woensdag 29 maart 2017


Laarbeek in het ED.


Mieke Bon was gisteren actief met haar berichtgeving over Laarbeek in het ED. Maar liefst twee forse artikelen vleiden uit haar pen. Een over de Leliestraat en een over grondruil voor de natuurstrook langs de Goorloop.

Dit laatste artikel belichtte een positieve kant van Laarbeek. De gemeente gaat landbouwgrond aankopen om de ecologische verbindingszone langs de Goorloop uit te breiden, tussen de Lieshoutseweg en de Kapelstraat. De Groene Long in Beek en Donk zal met een recreatief pad verbonden worden met de natuurrijke zone bij de Laarsche Velden.Via bijdragen van de provincie en de gemeente zit er 550.000 euro in de pot. Dit is echter niet genoeg. De gemeente stelt daarom de raad een aanvullend krediet van 375.000 euro voor.

Het verhaal over de Leliestraat in Beek en Donk is minder graai. Hier is in de afgelopen jaren  een straat verloederd zonder dat er iets tegen gedaan werd. De aankoop van twee panden ten behoeve van statushoeders door de gemeente heeft de gemeente op de feiten gedrukt. Gelukkig heeft burg. Van der Meijden dit goed opgepakt. Als je dit verhaal van Mieke Bon leest, vraag je je wel af of de gemeente hier statushouders moet vestigen. Hebben we niets beters te bieden?





dinsdag 28 maart 2017


Woonvisie 2


“ Dit is toch geen woonvisie” was het eerste wat door mijn gedachten schoot na lezing van de woonvisie 2017-2021. Geen visie, maar een opsomming van ongelijkwaardige feiten en feitjes. Waar wij visie verwachtten, zagen we alleen maar beschrijvingen. De algemene visie achter de feiten ontbrak. Eigenlijk is de woonvisie weinig meer dan een prestatieafspraak met Wocom. Wat uiteindelijk de uitkomst van de woonvisie moet worden –de prestatieafspraak met Wocom  - is de inhoud van de woonvisie. De gemeente is niet alleen te laat met deze woonvisie, ze heeft er bovendien weinig van  gebakken. Jammer. Een gemiste kans dus.

De structuur in de nota is ver te zoeken. De nota hangt als los zand aan elkaar en brengt nauwelijks nieuws. Duidelijk is dat de echte visie op het toekomstige wonen nog lang niet uitgekristalliseerd is. De nota stijgt niet uit boven een beschrijving van de huidige stand van zaken. De toekomst wordt meer als een bedreiging gezien dan als een kans. De regisserende hand wordt nergens zichtbaar, zo ze al aanwezig is. Triest dus.

Wat me nog meer verbaast is de onduidelijkheid die de woonvisie schept. In de B en W-besluiten lees ik:

“De vorige woonvisie had een looptijd voor de periode 2011 – 2016 en is per 1 januari 2017 komen te vervallen. Om met woningcorporatie WoCom de komende jaren prestatieafspraken te kunnen blijven maken, is het noodzakelijk te beschikken over een actuele Woonvisie. Een document waarbij we als gemeente op hoofdlijnen aangeven welke volkshuisvestelijke ontwikkelingen de komende jaren wenselijk zijn en waarop WoCom dan voor het deel van de sociale woningbouw concrete voorstellen kan doen.   ” 

Is dit niet de wereld op zijn kop? Normaal is toch dat de gemeente in de woonvisie haar beleid voor de komende jaren vastlegt en daarna op basis van deze woonvisie afspraken maakt met de woningbouwcorporatie voor wat de sociale woningbouw betreft. Het heeft er zelfs alle schijn van dat Wocom meegeschreven heeft aan deze nota. Hoe moet ik anders de zin in het B en W-besluit interpreteren: “Alle partijen kunnen met het voorliggend concept instemmen.”


maandag 27 maart 2017


Woonvisie


Laarbeek heeft zijn concept woonvisie klaar. Het stuk is vrij laat klaar gekomen. Eigenlijk had de nota er al voor 1 januari 2017 moeten liggen. Maar ja, zullen we maar zeggen, beter laat dan nooit. Volgende week dinsdag komt het stuk in de commissie Ruimtelijk Domein.

