dinsdag 31 januari 2012


Bevolkingsprognose Brabant


Zowel Laarbeek als de provincie Noord-Brabant kwamen onlangs met positieve groeicijfers. In De Laarbeeker meldde het college dat de Laarbeekse bevolking in 2011 met 74 personen gegroeid was. Abusievelijk schreef de gemeente 2012 waar natuurlijk 2011 bedoeld was. Laarbeek komt hiermee uit op een inwoneraantal van 21.611. Dit is voor het eerst weer een stijging na 2006. In absolute aantallen is dit nog altijd minder dan in de eerste jaren van het bestaan van Laarbeek.

De cijfers die de gemeente in De Laarbeeker van vorige week publiceerde tonen ook aan dat de ontgroening nog steeds onafgebroken doorgaat. Het aantal inwoners beneden de 40 jaar is in 2011 opnieuw gedaald. Dit is een veeg teken, waarop als het enigszins kan een antwoord gevonden moet worden. Het CBS heeft hier al eerder opgewezen. Het zijn vooral jonge, goed opgeleide vrouwen die de dorpen verlaten.

Ook de provincie kwam deze week met een positief bericht: de Brabantse bevolking stijgt harder dan eerder gedacht werd. De langere levensduur en de komst van arbeidsmigranten zijn de voornaamste oorzaak voor deze groei. Om de bevolking op te vangen moeten er in Brabant tot 2025 zeker 130.000 woningen bijkomen. Brabant gaat pas na 2031 krimpen, een paar jaar later dan eerder aangenomen werd.

Uit de provinciale cijfers blijkt dat Laarbeek zal groeien naar 21.930 inwoners in 2025 en vervolgens dalen naar 21.800 in 20.30. Laarbeek blijft hiermee achter bij de gemiddelde groei in Brabant (101,9 tegen 103.7% ).In de periode 2011-2024 moet Laarbeek 1080 woningen bouwen om iedereen een dak boven het hoofd te geven. Dit aantal ligt in de lijn van het bouwvolume, waarvan Laarbeek uitgaat. De Woonvisie Laarbeek gaat uit van gemiddeld 72 woningen per jaar. Dit spoort redelijk goed met de provinciale prognose.

Voor wie het rapport van de provincie in zijn geheel wil na lezen KLIK HIER .

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 30 januari 2012


Een incomplete honderdkilometerweg


Gedeputeerde Staten hebben de afgelopen tijd diverse alternatieven onderzocht voor de verbreding van de N279 Noord (’s-Hertogenbosch –Veghel). Hun voorkeur gaat uit naar het alternatief met 2 x 2 rijstroken, maximaal 100 kilometer per uur en ongelijkvloerse aansluitingen. Dit staat in het voorstel van GS aan de commissie voor mobiliteit en financiën. De commissie zal de PIP ( Provinciaal Inpasssingsplan ) op 20 febr. a.s.bespreken.

De afweging voor het besluit staan in het voorstel omschreven. De minister van Infrastructuur en Milieu heeft te kennen gegeven geen middelen ter beschikking te hebben voor de volledige realisatie van het 100 km/u alternatief met de ongelijkvloerse aansluitingen op de A2 en de A50. Daarom heeft GS gekozen voor het 100 MIN (B1) zodat zo snel mogelijk verbetering kan worden gerealiseerd. Dit alternatief biedt een robuuste oplossing tot circa 2030.
Uiteindelijk heeft GS op louter financiële overwegingen gekozen voor deze incomplete honderdkilometerweg ( de 100 MIN –variant ) met stoplichten bij de aansluitingen op de A50 en de A2 en industrieterrein De Brand. Hierdoor blijft de financiële ruimte voor de andere infrastructurele projecten, waaronder de noordwest verbinding behouden.

Voor de Noordwestcorridor zijn er hierdoor voldoende midden behouden. Uit onderstaand staatje blijkt dit. Dit staatje is in meer dan een opzicht interessant.

Project                                Provincie       Derden                Totale kosten

Noordoost corridor             450             371,5 + p.m.         815 - 1.300
Grenscorridor N69               84               70 + p.m.            220 -   250
Verbreding N279 Noord      186                p.m.                  120 -   300
Apparaatskosten                30                   -                       30

Totaal                            750             441,5 + p.m.        1.185 - 1.880


 

Het voorkeursalternatief is uitgewerkt in het voorontwerp provinciaal inpassingsplan (PIP). Dat wordt ter inzage gelegd samen met de andere stukken zoals het concept milieueffectrapportage (MER). De stukken komen binnen afzienbare termijn ter inzage. Daarover komen publicaties in dag- en weekbladen en op deze website.

Het volledige voorstel van GS staat HIER .Voor de kaart  klik Hier

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 29 januari 2012


Hervorming woningmarkt noodzakelijk

 

“ Als de woningmarkt niet snel wordt vlotgetrokken, glijdt ook de arbeidsmarkt verder af: die wordt dan minder efficiënt en werknemers minder mobiel.”Deze waarschuwing komt van de hoogste ambtenaar op het ministerie van economische zaken, landbouw en innovatie, Chris Buijink, in zijn nieuwjaarsartikel voor het vakblad Economisch Statistische Berichten (ESB).

"Beslissingen over wonen en werken worden zelden onafhankelijk van elkaar genomen", schrijft Buijink (57). Met een op slot zittende woningmarkt betekent dit, dat werkende huiseigenaren zich vastklampen aan zowel huis als baan, en weigeren te verhuizen naar banen waar ze productiever kunnen zijn.

Structurele hervormingen in woning- én arbeidsmarkt zijn volgens Buijink nodig om Nederland weerbaar te maken. Concreet adviseert Buijink onder meer om de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting bij het kopen van een huis een permanent karakter te geven. Op 1 juli vorig jaar verlaagde het kabinet die belasting van 6 naar 2 procent, maar de regering zei erbij dat  slechts voor de duur van een jaar zou zijn. De maatregel was bedoeld om het kopen van een huis aantrekkelijker te maken en de koop van een huis te stimuleren.

"Bij een overdrachtsbelasting van 6 procent moet de werknemer in zijn nieuwe baan liefst 12 procent meer gaan verdienen om binnen negen jaar de overdrachtsbelasting terug te verdienen", schrijft Buijink. Is die belasting 2 procent, dan bedraagt die terugverdientijd slechts drie jaar.

