donderdag 29 december 2011

                  Nieuwjaar 2012.








 Een zalig en gezond 2012 voor iedereen.



                            Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185





woensdag 28 december 2011

                          Jaaroverzicht.


Het jaar 2011 neigt naar zijn einde. 2012 staat voor de deur. Tijd dus voor een terugblik op het bijna afgelopen jaar.

Dit jaar stond vooral in het teken van de schuldencrisis en de problematiek rond de Euro. De economische crisis deed zich ook in Laarbeek voelen. Recent nog met een groot faillissement in het Beek en Donkse. De woningmarkt raakte steeds meer in problemen. De stijging van de werkeloosheid in absolute aantallen viel nog mee. Dit gold natuurlijk niet voor wie hiermee zelf geconfronteerd werd. De vooruitzichten voor 2012 zijn somber: het CBS voorspelt een recessie en de stapeling van kortingen zal voelbaar worden.

Het CDA is in het najaar van 2010 in het kabinet Rutte gestapt. De koerswijziging die Maxime Verhagen c.s. heeft doorgezet is hem niet door iedereen in dank afgenomen, ook niet binnen het CDA Laarbeek. Toen dit eenmaal een feit was, hebben wij er het beste van proberen te maken. De regeringsdeelname heeft echter tot op dit moment niet geleid tot een verbetering van de positie van het CDA.

Plaatselijk stond het jaar ook in het teken van personele wijzigingen. Begin van dit jaar kreeg Laarbeek in de persoon van Hans Ubachs een nieuwe burgermeester. Ubachs wist zich heel snel in de Laarbeekse problematiek in te werken. De inwerkperiode die het college voor hem bedacht had, lijkt hij niet volledig nodig te hebben. Compensatie hiervoor vindt hij nu al in activiteiten buiten Laarbeek, in regionaal verband.

Ook in de CDA-fractie vond een personele verschuiving plaats. Marijke Nooijen moest begin 2010 haar plaats in de raad opgeven, omdat zij ging verhuizen naar buiten Laarbeek. Zij was in maart 2010 in de raad gekozen en begon met haar draai in het raadswerk te vinden. Jeroen Leenders werd haar opvolger binnen de fractie. Jeroen had het voordeel dat hij vanuit de commissie Openbare Werken het klappen van de zweep reeds enigermate kende.

De bezuinigingen stonden in 2011 in de raad centraal. De aanpak waarvoor het college koos, was niet de weg die ons voor ogen stond. Wij wilden via een brede kerntakendiscussie tot een aanpak van de bezuinigingen komen, waarbij ook de bevolking van Laarbeek betrokken zou worden. De coalitie heeft dit afgewezen en de last van de bezuinigingen met name bij het ambtelijke apparaat en de welzijnssector gelegd. Laarbeek heeft de bezuinigingen vrij fors aangezet. In de begroting 2012 bleek dit zonneklaar.

Voor de CDA-fractie stonden met name naast de bezuinigingen en de never ending story van Dierenthuis de woningbouw en de ontwikkeling van Bemmer in het centrum. Laarbeek maakt op dit moment de verkeerde keuzes bij de woningbouw. De financiering van de voorzieningenclusters loopt hiermee op termijn gevaar. Dit gaat o.i. heel zwaar drukken op de nieuwe overeenkomst met de Woningstichting. MEROS heeft uiteindelijk geleid tot de aanwijzing van het BZOB-bos tot regionaal bedrijventerrein. Bemmer is niet het Groot Bemmer geworden wat wij gehoopt. Aan Bemmer IV is slechts 4 ha toegevoegd als sub-regionaal bedrijfsterrein. Gelukkig is de belangstelling voor kavels op Bemmer IV redelijk groot te noemen.

Laarbeek is heel lang een “njet-gemeente” geweest, een gemeente die zich vaak verzette tegen ontwikkelingen die op ons afkwamen. Laarbeel heeft zich lang verzet tegen De Ruit en de brug in Aarle-Rixtel moest van Laarbeek gesloten blijven. Gelukkig zien we het laatste jaar enige wijzingen van het beleid in positieve zin. Laarbeek verzet zich niet langer tegen de weg en ook rond de brug zijn er lichte verschuivingen. De sleutelrol in al deze kwesties ligt bij de grootste coalitiepartij. PNL houdt zich op deze terreinen, natuurlijk ook door interne verdeeldheid, heel gedeisd. Bij alles wat de wethouders van De Werkgroep en ABL in gevoelige kwesties doen, kijkt wethouder Biemans als waakhond over de schouder mee. Langzaam maar zeker zien we de ontwikkeling dat de waakhond de regisseur wordt. Zullen de coalitiegenoten dit accepteren?



Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 27 december 2011

        Een stuwmeer aan woningen 2



De starter heeft het altijd moeilijk gehad om een woning te verwerven. Dat is geen nieuw verschijnsel, maar iets van alle tijden. Het geldt voor tijden van woningnood, maar ook van tijden met een woningoverschot. In het eerste geval is er een gebrek aan woningen,waardoor de prijs omhoog gestuwd wordt; in het tweede is er een overschot, maar staan de voorwaarden die banken stellen, de verwerving van een eigen huis in de weg. Ook de mentaliteit van de nieuwe kopers is ondertussen wel enigszins veranderd. Was het in de vorige eeuw gebruikelijk dat de toekomstige koper eerst spaarde, de laatste decennia lijkt dit op zijn retour. De jongste generatie, groot geworden in de booming jaren van voor 2008, verwacht een onmiddellijke vervulling van de wensen. Dit gaat echter niet meer op.

In Nederland staan aan het eind van dit jaar een onvoorstelbaar groot aantal woningen te koop. De NRC becijferde dat medio december 255.992 woningen te koop stonden. De crisis op de markt is tweeledig: de prijs en de hoeveelheid. De woningmarkt zit hierdoor volledig op slot. Er is nauwelijks doorstroming meer. Hierdoor is een soort stuwmeer van bestaande woningen ontstaan en dit reservoir blijft maar groeien. Hoofdzakelijk door gebrek aan vertrouwen in de toekomst en onzekerheid over het voortbestaan van allerlei regelingen waaronder de hypotheekaftrek.

Nieuwbouw vergroot het reservoir aan woningen. Het is de vraag of dit verstandig is. Heel veel projectontwikkelaars hebben hun conclusie allang getrokken. Zij faseren, passen hun plannen aan of stappen uit als dit mogelijk is. Alleen gemeenten gaan onverdroten voort met het ontwikkelen van plannen. Hiermee vergroten zij het aanbod en maken zij de problematiek alleen maar erger. Eerst moet het stuwmeer opgelost worden en moet er het vertrouwen op de woningmarkt terugkeren. Dat dit gepaard zal gaan met een forse daling van de vraagprijs is niet meer dan logisch. Het bestaande overschot moet drastisch omlaag gebracht worden. Er moet een nieuw evenwicht ontstaan. In dit proces past geen ongebreidelde nieuwbouw.

Voor de starter ligt hier een kans. In de bestaande woningvoorraad en niet zozeer in nieuwbouw. De nieuwbouwprijzen stijgen nog steeds onder invloed van overheidsmaatregelen; de vraagprijs van bestaande woningen daalt. Als de starter voldoende gespaard heeft, kan hij nu zijn slag slaan. Hij doet het nog niet, omdat hij kieskeurig is en de voorkeur geeft aan nieuwbouw. Als de malaise nog veel langer duurt, komt hij hierop ongetwijfeld terug.



Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 26 december 2011

          Een stuwmeer aan woningen 1


Opmerkelijk is hoe we gevangen zitten in vaste patronen. Heel duidelijk is dit in de discussie over de volkshuisvesting. Signalen die van alle kanten op ons afkomen, willen we maar niet oppakken; wij blijven veelal denken in het oude bekende stramien. We hebben het idee dat als we maar op de eenmaal ingeslagen weg doorgaan, alles wel goed terecht zal komen. Ondertussen versterken wij hiermee zelf de bestaande malaise op de woningmarkt en worden we onderdeel van het probleem en niet de oplossing hiervan - wat we eigenlijk wel zouden moeten zijn.