Verschillende betrokkenen hebben het stuk ingezien; het heeft ook ter inzage gelegen. Dit alles heeft geleid tot een aantal aanpassingen. Welke dit zijn wordt overigens niet vermeld. Daar mogen we dus naar gissen. In ieder geval de verantwoordelijke wethouder, Frans van Zeeland, is in zin nopjes met deze woonvisie. Als wethouder Wonen schrijft hij in zijn voorwoord:
 “Met de geluiden die ik heb gehoord, heb ik er alle vertrouwen in dat we als Laarbeekse samenleving de wilskracht en kennis in huis hebben om Laarbeek ook naar de toekomst toe een geweldige woongemeente te laten zijn. ”

Om met woningcorporatie WoCom de komende jaren prestatieafspraken te kunnen blijven maken, moet de gemeente kunnen over een actuele Woonvisie. Een document waarbij  gemeente op hoofdlijnen aangeeft welke volkshuisvestelijke ontwikkelingen de komende jaren wenselijk zijn en waarop WoCom dan voor het deel van de sociale woningbouw concrete voorstellen kan doen. Daarnaast moet de woonvisie inzicht bieden in de wensen en mogelijkheden die de gemeente heeft om nog verdere bouwplannen te ontwikkelen en waarop ze accenten wil leggen zoals duurzaamheid, levensloopbestendigheid etc.

Is de woonvisie 2017-2021 de opmaat naar de geweldige woongemeente die de wethouder voor ogen heeft? Ik heb zo mijn twijfels. Eerst maar eens de woonvisie goed bestuderen.



zondag 26 maart 2017


Burgerparticipatie


De komende maanden komt het erop aan in Laarbeek. Er staan een aantal belangrijke projecten op stapel. Belangrijk is vooral dat de gemeente in deze projecten een prominente rol voor de burgers heeft weggelegd. In alle gevallen hangt slagen of mislukken af van de wijze waarop de burgers bij het proces betrokken gaan worden of beter gezegd of de burgers deze rol ook inderdaad gaan oppakken. Ik heb er vertrouwen in.

Niet voor niets wordt overal ingezet op een grotere rol van de burgers in het besluitvormingsproces. Alle voorstellen voor verbetering van de democratische structuur gaan steevast uit van een grotere betrokkenheid van de burgers. Prima dus dat de Rekenkamercommissie gaat onderzoeken in hoeverre de gemeenten Gemert-Bakel en Laarbeek hierin geslaagd zijn .

Burgemeester Frank van der Meijden gaat persoonlijk het project Veerkrachtig  Bestuur trekken. Eerlijk gezegd zie ik hem liever als aanjager in dit proces dan als achtervolger van illegale bewoners van het pand waar voorheen Dierenthuis gevestigd was. Dit past niet bij een burgemeester van Laarbeek omdat hij hiermee het aanzien van het ambt op een onverantwoorde wijze in de waagschaal stelt.

In de MooiLaarbeekKrant heeft burgemeester van der Meijden al aangegeven hoe hij Veerkrachtig Bestuur wil aansturen. In een Raadsinformatiebrief zet het college uiteen hoe Laarbeek dit gaat aanpakken. Op 1 juli 2017 moet de reactie van Laarbeek bij de provincie ingeleverd zijn. De provincie staat hierop. Laarbeek heeft voor dit project adviesbureau Necker van Naem ingeschakeld.

Jammer is dat de burgemeester niet de uitkomst van de discussie afwacht. In het artikel in de MooiLaarbeekKrant  geeft hij op voorhand zelf al een zekere invulling. Op basis van de uitkomst van een enquête van TipMooiLaarbeek en een uitspraak van de 60 contactpersonen is het uitgangspunt dat Laarbeek een zelfstandige gemeente moet blijven: Laarbeek moet een toekomstbestendige gemeente zijn. Dat beperkt de discussie al op voorhand.

Naast deze discussie is ook al de duurzaamheidsdiscussie opgestart. In alle vier de kernen van Laarbeek organiseert de gemeente bijeenkomsten over dit onderwerp. Inwoners worden opgeroepen ideeën voor duurzame projecten te ontwikkelen. In een echte battle zullen de beste oplossingen de competitie winnen. Ook hier dus weer een opzet waarin de burgers om inbreng wordt gevraagd. Het slagen of falen van dit programma hangt hiervan af.