Het jaarlijkse ESB-artikel van de secretaris-generaal op het ministerie van economische zaken - een traditie sinds 1957 - geldt als gezaghebbend en richtingbepalend. Wat Buijink betreft, staat of valt de slagkracht van de economie bij drie maatregelen: modernisering van de arbeidsmarkt, afbouw van de hoge (hypotheek)schuld van huishoudens en beheersing van de zorguitgaven.

Over de heetste aardappel in de Haagse politiek van dit moment - de hypotheekrenteaftrek - laat de topambtenaar zich in het artikel niet uit. Buijink vindt het belangrijker dat de torenhoge particuliere hypotheekschuld snel afneemt, want 'de hoge schuld van huishoudens belemmert een efficiënte werking van de Nederlandse economie'.

Die private schuld van 130 procent van het bruto binnenlands product is slecht voor bedrijven en banken. Die banken hebben bergen geld uitstaan bij particuliere huizenbezitters, geld dat niet beschikbaar is voor leningen aan bedrijven.

"Huishoudens moeten daarom worden gestimuleerd om af te lossen gedurende de looptijd van hun hypotheek. Een snelle beslissing op dit terrein is geboden om onnodige onzekerheid op de Nederlandse huizenmarkt te voorkomen."

Wat de arbeidsmarkt betreft, stelt Buijink voor om de hoogte van de WW stapsgewijs te verlagen, zodat werklozen eerder worden geprikkeld om een nieuwe baan te zoeken. "Nederland kent internationaal gezien een relatief hoge werkloosheidsuitkering en lange werkloosheidsduur."

In zijn nieuwjaarsartikel van twee jaar geleden morrelde Buijink ook al aan de WW, al was hij toen vooral kritisch over het fenomeen dat ouderen bij ontslag hun WW-uitkering als voorportaal van hun pensioen beschouwden.

Ook hervormingen in de zorg zijn volgens Buijink essentieel. Een kleine eigen bijdrage voor elk huisartsbezoek zou al een enorme kostenbesparing opleveren. Voor wat betreft de langdurige (niet-genezende) zorg vraagt Buijink zich af 'waarom mensen kosten zoals huisvesting, voeding of vervoer (deels) vergoed krijgen, terwijl zij (een deel van) die kosten bij goede gezondheid wel zelf zouden dragen.'

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 26 januari 2012


Landbouwgrond verandert in asfalt en beton

 


Wie landbouwgrond wil behouden moet zich niet richten tegen nieuwe natuur maar tegen de bouw. Staatssecretaris Bleker (landbouw) houdt de natuurorganisaties voor dat er 'geen hectare vruchtbare landbouwgrond meer wordt opgeofferd', maar hij kan zich beter richten tot Bouwend Nederland. Meer dan tachtig procent van de 85.000 hectare landbouwgrond die tussen 1996 en 2008 een andere bestemming kreeg, werd woonwijk, bedrijventerrein of verkeersknooppunt.

Volgens het Landbouw Economisch Instituut (LEI), dat op verzoek van Trouw de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) analyseerde, is er in die periode slechts 7000 hectare landbouwgrond in natuur omgezet, en is 8000 hectare gebruikt als waterberging.

De CBS-cijfers over bodemgebruik worden bepaald aan de hand van luchtfoto's en wijken daardoor iets af van zogeheten landbouwtellingen. De gegevens dáárvoor worden aangeleverd door de boeren zelf, en die tellen alleen de productiegrond, dus niet de erven en wegen.

Ondanks deze verschillen, blijft de conclusie overeind dat verreweg de meeste grond die wordt onttrokken aan de landbouw, wordt omgezet in zogenoemde 'rode bestemmingen', zegt onderzoeker Tom Kuhlman van het LEI. Hij betrok ook analyses van grondtransacties bij zijn onderzoek. Zijn conclusie staat haaks op die van de staatssecretaris, die juist stelt dat de natuurorganisaties aan de boerengrond knabbelen.

Kuhlman maakt ook een einde aan de mythe dat 'vruchtbare' landbouwgrond voor natuur wordt geofferd. Juist relatief marginale gronden krijgen een natuurbestemming, terwijl bij de uitbreiding van steden of de aanleg van wegen helemaal niet naar de kwaliteit van de landbouwgrond wordt gekeken.

De term 'waardevol' die de boerenlobby aan landbouwgrond koppelt, is volgens de onderzoeker ook niet op zijn plaats. "De toegevoegde waarde die per eenheid grond gerealiseerd kan worden, is buiten de landbouw altijd veel hoger dan daarbinnen", aldus Kuhlman.

Aan de mythe dat Nederland landbouwgrond moet behouden om in tijden van crisis zelfvoorzienend te zijn, maakt de onderzoeker definitief een einde. We kunnen op dit moment zoveel produceren omdat we gebruik kunnen maken van geïmporteerde kunstmest en veevoer. Komt die import stil te liggen, dan valt binnen enkele maanden ook de Nederlandse landbouwproductie stil.

Overigens zijn er volgens Kuhlman zeker ook argumenten voor het koesteren van landbouwgrond. Nederlanders recreëren graag in het buitengebied, en het cultuurlandschap (waartoe ook landbouwgrond behoort) is populair. Dit terwijl het beheer ervan de overheid amper iets kost.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 25 januari 2012


Zet die sentimenten overboord!

 

Op het Helmondblog van het ED schreef John Graat een opvallend stukje. Het ging over heel veel zaken. Directe aanleiding was de discussie in  Helmond over het Speelhuis . De voorzitter van Helmond Sport en de directeur van het Speelhuis keken wat verder dan de Helmondse neus lang is. De boodschap was duidelijk: denk niet te lokaal, maar probeer elkaar als Helmond en Eindhoven aan te vullen.