Laat ik eens een paar knelpunten onder de loep nemen. Heel Laarbeek pleit voor starterswoningen. De Laarbeeker van enkele weken geleden met zijn artikel over Lieshout was hiervan een treffend voorbeeld. Zo sterk zelfs dat een politieke partij er meteen ongenuanceerd indook: er moet voor starters gebouwd worden; starters moeten geholpen worden met startersleningen. Het lijkt wel een dwangpsychose en een Pavlov reactie.

Natuurlijk – begrijp mij goed – ook ik vind het belangrijk dat jonge mensen zich vestigen in de dorpen. Voor het behoud van de leefbaarheid en de voorzieningen is dit een absolute must. Woningen bouwen in kleine kernen geeft de broodnodige dynamiek. Maar moet dit gestimuleerd worden door startersleningen en verergeren startersleningen voor nieuwe woningen mogelijk de malaise op de woningmarkt? Die vraag dringt zich steeds meer en meer op.

Heel veel gemeenten hebben ondertussen het fenomeen van de starterslening afgeschaft. Soms eenvoudigweg omdat ze het geld ervoor niet meer hadden, soms ook om principiële redenen. Laarbeek behoort tot de steeds kleiner wordende groep gemeenten die nog steeds startersleningen kent. De gemeente hevelt zelfs een substantieel bedrag uit de Grondnota over naar de startersleningen.

“Zolang we kunnen, zullen we startersleningen blijven geven”zei wethouder Vereijken onlangs in de Laarbeekse raad. Voor veel Laarbeekse partijen is de starterslening onaantastbaar; zij zien het als het geëigende middel om de woningmarkt weer op gang te krijgen en starters te helpen aan een woning. De starter moet in Laarbeek dan wel bouwen op grond die hij van de gemeente afneemt. Met name dit laatste wijst erop dat er ook nog andere belangen meespelen.



Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

vrijdag 23 december 2011

                         Kerstmis 2011









                Zalig Kerstmis voor iedereen


Onderweg


Een man en een vrouw gaan langs de wegen


De lucht is koud, de wind zit tegen


Geen Dickens-sfeer, geen welbehagen


En af en toe hoor je haar vragen


Met zachte stem:


Is het nog ver naar Bethlehem?


Ja, 't is nog ver naar Bethlehem


Opnieuw een jaar van vluchtelingen


Die schamel langs de wegen gingen


Opnieuw een jaar van oorlogsrampen


Van hongersnoden en van kampen


En requiem.


Is het nog ver naar Bethlehem?


Ja, het is nog ver naar Bethlehem


Van de verloren Hof van Eden


Naar de onmogelijke vrede


Zo trekt de mens over de wegen


En soms kom hij die ezel tegen


Met haar en hem


Is het nog ver naar Bethlehem?


Ja


Ja


't Is nog heel ver naar Bethlehem

Ivo de Wijs

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

P.S. De eerstvolgende weblog zal op dinsdag 27 december verschijnen

woensdag 21 december 2011

                       De Grondnota 2011


In de raadsvergadering van deze week werd ook de Grondnota 2011 behandeld. Het beeld in de Grondnota is positief: Laarbeek doet het op dit punt nog steeds redelijk goed. Met wat bijstellingen zoals een bescheiden verhoging van de grondprijs en verlenging van de looptijd van een paar plannen blijft het beeld positief. Er is zelfs ruimte om € 900.000 uit de grondexploitatie te halen voor startersleningen.

Het CDA pleitte bij monde van Tonny Meulensteen voor voorzichtigheid. We moeten ons niet rijker rekenen dan we zijn. Met name moeten wij ons bewust zijn van de risico’s in de grondexploitatie. Het CDA wees hierbij op het LOG. Wethouder Vereijken schatte dit risico aanzienlijk lager in dan het CDA. Hij had nog steeds, ook gezien recente ontwikkelingen, goede hoop dat het allemaal wel mee zou vallen. Wij als CDA zijn daar niet zo zeker van. Dit ook gezien de discussie vorige week in de Staten van Brabant en de aanvaarde moties over niet meer vee.

Voornaamste discussiepunt in de raad was de verhoging van de grondprijs met 2,6%. De VVD had een motie voorbereid om deze verhoging niet of slechts gedeeltelijk door te voeren. Hoe de VVD deze eventuele gedeeltelijke doorvoering van de verhoging zich voorgesteld had, werd overigens niet helemaal duidelijk. Ook al omdat de motie niet echt in bespreking kwam.

Na wat licht verzet van wethouder Vereijken trok de VVD haar motie vrij snel in. Naar ons idee iets te snel. Daarmee werd naar voortijdig de stekker uit de discussie getrokken. Eigenlijk was ook wethouder Vereijken niet helder in zijn beantwoording. Enerzijds zei dat hij verwachtte dat de grondprijzen in de toekomst niet veel verder meer zouden stijgen. Anderzijds zei hij ook: “Als we in de toekomst signalen krijgen dat de grondprijzen moeten zakken, dan is daar natuurlijk ruimte voor ” Met zo’n antwoord kunnen we natuurlijk niet veel. We hebben de laatste uitspraak maar opgevat als een toezegging.

De grondprijzen verdienen een uitgebreidere discussie dan woensdagavond het geval was. Bij de behandeling van de Woonvisie Laarbeek volgend jaar zal dit punt ongetwijfeld terugkomen. De discussie is overigens niet typisch iets Laarbeeks. Ook in andere plaatsen worden vraagtekens bij de prijsverhogingen geplaatst. Het meest recente voor beeld is de discussie in de Geldropse raad van deze week.



Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 20 december 2011

                               De Groene Long



Nogal wat discussie leverde een amendement op van De Werkgroep. In navolging van de zienswijze van het IVN stelden zij voor een gedeelte van de Groene Long langs het kanaal de bestemming natuur te geven i.p.v. groen. Feitelijk speelde De Werkgroep zelf door een onlogische toevoeging - alleen op gronden in eigendom van de gemeente - haar eigen amendement vakkundig kapot. Wat was er aan de hand?

In de kop van de Groene Long staan een aantal grote ontwikkelingen op stapel. Er wordt gebouwd aan het Sportcentrum Laarbeek, Laarbeek Outdoor komt van de grond en de muziektuin krijgt een grote opknapbeurt. Op deze plek zijn de gemeente en particulieren hard bezig om in dit gedeelte van de Groene Long activiteiten te ontwikkelen. Je kunt met deze ontwikkelingen gelukkig zijn of niet en je kunt het beschouwen als een welkome aanvulling op het bestaande, maar ook als een verder aantasting van de waarde van de ecologische verbindingszone die de Groene Long is.

Met name vanuit een bezorgdheid over dit laatste heeft het IVM in een zienswijze op het bestemmingsplan Beek en Donk op de kop van de Groene Long de bestemming natuur op ter leggen in plaats van de voorgestelde groenbestemming. Een natuurbescherming geeft een grotere bescherming van het milieu.

De Werkgroep volgde het idee van het IVN en stelde per amendement voor aan dit gebied de natuurbestemming te geven. Op zich misschien nog eens niet zo’n slecht idee. Om allerlei redenen amendeerde De Werkgroep haar eigen amendement goed en wel voordat het ingediend was. Zij wilde de bestemmingnatuur alleen leggen op gronden die in eigendom van de gemeente waren. Dit was een heel vreemde move. Hiermee werd het bestemmingsplan niet meer algemeen verbindend en wilde De Werkgroep iets regelen waarvoor de gemeente als eigenaar van de gronden zelf kan zorgen. Door de verwarring die De Werkgroep met haar onhandig gemanoeuvreer opriep, ging het eigenlijke voorstel ook de mist in en werd het verworpen.