KplusV1 ondersteunt de gemeente. In een van oorsprong Japans programma –Dragons Den krijgen beginnende ondernemers de mogelijkheid hun idee te pitchen. De eerste Dragons Den zal op 21 juni in het Dorpshuis van Lieshout plaatsvinden. De inschrijving is geopend.

Het zijn allemaal mooie initiatieven naast reeds lopende projecten zoals b.v de competitie over de groenste Europese gemeente. Ze zetten Laarbeek op de kaart, maar – belangrijker- de gemeente probeert op deze manier de burgers direct te betrekken bij de besluitvorming.
Laten we de burgers niet teleurstellen. Het college heeft in ieder geval de tijdgeest verstaan. En dat valt te prijzen.



woensdag 22 maart 2017


Op naar maart 2018


Gisteren wees ik er al op dat de aandacht van de media langzaam maar zeker gaat verschuiven naar de gemeenten en de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018. Binnen het jaar mogen we weer naar de stembus. Ik neem aan dat we ruimschoots voor deze datum een nieuw kabinet hebben van welke structuur dan ook.

De meeste partijen hebben al de eerste voorzichtige voorbereidingen voor deze verkiezingen gemaakt. Binnen niet al te lange tijd zullen de eerste stappen bekend worden.

Vele onderwerpen vragen de aandacht. Duidelijk is dat we op een keerpunt staan. Burgers willen meer dan een keer inde vier jaar een gemeenteraad kiezen. Zij willen hun stem laten horen en daadwerkelijk meebeslissen over de koers die ingeslagen wordt. In de gemeenten gaat het gebeuren, in de wijken, de stadsdelen en de dorpen. Hoe we dit gaan aanpakken is de grote vraag die in 2018 beantwoord moet worden.

Een belangrijke vraag zal voor dat tijdstip beantwoord moeten worden. De provincie wil voor 1 juli 2017 een antwoord van de gemeenten op de vragen van Veerkrachtig Bestuur. Het antwoord dat gegeven gaat worden is bepalend voor de toekomst van gemeenten. Daarom moeten de vragen serieus beantwoord worden. En vooral wat heel belangrijk is: de burgerij moet hierbij intensief betrokken worden. Naar hun stem moet geluisterd worden. Immers om de burgers gaat het.

De tijd voor politieke antwoorden is voorbij!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 21 maart 2017


De Raad als baas








De verkiezingen voor de Tweede Kamer zitten er op. De focus verschuift nu naar de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Allerlei publicisten lopen hierop al vooruit; zij publiceren nu al verkenningen voor deze verkiezingen. Ook worden al onderzoeken uitgevoerd. Een daarvan is het onderstaande:

Slechts een krappe meerderheid van 54 procent van de gemeenteraadsleden ziet de raad als het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Dat blijkt uit een enquête die Overheid in Nederland heeft uitgevoerd in opdracht van Raadslid.nu, de belangenvereniging van raadsleden.

Uit de enquête onder 1645 raadsleden blijkt dat een derde deel van de raadsleden zichzelf niet als hoogste orgaan binnen de gemeente beschouwt. Iets meer dan de helft van de raadsleden (51 procent) ziet de raad ook als gelijkwaardig partner van het college van burgemeester en wethouders. Onder collegeleden is vrijwel een zelfde deel het daarmee eens: volgens 47 procent van de leden van burgemeester en wethouders is de gemeenteraad een gelijkwaardig partner van het college van B en W. Aan de enquête namen ook 378 collegeleden deel.

Collegeleden en gemeenteraadsleden kijken verschillend naar de  mate van invloed die zij hebben op het beleid, zo blijkt uit het onderzoek. Van de raadsleden vindt 38 procent het college van B en W de meest invloedrijke instantie in het lokaal bestuur. Van de collegeleden is maar liefst 52 procent die mening toegedaan. 