“Het zijn behartigenswaardige woorden” schreef Graat”. “Maar ze brengen vooral veel Helmonders onmiddellijk in alle staten. De sentimenten komen bovendrijven. Het calimerocomplex tegenover Eindhoven is hardnekkig. In omgekeerde richting is sprake van nauwelijks verholen arrogantie tegenover dat stadje ergens in het oosten.” Waar hebben we dit in een ietwat ander verband meer gehoord? Denk ik dan.
Graat heeft een alternatief en nog niet eens zo’n gek alternatief: “Het plan om het centrum van Helmond enorm op te krikken -met veel winkels!- en daarmee vooral de jeugd uit de eigen stad te verleiden om niet langer automatisch richting Eindhoven te gaan, zou het eerste moeten zijn wat herzien moet worden. Waarom zou Helmond Eindhoven naar de kroon moeten steken, met grote ketens, in een tijd dat internet het winkelen voor een belangrijk deel gaat overnemen? Zoek het in alternatieven: bijzonderenwinkeltjes, en vooral sfeer en gezelligheid, niet de sterkste kanten van de naburige grote winkelstad.”
Graat haalt er ook de samenwerking in de regio bij. Zijn oordeel is niet bijster positief:
“ Inwoners van Zuidoost-Brabant werken allang dwars door de hele regio, gaan winkelen en naar de film of stappen in Eindhoven maar o wee als er over gemeentelijke samenwerking gesproken wordt, laat staan de fusie van gemeenten; de wereld is dan te klein. Typerend voorbeeld van 'samenwerking' in de regio is de discussie in Helmond over bedrijventerreinen. Regionaal vinden hierover touwtrekgevechten plaats. Alle gemeenten willen toch graag zelf die bedrijven huisvesten, met het oog op het imago maar meer nog de grondexploitatie. En zo komt de noodzakelijke samenwerking nooit echt op gang. Met het zieltogende SRE als symbool. Zoals in Europa het echte vertrouwen om het samen te doen, tot nu toe ontbreekt.
Het zal er wel op uitdraaien dat Helmond straks toch ergens een mooi theater gaat bouwen, met veel financiële pijn en moeite. De nieuwe directeur zal dan een forse opdracht voor de exploitatie van de politiek meekrijgen. Gevolg: harde concurrentie met Eindhoven, een stief kwartiertje verderop.….De lokale politieke ambtsdragers laten het maar zo, misschien uit angst om impopulair te worden.”
Graat heeft het bij het rechte eind en slaat de plank niet ver mis. Heel veel bijval zal hij overigens niet krijgen,denk ik.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 24 januari 2012



Goed lokaal bestuur bestaat niet!

 

“ Geen enkele Nederlandse gemeente wordt goed en al helemaal niet perfect bestuurd.” Het is de harde conclusie die Klaas Abma, adjunct-directeur en hoofd Ruimtelijke Ontwikkeling van de gemeente Littenseradiel,  in zijn dissertatie “Beoordelen van gemeenten ” trekt. Hij promoveerde hierop afgelopen vrijdag 13 januari 2012 aan de Open Universiteit Heerlen.

'Er zijn altijd wel dingen die gemeenten laten liggen', aldus de promovendus. Abma analyseerde alle gemeenten die de afgelopen jaren bestuurskrachtonderzoeken door adviesbureaus hebben laten uitvoeren. In totaal ging het om 291 rapporten van onderzoeken naar de kwaliteit van 262 gemeenten. Met zo’n bestuurskrachtonderzoek wordt een algemeen beeld op hoofdlijnen geschetst van wat gemeenten van hun taken en opgaven terecht brengen. Abma vergeleek deze onderzoeken met de uitkomsten van burgerpeilingen, waarbij de inwoners ondervraagd werden over de mate van tevredenheid met het functioneren van hun gemeentebestuur en de gemeentelijke organisaties.

Onderzoek naar de tevredenheidsonderzoeken leerde Abma dat inwoners van kleine gemeenten niet anders denken over het gemeentebestuur dan burgers in grote gemeenten. 'Terwijl algemeen wordt aangenomen dat in kleine gemeenten het bestuur meer wordt gewaardeerd door de kleine afstand tussen burgers en bestuur.' Burgers geven in de meeste gevallen tussen een 6 en een 7.


Verbeteringen die gemeenten naar aanleiding van bestuurskrachtonderzoeken aanbrachten, waren volgens Abma vooral operationeel van aard en zaten in de hoek van de dienstverlening (paspoorten, rijbewijzen, vergunningen). 'Gebieden waar gemeenten nu juist goed op scoren, terwijl de problemen juist schuilen in het riskantere strategische functioneren en de rol van burgers', aldus Abma. Een visie op waar de gemeente heen wil, ontbreekt of is vaag. Abma: 'De crux zit in de zwakke kanten, maar men kiest voor de goede en gemakkelijk zaken. Meer van het betere. Niets op tegen, maar het lange termijn denken moet worden ontwikkeld. Gemeenten moeten meer lerend vermogen ontwikkelen.'

Hoewel vooral kleinere gemeenten (met name in Friesland en Zuid-Holland) sinds 2000 bestuurskrachtonderzoeken hebben laten uitvoeren, meent Abma in zijn promotieonderzoek toch dat grotere gemeenten géén grotere bestuurskracht hebben dan kleinere. 'Dat kun je ook afleiden uit de burgerpeilingen, waaraan grote gemeenten hebben deelgenomen. Schaalgrootte zegt niets over de kwaliteit van het bestuur. De stabiliteit van gemeenten neemt weliswaar toe bij gemeentelijk herindeling, maar de kwaliteit van het bestuur niet.’

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 23 januari 2012

 


Bezuinigingen




Burgemeester Ubachs maakte zich in de commissie sterk voor het laten vervallen van het Burgerjaarverslag. Hij beriep zich hierbij op het raadsbesluit m.b.t. de bezuinigingsoperatie, waarin dit een onderdeel van was. Op zich had hij daar gelijk in. Anderzijds was hij natuurlijk ook geroepen om de wet uit te voeren. Het Burgerjaarverslag is immers nog steeds een wettelijke verplichting. Deze kant van de zaak verwaarloosde hij volledig. Sterker nog: hij vond dat hij de verplichting naast zich meer kon leggen met als argument dat er toch geen sanctie op stond en dat het Rijk het niet controleerde. De krant tekende uit zijn mond dat er geen burgerjaarverslag politie bestond. Je verwacht niet direct dit uit de mond van een Nederlandse burgemeester te vernemen.

Financiën waren voor de burgemeester het zwaarste argument. De € 13.000,00 die het Burgerjaarverslag kost dreigden als bezuiniging misgelopen te worden. Aandacht voor zaken als een betere dienstverlening en een grotere burgerparticipatie werden hieraan ondergeschikt gemaakt. Als het college met voorstellen was gekomen om op deze punten extra inzet te tonen, was misschien het laten vervallen van het burgerjaarverslag in zijn huidige vorm nog acceptabel geweest. De immateriële zaken telden dit keer echter niet. Dat was de echte fout.