Ik heb nog nooit een partij zo vakkundig haar eigen amendement kapot zien spelen.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 19 december 2011

                Bestemmingsplan Beek en Donk




Het bestemmingsplan Beek en Donk is woensdag door de raad vastgesteld. Het plan is opgesteld in het kader van de actualisering en digitalisering van alle bestemmingsplannen in Laarbeek. Maar dit is niet alles. Het aantal bestemmingsplannen voor Beek en Donk is onvoorstelbaar groot. Er zijn meer dan drie bladzijden voor nodig om ze op te sommen. Er is bij de opstelling gestreefd naar uniformiteit, overzichtelijkheid,flexibiliteit en gelijke behandeling. Wij hebben in de raad geconstateerd dat het voorliggende plan hierin goed geslaagd is.

In de raad hebben wij ook stilgestaan bij de procedure van overleg met betrokkenen. Hierbij refereerden wij aan de bestaande praktijk bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied. In de procedure bij dit plan is de wijze van vooroverleg met de betrokken heel duidelijk vastgelegd. De praktijk bij bestemmingsplannen is anders; het vooroverleg is niet geïnstitutionaliseerd en komt een beetje toevallig over. Wie niet reageert met een zienswijze, is gezien en wordt geacht in te stemmen met het plan. Helemaal van deze tijd, waarin burgers van het prille begin bij plannen betrokken zouden moeten worden, is dit niet meer. Wij blijven deze gang van zaken onbevredigend vinden, al erkennen wij dat hij conform de vigerende regels is. Een gemeente die haar burgers respecteert zou dit anders en moderner moeten doen, denken wij. Ook andere partijen deelden onze mening. Wethouder van Zeeland zegde toe dat hij bij de opstelling van het volgende komplan dit in de praktijk zou brengen. Waarvan acte.

Ook hebben wij in de raadsvergadering nadrukkelijk aandacht gevraagd voor de gelijke behandeling van burgers. Een gemeente moet o.i. pal staan voor een gelijke behandeling van haar burgers. Er mag beslist niet met twee maten gemeten worden. Wat de ene burger wordt toegestaan, moet ook een andere burger in gelijksoortige omstandigheden worden toegestaan. Idem dito, wat de ene burger geweigerd wordt, moet dat een andere burger geweigerd worden. Het principe van gelijke behandeling van iedereen moet voorop staan. De gemeente moet op dit punt de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht nemen en moet er voor waken dat zelfs de schijn van het tegendeel wordt gewekt.

Het lijkt erop dat in de responsnota op de ingediende zienswijzen soms met twee maten wordt gemeten. In de raadsvergadering hebben wij de wethouder heel uitdrukkelijk gevraagd hierover uitsluitsel te geven. Uit zijn antwoord werd het niet helemaal duidelijk. Wel gaf van Zeeland aan dat de kans op een mogelijke schadeclaim in een bepaald bij het college de doorslag had gegeven. Ons punt- aandacht voor gelijke behandeling in alle gevallen - hebben we gemaakt. Daar was het ons om begonnen.

Na de raadsvergadering heb ik wethouder van Zeeland gevraagd wanneer het plan voor de bewuste garageboxen bij de gemeente is ingediend. Het antwoord is zoals ik gedacht had: “ dit verzoek is al na de ter visie legging in een simpel verzoek op schrift bij ons neergelegd “ zo antwoordt van Zeeland. Duidelijker kan het niet.

Ik ben benieuwd of de wethouder over enige tijd weer het ambtelijke advies gaat overrulen en met een voorstel tot wijziging van de bestemming komt.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 18 december 2011

                                   Startersleningen





De raadsvergadering van vorige week woensdag zat een beetje ingeklemd tussen een gedegen afhandeling van de agenda en de viering van het koperen jubileum van wethouder Hans Vereijken. Het begin van de viering was gepland om 21.30 uur. Met wat kunst- en vliegwerk was de raadsvergadering iets over 21.30 afgelopen. Achteraf gezien was de planning niet gelukkig. De voorzitter verzekerde wel dat de punten naar behoren afgewerkt zouden worden. De werkelijkheid was een tikkeltje anders. Noodgedwongen moesten een aantal punten naar de volgende vergadering verschoven worden.

Van het mondelinge vragenuurtje werd weer eens gebruik gemaakt. Zo had PNL een beetje voorbarig mondelinge vragen aangekondigd over de vraag of er wel starterswoningen opgenomen waren in het bestemmingsplan Nieuwenhof-Noord. PNL is iets te overhaast te werk gegaan .Een klein beetje meer voorwerk had PNL kunnen leren dat de vraag overbodig was. Ook op de voorlichtingsbijeenkomst over Plan Nieuwenhof-noord was al duidelijk dat een CPO-project onderdeel van dit plan was. Ik had verwacht dat PNL bij nader inzien de keutel ingetrokken zou hebben.

Tot mijn verbazing ging PNL de vragen toch stellen. Ik vroeg mij daarbij af waarom in godsnaam. Heeft de partij soms twijfel aan de bedoelingen en de inzet van de wethouder ruimtelijke ordening? PNL ontkende dit laatste in alle toonaarden, maar kon daarmee niet alle twijfel wegnemen. Dit laatste bleek ook uit de opmerkingen van De Werkgroep. ABL koos eieren voor haar geld en roerde zich niet.

In de raadsvergadering probeerde PNL er van te maken, wat er in de gegeven omstandigheden nog van te maken viel. Erg overtuigend was het allemaal niet. Ik moest bij deze vertoning steeds denken aan een bekend Surinaams gezegde: de grote heer is met een prachtschip vertrokken en teruggekeerd in een roeibootje.

Hoe een krantenbericht een partij op het verkeerde been kan zetten. Zeker als men onvoldoende kritisch is of denkt gemakkelijk publicitair te kunnen scoren. Dan werkt het als een boemerang. Dit werd woensdagavond weer eens overduidelijk gedemonstreerd.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 15 december 2011

Intergemeentelijke samenwerking 4




Laarbeek heeft op twee fronten een intergemeentelijke samenwerking geëffectueerd. Er wordt sinds enkele jaren intensief en verregaand samengewerkt met het Werkplein in Helmond en er is een samenwerking met Gemert-Bakel. Dit is nog een pragmatische samenwerking op een aantal uitvoeringsterreinen. Een mogelijke samenwerking van Peelgemeenten wordt momenteel onderzocht.



Aan de samenwerking met het Werkplein is een uitvoerige discussie in de raad voorafgegaan; de samenwerking met Gemert-Bakel is meer het werk van de organisatie. Op het moment dat de pragmatische samenwerking geformaliseerd gaat worden, komt ook het moment dat de raad hierbij intensiever betrokken gaat worden. Dit moment lijkt te naderen. Het onderzoek naar de samenwerkingsmogelijkheden met de Peelgemeenten voltrekt zich buiten de raad om. De raad wordt hierover alleen maar geïnformeerd over de voortgang.



In de discussie over aansluiting bij het Werkplein stonden destijds twee thema’’s centraal: Kunnen wij aansluiten en toch onze beleidsvrijheid behouden en wat levert het ons op? De laatste vraag is ondertussen positief beantwoord. De aansluiting is voor Laarbeek de facto een ton goedkoper. De eerste vraag is lastiger te beantwoorden: formeel heeft Laarbeek de beleidsvrijheid behouden, maar we zien ook dat zaken binnen het Werkplein natuurlijk steeds sterker op elkaar afgestemd en gestroomlijnd worden. Is dit erg?Ik geloof van niet.



Dit soort discussies doen zich niet voor bij de samenwerking met Gemert-Bakel. Deze samenwerking is een praktische. Laarbeek en Gemert-Bakel voeren gezamenlijk een aantal uitvoeringszaken uit. Hierbij komt natuurlijk weinig beleid om de hoek kijken. De discussie is meer ingegeven door de recente bestuurlijke ontwikkelingen in Gemert-Bakel.



Over de samenwerking in de Peel wordt in de raad nauwelijks gesproken. De samenhang met de Regionale Agenda van het SRE wordt nauwelijks onderkend. Dit zal over enige tijd wel anders worden als de nieuwe structuur van het SRE vorm gaat krijgen. Dan zal ook de noodzaak van deze samenwerking veel helderder worden.



