeft het aandeel dagrecreatie een groter aandeel dan verblijfstoerisme. In de gemeenten Bergeijk en Bladel vormt juist het verblijfstoerisme het grootste aandeel in de bestedingen (circa 60%). Dit komt met name door de aanwezigheid van een groot bungalowpark in die gemeenten. Ook in de gemeenten Geldrop-Mierlo, Asten en Eersel is een redelijk aandeel van de bestedingen afkomstig uit het verblijfstoerisme.

De bestedingen in de vrijetijdssector creëren in de regio in totaal 23.000-26.500 banen. Dat staat gelijk aan 7% van de werkgelegenheid in Zuidoost-Brabant. Niet alleen de omvang, ook de aard van de werkgelegenheid is van belang voor de regio. De vrijetijdssector schept namelijk relatief veel banen voor jongeren en middelbaar hoger opgeleid personeel. 

Natuurlijk was ik heel benieuwd naar de vraag hoe Laarbeek op dit punt presteerde. Immers, toerisme is het speerpunt van beleid van dit en vorige colleges. Heeft dit zoden aan de dijk gezet?

De cijfers uit het rapport zijn voor Laarbeek allerminst bevredigend. In nagenoeg alle staatjes staat Laarbeek samen met onze referentie gemeente Someren in de onderste regionen. Het totale aandeel van de opbrengst uit toerisme haalt in Laarbeek slechts 1%; het aandeel in de totale Laarbeekse werkgelegenheid komt niet veel hoger uit.

De prestaties van Laarbeek vallen vies tegen. Ik had het gezien de inspanningen die de hier aanwezige recreatieve bedrijven aan de dag leggen, hoger geschat. De studie is ongetwijfeld een rapport dat binnenkort  in de gemeenteraad aan de orde komt. Vandaar dat ik er nu al de aandacht opvestig.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 23 november 2011


Malaise


Het doet natuurlijk pijn als je de uitkomst van de jongste peilingen ziet. Begin deze week spraken  de media een historisch dieptepunt voor het CDA: als er nu verkiezingen gehouden zouden worden, zou het CDA niet hoger uitkomen dan een schamele zetelaantal van 10. Zo beroert heeft het CDA er nog nooit voor gestaan. Deelname aan dit kabinet doet het CDA geen goed. Waar Maxime Verhagen op gehoopt had bij de vorming van het kabinet, gebeurt niet. Integendeel zelfs. Niemand weet klaarblijkelijk meer hoe deze ontwikkeling gekeerd kan worden.

Binnen het CDA wordt heel veel gepraat, in allerlei commissies en werkgroepen, maar het leidt voorlopig tot niets. Misschien had de oude voorman van D66, Jan Terlouw, dan toch gelijk toen hij een dezer dagen in het NRC opmerkte: “Ongelofelijk, dat er (in het CDA) niemand opstaat met gezag en zegt: Laten we het hebben over de dingen, die wij belangrijk vinden en terugkeren naar de beginselen van de partij. Als zo iemand opstaat, dan zul je zien, dat de partij weer razendsnel omhoog schiet”. Ook Sebastiaan Timmermans schreef iets dergelijks deze week in de Volkskrant: Met de juiste leider en het juiste verhaal kan ook het CDA weer aan de klim naar boven beginnen. Maar dan moeten ze wel opschieten.”

Er zijn ook andere geluiden. Amanda Kluveld gelooft niet in de aanpak van Ruth Peetroom en de commissie Jacobine Geel. Zij spreekt zelfs over een CDA, dat ten onder gaat aan valse profetessen met vage praatjes. Letterlijk schrijft zij in de Volkskrant: “Als het CDA en haar kiezers de adviezen van de commissie-Geel serieus nemen dan is het einde van de partij nabij. Dan wordt het CDA een feminiene spiri-club, een partij die macht uitsluitend een vies woord vindt”.Ik ben bang dat er iets waars in deze woorden zit.

 Een partij moet vertrouwen uitstralen en vertrouwen wekken. Het CDA doet dit te weinig. Een echte leider wacht niet tot hij gekozen wordt; hij staat op, omdat hij zich geroepen voelt. Voor de buitenwacht maakt het CDA nog steeds een verscheurde indruk. Het CDA lijkt twee partijen in zich te bergen. Twee derde van de partij gaat mee met Verhagen en de deelname aan de gedoogconstructie en een kabinet dat aanstuurt op verzakelijking van de maatschappij, al vinden velen dat het CDA best wat stelliger stelling tegen Wilders zou moeten nemen. Het andere gedeelte kiest voor een meer sociale benadering. Peetoom en Geel zijn hiervan de voornaamste representanten. Het lijken onoverbrugbare tegenstellingen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 22 november 2011


Grondnota 2011


Misschien is het toch verstandig om bij de bestudering van de Grondnota 2011 van de gemeente Laarbeek er een tweetal recente rapporten er bij te nemen. Was het alleen maar als referentie- en achtergrondmateriaal. De studies waar ik op doel zijn het rapport van Deloitte Real Advisory Group, financiële effecten van de vastgoedcrisis bij gemeentelijke grondbedrijven. Update september 2011 en het Nicis-rapport Handreiking herprogrammering woningbouw. Toevallig schreef het ED afgelopen zaterdag ook nog over de afwaardering van de bouwprogramma’s door gemeenten. Volgens het IPO zullen er in Brabant tot 2020 vijftigduizend huizen minder gebouwd worden dan tot voor kort op basis van de plannen de bedoeling was. Dit is ruim een vijfde minder dan gepland!

Op basis van deze twee rapporten concludeert Fris de Zeeuw in VGNMagazine van 18 november j.l.  dat er sprake is van een gezonde correctie van de grondbedrijven. Verschillende gemeenten hebben flink afgeboekt op de grondexploitatie.” Realiteitszin heeft de plaats van te optimistische verwachtingen in genomen ” zo schrijft hij. Er zijn een aantal commentatoren die op grond van beide onderzoeken geconcludeerd hebben dat gemeenten maar beter geheel kunnen stoppen met hun actieve bemoeienis met gebiedsontwikkeling en dus met het actief grondbeleid. De Zeeuw deelt deze mening niet. Ik ben het met hem eens. Er zijn nog steeds een aantal projecten met winstpotenties die zichzelf terugverdienen. Alleen… een aantal projecten, vooral binnenstedelijke kunnen zich echter niet terugverdienen. Verlies nemen daarop is onontoombaar. Laarbeek zou dit zich ter harte moeten nemen met het oog op de woningbouwprojectenrond de voorzieningenclusters.