Tot mijn verbazing las ik in de Laarbeeker van 13 januari dat er bij de brandweer een extra bezuiniging van € 50.000,00 ingeboekt wordt. Het lijkt mij tijd om alle mee- en tegenvallers aan bezuinigingen die nu al bekend zijn, eens op een rijtje te zetten. Dit kan onzinnige discussies als over het Burgerjaarverslag voorkomen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 22 januari 2012







Nog een keer MO




Zoals ik al eerder in deze weblog heb geschreven werden er in de commissievergadering van Maatschappelijke Ontwikkeling een drietal presentaties gehouden over de transities die er aan zitten te komen. Het betreft de Wet Werken naar Vermogen, de AWBZ en de Jeugdzorg. De drie presentaties gaven een goed beeld van wat er op dit moment al bekend is over de inhoud van deze transities. Duidelijk is ook dat er forse uitdagingen op de gemeenten afkomen. Vraag is of de een doorsnee gemeente als Laarbeek hiervoor wel voldoende geëquipeerd is. De drie ambtenaren die de presentaties verzorgden, gaven in ieder geval blijk van grote betrokkenheid en inzet.

Jan Adams, die de presentatie over de jeugdzorg verzorgde, zei best positief te zijn over de transities op zich. “Inhoudelijk klopt elke transitie; zij komen wel tegelijkertijd op de gemeente af ” oordeelde hij. Aan het slot van zijn presentatie gaf hij een voorbeeld van verbinding. Het uiteindelijke doel is het opzetten van een lokale zorgstructuur. Er moet een sluitend netwerk komen rondom de individuele burger, waarbinnen rondom welzijn, zorg, jeugd en arbeid een juiste toeleiding naar (in)formeel aanbod kan plaatsvinden. Maatwerk en versterken van de eigen kracht moet centraal komen te staan De basis van dit netwerk moet bestaan uit de dorpsondersteuner, de wijkverpleegkundige, het Werkplein, de coördinator Centrum Jeugd en Gezin en het WMO-loket.

In het voorbeeld van verbinding zette Jan Adams de Brede School en de lokale arbeidsmarkt centraal. In zijn presentatie legde hij de nadruk op de brede school en minder op de lokale arbeidsmarkt. Ik moet zeggen dat mij dat wel enigszins verbaasd heeft. “Worden de mogelijkheden van de school, die allerlei taken naar zich toegeschoven krijgt, hierbij niet overschat?” vroeg ik mij af. En moeten wij de school, als we dit allemaal willen, niet extra faciliteren? Met een coördinator CJG in parttime dienst, komen we niet zo heel ver! Het opiniestuk in het ED van 11 januari bevestigde mij in mijn vrees voor overvragen. ZIE HIER

Ik vond het jammer dat de raadsleden niet voor deze presentaties waren uitgenodigd. Het plan van aanpak en het visiedocument die nu ontwikkeld worden, verdient een breder gremium dan alleen maar de commissie.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 19 januari 2012



Andermaal RO




In de commissie Ruimtelijke Ordening deelde wethouder J.Briels mee dat Rijkswaterstaat dwars ligt bij de voorgenomen uitbreiding van de passantenhaven in Aarle-Rixtel.

Rijkswaterstaat  heeft aangekondigd geen goedkeuring te verlenen voor het vergroten van het aantal aanlegplaatsen. Volgens de woordvoerster van de gemeente is de officiële reden voor de afwijzing dat Rijkswaterstaat van oordeel is dat pleziervaart geen beletsel voor de beroepsvaart mag vormen. Wethouder Briels is niet van plan zich hierbij neer te leggen en heeft op 16 januari a.s. een overleg met Rijkswaterstaat.

Ik vond het vreemd dat niemand uit de commissie hierop reageerde. Zo werd b.v. in het geheel niet gevraagd naar de beweegredenen en motieven van Rijkswaterstaat. Deze lijken mij wel essentieel. Betekent immers ook dat afwijzing van de uitbreiding van de passantenhaven dat Rijkswaterstaat ook problemen heeft met de plannen voor de Waterpoort van de Peel? Ik begin me af te vragen of het lange uitblijven van een reactie van de provincie op de nota van het SRE over de Waterpoort hier mogelijk mee samenhangt.

Op vrijdag 13 januari wist het ED te berichten dat Rijkswaterstaat in de pleziervaart een belemmering van de beroepsvaart ziet. Als dit inderdaad zo is, hebben we een echt probleem in de dode tak van de Zuid-Willemsvaart. De problematiek van de Aarlese brug zinkt hierbij in het niet.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 18 januari 2012





Commissie Algemeen Bestuur




 


De commissie Algemeen Bestuur ging akkoord met de aanschaf van tablets voor raadsleden, collegeleden en commissieleden. Dat betekende niet dat de commissie niet met heel veel vragen zat. Vragen die enerzijds waren ingegeven voor de angst voor het nieuwe en anderzijds door twijfel over de ondersteuning tijdens de implementatieperiode.

De CDA-fractie heeft destijds gevraagd om over te gaan op tablets. Wij vonden en vinden het nog steeds praktische apparaten die raads- en commissieledengeweldig bij hun werkzaamheden kunnen ondersteunen. Als tablets op termijn ook nog eens tot een kostenbesparing op papier e.d. kunnen leiden, is dat mooi meegenomen. Voor ons was dit niet het primaire doel.

Het heeft vrij lang geduurd voor het uiteindelijke voorstel klaar was. In de commissievergadering kreeg ik de indruk dat op dit moment nog niet alles geregeld is. Er zijn wel ideeën over de implementatie, maar de daadwerkelijke uitvoering staat nog in de kinderschoenen. Dat werd mij donderdagavond in de commissie wel duidelijk. Heel begrijpelijk dan ook dat er in de commissie veel vragen waren die allemaal dezelfde kant uitgingen.

De bespreking van het agendapunt Stand van Zaken Burgerjaarverslag leverde een uitvoerige discussie op. Een inspreker, de heer van de Lugt, was van mening dat het burgerjaarverslag nog steeds een verplichting was. “Een raad kan deze verplichting niet naast zich neerleggen; de raad heeft ook een voorbeeldfunctie ” zo hield hij de raad voor. De commissie bleek in meerderheid dit standpunt te delen.

Burgemeester Ubachs stelde zich wat steil op. Niet de wettelijke verplichting was voor hem doorslaggevend, maar het halen van de ingeboekte bezuiniging van € 13.000,00 op het laten vervallen van het burgerjaarverslag. Van een wat eenvoudiger uitvoering van het burgerjaarverslag wilde hij in eerste instantie niets weten. “ Als de raad vindt dat er een burgerjaarverslag moet komen, dan zal het een jaarverslag worden met alle toeters en bellen ” zo hield hij de commissie enigszins dreigend voor. Een aantal commissieleden was hiervan niet gecharmeerd. Een tussenvoorstel van PNL om het agendapunt door te schuiven naar de volgende vergadering en ondertussen de wettelijke verplichtingen eens tegen het licht te houden, kreeg in de commissie geen steun. Persoonlijk vond ik dit jammer. Daarop sprak de commissie zich in meerderheid uit voor een “licht” burgerjaarverslag.

 Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 17 januari 2012





Commissie Ruimtelijke ordening


 


Op de agenda van de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling stond o.a. de Woonvisie Laarbeek 2011-2016. Meer dan een uur besteedde de commissie aan dit agendapunt. Driekwart van de tijd werd in beslag genomen door een kennelijk getergde en uiterst gespannen wethouder van Zeeland met op de achtergrond achter de B en W-tafel een zichtbaar genietende collega-wethouder Biemans.

Waar ging het over? Niet over de woonvisie zelf. Hoofdaandacht ging uit naar een korte passage van 15 regels over Arbeidsmigranten: een kwart bladzijde in een nota van 46 blz. Wethouder Biemans had de commotie opgeklopt door een aantal uitspraken in het ED, waarin hij zich – en volgens hem ook zijn collega-wethouder Vereijken van PNL – distantieerde van dit onderdeel in de woonvisie. Biemans had in de collegevergadering bezwaar aangetekend tegen deze passage. In het ED legde hij aan de vooravond van de discussie in de commissie nog eens omstandig uit, waarom hij tegen was. Met dit politieke statement en plein publique liep hij natuurlijk zijn collega van Zeeland doelbewust voor de voeten. Woensdagavond was hij aanwezig bij de commissievergadering om te genieten van het effect van zijn coupe.

Wethouder Biemans en in zijn kielzog zijn partijgenoot in de commissie creëerden een angstbeeld dat totaal aan de werkelijkheid voorbij ging, maar bij de doorsnee burger angstgevoelens opriep: De arbeidsmigranten, lees de Polen, zouden voorrang krijgen bij de verdeling van de woonruimte en de 1000 Laarbeekse woningzoekenden nog langer laten wachten op een woning. “De passage over de arbeidsmigranten moet uit de woonvisie geschrapt worden ” riep van Dijk in navolging van zijn wethouders heel kordaat.`` Laarbeekse woningen voor Laarbeekers eerst ” zo klonk het heel omineus in de Laarbeekse raadszaal. Eigenlijk was dit de eerste keer dat ik in de raadszaal echt schrok. Ik zag het schrikbeeld al: vandaag geen Polen, morgen ook geen asielzoekers meer…… Henk en Ingrid kunnen tevreden zijn nu “Laarbeekers eerst ” weer onverkort geldt.

Wethouder van Zeeland, op dit dossier in de raad al vaker terug gefloten, had zich goed voorbereid. Hij zei het niet letterlijk zo, maar hij bedoelde het wel zo: de gemeente maakt geen onderscheid tussen haar burgers. Er is geen sprake van verdringing van Laarbeekers door Polen, omdat de provincie extra contingent gaat aanbieden voor de huisvesting van arbeidsmigranten die zich hier blijvend willen vestigen. En als je het betwiste stukje in de Woonvisie goed leest, dan zie je dat er niets anders wordt voorgesteld dan” De gemeente en Woningstichting onderzoeken hoe de arbeidsmigranten het best kunnen worden gehuisvest “ Niet meer en niet minder! Van Zeeland had voor mij dat sterker mogen benadrukken in de commissievergadering.

PNL heeft onder het mom van het opkomen voor de inwoners van Laarbeek weer eens een storm in een glas water veroorzaakt. Om niet te zeggen onderbuikgevoelens aangewakkerd.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 16 januari 2012


Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling

 

Ik heb de klankbordgroepvergadering van maandag 9 januari  j.l. gemist. Tijdens de commissievergadering van Maatschappelijke Ontwikkeling kwam ik hier achter. In de vorige vergadering was weliswaar meegedeeld dat er op 9 en 16 jan. klankbordvergaderingen stonden gepland. In het verslag stond ook uitdrukkelijk dat uitnodigingen nog zouden volgen. Deze uitnodigingen zijn er niet geweest. Alleen in de Nieuwsbrief 11 Voorzieningenclusters schijnt een algemene aankondiging gestaan te hebben. Die heb ik gemist. Een normale aankondiging via een schriftelijke bericht of via de Raadsinformatiebrief is achterwege gebleven. Ik neem aan dat het geen opzet is. Het is overigens  niet de eerste keer dat de raad over de klankbordvergaderingen niet adequaat geïnformeerd wordt. Dit is natuurlijk kwalijk en allerminst zorgvuldig en respectvol naar de raad toe.

Uit het beknopte mondelinge verslag van wethouder Vereijken in de commissie denk ik dat ik weinig of niets gemist heb en dat de klankbordvergadering mosterd na de maaltijd was.  “We hebben de mensen bijgepraat ” zei de wethouder in de commissievergadering. Bij het Dorpshuis wil het college afwijken van de aanbestedingsregels. Ik vraag me wel af waarom we überhaupt nog aanbestedingsregels hebben. Iedere keer vindt het college wel argumenten om er van af te wijken. Als burgers vinden dat de politiek onbetrouwbaar is, komt het vooral door dit soort praktijken: telkens weer anders doen als afgesproken is en daar steeds weer gelegenheidsargumenten voor verzinnen.

De vergadering van de commissie MO stond vooral in het teken van de grote wijzigingen op sociaal terrein die op ons afkomen. Hoofdpunten waren  een presentatie over de zgn. transitie en de tijdelijke aanpassing van  de wet werk en bijstand. Drie ambtenaren verzorgden ieder een presentatie over een van de transities. Het leverde een welkome verduidelijking op. Nog veel is onduidelijk. Wel is zeker dat er ingrijpende keuzes gemaakt moeten worden. Daarom vond ik het jammer dat de commissie hierop niet verder inging. De commissie en de raad zou m.i. inzicht moeten krijgen in de knelpunten om vandaar uit kaders te stellen. De kans om grip op de ontwikkelingen en de besluitvorming te krijgen liet de commissie nu lopen. Dat was jammer. Overigens stelde de commissie m.i. wel de relevante vragen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 15 januari 2012


Naar het SRE


Burgemeester Ubachs heeft in de media trots aangekondigd dat hij lid wordt van het DB van het SRE. Donderdag j.l. deelde hij dat mede aan de commissie Algemeen Bestuur. De Peelfractie gaat hem voordragen in de vacature die ontstaan is door het vertrek van burgemeester Hans Beenakker van Asten naar Tiel. In de commissievergadering van Algemeen Bestuur zei hij dat hij er zin in had. De commissie reageerde op zijn mededeling over het aanstaande DB-lidmaatschap van het SRE nauwelijks; alleen een lid maakte een opmerking. In positieve zin vanzelfsprekend.