Al met al kan geconcludeerd worden dat Laarbeek de tekenen des tijds verstaan heeft en de bakens naar het bestuur van morgen uitgezet heeft. Alleen het zal een veel prominentere plaats in de discussie moeten krijgen. Hierbij zal ook de democratische legitimatie punt van aandacht moeten blijven.



Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 14 december 2011


Intergemeentelijke samenwerking 3

 


De provincie Noord-Brabant (PNB) en de Vereniging van Brabantse Gemeenten
(VBG) onderzoeken momenteel  hoe zij de slagkracht van het bestuur kunnen versterken om in de toekomst de maatschappelijke opgaven in de regio  aan te kunnen. Hiervoor hebben zij het project Krachtig bestuur in Brabant ontwikkeld. Hiermee willen zij  daaraan een bijdrage leveren door het creëren van gezamenlijke beelden over de uitdagingen voor de bestuurlijke organisatie. De eerste stap betreft het creëren van een globaal beeld van die uitdaging met de bijbehorende kansen en opgaven. Dit globale beeld – de panoramafoto – dient vervolgens als vertrekpunt voor een verdergaande nulmeting van de bestuurlijke situatie. Daarbij zullen eerst voor de vier regio’s en vervolgens voor de individuele gemeenten in Brabant SWOT’s worden opgesteld. Aan Telos is gevraagd om het globale beeld te schetsen.

Telos en de VBG onderscheiden opgaven op drie niveaus:
regionaal strategische opgaven: hoe versterken en behouden we op een duurzame manier onze welvaart;
bestuurlijke opgaven: welke taken moeten worden uitgevoerd en welkemiddelen staan daarvoor ter beschikking;
-         opgaven met betrekking tot de bedrijfsvoering: hoe richten we de bestuurlijke organisatie zo in dat taken efficiënter en doelmatiger kunnen worden uitgevoerd. Het gaat daarbij o.a. om de inzet van instrumenten zoals ICT,out sourcing en Human Resource Management.


De Agenda van Brabant formuleert de strategische uitdagingen zoals die voor de komende tijd op de provincie afkomen. Het uitgangspunt is dat Brabant om succesvol te kunnen zijn en mee te kunnen komen – ook na de schok van de  – moet blijven voldoen aan de eisen die de kenniseconomie stelt. Kennis is in toenemende mate internationaal en beweegt zich steeds vrijer over de wereld. Regio's over de hele wereld zijn in verhevigde mate met elkaar in concurrentie voor het aantrekken, vasthouden en benutten van
vernieuwende kennis. Voor Brabant als belangrijke industriële kennis- en innovatieregio betekent dit enerzijds dat kennis van buiten gemakkelijker bereikbaar wordt. Daardoor kan de eigen kwaliteit toenemen. Anderzijds kan kennis ook gemakkelijker naar elders wegvloeien en zo de eigen positie ondermijnen.

Op een aantal terreinen is samenwerking mogelijk tussen gemeenten. Daarbij kan gedacht worden aan:
het gezamenlijk uitvoeren van het HRM-management of het delen van
ambtenaren;
het delen van het uitvoeren van backoffice processen, zoals de verwerking
van belastingsaanslagen (West Brabant);
het gezamenlijk ontwikkelen of inkopen van ICT-diensten;
het inhuren van bestuursondersteuning (beleidscapaciteit) bij een andere
gemeente.
Telos en de VBG komen tot de volgende aanbevelingen
“ Bezie het bestaande bestuurlijke casco als een mogelijk
bruikbaar platform voor samenwerking
Enerzijds wordt de regionale schaal van toenemend belang als platform van
ruimtelijke ontwikkeling (cf. WRR, PBL, CPB, VROMraad). Anderzijds wordt
diezelfde regionale schaal gekenmerkt door een grotere dynamiek, multifunctionaliteit en meerschaligheid. Daarmee dringt zich onvermijdelijk het
vraagstuk op van een dynamische regionale samenwerking. Hoe maken we de
regionale schaal in bestuurlijk opzicht tegelijkertijd effectief, veerkrachtig en
democratisch gelegitimeerd? Een blauwdruk hiervoor bestaat niet, maar de
structuur van het Huis van Thorbecke biedt voldoende ontwikkelruimte. Het is van belang het openbaar bestuur zo toe te rusten dat dit in staat is om adequaat op veranderende omstandigheden in te spelen en maatschappelijk ontwikkelingsvermogen te mobiliseren. Daarvoor kan een bestuurlijk casco, waarbinnen partijen hun wederzijdse rollen en opgaven op elkaar afstemmen en elkaar aanspreken op gezamenlijke resultaten (in samenspraak met maatschappelijke partijen), een oplossing zijn.
Het regionale casco wordt op hoofdlijnen gedragen door drie typen bestuurlijke spelers: de provincie als systeemverantwoordelijke, de grotere regiogemeenten als dragers van een regionale economie/daily urban system/bedrijfsvoeringsnetwerk  en de kleinere gemeenten als vertegenwoordigers van lokale bestuurlijke, woon, werk en leefgemeenschappen. Met elkaar zullen die drie spelers het
moeten doen. Maar dan wel vanuit een gedeelde bevraging/thematisering van de werking van het regionale systeem. Het bestuurlijke casco van Brabant kan in eerste instantie gedacht worden vanuit de vier regio’s zoals die in de Agenda van Brabant zijn onderscheiden, met Brabantstad als centrale stedelijke 'backbone', met de grotere steden als schakels tussen stedelijke 'backbone' en regionaal achterland en de provincie als systeemverantwoordelijke. Dat betekent niet dat alles nu direct met iedereen  binnen de vier regio’s moet plaatsvinden. Het gevaar daarvan is dat er dan toch weer een vierde bestuurlaag ontstaat met een eigen belang. Het vastzetten van
de samenwerking in vier regio’s heeft bovendien het nadeel dat de samenwerking tussen deelgebieden en regio-overschrijdende samenwerking (zowel intra als internationaal) belemmerd wordt. Moet Waalwijk met Noordoost-Brabant gaan samenwerken of met Midden-Brabant? Kan de Peel niet ook aansluiten op Noordoost-Brabant en Greenport Venlo, dan op de regio Eindhoven?

Thematiseer de positie van de raden
De rol van de gemeenteraad in het duale stelsel is kaders stellen en controleren. Vanuit het adagium “wat goed is voor de regio, is goed voor de gemeente” zal de raad zich de vraag moeten stellen welke inhoud en vorm van regionale samenwerking in het belang zijn van de burgers en bedrijven in hun gemeente. Hoe wil de gemeente zich positioneren? Voorwaarde daarvoor is dat ook de raden inzicht hebben in het functioneren van hun gemeente in de regio. Raadsleden zouden zich een gezamenlijk beeld moeten vormen van de regio. De raden moeten nadrukkelijk aan de voorkant betrokken worden bij de doorgronding van het regionale systeem en de regionale agendavorming. Niet alleen van de bestuurlijke organisatie, maar vooral van maatschappelijke processen die zich afspelen. Het gaat daarbij om processen en ontwikkelingen in de economie in relatie tot het fysieke en sociaal culturele domein. Om kennis over het functioneren van het regionale systeem (Daily/Weekly Urban Systems, vestigingsplaatsfactoren, clustervorming). Het uitgangspunt daarbij is duidelijk: de burgers die zij vertegenwoordigen bewegen zich ook al lang niet meer louter op lokale schaal. Die burgers hebben er belang bij dat hun vertegenwoordigers zich verhouden totde regionale dynamiek waarin de eigen gemeente is opgenomen. Omwille van een gezonde arbeidsmarkt, de toegang tot robuuste natuur, energiezekerheid, bereikbaarheid, onderwijskwaliteit, etc.