De Grondnota 2011 wekt een hybride indruk. Enerzijds spreekt er optimisme uit, anderzijds is er toch de behoefte om de plannen wat bij te stellen. Het optimisme komt voort uit de nog steeds voorspoedig lopende verkoop van bouwkavels en het positieve resultaat op de exploitatie. De bijstelling van de plannen door het oprekken van de looptijd tot 2030 wijst op een zeker ongemak bij het college. Niet helemaal ten onrecht denk ik.

Nog steeds draagt de grondexploitatie flinke sommen af aan de algemene middelen. Afromen heet dit heel veelzeggend in het jargon. Daarmee is de grondexploitatie de melkkoe van de gemeente, een soort moderne flappentap om de begroting sluitend te houden. We kunnen er alleen maar verheugd over zijn dat dit nog steeds het geval is. Tegelijkertijd moeten we ons afvragen hoe lang dit nog goed gaat en moeten we er voor oppassen om ons niet rijk te rekenen. Dit laatste doet het college overigens zeker niet.

Cruciaal voor de naaste toekomst is de ontwikkeling van de voorzieningenclusters. Het gegeven dat het voorzieningencluster in de Grondnota nog niet geactualiseerd is, noopt in ieder geval mij tot grote voorzichtigheid.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 21 november 2011


De Sociale Staat van Nederland 2011


De Sociale Staat van Nederland 2011 is een verpletterend positief rapport. De zegeningen zijn bijna niet te tellen. Het gaat héél goed met Nederland: we zijn het rijkste land van Europa, bijna het gelukkigst van allemaal en op veel terreinen wordt de kloof tussen arm en rijk kleiner. Een paradijs aan de Noordzee. Zo zou je het kunnen noemen.


Nog wel, zegt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat elke twee jaar de sociale toestand van het land opneemt. Maar hoe lang nog? Op de omslag van het rapport over 2011 staan donkere wolken en wegwaaiende paraplu’s. De boodschap is duidelijk: er is zwaar weer op komst. Paul Schnabel schrijft in zijn voorwoord: het lijkt er op dat de directe gevolgen van de ongekende economische crisis nu pas een beetje zichtbaar worden. De effecten van de grote bezuinigingsoperatie van het kabinet-Rutte worden waarschijnlijk pas volgend jaar voelbaar. Maar tot nu toe gaat het geweldig met Nederland. Tien gouden jaren lijken te worden afgesloten.

Dit gevoel hebben de meeste Nederlanders. Zo goed als het was, zal het nooit meer worden. We moeten ons voorbereiden op een periode waarin de groei minder is, als er überhaupt nog sprake van groei is.

De feitelijke leefsituatie (huisvesting, gezondheid, sociale participatie, vrije tijd, bezit van duurzame consumptiegoederen, mobiliteit) is de afgelopen 10 jaar onafgebroken verbeterd, schrijft het SCP. En hoewel arm en rijk in inkomen niet dichter bij elkaar zijn gekomen, is voor de zwakkere Nederlanders de leefsituatie veel sterker verbeterd dan voor de rijkere en hoogopgeleide landgenoten. De criminaliteit lijkt te dalen. De lageropgeleiden zijn bezig met een inhaalslag in internetgebruik en sport. De politieke interesse en het vertrouwen in de politiek zijn relatief hoog.

Een op de tien Nederlanders heeft ernstig overgewicht, maar zelfs dat is erg laag in Europees perspectief. De levensverwachting is de afgelopen 10 jaar sterk gestegen, ook is het gemiddelde inkomen in Nederland nu het hoogste van Europa, op Luxemburg na. Maar, zo zegt het SCP, in dat land van banken en internationale instellingen zijn het vooral buitenlanders die veel verdienen.

De belangrijkste problemen waar Nederland mee geconfronteerd  wordt liggen volgens het SCP in het onderwijs: te weinig scholen zijn echt prestatiegericht en te weinig leraren zijn voorbereid op de komst van probleemleerlingen in het reguliere onderwijs. De belangrijkste kloof in Nederland is de kloof tussen de laagopgeleiden en de hoogopgeleiden. Hun levensverwachting en gezondheid maakt het verschil uit: “ Laagopgeleiden sterven zeven jaar eerder. Dat is toch wel erg fors.”

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 20 november 2011


Woningbouw


Het zou ook zeer dienstig zijn als bij de discussie over de woningbouw sterker gedacht zou worden vanuit  de langere termijnvisie. Deze discussie  zou ook beter moeten sporen met de uitkomsten van  demografisch onderzoek. Recent zijn een aantal onderzoeken gepubliceerd die ons een beter handvat kunnen bieden dan  het drijfzand waarop woonvisies meestal gebouwd zijn, zoals  onderzoek naar de woonwensen van de inwoners. Dit blijkt nauwelijks houvast te bieden en meestal achterhaald te zijn.

Uit recente publicaties van het CBS blijkt dat de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen steeds schever wordt. De grote universiteitssteden trekken steeds meer jonge vrouwen, met uitzondering van  de steden met een technische universiteit of met vooral technische opleidingen zoals Delft, Eindhoven en Enschede. Tegelijk laten jonge mannen het steeds vaker afweten met studeren –zij blijven achter op het platteland. Jan Latten die de cijfers van het CBS interpreteerde, constateerde dan ook dat de krimp waarmee de randen van Nederland kampen, selectief is: het zijn de succesvolle jonge vrouwen die wegtrekken.” Vrouwen doen het steeds beter, ze zijn ambitieuzer en  hebben een grotere bereidheid om te verhuizen voor studie en werk ” De meeste vrouwen keren na hun studie niet meer terug naar de plaats van herkomst. Dit heeft grote consequenties: “ Wie gaat op het krimpende platteland voor sociale verbanden zorgen? zo vraagt Latten zich dan ook vertwijfeld af. ” Bij bestudering van de Laarbeekse bevolkingscijfers blijkt dat het mannenoverschot  ook in de Laarbeekse kerkdorpen zichtbaar is. Er is een Duits onderzoek Nicht am Mann dat laat zien dat streken waar weinig vrouwen wonen snel achteruitgaan in leefbaarheid.