Geholpen door de omstandigheden maakt Ubachs een bliksemcarrière. Nog maar amper een jaar burgemeester van Laarbeek en hij neemt er het SRE al bij. Zelf zegt hij dat hij zich voldoende ingewerkt heeft in Laarbeek en dat hij een extra uitdaging best aankan. Hij ziet het ook als de invulling van de opdracht die hij bij zijn benoeming heeft meegekregen om de gemeente meer extern te profileren. In het interview met het ED zwakt hij dit overigens ook weer wat af. In het DB zal hij “ primair voor de Peelgemeenten en secundair voor Laarbeek” werken.

Of zijn inwerkperiode inderdaad achter de rug ligt, kan hij natuurlijk zelf het beste beoordelen. Ubachs heeft zich bijzonder snel ingewerkt. Uit alles blijkt dat hij in korte tijd met heel veel verenigingen en inwoners heeft kennis gemaakt. Vanaf het eerste begin heeft hij de indruk gehad dat zijn takenpakket mager was en dat hij meer aankon. De tijd zal dit moeten leren. De extra invulling is hij gaandeweg steeds meer buiten Laarbeek gaan zoeken. Criteria die hij hierbij aanlegde, waren: het moest een meerwaarde hebben voor  Laarbeek en voor hemzelf.

De vacature in het DB komt m.i. eigenlijk te vroeg. Het is zo’n beetje als ”de grond van de buurman komt maar een keer te koop ” In deze tijd van bezuinigingen had ik mij kunnen voorstellen dat het SRE gekozen zou hebben voor een reshuffling van functies en de vacature niet ingevuld zou hebben. Dit ook met het oog op het vervallen van de WGR+-status in 2013 en de minder prominente positie die het SRE in de toekomst gaat innemen.

Vanuit het direct Laarbeekse perspectief zou ik mij kunnen voorstellen dat de prioriteit anders gelegd zou worden. Voor Laarbeek is op dit moment de verhouding met de provincie van eminent belang. De discussie over de wegenstructuur met een N279  en een westelijke afbuiging, beide voor een groot gedeelte over Laarbeeks grondgebied, eist alle aandacht en energie op. Evenals de afwikkeling van Dierenthuis, de Waterpoort van de Peel en de aanstaan e discussie over de bestuurskracht van gemeenten in Brabant. Ik had me kunnen voorstellen dat de Laarbeekse burgemeester zich hierop primair zou gaan richten. Hij heeft echter een andere afweging gemaakt. Het is zijn keuze.


De toekomst zal uitwijzen of hij hiermee de juiste keuze heeft gemaakt.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 12 januari 2012

Nieuwjaarstoespraak

 


In het begin van het nieuwe jaar is traditioneel de tijd van de Nieuwjaarstoespraak. Elke zich zelf respecterende organisatie of vereniging belegt een nieuwjaarsreceptie, waarop de voorman zijn gedachten over het nieuwe jaar ontvouwt.

Met de bezuinigingen is er een beetje de klad gekomen in de nieuwjaarsrecepties van gemeenten. Verschillende gemeenten hebben de receptie afgeschaft. De meeste gemeenten houden m.i. terecht vast aan deze nog niet zo heel oude traditie. Zo ook Laarbeek.

In de media is dit jaar wel enige ophef geweest over de nieuwjaarsrecepties. Bas Heijne stak in  de NRC de draak met het “ volksfeest ” in Den Haag; de Volkskrant richtte haar pijlen op de Utrechtse burgemeester Aleid Wolfsen. Ieder  jaar is er ook wel weer een politiecommissaris die over de streep gaat. Dit jaar ging de korpschef van Den Haag in de fout met zijn opmerking over de dierenpolitie.

Volgens de NRC  bevat een goede nieuwjaarstoespraak als het even kan een plan. Om een goede rede te schrijven kan  men hulp krijgen. Maar dat zal niemand graag toegeven. Want het is net zoiets zeggen als dat je bij de psychiater loopt. Een goede raad van de NRC is: zeg niet teveel over jezelf in de nieuwjaarsrede. Dit laatste blijkt voor de ego’s die nieuwjaarstoespraken houden vaak net iets teveel gevraagd.

Dat Laarbeeks burgemeester in zijn nieuwjaarstoespraak terugkeek op zijn eerste jaar, was niet meer dan logisch. Natuurlijk stond hij stil bij de impact van de economische crisis en vooruitblikkend op 2012  zag hij vooral nieuwe gemeentelijke taken op de gemeente afkomen. Het belangrijkste onderdeel van zijn toespraak vond ik zijn  opmerkingen over zijn zorg over de toenemende tweedeling tussen werkenden en niet-werkenden. Volgens Hans  Ubachs is het “ een morele plicht van de samenleving om voor deze mensen passende voorzieningen te treffen ”

Moge dit pleidooi voor solidariteit met de zwakkeren geen loze kreet zijn. Hoe gaan we het invullen?

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 11 januari 2012


Geen belangstelling voor de politiek bij de jeugd.


Afgelopen maandag berichtte het ED over het gebrek aan animo van jongeren voor de politiek. Dit naar aanleiding van de uitkomst van een enquête van de krant onder politieke partijen in Zuidoost-Brabant.

De enquête leverde geen verrassend beeld op. Ze bevestigde wat we eigenlijk allang wisten: de jeugd heeft geen belangstelling voor de politiek. Je kunt het ook anders formuleren: de politiek weet de jeugd niet te binden. Het is niet anders. Dit betekent overigens niet dat we ons hierbij fatalistisch moeten neerleggen. In tegendeel. De politieke partijen zullen moeten blijven proberen de jeugd wel voor de politiek te interesseren.

Er is overigens een groot verschil tussen zich interesseren voor en zelf meedoen. Er is bij de jeugd wel degelijk interesse voor de politiek. De stap zetten om zelf mee te doen, is echter een tweede. Maar zeg eens eerlijk, dat geldt ook voor volwassenen. Maar heel weinig volwassenen worden immers lid van een politieke partij. Voor de jeugd die vaak zoekende is, is die stap nog stukken moeilijker. Een levenslange binding aan een en dezelfde politieke partij wordt steeds meer een uitzondering. Ook op het politieke vlak is de volatiliteit toegenomen en wordt het eerder regel dan uitzondering.