4.4 Zet in op een versterking van de positie van maatschappelijke
actoren
Bestuurlijke samenwerking heeft alleen zin als het aansluit bij agenda's van
maatschappelijke partijen. Die bredere maatschappelijke samenwerking is van
oudsher een kenmerk van het Brabantse bestuur (Telos, 2009). Dat wordt in de
Agenda van Brabant ook nadrukkelijk erkend. Maar publiek-private samenwerking is lastig en vereist van overheden dat zij zicht hebben op ontwikkelingen in de markt. Een aangrijpingspunt voor het ontwikkelen van publiek-private agenda’s is het inzetten op regionale waardeketens en de bijbehorende waardecreatie door een actieve betrokkenheid bij/van maatschappelijke actoren (bedrijven, organisaties). Dat kan worden opgespoord door die maatschappelijke actoren veel nadrukkelijker te betrekken in de regionale kennis- en agendavorming. Vaak zijn
de maatschappelijke actoren (zorginstellingen, bedrijven, woningbouwcorporaties, onderwijsinstellingen) al verder in het zoeken van regionale verbanden (waardeketens) dan bestuurders. Bij het maken van de regionale foto's zou de rol van maatschappelijke actoren in de vormgeving/uitvoering van bestuurlijke agenda's nadrukkelijk aan de orde kunnen komen.”

Morgen kijk ik naar waaraan Laarbeek zich tot op heden gecommitteerd heeft


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 12 december 2011


Intergemeentelijke samenwerking 2

 

Vandaag richt ik de blik op de provincie. Ook de provincie heeft een kader ontwikkeld. Op de burgemeesterdag in oktober heeft de Commissaris van de Koningin   dit kader in grote lijnen uiteengezet. De eerst verantwoordelijke portefeuillehouder, Bert Pauli, heeft ondertussen de bedoeling van de provincie verduidelijkt. Ik citeer uit Binnenlands Bestuur van 12 november j.l.:

" De provincie Noord-Brabant wil door overleg en gesprek met de 67 Brabantse gemeenten voorkomen dat zich ongewenste defensieve herindelingen voordoen.
‘Samen uit samen thuis. Dat is onze eigen aanpak die we hebben gekozen om tot krachtig bestuur in Brabant te komen.’

De Brabantse gedeputeerde Bert Pauli (VVD) legt uit waarom de provincie de komende anderhalf jaar in gesprek met de 67 gemeenten wil vaststellen hoe de gemeenten en de provincie er voor staan. ‘We willen een flinterdunne provincie zijn die als een kleine ondernemende overheid initiatieven van gemeenten faciliteert om problemen zoals vergrijzing, woningbouwontwikkeling, regionale ruimtelijke ordening en de prioritering van bedrijfsterreinen samen aan te pakken. We hebben ook nog eens te maken met een enorme transitie van ons platteland: de verwachting is dat 50 procent van het agrarisch areaal de komende 15 jaar verdwijnt. Dat zet het leven in kleine gemeenten, maar ook in onze grote steden, onder druk.’

Om te bepalen of kleine en grote Brabantse gemeenten alle opgaven de komende jaren kunnen uitvoeren, wordt er nadrukkelijk geen bestuurskrachtonderzoek gehouden, aldus Pauli. ‘We gaan een scan maken van de provincie, van onze regio’s en van onze gemeenten of we onze opgaven in de provincie, in de regio en in de gemeente aankunnen. Dat doen we samen met bestuurders en met de Vereniging van Brabantse Gemeenten. We merken dat grenzen vervagen en dus moeten we samen kijken hoe we gemeenschappelijke opgaven kunnen uitvoeren.

In gesprek met een breed samengestelde klankbordgroep met daarin mensen uit het onderwijs, ondernemers, vertegenwoordigers van natuur-, milieu- en maatschappelijke organisaties en bestuurders willen we komen tot een Brabants Bestuursmodel dat duurzaam is en 25 jaar vooruit kan’, vertelt de gedeputeerde in zijn werkkamer van het provinciehuis in Den Bosch.

Herindeling

Een Brabants gesprek als opmaat voor herindeling? Pauli spreekt dat tegen. ‘Herindeling is geen doel op zich. Herindeling moet van gemeenten zelf komen. Maar we willen wel voorkomen dat gemeenten puur om defensieve motieven besluiten om met elkaar samen te werken. Er moet een logische samenhang zijn en daarom vinden we het ook erg belangrijk als in regionaal verband gekeken wordt wat de gezamenlijke opdrachten en taken zijn. Wij vinden dat gemeenten deel uit moeten maken van de regio en dat er in elke regio een slagvaardig bestuur moet zijn met zoveel mogelijk draagkracht.’

Han Polman, burgemeester van Bergen op Zoom en voorzitter van de Vereniging van Brabantse Gemeenten (VBG), is blij dat het provinciaal bestuur er voor gekozen heeft samen met de gemeenten eerst met elkaar te praten over de inhoudelijke opgaven voor gemeenten, regio’s en provincie. ‘De provincie deed veel zaken met de B5, de vijf grote steden in BrabantStad. Wij hebben gezegd: kijk ook naar R4, de vier regio’s in de provincie want stad en ommeland hebben elkaar nodig om strategische opgaven op het terrein van economie, ruimtelijke ordening en infrastructuur uit te voeren. Je moet dat regionaal afstemmen.’

Bestuurskracht

Het voordeel van de gekozen aanpak is volgens Polman dat het vizier niet alleen op de gemeenten is gericht, maar ook op de provincie. ‘Door te kijken wat de gezamenlijke opgaven zijn, kun je bezien hoe je de bestuurskracht van de gehele overheid kunt vergroten.’

Een ander voordeel van de Brabantse aanpak is dat gemeenten niet in het defensief kruipen. ‘Als je met een bestuurskrachtonderzoek van gemeenten begint is het nadeel dat het een soort “open-deuroefening” wordt. Gemeenten doen braaf mee, omdat het moet. Maar als het rapport eenmaal klaar is, verdwijnt het in de la. Wij hebben daarom gezegd: kijk eerst naar de inhoudelijke opgaven en dan pas naar de structuur.’

Volgens Polman is dat een effectieve aanpak, ook doordat gemeenten op tal van manier met elkaar samenwerken, in gesprek zijn en kijken hoe ze het veelvoud van bestaande en nieuwe taken het beste kunnen uitvoeren. ‘Daarom moeten we het debat met elkaar voeren om in beeld te krijgen wat belangrijke criteria zijn voor vormen van samenwerking. En daarom is het goed dat we dat gesprek niet via de hiërarchische weg voeren waarbij de provincie of de grote stad zegt hoe het moet.’

Naast de klankbordgroep worden oud-burgemeesters ingeschakeld voor het voeren van gesprekken met alle colleges en gemeenteraden. Doel is dat in het komend voorjaar voor Noord-Oost-Brabant de eerste sterkte-zwakte analyse is gemaakt. Daarna volgen de andere regio’s zodat begin 2013 aanbevelingen gedaan kunnen worden hoe de bestuurlijke slagkracht van alle gemeenten versterkt kan worden. Uitvoering van de aanbevelingen is gepland uiterlijk 2015."

Dit is nog niet alles. Telos heeft  een discussiestuk “Panorama  Krachtig Brabant Bestuur “ geschreven.

Daarover morgen meer.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 11 december 2011


Intergemeentelijke samenwerking 1


Steeds meer gemeenten werken samen om hun uiteenlopende taken goed en goedkoop te vervullen. Nog meer gemeenten willen in de nabije toekomst gaan samenwerken om hun eigen kwetsbaarheid te verminderen. Inmiddels zijn er zoveel vormen van samenwerking dat het voor gemeenten moeilijk is om te kiezen welke vorm hen past. 

Grofweg zijn er  drie hoofdvormen van intergemeentelijke samenwerking te onderscheiden : netwerksamenwerking, matrixsamenwerking en ambtelijke integratie. Vooral die laatste vorm kent met Ten Boer en de BEL-Combinatie aansprekende voorbeelden. Beide casussen lopen nu al bijna vijf jaar.