Dit zijn natuurlijk zaken waar we als gemeente weinig grip op hebben, maar het geeft wel verklaringen voor de stilstand in de kernen. Mijn stelling is nog steeds dat we dit alleen kunnen tegengaan door een duidelijke werkgelegenheidspolitiek,  waarbij we proberen zoveel mogelijk hoogwaardige arbeidsplaatsen te scheppen. Met bouwen van huizen voor starters alleen zijn we er nog  lang niet. Bij de behandeling van de nieuwe woonvisie, die nu ter inzage ligt,zullen we op dit punt ongetwijfeld terugkomen. Evenals op de gevolgen  van de invoering van de inkomensgrens. Wij hebben de indruk dat het college en in dit geval in het bijzonder wethouder van Zeeland  met beide voeten in de bekende valkuil trapt: bij dreigende krimp meer inwoners van buiten aantrekken, moe-landers, kenniswerkers etc. Bouwen naar behoefte,oude wijken herstructureren, alle groeigedachten uit het hoofdzetten - dat zijn allemaal veel probatere oplossingen. De opmerking in de concept-woonvisie dat de Woningstichting Laarbeek problemen heeft met het Laarbeekse bouwprogramma is een explosieve en belooft weinig goeds. Ik geloof niet dat de woningstichting het Griekenland onder de woningstichtingen is, zoals Mevr. van de Zanden dacht,  maar toch deze opmerking in de woonvisie geeft te denken. Haalt dit het Laarbeekse woningbouwbouwprogramma onderuit? Ik denk dat de woningstichting in dit geval het gelijk aan haar zijde heeft.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185
V

donderdag 17 november 2011


De regio


Een regio is zo sterk als de zwakste schakel binnen de regio. Dit betekent dat de bestuurskracht van gemeenten van groot belang is. Iedereen heeft daar het grootste belang bij: het rijk, de provincie en de regio. De provincie heeft dat ook ingezien en start daarom  een onderzoek naar de bestuurskracht van de Brabantse gemeenten. Ik denk op voorhand niet dat Laarbeek hiervoor bevreesd behoeft te zijn . Dit neemt echter niet weg dat wij ons niet op onze positie behoeven te beraden. Het is natuurlijk waanzin om te menen dat het herindelingsproces bij 418 gemeenten stopt. Als je ziet in welk tempo het aantal gemeenten is teruggebracht, is het duidelijk dat het proces nog lang niet aan haar einde is gekomen. Hoe meer kleine gemeenten worden opgeheven of samengaan, hoe eerder je als Laarbeek zelf ook een kleine gemeente wordt .Als bovendien de decentralisatie in het huidige tempo doorgaat, ben je al gauw zelf te klein.

Mijn uitgangspunt is altijd geweest dat een gemeentelijke herindeling in een generatie meer dan voldoende is. Het zou Laarbeek dus vergund moeten zijn minimaal 2030 te halen. Ik denk dat dit alleen mogelijk is als we daadwerkelijk intensief overgaan tot gemeentelijke samenwerking. Dit kan m.i. niet beperkt blijven tot overdracht of gezamenlijk uitvoeren van taken, ook bevoegdheden zullen overgedragen moeten worden.

Velen vrezen dat door deze overdracht het bestuur van de gemeenten uitgehold zal worden. Zij zien gemeenten al krimpen tot een situatie die we kennen vanuit de brandweerwereld: brandweercorpsen die opgeheven zijn en alleen nog bij tijd en gelegenheid rondkarren in een oude aftandse brandweerwagen die zij als speelgoed hebben mogen behouden. Zo ver zie ik het niet komen. Grote kunst zal het zijn de democratische legitimatie van de nieuwe samenwerkingsverbanden veilig te stellen en stevig uit te bouwen. Als dat niet lukt , kun je het wel schudden.

In december gaat de raad zich beraden op de gemeentelijke samenwerking. Dit wordt ook hoog tijd. We zullen duidelijke keuzes moeten maken over met wie we willen en kunnen samen werken – want de keuze is ondertussen beperkt – en op welke onderdelen. Om effect te sorteren zal het een robuuste vorm van samenwerking moeten zijn. De raad zou op donderdag 24 november niet uit de losse pols moeten gaan discussiëren over gemeentelijke samenwerking. Het zou moeten gebeuren aan  de hand van een heldere principe-notitie, waarin los van de actualiteit nut en noodzaak van gemeentelijke samenwerking wordt belicht. Aan de zoveelste discussie ins freie hinein hebben we niets.

Ik vind het jammer dat dit overleg weer in een besloten sessie gaat gebeuren.  Als we streven naar draagkracht voor gemeentelijke samenwerking moet dit overleg niet in beslotenheid plaatsvinden, maar moeten we de burgers daarbij van het eerste moment betrekken. Zo vervreemdt de politiek de eigen burgers.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 16 november 2011


Waterscheiding


We leven in een bijzondere periode. Een tijd waarin zich wereldwijde verschuivingen voordoen die het aanzien van de wereld veranderen en grote consequenties hebben voor de eeuwen die gaan volgen. Deze transitie – om dit modewoord- maar te gebruiken hangt samen met het verschuiven van het evenwicht – het equilibrium in onze wereld. Er voltrekt zich op dit  moment onder onze ogen een heuse waterscheiding. Ik zeg hiermee niets nieuws. Paul Kennedy heeft een deze dagen dit beeld van de waterscheiding aangehaald. Volgens het woordenboek is waterscheiding een verschijnsel uit de fysische geografie: “ een lijn die twee naburige stroomgebieden van elkaar scheidt .”  Het water ten noorden van de scheiding loopt de ene kan top en het water ten zuiden van de berg de andere. Kennedy wijst erop dat de term  sinds jaar en dag ook gebruikt wordt om een historisch en politiek verschijnsel te omschrijven – als een reeks bestaande menselijke handelswijzen en omstandigheden,onherroepelijk, over een grote kloof, van het ene tijdperk naar het andere. Dit is wat we op dit moment meemaken.

Door de verbazingwekkende opkomst van China verschuift het zwaartepunt naar het Oosten. We zien in 1989 vooral het jaar van de val van de muur; even belangrijk en misschien zelfs wel belangrijker is het besluit van Deng Xiaoping in 1989 het kapitalistische economische systeem  te omarmen. China dat in 1435 onder de Ming-keizers besloot haar vloot op te geven en zich op zichzelf als het rijk van het Midden terug te trekken, stelt zich nu weer open voor de wereld en begint een uiterst belangrijke economische macht te worden. Aan het overwicht en de suprematie van het Westen sinds de 15e eeuw komt 6 eeuwen later een einde. De oude situatie wordt hersteld.