De loyaliteit van raadsleden ligt in de raadszaal duidelijk niet bij de gemeenteraad. Loyaliteit aan de eigen fractie (46 procent) en loyaliteit aan de eigen opvattingen (41 procent) scoren veruit het hoogste. Loyaliteit aan de gemeenteraad is voor slechts 9 procent van de raadsleden belangrijk in zijn of haar functioneren. Voor de grote meerderheid van de raadsleden (59 procent) is de belangrijkste taak van een gemeenteraadslid het vertolken van opvattingen en emoties die leven onder de inwoners. Het vertegenwoordigen van de opvattingen en ideeën van inwoners wordt echter slechts door 44 procent van de raadsleden als de meest belangrijke te vervullen rol van raadsleden beschouwd.

Waarvan acte.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 20 maart 2017


Veerkrachtig bestuur



Alle Peelgemeenten zijn druk bezig met het formuleren van een antwoord op vragen van Gedeputeerde Staten over de toekomst van het bestuur in Brabant. Het eerste antwoord vanuit de Peel van 12 juli 2016 was in de ogen van GS onder de maat. De gemeenten moeten hun huiswerk overdoen, beter gezegd beter doen. Deze exercitie moet 1 juli klaar zijn. Alle zes Peelgemeenten hebben hiervoor een tijdpad opgesteld.

In elke gemeente worden de uitkomsten voorgelegd aan de raad. De uitkomsten van dit proces in de verschillende gemeenten zullen langs elkaar worden gelegd; daarbij wordt bekeken naar de gemeenschappelijk deler in deze zes rapportages.

Zo ook in Laarbeek. Het college heeft verschillende adviesbureaus uitgenodigd om een procesvoorstel te doen. De keus van het college is gevallen op het bureau Necker van Naem. Samen met dit bureau moet er een antwoord komen op de  vraag: “Voor welke opgaven staan de gemeenschap en gemeente van Laarbeek en hoe kan de gemeente Laarbeek deze realiseren, lokaal en in de samenwerkingsverbanden waarin ze opereert, welke governancestructuur past hierbij?”

Om tot een eindoordeel te komen heeft het college een hele processtructuur opgetuigd, waarin het ambtenarenapparaat, deskundigen en de raad een duidelijke rol hebben. Ook het burgerpanel van de MooiLaarbeekKrant wordt hierbij betrokken.

Aan de voorbereiding en de inzet zal het deze keer niet liggen. De kernvraag is: wat willen we met Laarbeek? Veel zal afhangen van de beantwoording van de vraag of Laarbeek voldoende toekomstbestendig is. Dit is een lastig te beantwoorden vraag. Toch zal het moeten. Ik zie in den lande teveel gemeenten die eigenlijk tot de slotsom komen dat fuseren de beste optie zou zijn, maar die conclusie uiteindelijk niet durven te trekken en dus maar besluiten voort te modderen. En dus terugschrikken voor de realiteit.

Gaat Laarbeek wel onbevangen in de spiegel kijken?



Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 19 maart 2017


Verkiezingen


Afgelopen woensdag is Nederland massaal naar de stembus gegaan en hebben wij een nieuwe Tweede Kamer gekozen. De PVV van Geert Wilders is gelukkig niet de grootste partij geworden. De VVD van Mark Rutte is de PVV duidelijk voorgebleven. Het CDA, D66 en GroenLinks hebben alle drie zetels gewonnen, maar zij konden de VVD niet bijhouden. Buma en Pechtold zullen hun premierambities moeten bijstellen. In theorie zijn er verschillende coalities mogelijk. Welke uiteindelijk uit de hoge hoed komt, moeten we afwachten.

De PvdA is weggevaagd. Zij hielden uiteindelijk maar 9 zetels van de oorspronkelijke 36 over. De partij wordt door de kiezer gestraft voor haar deelname aan het kabinet Rutte- Asscher. Regeren met de VVD bekomt niemand goed. Zo lijkt het.

Het grote verlies van de PvdA is toe te schrijven aan een groot aantal factoren. De deelname aan een regering met de VVD en het laten vallen van allerlei sociaal-democratische uitgangspunten werd door de kiezers afgestraft, maar ook diepere oorzaken spelen mee zoals het zich vervreemden van de arbeidende klasse.