Op deze wijze wordt het nieuwste boek van Herweijer en Fraanje aangeprezen. Overal wordt aandacht besteed aan gemeentelijke samenwerking. Het item is zonder meer hot. Naast aandacht voor gemeentelijke samenwerking is er ook grote aandacht voor een onderwerp als bestuurskracht .Met name prof. Arno Korsten geldt als de uitgesproken autoriteit op dit terrein.

Gezien de grote aandacht voor deze onderwerpen kun je deze ontwikkeling niet meer afdoen als een bevlieging van de dag die wel weer zal overwaaien. Het wordt de hoogste tijd voor om er serieus bij stil te staan en ook als gemeente Laarbeek een standpunt te bepalen. Ook Laarbeek ontkomt er niet aan en heeft ondertussen ook al de eerste stappen gezet in deze richting. Denk maar aan de invulling van de samenwerking met Gemert-Bakel en het onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden met de Peelgemeenten. 

Ondertussen staan de ontwikkelingen niet stil. Het kabinet Rutte-Verhagen heeft begin november 2011 de nota “ Bestuur- Bestuurlijke inrichting. Tegenstellingen met elkaar verbinden” laten verschijnen.  Deze nota van minister Donner heeft vooral aandacht gekregen door de voorstellen met betrekking tot de Randstadprovincie. De blauwdruk voor de bestuurlijke inrichting van  Nederland heeft veel minder de aandacht getrokken. Toch is dit onderdeel voor gemeenten van het hoogste belang.

Het kabinet wilt de bestuurlijke inrichting van Nederland concreet als volgt aanpassen:
                         
“ De overheid compact maken –niet alleen bij het Rijk, maar ook bij medeoverheden. Het gaat daarbij zowel om de omvang als het functioneren van de overheid.

De bestuurlijke inrichting versoberen en de omvang van bestuursorganen beperken. Het netwerk van bestuurlijke relaties moet worden vereenvoudigd en het aantal knooppunten beperkt. Uitgangspunt is een bestuurlijke inrichting die bestaat uit twee niveaus van algemeen bestuur naast het Rijk. Daartoe wordt de wettelijke regeling van deelgemeenteraden en van de WGR-plus ingetrokken. Het kabinet komt met een voorstel om de waterschapsbestuurders indirect door gemeenteraden te laten verkiezen. Daarnaast kan bij overheden het aantal bestuurders fors worden verminderd.

Duidelijke profielen van bestuurslagen hanteren. In het kader van het streven naar een compacte en slagvaardige overheid is het zinvol om de samenhang tussen het handelen van verschillende bestuursorganen te versterken. Dat doet het kabinet door de verschillende soorten van bestuur een duidelijker profiel te geven.

Taken en verantwoordelijkheden decentraliseren en helder beleggen. Bij de verdeling van de publieke taken geldt het uitgangspunt: decentraal wat kan, centraal wat moet. In dat licht wordt een groot aantal verantwoordelijkheden overgedragen aan een andere bestuurslaag. Door de decentralisatie van taken worden de profielen van de verschillende bestuurslagen versterkt.

Herindeling alleen van onderop tot stand laten komen. Het kabinet ziet grootschalige herindeling niet als oplossing voor het schaalprobleem dat zich op sommige terreinen in de uitvoering van taken voordoet. Voor het kabinet blijft het uitgangspunt dat herindeling een geëigend instrument kan zijn, maar dat deze ‘van onderop’ tot stand komt. Het Beleidskader gemeentelijke herindeling is inmiddels in de Tweede Kamer (5 oktober 2011) besproken.

De samenwerkingspraktijk en regionalisering ondersteunen. Het kabinet wil de uitvoeringskracht van gemeenten vergroten door de huidige samenwerkingspraktijk versterken en verbeteren. Naast het spoor van gemeentelijke herindeling van onderop is er een tweede spoor; verbeterde vormen van intergemeentelijke samenwerking. Op de decentralisaties rond Werken naar vermogen en Jeugdzorg dienen gemeenten met een voorstel te komen voor een landsdekkende invulling van deze intergemeentelijke uitvoering, die ingaat met ingang van de decentralisatie. Verder zal een voorstel worden gedaan om de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) te wijzigen, om de (werking van) publiekrechtelijke samenwerking te verbeteren. Daarnaast wordt bekeken of het mogelijk is om de begrotingsprocedure van gemeenschappelijke regelingen aan te passen om gemeenteraden meer greep te geven op het vaststellen van de begroting.

De bestuurlijke samenwerking in de Randstad versterken. Een samenhangende aanpak van een aantal maatschappelijke opgaven bijvoorbeeld op het terrein van mobiliteit, onderwijs en innovatie, economie, ruimtelijke ordening natuur en cultuur is nodig. Het kabinet wil dat gemeenten en de provincies in de Randstad tot een gezamenlijke werkwijze moeten komen voor het verstedelijkte gebied. Het kabinet zet in op: een hechtere samenwerking tussen de gemeenten onderling en met de provincies en de opschaling van provincies in de Randstad en de realisering van een infrastructuurautoriteit op de vleugels van de Randstad. Het kabinet kiest daarbij voor een aanpak die aansluit bij reeds aanwezige dynamiek en zich bij voorrang richt op de meest urgente knelpunten.

Nieuwe vormen van betrokkenheid en burgerschap mogelijk maken. Er wordt ingezet op het versterken en verruimen van betrokken burgerschap. Het gaat dan om het vormen van zelfbeheer in wijken en dorpen van publieke voorzieningen of zelfbestuur bij het inrichten van de openbare ruimte.

Meer aandacht besteden aan de gevolgen van EU-beleid voor decentrale overheden. Het high level network on governance, opgericht door Nederland, wordt versterkt. Nederland zal een werkagenda voor dit netwerk presenteren, waarmee een kopgroep van lidstaten namens het network een dialoog voert met de Commissie over nieuwe commissievoorstellen met gevolgen voor de medeoverheden.

Met deze verbeteringen zet het kabinet stappen naar een bestuur en bestuurlijke inrichting in Nederland die bijdraagt aan het goed functioneren van de maatschappij en economie. De focus ligt in deze visie op de doelmatige verdeling van de overheidstaak. Voor een krachtige, kleine overheid is het daarnaast eveneens van belang dat we de discussie voeren over de vraag wat nu wel en niet overheidstaken zijn. Die discussie zal het kabinet de komende jaren actief voeren. ”

Maar dit is nog niet alles. Ook de provincie laat zich de laatste maanden op dit terrein niet onbetuigd.

Daarover morgen meer.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 8 december 2011


Starterswoningen


Jan Dekkers reageerde in De Grote Klok op het artikel in het ED, waarin aangekondigd werd dat PNL op 14 december in de raadsvergadering mondelinge vragen gaat stellen over het ontbreken van starterswoningen in het bestemmingsplan Nieuwenhof-Noord. Het feit dat de vragen in de openbaarheid worden gebracht op de dag dat er een voorlichtingsbijeenkomst plaats vindt,geeft natuurlijk te denken. Als PNL zich beter geïnformeerd had of de voorlichtingsbijeenkomst had afgewacht, waren de vragen niet nodig geweest. Misschien heeft PNL met deze vragen ook nog een andere bedoeling. Dit zullen we volgende week in de raadsvergadering dan wel merken.

Op De Grote Klok schrijft Jan Dekkers dat PNL zich sterk maakt voor meer starterswoningen in Lieshout. Op zich een goede zaak constateert hij, want in veel dorpen moet de jong volwassenen wel het dorp uit om woonruimte te kunnen vinden. De huizen in het dorp zijn over het algemeen veel te duur, er is geen geschikt huis te vinden, goedkope huurhuizen zijn er niet en men krijgt nauwelijks een hypotheek van de bank voor de aankoop van een huis. Maar dit is niet een probleem van Lieshout zo vervolgt hij: “waarmee ik maar gezegd wil hebben dat Aarle-Rixtel al heel lang kampt met dit probleem. Het dorp Aarle-Rixtel heeft niet zomaar de hoogst gemiddelde leeftijd van zijn inwoners van alle kernen in Laarbeek. En als je hier nog genuanceerder naar kijkt, zie je dat verhoudingsgewijs de groep mensen in de categorie 25 tot 40 jaar onder vertegenwoordigd zijn.
Dat PNL zich daarover nu druk maakt vind ik wel vreemd.”