Aan deze nieuwe wereld zullen we moeten wennen. Europa speelt niet meer de eerste viool; de VS hebben zich de laatste decennia alleen maar verzwakt door militaire ingrepen. Onze welvaart die gebaseerd was op  de gedachte dat met geleend kapitaal enorme bancaire winsten gemaakt konden worden is een fata morgana gebleken. Slapend rijk worden is toch een illusie gebleken. Evenals de hoop dat de Chinezen ons wel even uit de eurocrisis zullen hallen. Wij zullen dus een stap terug moeten doen.

Deze ontwikkeling betekent niet dat er een einde komt aan de globalisering. We staan nog maar  aan het begin van de informatietechnologie die ons alle momenten met alle delen van de wereld verbindt. Grote kunst zal het zijn om deze geweldige hoeveelheid informatie te filteren en te beheersen in plaats van dat ze ons beheerst. Een antwoord op deze voortschrijdende globalisering was al dat de bange burgers zich terugtrok in de eigen schulp. Samen met deze voortschrijdende globalisering zien we gelijktijdig een sterke regionalisering. In de grote wereld trekt de burger zich terug in zijn eigen wereld,zoals in de middeleeuwen  zijn patria – het bezit van de vader , het land der vaderen –zijn leefwereld was. Voor de sociale cohesie gaat dit grote gevolgen krijgen. Dit zich terugtrekken op de eigen wereld heeft immers heel sterke individualistische trekken in zich.

Deze regionalisering heeft een  tweezijdig karakter.  De regionalisering in de vorm van het zich terugtrekken op de eigen wereld en regionalisering in de zin van bestuurlijke ,economische en politieke samenwerking in een bepaald gebied. Ook deze ontwikkeling gaat steeds verder. Wim van de Donk, de Brabantse commissaris van de koningin, heeft onlang in zijn  column in Bestuursforum hierop gewezen. Van de Donk constateerde dat de regio’s de centrale eenheid van de economie zijn en niet meer langer de natiestaten. De regionalisering ontwikkelt zich dwars door het bestaande statenverband heen. Op regionaal niveau heeft dit tot gevolg dat de regionale eigenheid , de uniciteit, en een gedeelde cultuur niet verloren gaat en opnieuw kan opbloeien zoals op verschillende plaatsen duidelijk zichtbaar is.

Mondiale verschuiving en regionalisering raken ook ons en waarschijnlijk veel sterker dan we ons beseffen. Dit heeft geresulteerd in een sterke ontwikkeling en groei van de regio Eindhoven. Buiten de regio wordt met bewondering opgekeken tegen de bijzondere prestaties van de regio. Menig regio is jaloers op de samenwerking die hier tot stad is gekomen. Ik was dan ook vorig jaar heel blij met de Regionale Agenda, het spoorboekje voor een verdere uitbouw van het SRE. Bij de uitwerking van de Regionale Agenda is er vervolgens zwaar de klad ingekomen. Het spat alle kanten op en er is geen overeenstemming meer. Dieptepunt was natuurlijk het laatste portefeuillehoudersoverleg algemene zaken. De burgemeesters,veelal ook regioraadsleden, zien er geen gat meer in en hebben besloten tot een hei-sessie. Divergerende opvattingen en belangen hebben tot deze situatie geleid. Burgemeesters die nog wel het nut van de regio begrijpen, voelen zich in de steek gelaten, omdat zij in hun colleges de handen niet op elkaar krijgen. Colleges zitten op de centen en zijn niet bereid extra te investeren in het SRE. Hierbij komt ook nog eens dat het Rijk de WGR+-regio’’s wil opheffen en brainport door Verhagen uitgebreid is tot een landsregio die loopt tot Maastricht.

Pleiten voor het behoud en uitbreiding van het SRE staat- ik weet het-  in dit tijdsgewricht  gelijk met vechten tegen de bierkaai. Toch doe ik omdat ik er van overtuigd ben een sterk regionaal samenwerkingverband van enige omvang de beste garantie voor succes in het Europa van de regio’s is. Ontmanteling van het SRE is het stomste wat we kunnen doen in een tijd van sterke regionalisering. Regioraadsleden zouden iets verder moeten kijken dan hun neus lang is.

Onze burgemeester heeft aangekondigd dat hij naar de hei-sessie van het SRE gaat. Dat moet hij ook zeker doen. Ik zou het niet meer dan vanzelfsprekend  vinden dat hij over de boodschap die hij daar wil gaan uitdragen, van te voren met de raad zou overleggen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 15 november 2011


Begrotingsbehandeling 3





Vergeleken met de ons omringend gemeenten doet Laarbeek het wonderwel goed. Dat mag best eens gezegd worden. Zonder ons overdreven op de borst te kloppen kunnen we dit met recht zeggen. Je moet dit  natuurlijk niet te vaak zeggen,maar op gezette tijden ook eens de positieve kanten benadrukken kan geen kwaad. Er is immers steeds altijd voldoende slecht nieuws.

Waar elders gemeenten miljoenen verlies lijden op de grondexploitatie, blijft deze zich in Laarbeek nog steeds positief ontwikkelen. Natuurlijk moet de uitgifte worden bijgesteld en moet er sterker gefaseerd worden dan voorzien. Maar toch, de gronduitgifte loopt hier nog steeds tot  tevredenheid.

Laarbeek moet natuurlijk ook bezuinigingen, maar bij lange niet zo sterk als andere gemeenten. Onze reserve positie staat wel enigszins onder druk, maar is altijd nog indrukwekkend. De lasten voor de burger zijn  laag. Wie het staatje enige weken geleden  in het Gemerts Nieuwsblad heeft gezien, waarin de lasten  voor de burger in  resp. Gemert-Bakel , Deurne en Laarbeek met elkaar vergeleken werden, kon dit met eigen ogen vaststellen. Laarbeek scoort op dit punt goed.