Bij lezing van het artikel in het ED valt m ij op dat er eigenlijk geen nieuwe perspectieven worden geboden. Alles wat er staat weten we eigenlijk wel. Op de vraag hoe we jongeren wel geïnteresseerd in de politiek kunnen maken, wordt geen antwoord gegeven. De jongeren willen wel degelijk verantwoordelijkheid nemen - ze willen zelfs niet anders! Ook voor vrijwilligerswerk op zich zijn ze wel in, tenminste als ze door de problematiek gegrepen worden. Dit laatste is essentieel: je moet de jongeren weten te boeien. Dan willen zij zich best engageren. Natuurlijk niet in grote aantallen. Dit is ook bij volwassenen niet het geval. Ook hier is maar slechts een procent lid van een politieke partij.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 10 januari 2012


Brabant aan kop in innovatie




Brabantse bedrijven en kennisinstellingen hebben het afgelopen decennium fors geprofiteerd van allerlei innovatiesubsidies van de rijksoverheid. Zo blijkt uit het recente overzicht dat het ministerie van Economische Zaken heeft gepubliceerd. De provincie Noord-Brabant  ontving maar liefst zelfs 28 procent van alle innovatiegelden.
Ruim 6000 bedrijven, waarvan 5500 mkb'ers, ontvingen samen 1,2 miljard euro uit 50 verschillende subsidieregelingen. Eindhovense bedrijven haalden 723,7 miljoen euro binnen; de regio bijna een miljard. Dat is exclusief de fiscale tegemoetkomingen voor bedrijven in de loonkosten voor kenniswerkers.
Op bedrijfsniveau staan Philips en ASML bovenaan. Het hoogst scorende instituut is het Holst Open Innovatiecentrum op de High Tech Campus in Eindhoven. In het lijstje van het ministerie van economische zaken komen ook de Laarbeekse kernen, Beek en Donk, Aarle-Rixtel en Lieshout voor, zij het met bescheiden bedragen.

Terecht noemde het ED Zuidoost- Brabant bij uitstek de R&D –regio. De regio houdt niet alleen de hand op bij de overheid. Zuidoost-Brabant is de enige Nederlandse regio – en een van de weinige in Europa – die royaal de Europese doelstelling haalt om meer dan 3 % van het nationaal product te investeren in R&D. Dat de andere regio’s en Nederland zelf niet aan deze doelstelling voldoen is zorgwekkend. In dit opzicht is het commentaar  van Peter Swinkels als voorzitter van de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging . Dit geldt ook voor zijn vingerwijziging naar Duitsland , waar ongeveer 20 miljard in R&D geïnvesteerd wordt. “ Als je zo innoveert kom je de recessie sneller te boven ” merkte hij afsluitend op.
De koppositie van Brabant wordt ook  gedemonstreerd door de samenstelling van de handelsdelegatie die de koningin vergezelt op haar bezoek aan Abu Dubai. Drie van de veertien bedrijven in de handelsmissie komen uit  Brabant: Dhatec uit Bergeijk, Gemco International uit Eindhoven en  Power Piping International uit Moergestel!
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 9 januari 2012

Bouw meer betaalbare huurhuizen

 

“ Het rommelt op de woningmarkt. Het ene voorstel  rolt over het andere.” schreef ik gisteren. Je zou er haast tureluurs van worden, ook al omdat er geen enkele samenhang in deze voorstellen zit. Iedereen roept maar wat; niemand weet de echte oplossing.

De nieuwbakken minister Liesbeth Spies vindt dat de woningcorporaties een driekwart van hun huurwoningen moeten verkopen. ( zie de weblog van  gisteren). Haaks hierop staat de uitspraak van Eelco Brinkman van Bouwend Nederland en Ger Hukker van de makelaarsvereniging NVM dat er meer huurwoningen in het middensegment gebouwd moeten worden. Dit om de doorstroming te bevorderen.


Er is inderdaad een grote vraag naar huurwoningen in het middensegment binnen de grote groep van lage middeninkomens. Huishoudens met brutto jaarinkomens tussen de 33.000 en de 45.000 euro hebben nu nauwelijks toegang tot de woningmarkt. Zij verdienen te veel om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning, maar te weinig  voor een koophuis of beschikbare huurwoning in de vrije sector. Maar tegelijkertijd zowel huurhuizen te koop aanbieden en als meer huurhuizen gaan bouwen lijkt mij niet erg praktisch.

Gevolg hiervan ka alleen maar zijn dat de vijver aan te koopstaande huizen  er alleen nog groter op wordt. Dit lijkt mij niet de weg die we moeten gaan. Kiezen voor faseren lijkt mij dan ook stukken zinvoller.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 8 januari 2012


Huurwoningen moeten verkocht worden


Het rommelt op de woningmarkt. Het ene voorstel  rolt over het andere. Zonder dat dit op korte termijn overigens iets oplost. Zo was er vlak voor kerstmis het bericht dat een aanzienlijk deel van de huurwoningen verkocht moesten worden.

Woningcorporaties zouden driekwart van hun woningen te koop moeten aanbieden.  Het gaat om zo’n 1,8 miljoen woningen. Huurders moeten hun woning tegen „een redelijke prijs” kunnen kopen, vindt het kabinet. Die prijs is ongeveer 90 procent van de woz-waarde. Onder meer ouderen- en studentenhuisvesting valt buiten de verplichting die de minister wil opleggen.

Het kabinet wil met de maatregel het eigenwoningbezit stimuleren. „Het is onvoorstelbaar belangrijk dat huurders die graag willen kopen, dat ook kunnen”, zei Spies gisteren. Andere voordelen zijn volgens het kabinet dat de vastgelopen huizenmarkt een impuls krijgt en corporaties extra geld kunnen verdienen. Het voorstel gaat voor advies naar de Raad van State, daarna moeten de Eerste en Tweede Kamer erover besluiten.

De corporaties zijn woedend. „Wij gaan keihard procederen”, zegt Marc Calon, voorzitter van woningcorporatiekoepel Aedes. Volgens Calon en deskundigen maakt het kabinet inbreuk op het eigendomsrecht. Calon: „Wij zijn niet principieel tegen verkoop. Maar corporaties moeten zelf kunnen bepalen welke woningen ze wel en welke ze niet willen verkopen.”

Spies noemt het voorstel „juridisch goed doordacht. Er is geen sprake meer van een kooprecht van huurders, maar van een aanbiedingsplicht van corporaties. Het is even slikken voor de corporaties, dat begrijp ik.”