Dekkers heeft hiermee m.i. een punt. Hij vergeet echter PNL te herinneren aan haar eigen coalitieakkoord, waarin staat dat er in alle kernen starterswoningen moeten komen. Dit moet m.i. structureel een onderdeel zijn van elk bestemmingsplan.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 7 december 2011


Voorlichtingsbijeenkomsten


Vorige week was er in het Gemeentehuis een voorlichtingsbijeenkomst over de inrichting van de Bosscheweg in Beek en Donk; een week eerder was dit plan al gepresenteerd aan de commissie. Gisteren  werd er in het  Dorpshuis voorlichting gegeven over de plannen met betrekking tot Nieuwenhof-Noord. 

Voor de renovatie van de Bosscheweg heeft het college ruim € 1,6 miljoen uitgetrokken. De uitvoering wordt in drie fasen op gesplitst. De discussie over nieuwe inrichting van de weg loopt allang. Al in 1997 zijn afspraken met Rijkswaterstaat gemaakt over het afbreken van de brug; in 2005 heeft de raad ingestemd met de visie Bosscheweg – Kanaaldijk. De huidige weg voldoet niet aan de functie die de weg nu heeft. Dit wordt nu aangepast. Ik vraag me alleen af of de gemeente zich voldoende rekenschap heeft gegeven over de toegang tot Bemmer IV. We nemen wel heel gemakkelijk aan dat er een afslag Bremmer IV komt op de N279, maar voor mij is dit nog niet zo zeker. Rijkswaterstaat is immers om begrijpelijke redenen allerminst scheutig met het aanleggen van afslagen.

In de Laarbeeker van vorige week  kwamen n.a.v. het bestemmingsplan Nieuwenhof-Noord  twee Lieshoutenaren aan het woord. Niels van Vijfeijken en Rick van de Mosselaar beklaagden zich over de woningbouw in Lieshout. “ Onze generatie dreigt uit Lieshout te verdwijnen omdat ze de mogelijkheid niet heeft hier te blijven.” lieten zij Wim Poels optekenen. Hun noodkreet is niet helemaal ten onrechte. Hopelijk brengt Nieuwenhof-Noord hen enig soelaas. Voor PNL was dit aanleiding om schriftelijke vragen aan het college over starterswoningen in dit bestemmingsplan te stellen. Di tleek mij een beetje voorbarig. Volgens mij ging het feitelijk in het artikel hier ook niet om, maar veelmeer over het feit dat het allemaal zolang duurt voor er in Lieshout weer gebouwd kan worden.

Het noodgedwongen wegtrekken van de jeugd uit de dorpen is niet een probleem van Laarbeek alleen. Het speelt overal. Recent concludeerde het CBS dat met name jonge vrouwen wegtrekken uit dorpen. In de regel zijn zij hoger opgeleid dan de jongens. Zij trekken weg omdat zij hier geen passend werk kunnen vinden. Dit zou wel eens kunnen betekenen dat we meer dan tot nu toe als gemeente moeten proberen hoog gekwalificeerde arbeid aan te trekken. In dit opzicht sprak een opmerking in het artikel van woensdag j.l. in het ED over het kappen van BZOB-bos in Helmond boekdelen:

“ Grotere bedrijven zullen op termijn op de plek van het BZOB-bos terecht kunnen. Daarvoor wil het Helmonds college opnieuw in overleg met de gemeente Deurne. Een deel van het bos (zeven hectare) heeft nu al de bestemming bedrijventerrein. Het college wil liever niet de uitbreiding in Beek en Donk omdat dit te ver weg van Helmond ligt en daarmee te weinig impuls zal geven aan de lokale werkgelegenheid. ”

Helmond heeft het helemaal door. En Laarbeek?

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 6 december 2011


Postkantoortje






De gemeente heeft het pand van PostNL op het Piet van Thielplein kunnen aankopen. Volgens mededelingen van de gemeente zal er pas na 2013, als POSTNL vertrokken is ,worden besloten wat er met het pand gaat gebeuren. Alle tijd dus om rustig na te denken wat de beste  oplossing is.

Eerste idee is natuurlijk het plein helemaal open te gooien en de winkels aan de Koppelstraat bij  het Piet van Thielplein te betrekken. Is dit dé oplossing? Of moet het alleen maar een parkeerplaats zijn voor het winkelende publiek? Ik weet het niet. Ik ben benieuwd naar welke ideeën nu weer  ontwikkeld worden om van het Piet van Thielplein een bruisend plein te maken.

Waarom worstelen we al zolang met dit plein? De ene renovatie na de andere heeft niet tot op heden niet de definitieve gebracht. Laat de nieuwe Dorpsraad zich hier eens over buigen. Voor de Dorpsraad is het een heel mooi onderwerp om zich te profileren.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 5 december 2011

Een signaal vanuit De Grote Klok


Ik citeer vandaag een stukje uit De Grote Klok van een paar dagen geleden. Commentaar is niet nodig. Er is duidelijk een grote behoefte aan informatie over de doelstellingen van deze samenwerking. Het stukje spreekt voor zichzelf.

| 01 December 2011 | 09:16:56
http://degroteklok.punt.nl/assets/trans.gif
Samenwerking met Gemert-Bakel

In het ED van vandaag 1/12/11 wordt melding gemaakt van een grootschalige samenwerking tussen Laarbeek en Gemert-Bakel.
Het gaat daarbij kennelijk om samenwerken op het gebied van de bedrijfsvoering en het strategisch personeelsbeleid.
Nog afgezien van de timing ( Gemert- Bakel staat voor een paar fikse opgaven zoals inkrimping van de formatie, een ingrijpende organisatiewijziging, cultuuromslag op basis van de bingrapportage en fikse bezuinigingen) is het de vraag of hier de juiste keuzes worden gemaakt.
Laarbeek heeft alles prima op orde, althans zo laat het bestuur dat op elke gewenst moment graag horen. Van Gemert-Bakel kun je dat- op zijn zachtst gezegd- niet zeggen.
Echter, is deze samenwerkingoperatie publiekrechtelijk wel juist.
Er is weliswaar geen sprake van een bestuurlijke herindeling maar het lijkt er verdacht veel op.
Er is in ieder geval sprake van een operationele herindeling.
Wat is hier aan de hand?
Het waarborgen van continuïteit en kwaliteit?
Dat geldt hoogstens voor een enkel taakveld waar relatief weining formatie voor beschikbaar is ( eenmansfuncties of iets meer).Is hier sprake van een verborgen agenda?
Bij de raadsstukken vind je niets terug over de formalisering van deze samenwerking, terwijl dat zeker zou moeten.
(Shared off,gemeenschappelijke regeling, enz?
Betreft het hier onwetendheid van de raad of vindt men het allemaal wel goed zo?


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 4 december 2011


Dorpsraad Lieshout


Het werd uiteindelijk een beetje een vergadering in mineur, de  vergadering van de Dorpsraad Lieshout vorige week woensdag in het Dorpshuis. Eigenlijk was dit niet geheel terecht en al zeker niet als je in  ogenschouw neemt wat de Dorpsraad Lieshout in de korte tijd van haar bestaan al voor elkaar heeft gekregen of waarmee ze bezig is. Er is meer reden om trots te zijn op wat de Dorpsraad in de picture heeft gezet  dan te klagen over gebrek aan medewerking en erkenning.

Natuurlijk de opkomst woensdagavond was teleurstellend, maar gezien het aantal  stoelen dat klaar gezet was, had de Dorpsraad zelf ook niet op veel meer belangstelling gerekend. En natuurlijk, het is vervelend als de gemeente haar beloftes over het tijdig betrekken en tijdig verschaffen van informatie niet goed nakomt. In zo’n geval moet je niet mokken, maar zelf de handen uit de mouwen steken en nog actiever de gemeente achter haar broek zitten en haar dwingen  om het beloofde na te komen.  Zo zet je de Dorpsraad nog meer op de kaart.