Burgemeester Ubachs heeft in september in De Laarbeeker laten optekenen dat hij onder de indruk is van de sociale cohesie in Laarbeek. Terecht zet hij als pluspunten de sociale cohesie voorop en niet het feit dat Laarbeek in deze crisistijd de zaken goed voor elkaar heeft. Dit laatste is natuurlijk belangrijk en vergemakkelijkt een groot aantal zaken zeer, maar belangrijker is dat de mensen in de Laarbeekse dorpen  voor elkaar in woord en daad openstaan en nog steeds  bereid zijn elkaar te helpen als vrijwilligster en mantelzorger. Het sociale gebeuren is in wezen stukken belangrijker dan allerlei materiële zaken goed op orde te hebben. Gelukkig is Laarbeek zich hier nog steeds van bewust. Dit bleek bij de behandeling van de Beleidsnota WMO in de raad ook heel duidelijk. Dat een relatieve nieuwkomer als de burgemeester die zelf ook uit een hechte kleine gemeenschap komt, dit het meeste opvalt, zegt meer dan voldoende.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 14 november 2011


Begrotingsbehandeling 2


Er zaten geen echt grote verrassingen in de  Laarbeekse begroting 2012. In de begroting waren de bezuinigingsvoorstellen uitgewerkt en voor de rest was het rust op de plaat. Voor de wethouder van financiën was deze begroting al de twaalfde begrotingen op een rij die hij tot op heden mocht presenteren. Het was voor hem niet de meest zorgelijke  begroting. Zo zei hij bij de presentatie van de begroting tegen de Laarbeeker.
Die uitspraak verbaasde mij nogal . Als je terugmoet in bestedingen, als je moet bezuinigen, dan sta je toch in wezen stil. En iedereen weet dat stilstand feitelijk achteruitgang is. Daar zou ik mij dan wel grote zorgen maken. De voornaamste zorgen van de wethouder liggen waarschijnlijk ergens anders. Bij de voorzieningenclusters vermoed ik- hoe houd ik de uitgaven binnen de ramingen?

De begroting van 2012 met zijn aanzienlijke bezuinigingen nodigt niet echt uit om er eens echt voor te gaan zitten. Dit is natuurlijk zo, maar als we ons niet bezinnen op waar we voor staan, geen een oplossingsrichting proberen aan te dragen en geen visie op de toekomst proberen te formuleren, dan schieten wij tekort. Ik vond al dat de begroting veel te weinig dit brede kader ontbeerde en eigenlijk daardoor als beleidsinstrument tekort schoot. Een reden temeer voor de raad, dacht ik, om  bij de begrotingsbehandeling deze omissie te herstellen door hierop in te gaan.  Jammer genoeg moet ik constateren dat partijen dit tot nu toe niet of onvoldoende hebben opgepakt.

Met name  mis ik node in de begroting een inleidend hoofdstuk waarin het college zich rekenschap geeft  – om een groot woord te gebruiken-  van de toestand in de wereld in het algemeen en ons land in het bijzonder en  de impact hiervan op Laarbeek. Onderdeel van deze beschouwing had moeten zijn het antwoord op de vraag hoe de bezuinigingen waarvoor gekozen is, ingezet kunnen worden om Laarbeek veilig  door de crisis heen te loodsen en er beter uit te laten komen. Aandacht dus voor de bedreigingen en kansen van deze crisis voor Laarbeek. Dit gebeurde bij de begrotingsbehandeling eigenlijk niet.
Want dat er momenteel grote verschuivingen in de wereld plaatsvinden,die ook gevolgen voor ons heben, is duidelijk. Daarover eerstdaags  meer.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 13 november 2011

Begrotingsbehandeling 1


De Laarbeekse raad worstelt een beetje met de afgesproken procedure bij de begrotingsbehandeling. Naar mijn gevoel speelde dit afgelopen donderdag een stuk sterker dan in vorige begrotingsbehandelingen. De raad heeft de Kadernota de afgelopen jaren een steeds groter gewicht toegekend. De filosofie die hierachter steekt is dat de raad haar kaderstellende taak beter kan uitoefenen door op een vroegtijdig moment haar uitgangspunten voor de opstelling van de begroting vast te leggen. Dit gebeurt in de Kadernota en de daaropvolgende algemene beschouwingen. De raad zou dan – zo was de theorie - bij de vaststelling van de begroting na moeten gaan of de door de raad uitgesproken en overeengekomen kaders door het college op een adequate wijze in de begroting vertaald zijn. Afgesproken was dat daar de discussie over zou gaan.
Met name ABL bracht een aantal opmerkingen naar voren over deze problematiek die naadloos aansloten bij wat ik in een eerdere weblog geschreven heb en die ik ook al bij de behandeling van de jaarrekening naar voren heb gebracht. Evenals bij de jaarrekening zegde wethouder Vereijken opnieuw toe dat de  projectgroep Sturend Laarbeek hier eens een keer naar zou kijken. Dit is niet gebeurd. Ik wacht het vervolg af.

In de praktijk houdt de raad zich niet steeds minder aan de gemaakte afspraak over de begrotingsbehandeling. De behandeling van de begroting donderdagavond kreeg daarom iets van wat het midden hield tussen algemene beschouwingen en begrotingsbeschouwingen. Hierbij viel het op dat er wel heel erg veel teruggekeken werd. De nadruk werd wel heel erg veel gelegd op concrete invulling in plaats van op de hoofdlijnen. Daarom duurde de behandeling van de begroting dan ook ongeveer tot 11 uur.

De opmerkingen van de fracties in de eerste instantie waren weinig opzienbarend. Verschillende fracties keken vooral achteruit. Ook werden een aantal suggesties en voorstellen gedaan, waarin het verloop van de vergadering niets meer gehoord werd. Met name PNL liet een aantal heel interessante opmerkingen over burgerparticipatie gewoon lopen.

De motie van De Werkgroep over een onderzoek naar de herinvoering van de wijkzuster verliep nogal chaotisch: enerzijds omdat De Werkgroep steken liet vallen bij de verdediging van het voorstel en anderzijds omdat PNL beren op de weg zag die er m.i. absoluut niet waren. Uiteindelijk ging de hele raad inclusief PNL akkoord met een onderzoek.

Een opmerkelijk moment in de vergadering was toen wethouder van Zeeland  erkende dat hij in het dossier van de Moe-landers wel heel erg solistisch was opgetreden. Nagenoeg alle partijen hadden in eerste instantie hierover hun ongenoegen uitgesproken. Klaarblijkelijk had dit ook al in  de presidiumvergadering gespeeld. Dat een notitie teruggetrokken wordt,omdat het college er zich nog niet over uitgesproken heeft, zegt meer dan voldoende. Niemand uit het college kwam de wethouder te hulp. Dit zegt meer dan genoeg. De backing van deze wethouder vanuit het college begint duidelijk scheuren te vertonen. ABL en De Werkgroep verdedigden de wethouder. Dat was fair, maar het kon niet verhullen dat de wethouder problemen heeft.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 10 november 2011


Begrotingsbehandeling



Ik schrijf dit stukje voor de begrotingsvergadering. Na afloop van de vergadering zal het waarschijnlijk niet lukken.