Ik vraag me af of dit op dit moment verstandig is. Moet je het aanbod van woningen dat toch al enorm hoog is, nu ook nog verplicht met een kleine 2 milj. extra woningen vergroten? Dat is toch om moeilijkheden vragen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 5 januari 2012


Startersleningen in Helmond



De gemeente Helmond trekt een substantieel bedrag uit voor startersleningen. Er komt volgend jaar 6,5 euro in de pot ,waaruit nieuwkomers op de woningmarkt kunnen lenen. Nieuwkomers op de woningmarkt in Helmond kunnen renteloos een bedrag lenen voor de aankoop van een nieuwe of bestaande woning. Daarbij gaat het om twintig procent van de verwervingskosten, tot een bedrag van 36.500 euro. De woning mag maximaal 265.000 euro kosten.

De starterslening was zo’n succes dat afgelopen jaar de bodem werd bereikt. Uit een evaluatie van de eerste maanden van 202121 bleek dat een derde van de verkopen van bestaande woningen plaatsvonden met behulp van de starterslening. Bij nieuwbouw was dit zelfs bij de helft van de verkopen het geval. Ook draagt de starterslening bij aan het verbeteren van het migratiesaldo van Helmond: ongeveer een kwart van de leningen is verstrekt aan huishoudens buiten Helmond.

Uit deze evaluatie blijkt dat de gemeente Helmond veel positiever omgaat met startersleningen dan Laarbeek. De gemeente Laarbeek doet heel spastisch als het om startersleningen  gaat. Hier komen immers alleen  huishoudens die grond van de gemeente afnemen in aanmerking voor startersleningen. Hiermee discrimineert Laarbeek starters die een bestaande woning willen kopen . Dit is niet verstandig, omdat de doorstroming er niet door bevorderd wordt.
 
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 4 januari 2012


Opslag van kernafval


Gisteren schreef ik in deze blog over de activiteiten van Herman Wijffels als advocaat voor een meer duurzame wereld. Ik deed dat ook met in mijn achterhoofd de gedachte aan de motie van De Werkgroep die door tijdgebrek in de laatste raadsvergadering niet meer aan de orde is gekomen.

In deze motie stelde De Werkgroep voor de gemeenteraad een verzoek te laten richten aan de minister van Economische Zaken om geen opslag van kernafval op of onder het grondgebied van de gemeente Laarbeek op te slaan. De motie komt nu in februari in de raad aan de orde. De raad heeft nu iets meer tijd om intensiever naar de ins – en outs van deze motie te kijken. Ik denk dat daar alle reden voor is.

De motie op zich is ongetwijfeld sympathiek. Zeg nu eerlijk, wie wil er kernafval in zijn naaste omgeving? Geen zinnig mens natuurlijk! Toch zal ergens het radioactieve afval opgeslagen moeten worden. Veel andere alternatieven dan ondergrondse opslag zijn er bij de huidige stand van zaken op dit moment niet. Iedereen weet dit. Ook de minister. Daarom dat hij een onderzoek gestart heeft naar de meest geschikte ondergrondse opslagplaatsen in Nederland. Uit dit onderzoek zijn een aantal gebieden naar voren gekomen die het meest geschikt zijn voor deze opslag. Zuidoost Nederland hoort hier in potentie ook bij. Verhagen zal overigens pas in 2014 het definitieve opslaggebied aanwijzen. Er is dus nog alle tijd voor een zorgvuldig afwegingsproces.

Direct na het bekend worden van de potentiële opslaggebieden zijn verschillende gemeenten in de pen geklommen. Op dit moment zijn het er al een vijftigtal. Zij hebben het ministerie laten weten niet in aanmerking te willen komen voor deze opslag. Geen kernafval in my backyard is hier het motto. Bij deze tendens sluit De Werkgroep zich met deze motie aan. Op zich een begrijpelijke reactie. Of de reactie verstandig is, is nog maar zeer de vraag.

De motie van De Werkgroep komt m.i. te vroeg. Laten we eerst eens kijken welke bedreiging er voor Laarbeek werkelijk zit aan te komen. Meteen weer njet roepen zou deze keer wel eens averechts kunnen werken. Er moeten argumenten bij. Die liggen in dit geval voor het oprapen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 3 januari 2012


De boodschap van Herman Wijffels


Rond de kerstdagen kon je geen krant of blad open slaan of je kwam wel ergens Herman Wijffels tegen. Als hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering in Utrecht herhaalde hij zijn boodschap in alle artikelen en  bladen. Het klonk als een mantra: “ Om de wereld te redden moet het economische roer drastisch om. Winst tot doel verheffen is de wereld op zijn kop ” De omslag in denken over duurzaamheid die hij al enkele jaren nastreeft, heeft hij ondertussen wel bereikt.

Zo verkwistend doorgaan met het leegplunderen van de aarde, zoals wij de afgelopen decennia gedaan hebben, is een regelrechte gang naar de ondergang. Hierover is het iedereen wel zo ongeveer eens. Zelfs in vele sectoren van het bedrijfsleven is het begrip duurzaamheid en maatschappelijk ondernemen ondertussen omarmd. Maar we zijn er nog lang niet. Volgens Herman Wijffels is op dit moment  een kwart van de bevolking into duurzaamheid. Driekwart nog niet. Er is dus nog werk aan de winkel.

Volgens het Stockholm Resiliance Institute zijn er 9 grenswaarden die we als mens niet mogen overschrijden, de zgn. boundaries for survival. Bij drie van deze negen grenswaarden zijn we er al overheen. De eerste is de CO2- uitstoot. Het is onafwendbaar dat de temperatuur op aarde zal stijgen. De tweede is verlies biodiversiteit. De derde is de stikstofuitstoot in de wateren en zeeën, waardoor  cruciale ecosystemen kantelen.


Overal zie je pogingen om het getij te keren. Ook binnen het Laarbeekse.  Als overal in Nederland ging het aantal boerenlandvogels in Laarbeek de afgelopen decennia in rap tempo achteruit. De Ortolaan probeert het tij te keren. Onlangs plaatste de aan het IVN Laarbeek verbonden vogelwerkgroep verspreid over de gemeente negentien nestkasten voor torenvalken. Maar de vrijwilligers doen veel meer voor de Laarbeekse vogels. De groep richt zich vooral op de akker- en weidevogels. Dit jaar startten de vrijwilligers met monitoring, zodat ze zien of de veelal samen met agrariërs en de overheid uitgevoerde maatregelen succes hebben. Wie kennis neemt van De Nieuwe Atlas van de Nederlandse Flora, die onlangs verschenen is, schrikt van de gevolgen van onze foodprint. Er moet dringend iets gebeuren!

 Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185