Ik geloof overigens niet dat het gebrek aan communicatie door de gemeente een kwestie van onwil is. Het is eerder een zaak van onachtzaamheid. Het is vreemd, maar iedere keer blijkt weer opnieuw dat de gemeente essentiële zaken als mensen tijdig informeren in de hectiek van alle dag vergeet. Dit kun je alleen maar veranderen door er voortdurend bovenop te blijven zitten. De gemeente gewoon iedere keer met de feiten confronteren is het enige wat op de duur helpt.

Met de vergadering van de Dorpsraad vorige week was niets mis mee. In snel tempo werden de onderwerpen besproken waar de raad zoal mee bezig is. Mijn advies aan de Dorpsraad is bij een volgende vergadering een paar presentaties in  te voegen. De voorstellen van de VVN voor verbetering van het fietsverkeer kwamen woensdagavond onvoldoende uit de verf. Er had meer ingezeten om een groter  draagvlak en backing te krijgen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 1 december 2011


Commissie Algemeen Beheer


In de commissie kwam de Grondnota 2011 vorige week aan de orde. Via de Grondnota proberen wij inzicht te krijgen in de grondexploitatie van de gemeente en de positie van Laarbeek hierin in vergelijking met andere gemeenten.

Wij zien overal op de woningmarkt grote misère en gemeenten die flinke verliezen moeten nemen. Dit alles lijkt aan Laarbeek voorbij te gaan. Gelukkig maar.

Laarbeek heeft in het verleden weinig of geen riskante grondposities ingenomen.Het wijkt hiermee in positieve zin af van het gebruikelijke beeld in gemeenteland, waarin  de grondexploitatie als melkkoe fungeerde.. De Grondnota is positief, zelfs na verlenging van de looptijd van een aantal uitbreidingsplannen naar 2030. Risico’s blijven er natuurlijk wel. Wij denken hierbij vooral aan het LOG-gebied en de voorzieningenclusters.

Het college stelt voor de grondprijzen met 3% te verhogen. Verschillende partijen zetten hier vraagtekens bij.

De ontwikkelingen in De Beekse Akkers verlopen naar tevredenheid. Jammer is natuurlijk dat de ontwikkelaar zich door de gewijzigde marktomstandigheden gedwongen  heeft gezien de ontwikkelingen in “ de kop van de Beekse Akkers “ voorlopig stil te leggen , voor vijf jaar. Het plan zal dus voorlopig een onafgewerkt beeld opleveren. De gemeente zelf gaat kijken naar een afronding van het plan na de 1e fase. Jammer,maar het kan moeilijk anders op dit moment.

Wat Tonny Meulensteen in de commissie Algemeen Bestuur ook probeerde, hij kreeg de commissie niet mee om de criteria voor de uitgifte van bedrijfskavels enigszins aan te passen en te verruimen. Het was in alle opzichten een kansloze missie. Het enige bescheiden resultaat van dit CDA-initiatief was dat er de toezegging kwam dat als de uitgifte van kavels op problemen zou stuiten, het college met voorstellen naar de raad zou komen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 30 november 2011


Gemeentelijke samenwerking


Dinsdag vroeg de burgemeester mij om als waarnemend raadsvoorzitter de raadsbijeenkomst over bestuurlijke samenwerking van donderdag voor te zitten. Aangezien het een onderwerp is dat tot de portefeuille van de burgemeester behoort, leek het hem beter dat de wrnd raadsvoorzitter de bijeenkomst zou leiden. Aangezien ik me daarbij wel iets kon voorstellen heb ik zonder meer ja tegen het verzoek gezegd, al realiseerde ik me dat er daardoor weinig ruimte zou zijn voor mijn eigen inbreng. Eigenlijk vond ik dit jammer, temeer daar we in de fractie deze raadsbijeenkomst niet hebben voorbereid. Voor een stuk komt dit ook omdat wij de status van de bijeenkomst anders hadden ingeschat: meer als een informatieve bijeenkomst en minder als een opiniërende. Het telefoontje van de burgemeester maakte mij ineens duidelijk dat dit laatste de bedoeling was. Een heel stuk minder vrijblijvend dan ik in ieder geval had aangenomen.

Bij de voorbereiding van de vergadering vandaag viel mij op hoe weinig voorwerk er voor deze bijeenkomst gedaan was. Er was geen agenda, er lagen geen stukken ter inzage. Er waren alleen een tweetal aankondigingen in de Raadsinformatiebrief die meer over de datum van de bijeenkomst gingen dan over de inhoud. Uit het verslag van het Presidium van 26 sept bleek het te gaan om een besloten raadsbijeenkomst over de samenwerking met Gemert-Bakel. In de presidiumvergadering van 19 okt werd er een nieuwe datum voor de bijeenkomst gezocht, omdat de gemeentesecretaris op de gekozen dag verhinderd was. Later werd de afgesproken datum nog een keer door het Presidum gewijzigd in de datum 1 december. Dus zo urgent was het klaarblijkelijk allemaal ook weer niet.

De eerste aankondiging had mijn al enigszins verrast. Nog niet zolang geleden heeft de raad immers ook in beslotenheid gesproken over de samenwerking met Gemert-Bakel. Zo’n snel vervolg lag op basis van de inhoud van deze bijeenkomst niet in de rede. Wel kon ik mij voorstellen dat het college de raad uitvoeriger wilde informeren over de samenwerking in De Peel. Maar daarover werd dan weer helemaal niet gerept. Verrassing dus wat er aan de orde zou komen.

Om een vergadering te leiden waarvan de voorzitter de inhoud niet kent, me een wat een wat hachelijke onderneming lijkt, zal ik morgen dan toch maar op verkenning gaan. Voor mij zelf heb ik wel wat ideeën waar het donderdagavond over zou moeten gaan, maar of dat ook de bedoeling is, vraag ik mij af.

In ieder geval, zoals het er nu naar uitziet, de voorbereiding is belabberd.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 29 november 2011


Commissievergaderingen

Alle commissies vergaderden vorige  week. Er waren twee presentaties. In BOR over de aanpassing van de Bosscheweg; in MO over de plannen van de Zorgboog. In de media zijn over beide presentaties goede verslagen verschenen. Over de plannen van De Zorgboog heb ik vorige week  ook al geschreven.


De belangrijkste bespreekpunten  waren het bestemmingsplan Beek en Donk in de commissie RO en Bemmer IV en de Grondnota in de commissie Algemeen Bestuur.

Maar liefst vier insprekers verschenen over het bestemmingsplan Beek en Donk  voor de commissie RO. Hun verhalen klonken over het algemeen heel redelijk.

Verschillende commissieleden van RO constateerden dat de gemeente in dit bestemmingsplan niet overal dezelfde lijn volgde. Het lijkt er op dat de gemeente uitgaat van een aantal algemene principes; ze ook wil verwezenlijken,maar ze zet deze niet door als in het vooroverleg eigenaren hiertegen protesteren. De gemeente is dan vrij snel geneigd met de eigenaar mee te gaan. Dit verbreekt de eenheid in het plan. Als er geen reactie van de  eigenaar komt, handhaaft de gemeente de gemaakte keuze. Zo ontstaat een zekere scheefheid in het bestemmingsplan.

In de commissie werd terecht gewezen op het verschil van handelwijze bij de vaststelling van het plan buitengebied en dit komplan. Bij het plan buitengebied overlegde de gemeente vooraf met de eigenaars. In het komplan moest het initiatief van de eigenaren komen. Zij hadden het maar net toevallig  gezien moeten hebben. Dit is natuurlijk een onbevredigende situatie. Het werkt bovendien ongelijkheid in de hand.

Wethouder van Zeeland beloofde nog een keer te kijken naar de gesignaleerde gevallen .Ik ben benieuwd naar wat dit gaat opleveren.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185