Natuurlijk heb ik ook naar de uitslagen in Laarbeek en de omringende plaatsen gekeken. Ook in Laarbeek is de VVD de grootste geworden op enige afstand gevolgd door het CDA, de PVV en de SP. Ook hier deed de PvdA het slecht: de partij haalde slechts 500 stemmen. In verschillende gemeenten wordt met de verkiezingsuitslag in de hand ook vooruit gekeken naar de gemeenteraadsverkiezing van volgend jaar. In Laarbeek zou je zeggen dat het onvoorstelbaar is dat de VVD niet aan deze verkiezingen zal deelnemen.
Laarbeek is een mooie gemeente die in vergelijking met andere gemeenten goed presteert. De gemeente kan tevreden en trots terug kijken op wat er gepresteerd is. Maar met alleen terugkijken zijn we er niet; wij moeten ook de toekomst in het oog houden. Daarop moeten wij ons voorbereiden. En er zijn voldoende plannen in voorbereiding. Denk aan de discussie over duurzaamheid, over veerkrachtig bestuur en over het dichten van de kloof tussen burger en bestuur. Allemaal projecten waar we veel van verwachten en die Laarbeek nog beter op de kaart gaan zetten dan nu al het geval is.

Wat in potentie ook kan bijdragen aan een verdere verbetering zijn de aanbevelingen van de Rekenkamer in het recente rapport over het collegeprogramma 2014-2018. De Laarbeekse raad discussieerde afgelopen donderdag over dit rapport.  Het feitelijke onderzoek is verricht door bureau Berenschot. Het rapport is positief over het behaalde resultaat. De informatievoorziening van het college richting raad is op orde. Wat beter kan en moet is de strategische discussie over de hoofdpunten van het beleid. Dit gebeurt nu niet of veel te weinig. Door een strategische discussie te voeren kan de raad vooraf richting geven en kaders stellen.

Het college nam de aanbevelingen van het rapport over. De discussie in de raad werd m.i. teveel een discussie met de voorzitter van de raad en te weinig tussen de raadsleden onderling. En dat terwijl het rapport van de Rekenkamer toch primair een rapport voor de raad is. De raadsvoorzitter opereerde veel te sturend in de richting van een uitspraak van de raad die er zo wie zo toch wel gekomen zou zijn. Dit blijft een valkuil, waar de burgemeester nog steeds intrapt.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 15 maart 2017


De  uitslag                          






Ik schrijf dit stukje rond acht uur. De stembureaus zijn nog open. Uitslagen zijn er nog niet. De eerste exit polls komen zo dadelijk. Over de uitslag is nog niets te zeggen. Alleen is wel duidelijk dat de opkomst stukken hoger is dan de vorige keer. Ik kijk vandaag even terug op de verkiezingscampagne. Ik doe dit aan de hand van een artikel in de Volkskrant van vandaag.










Voor D66, CDA en SP liggen lachen en huilen dicht bij elkaar. CDA-leider Buma kroop in de kiezersgunst wekenlang gestaag omhoog met zijn consequente boodschap van fatsoen en rentmeesterschap. Toch dreigt het voormalige machtsbastion alsnog de op één na slechtste uitslag allertijden te boeken. En als het niet lukt de VVD te passeren, zal de teleurstelling overheersen.

D66 mag hopen op de derde overwinning op rij, na het dieptepunt van drie zetels in 2006. Maar ook daar geldt: Pechtold heeft premiersambities. Het kan wat dat betreft een ontnuchterende avond worden.

Dat geldt zeker voor de SP van Emile Roemer, die door de malaise bij de PvdA mocht rekenen op een stunt. Roemer voerde onvermoeibaar campagne, was scherp in de debatten en maakte geen enkele aanwijsbare fout. Behalve misschien vorig jaar al, toen de partij besloot volledig op de zorg in te zetten. In het debat over immigratie, integratie en de nationale identiteit - ook belangrijk voor de SP-achterban - bleef Roemer op de vlakte.

Donderdag begint bij de SP en op alle andere partijkantoren het grote evalueren. Ook bij de VVD, al zijn ze daar doorgaans bijzonder pragmatisch. Een historische afstraffing voor zijn tweede kabinet? Een verlies van misschien wel 15 liberale Kamerzetels? Mark Rutte zal er lachend overheen stappen als hij ondanks alles voor de derde keer op rij de grootste partij wordt en de wereld overgaat als de man die het opkomende populisme keerde. 