Ik verwacht vrij weinig van de begrotingsvergadering. Tot op heden heb ik nog maar een motie voorbij zien komen. In dit geval een motie van De Werkgroep over een onderzoek naar de mogelijkheden van ‘’de herleving’’ van de oude vertrouwde wijkzuster in de vier Laarbeekse kernen.

Rick van Bree had namens De Werkgroep deze motie in de vorige raadsvergadering al aangekondigd. Achter af denk ik dat zij daar meer op haar plaats was geweest dan in de begrotingsvergadering. Het is immers een wijziging c.q. aanvulling op het Beleidsplan WMO dat vorige week door de raad vastgesteld is. Alleen daarom al had de motie bij de bespreking van het Beleidsplan aan de orde moeten komen.

Ik heb de indruk dat er na de kadernota en de bezuinigingsmaatregelen een zekere matheid over de raad is neergedaald. Een zekere berusting ook. Ik denk  dat dit voor de meeste  partijen geldt. Maar dat zullen we vanavond wel zien. Het lijkt erop dat partijen meer tijd nodig hebben om een gedegen antwoord op de impact van de crisis te vinden. Nu worden in de begroting inkomsten en uitgaven middels een fors bezuinigingspakket met elkaar in evenwicht gebracht. Partijen slagen er nog niet in een nieuw toekomstperspectief te vinden, van een leven na de crisis. Niemand – ook niet buiten Laarbeek overigens- heeft ook maar een flauwe notie hoe onze toekomst er uit gaat zien. Ook wij als CDA zijn er nog niet klaar voor.

Landelijk zijn partijen als het CDA en de PvdA zich op dit moment aan het herbronnen. Dit is een lastig en moeizaam proces. Toch is er enige voortgang te bespeuren; zowel de PvdA als het CDA hebben begrepen dat van een politieke partij het aan de dag leggen en betonen van compassie in woorden en daden verwacht wordt. Spekman bij de PvdA doet dit; de commissie van Jacobine van Geel bij het CDA eveneens.

Ook aan ons als plaatselijke CDA-fractie om dit in de praktijk te brengen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 9 november 2011


Reglement van orde niet op orde?


Er moet eens indringend gekeken worden naar het reglement van orde. Zo bleek vorige week weer eens tijdens de raadsvergadering. Het vigerend reglement is op een aantal punten achterhaald. Laarbeek volgt in het algemeen het modelreglement van de VNG, maar heef verzuimt het model op bepaalde plaatsen aan te passen. De enige aanpassing die is doorgevoerd heeft enige tijd geleden plaatsgevonden ( volgorde van stemming over amendementen en moties )

In de raadsvergadering van vorige week donderdag bleek de regelgeving over d behandeling van schriftelijke vragen niet geheel te voldoren. Het werd in ieder geval als onbevredigend ervaren. Zelf heb ik dit gevoel vaak ook bij de behandeling van mondelinge vragen.

Ook de bepaling dat iemand maar een keer mag inspreken ( bij de commissie of de raad )voldoet niet helemaal en moet misschien wel op de helling.

De fractievoorzitter van De Werkgroep was van mening dat het gebruik was bij agendapunten die van hamerstukken tot bespreekpunten bevorderd werden, de partij die dit voorgesteld had, in de raad als eerste het woord moest krijgen. Soms worden in het presidium afspraken gemaakt, die vervolgens in het reglement niet reglement zijn doorgevoerd door tussenkomst van de raad.

Al met al, dunkt me, voldoende reden, op korte termijn eens als raad naar het reglement te kijken, want “ gedoe ” over het reglement moet onder alle omstandigheden voorkomen worden.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 8 november 2011


Huisvesting Moelanders


Schriftelijke vragen zijn een ongeschikt middel om een beleidsverandering af te dwingen. Zij kunnen hoogstens technische informatie verschaffen. Dat bleek andermaal afgelopen donderdag in de raadsvergadering.

De PNL-fractie had schriftelijke vragen gesteld aan het college over het huisvesten van arbeidsmigranten. Directe aanleiding voor deze vragen waren herhaaldelijke  opmerkingen van wethouder van Zeeland in diverse media over deze problematiek. PNL vreesde klaarblijkelijk dat de wethouder aanstuurde op huisvesting van deze migranten in huurwoningen. Het verdringingseffect dat dit met zich mee zou brengen, stootte PNL tegen de borst.

De PNL-fractie vond de gegeven antwoorden onvoldoende. Reden voor Mevr. van de Zanden om nadere vragen aan der wethouder te stellen. Ik heb niet de indruk dat de antwoorden van de wethouder in de raad het probleem dat PNL net het beleid heeft, weggenomen heeft. PNL kon op dat moment echter niets anders dan hierin berusten. Het reglement staat immers geen verdere discussie toe. Ik moest daar als voorzitter heel stringent in zijn.

Voor mij bewijst dit alles dat PNL het verkeerde middel heeft ingezet. Als de partij bezwaren heeft tegen het beleid van de wethouder en wethouderlijke communicatie via de pers afwijst – terecht overigens volgens mij- moet zij grijpen naar het middel van de interpellatie en deze eventueel laten uitmonden in een motie. Via schriftelijke vragen kun je nu eenmaal geen beleid bijsturen. Het geijkte middel hiervoor is de interpellatie.
Nu was het donderdagavond alleen maar een schimmenspel van een dame en een heer waarbij iedereen noodgedwongen toekeek. Het loste niets op. De wethouder beloofde met een  beleidsvisie te komen en zou – sic - in zijn papieren zijn presentatie voor de commissie Lura opzoeken. De opmerking was vreemd en doet twijfel rijzen aan  de vraag of deze presentatie  er wel is gehouden? Op de lijst van insprekers op de  hoorzitting van de commissie ben ik in ieder geval zijn naam niet tegengekomen.

Ik ben benieuwd.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 7 november 2011


Alleenrecht Atlantgroep.


Ik had op voorhand niet gedacht dat de behandeling van het agendapunt met betrekking tot het alleenrecht van  de Atlantgroep zoveel tijd in de laatste raadsvergadering zou vragen. Feitelijk was het allemaal heel helder. B en W stelden voor op basis van artikel 17 van de BAO voor een zgn alleenrecht voor het uitvoeren van plantsoenonderhoud te verlenen. Weliswaar is de Atlantgroep een stuk duurder dan reguliere onderhoudsbedrijven, maar bij de Atlantgroep zit ook een sociale component. De Atlantgroep heeft nogal wat Laarbeekse mensen in dienst. Dat is ook wel wat waard. Volgens de jongste berekeningen zou de Atlantgroep 10 à 15% duurder zijn.

In de commissie Openbaar Beheer had de VVD aangegeven problemen met dit voorstel te hebben en daarom gevraagd om het voorstel als bespreekpunt in  de raad te brengen. Dit was in de commissie nogal kort door de bocht voorgesteld zonder veel feitelijke onderbouwing.

In de raadsvergadering stelde fractievoorzitter van de VVD dat zijn partij principiële bezwaren tegen het voorstel had. Ook Strijbosch onderbouwde dit eigenlijk niet. Hij had wel een tweetal vragen aan de wethouder: over de extra kosten en de mogelijkheid aannemers te vragen Laarbeekse inwoners in dienst te nemen. Dit standpunt van de VVD verbaasde mij op zich niet; ik schrok alleen van de stelligheid waarmee de VVD dit standpunt poneerde. In wezen  was ik dan ook blij dat met name Piet Aarts goed bij de les was en  direct reageerde. Zijn vraag: Gaat het bij de VVD alleen maar om geld? was to the point. De omtrekkende beweging die M. Strijbosch daarop maakte, maakte duidelijk dat Aarts gelijk had. Uiteindelijk zette de VVD haar verzet niet door en stemde alsnog in met het voorstel.

Overigens zou het mij niet verbazen als art 17 van de BAO zijn langste tijd heeft gehad. Als op 1 jan.2013 de nieuwe  Wet Werken naar vermogen ingaat, zullen heel veel werknemers van de sociale werkvoorzieningsbedrijven overgaan naar reguliere werkgevers. Wethouder Biemans liep hier wel heel gemakkelijk overheen.

Aan het van de discussie over dit voorstel wekte Ben Swinkels de suggestie dat het in de raad usance was de partij die een voorstel tot bespreekstuk wilde bombarderen, als eerste bij de behandeling het woord zou voeren. Bij mijn weten hebben wij nooit een dergelijke regel afgesproken. Ik heb daarom voorgesteld dat het presidium zich hierover maar eens moet buigen. Het lijkt mij een moeilijke regel, zeker in het geval meerdere partijen een punt tot bespreekstuk willen verheffen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 6 november 2011


Raadsvergadering


De raad van Laarbeek vergaderde afgelopen donderdag 3 november. Inhoudelijk heb ik me deze keer heel weinig met de vergadering zelf bezig gehouden. Dit kwam omdat ik de burgemeester moest vervangen als voorzitter van de raad. Op zich is het leiden van een raadsvergadering een heel speciale ervaring. Echt spannend en enerverend vind ik het niet. Inhoudelijk moet je je heel terughoudend opstellen. Voor een politiek dier is dat weinig uitdagend. Als voorzitter hoeft je alleen de orde van de vergadering te bewaken. Achteraf kan ik constateren dat het zeerzeker geen wanorde is geworden en dat de orde gehandhaafd bleef.

De raad was deze keer opmerkelijk unaniem. Op de agenda stonden een aantal voor Laarbeek uiterst belangrijke onderwerpen. In de verschillende commissievergaderingen was al gebleken dat er over deze punten geen verschil van menig bestond tussen de partijen. Eigenlijk hadden al deze agendapunten punten als hamerstuk afgedaan kunnen worden. Terecht had de commissie gezien de importantie van deze onderwerpen voorgesteld dit niet te doen.

Twee onderwerpen sprong er donderdagavond uit: het krediet voor de nieuwbouw van het Commanderij College en sporthal D’n Ekker en het Beleidsplan Wmo Laarbeek 2012-2015.Met het eerste besluit begint er schot te komen in de realisatie van de voorzieningenclusters. Iedereen was daar terecht verheugd over. Voor ons als CDA was het extra fijn te mogen constateren dat onze motie van destijds om  D`n  Ekker geschikt te maken voor het gebruik als evenementenhal uiteindelijk uitgevoerd gaat worden. De tijd van het feestelijk plaatsen van borden is voorbij; de schop kan eindelijk de grond in!
Het tweede belangrijke besluit van de raad donderdag was in te stemmen met het Beleidsplan WMO. Dit beleidsplan staat voor een zeer wezenlijke wijziging op het brede terrein van zorg en welzijn in Laarbeek. Uitvoering van dit beleidsplan zal op termijn hele fundamentele wijzingen met zich meebrengen. Termen als Kanteling en Nieuw Welzijn gaan concrete inhoud krijgen.

Aan het begin van de bespreking van het Beleidsplan gaf de voorzitter van de WMO-raad, Don van Sambeek, een toelichting op de wijze waarop het beleidsplan tot stand was gekomen. De samenwerking tussen alle betrokkenen was goed geweest. Het resultaat mocht er volgens hem dan ook zijn. De waardering die van Sambeek uitsprak, leefde ook raadsbreed in de raad. Toch leefden waren er in de raad ook wel zorgen. Verschillende partijen vreesden de gevolgen van het rijksbeleid: de stapeling van lasten, de kortingen, de verdergaande decentralisaties etc. Ook klonk in de raad de roep om kleinschaligheid ( buurtzorg, de wijkzuster).Een echte doordenker kwam dit keer uit de mond van Rick van Bree: “Zorgverleners hebben geleerd om te zorgen- nu moeten zij met de handen op de rug afwachten hoe de zorgvrager zijn problemen oplost ”.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 3 november 2011


Kommer en  kwijl


Het CDA-congres van vorige week is aanleiding geweest voor een stroom van publicaties over de positie van het CDA in het Nederlandse politieke bestel. Heel veel publicisten maakten hierbij gretig gebruik van  de uitkomsten van een onderzoek van TOP onder CDA-aanhangers. Dit onderzoek is te vinden  op http://www.overheidinnederland.nl/informatie/top-onderzoek/s/437 . Het onderzoek bevestigt wat we eigenlijk al wisten.