En nu maar hopen dat Wilders toch maar niet de grootste wordt. In de loop van de late avond en de nacht zal dit duidelijk worden.




Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Lente

 

Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Dit zijn de eerste versregels van het gedicht Mei van Herman Gorter. Het gaat zo:

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
In een oud stadje, langs de watergracht --
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels van mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zoo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't boschje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggn, op den wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
En menig moe man, die zijn avondmaal
Nam, luisterde, als naar een oud verhaal,
Glimlachend, en een hand die 't venster sloot,
Talmde een pooze wijl de jongen floot.

Meteorologen willen een nieuw seizoen op de eerste dagen van de maand laten beginnen. Waarom is mij niet geheel duidelijk. Voor mij begint de lente op 21 maart. Zo is het ons destijds geleerd en daar houd ik mij dan ook aan. Ook al is het formeel in deze redenering nog geen lente, het is wel fraai lenteweer nu bijna halverwege de maand maart. Het zal wel niet zo blijven. Dat weten we ondertussen ook wel. Maar toch, we hebben de mooie lentedagen alvast binnen.

Wordt het ook lente in de Nederlandse politiek? Op 15 maart gaat Nederland naar de stembus. De uitslag is zeer ongewis. Ik hoop dat de PVV van Wilders niet de grootste partij wordt. Als dit wel zo is, heeft Nederland een groot probleem. Rutte en Pechtold lijken hun beste tijd gehad te hebben. De PvdA en de SP krijgen de handen niet op elkaar. Jesse Klaver doet het verrassend goed, maar een premier Klaver zie ik nog niet zo zitten. Resteert alleen Buma, die het in verschillende debatten opmerkelijk goed deed. Hij is rechtlijnig en duidelijk. Hij heeft het in zich om een goede minister-president te worden.

Of komt er dadelijk een onverwachte persoon uit de hoge hoed. Het zou zo maar kunnen.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 13 maart 2017


Verkiezingen


Het wordt toch nog spannend. Op het laatste moment komt er Schwung in de verkiezingsstrijd. Door de Turken  en Erdogan. Rutte kreeg hierdoor de kans om toe te slaan en leiderschap te tonen. Zijn zieltogende campagne kreeg hiermee op het laatste nippertje glans. De gamechanger kwam toch nog. Of het allemaal zo moet, is zeer de vraag. Dat is op dit moment een zorg voor later.

Vanavond gekeken naar het debat tussen Rutte en Wilders. Geen van beiden kan zich winnaar noemen, al deed het Rutte naar mijn idee toch ietsjes beter dan Wilders. De VVD gaat niet samenwerken met de PVV. Deze uitspraak herhaalde Rutte vanavond. Sterker dit keer dan vorige keren.  

Voor vandaag over een heel ander onderwerp willen hebben. De falende democratie. Ik doe dit aan de hand van een artikel van Jan Drentje een paar dagen geleden in de NRC. Ik citeer: 