In het voerspoor van deze publicaties schreef Gerrit Voerman, hoogleraar Nederlands partijstelsel aan  de RU Groningen een interessant artikel in de NRC van zaterdag 25 oktober over De crisis van de volkspartijen. Hij concludeerde dat de centrale positie van de volkspartijen in het politieke proces ondermijnd is. Marcel van Dam schreef in de Volkskrant van 3 november  o.a. het volgende:

“ Het zijn barre tijden en we moeten op zoek naar lichtpuntjes die het leven draaglijk maken. Het reilen en zeilen van het CDA is er een van. In 1956 haalden de drie partijen die later het CDA zouden vormen - KVP, ARP en CHU - samen nog 77 zetels. Een absolute meerderheid in de Tweede Kamer.

In 1989 was het aantal zetels van het inmiddels gevormde CDA geslonken tot 54. In drieëndertig jaar een verlies van 23 zetels. In de tweeëntwintig jaar die volgden, raakte het CDA er nog eens 43 kwijt. In de laatste peiling zijn er nog maar elf over. Nooit eerder werd met zoveel succes zo lang, zo hard en zo consequent gewerkt om een grote politieke beweging naar de rand van de afgrond te brengen.

De positie van het CDA als christelijk politieke partij werd minder vanzelfsprekend door de leegloop van de kerken, vooral de katholieke kerk. Religieuze waarden werden omgezet in maatschappelijke. Eerlijkheid bleef een maatschappelijke deugd, ook toen oneerlijkheid niet langer als een overtreding van Gods wet werd gezien.

De omslag van een partij die zich baseerde op religieuze normen en waarden naar een partij die op maatschappelijke normen en waarden was gegrondvest, heeft het CDA nooit kunnen maken. Men is zich in woord en geschrift altijd als christelijke partij blijven presenteren. Tegelijk maakte de partij een ontwikkeling door waarbij het streven naar politieke macht het belangrijkste werd. Dat vertaalde zich ook in de selectie van de mensen die de partij vertegenwoordigen.

Met de jaren ontstond steeds meer spanning tussen het verkondigen van christelijke normen en waarden en het streven naar politieke macht. Die spanning kon alleen worden overbrugd door hypocrisie tot een kunst te verheffen. De geschiedenis van de abortus- en euthanasiewetgeving getuigt ervan. In de praktijk werd het toegelaten, als het formeel maar verboden bleef.

En ik hoor het Aantjes zijn partijgenoten in zijn prachtige Bergrede nog verwijten: 'De hongerigen worden niet gevoed, de dorstigen worden niet gelaafd, de vreemdelingen worden niet gehuisvest, zij worden gediscrimineerd en uitgewezen.' Ik hoor het Dries van Agt regelmatig roepen: het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan, is misdadig. Het treurige is dat ze menen wat ze zeggen maar er geen been in zien nog steeds jaarlijks hun contributie over te maken aan de partij die structureel de beginselen die zij verkondigen vertrapt.”

Het CDA heeft er een hele kluif aan om de weg omhoog weer te vinden, als dit überhaupt in de gegeven omstandigheden  al mogelijk is

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 2 november 2011


Terug van weggeweest



Vanmiddag zijn we teruggekeerd van een week Budapest. Toen wij vorige week woensdag in Budapest aankwamen, presenteerde de stad zich op zijn voordeligste. De schitterende herfstzon gaf de stad een heel vriendelijk aan zien. De stad was schoner dan ooit. De hele week tot en met woensdag bleef dat zo.

Het viel op dat het deze week in de stad niet erg druk was. Eerst dachten we dat dit door de herfstvakantie kwam. Toen het weekend het nog stiller werd, wisten we het anders was. Heel veel inwoners van de Hongaarse hoofdstad hadden de stad verlaten naar hun zomerhuisjes of de verschillende wellness-ressorts. De stad was overgelaten aan gepensioneerden en ouden van dagen.

Uitgesproken druk was het op de toegangswegen naar de verschillende kerkhoven. Budapest kent binnen haar stadsgrenzen een groot aantal veelal eeuwen oude kerkhoven.Extra openbaar vervoer was ingezet naar deze begraafplaatsen; politie- en ordediensten leiden het verkeer in goede banen.

Ik ben geen grote fan van de regering van Orbán. Wat wel gezegd moet worden is dat Orbán perfect aanvoelt, wat het volk op prijs stelt. Hij heeft van 1 november, de dag van Allerheiligen, wederom een feestdag gemaakt. De Hongaren hebben de vrije dag meteen gebruikt om er vier vrije dagen van te maken. Daarom was het zo stil in de stad.

Morgen als ik de post doorgewerkt heb, weer een normale politieke weblog. Het onderwerp weet ik nu nog niet.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 1 november 2011





Woensdag  2 november 2011

Dorpsplatform




Ik heb grote waardering voor het Dorpsplatform Aarle-Rixtel. Natuurlijk ben ik het niet altijd eens met hun stelling name. Dat is logisch. Vooral hun vasthoudendheid waardeer ik zeer. Niet iedereen waardeert het optreden van het Dorpsplatform. Zeurderig en negatief zijn dan opmerkingen die in dit kader geplaatst worden. IK deel die opvatting niet.

Volgens mij heeft het Aarle-Rixtelse Dorpsplatform de juiste keuze heeft gemaakt: een Dorpsplatform moet onafhankelijk zijn, niet schromen zaken aan de orde te stellen en afstand houden van de gemeente. Het Dorpsplatform heeft dit heel goed begrepen en handelt er naar. Teveel aanschuren tegen de overheid is fataal voor een dorpsraad. Er moet de nodige distantie betracht worden. Doe je dit als dorpsraad of dorpsplatform niet of in onvoldoende mate, dan gaat op de duur je onafhankelijkheid er aan. Dat is voor een dorpsraad einde oefening.

Het Dorpsplatform Aarle-Rixtel heeft een groot aantal onderwerpen aangepakt. Een daarvan is de situatie in de Dorpsstraat te Aarle-Rixel. Ik kan me levendig voorstellen dat deze problematiek menig inwoner van Aarle-Rixtel heel hoog zit. Jarenlang is er al aandacht voor gevraagd en er gebeurt nagenoeg niets.

Misschien dat niet iedereen in gelijke mate denkt over het parkeerprobleem. Het doorgaande verkeer en vooral het doorgaande vrachtwagenverkeer zijn voor ieder een doorn in het oog. Het Dorpsplatform heeft de situatie in de Dorpsstraat integraal aan de orde gesteld. Terecht. Hier geldt maar een advies: volhouden en doorgaan.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185