“ ‘Wij zijn van mening dat ons staatsbestel bedroevend functioneert. Het politieke spel moet nog steeds worden gespeeld volgens regels’ uit de negentiende eeuw. Dit staat niet in het verkiezingsprogramma van GeenPeil, VNL of het Forum voor Democratie maar in het eerste verkiezingsprogramma van D66.
Wie de stichtingsdocumenten van deze vijftig jaar geleden opgerichte partij leest, vindt nauwelijks verschillen met de huidige kritiek op het functioneren van de representatieve democratie. De burger mag stemmen, maar heeft geen invloed op de regeringsvorming. Partijelites maken de dienst uit. Kamerleden zijn horigen van het partijbestuur. De band tussen kiezer en gekozene is verbroken.
Dat kiezers meer directe medezeggenschap over hun lot eisen, is dus niet nieuw. Net als het zoeken naar oplossingen. Tot nu toe zag men die vaak in een aanpassing van het parlementaire stelsel. Ook de recent ingestelde staatscommissie onder leiding van Johan Remkes, commissaris van de koning in Noord-Holland, gaat het vermoedelijk in die richting zoeken.
Maar misschien kan het ook eenvoudiger: als de ontzuilde partijen sommige elementen van directe democratie omarmen, kan dat hun band met de leden versterken.
De oprichters van D66 zagen scherp dat ideologische tegenstellingen het electoraat in de toekomst minder bijeen zouden houden. Maar de echte doorbraak van de zwevende kiezer en het verval van de traditionele middenpartijen lieten langer dan gedacht op zich wachten.
Voor de opkomst van Fortuyn maakten voorstellen voor het introduceren van directe vormen van democratie geen kans. Inmiddels dringt het volk aan de Haagse poort: uit kiezersonderzoek van de afgelopen jaren blijkt keer op keer dat burgers meer zeggenschap willen, ruim 80 procent is voor invoering van bindende referenda.
Hoe moet die wens worden geïnterpreteerd? Willen burgers echt dat door regering en parlement genomen besluiten voortdurend kunnen worden geamendeerd of verworpen per referendum? Als de gang van zaken zoals bij het Oekraïne-referendum staande praktijk zou worden, wordt vrijwel alle parlementaire besluitvorming onzeker. Steeds kan een besluit achteraf worden aangetast. Parlementsleden moeten na referenda standpunten verdedigen die eerder waren verworpen. Op die manier worden wet- en regelgeving onderdeel van een plebisciet – dat door veel meer factoren wordt bepaald dan het debat over het onderwerp zelf. Volkstribunen kunnen referenda aangrijpen om in te breken op de gevestigde orde, zonder dat een brede afweging van belangen mogelijk is. Het gevolg is dat onvrede over de politiek alleen maar toeneemt.
Volgens de architect van onze huidige representatieve democratie, Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872), is de goede werking hiervan een soort evenwichtskunst. Burgers kiezen een volksvertegenwoordiging – destijds in een districtenstelsel – en bepalen daarmee wie er namens hen het woord in het parlement voeren. Maar: de volksvertegenwoordigers stemmen ‘zonder last’. Zij moeten in het debat tussen regering en parlement een eigen oordeel kunnen vormen. Waarom? Bij wetgeving komen aspecten als uitvoerbaarheid, rechtvaardigheid en consistentie aan de orde die om een vertaalslag vragen van wat wordt begrepen als ‘de volkswil’. Ook zullen er doorgaans compromissen moeten worden gesloten en moet er rekening gehouden worden met minderheden.
Bovendien, ‘de volkswil’ bestaat niet als onveranderlijk gegeven. In de negentiende eeuw keken politieke denkers terug naar de chaos en het bloedvergieten tijdens de radicale fase van de Franse Revolutie toen de volkswil werd geëxploiteerd door demagogen. Een van de belangrijkste opgaven die de liberalen zich in de negentiende eeuw stelden was om ordelijk en rechtvaardig bestuur samen te brengen met democratische principes. Burger, volksvertegenwoordiging en regering hadden ieder een eigen plek in het staatsbestel. In de woorden van Thorbecke: „Bestaat de democratie in de volstrekte regering der ogenblikkelijke meerderheid van getal? […] Geeft men de massa oproepende, eene stem aan het nationaal verstand of een werktuig van het despotisme?” Politiek is emotie, maar moet ook een vorm van redelijk debat over complexe vraagstukken mogelijk maken.
Eind negentiende eeuw organiseerden partijen zich op basis van ideologische scheidslijnen. Kamerleden vertolkten vervolgens vooral de standpunten van de partij. Daar ligt goed beschouwd de kern van de huidige problematiek. Nu ideologische verschillen zijn vervaagd en partijen nauwelijks nog leden tellen, hebben ze hun vanzelfsprekende legitimatie verloren.
Partijen worden nu vooral gezien als oligarchische netwerken waarin goed betaalde bestuurlijke functies worden verdeeld. Solistisch optreden van Kamerleden wordt door partijen nog steeds niet gewaardeerd. Recent zijn de rechten voor afgesplitste Kamerleden beperkt. Terwijl kiezers juist een voorkeur hebben voor zelfstandiger optredende Kamerleden.
Hoe zijn de verworvenheden van onze representatieve democratie te combineren met de wens van veel kiezers om meer directe medezeggenschap over hun lot te verkrijgen? Zonder te verzeilen in oplossingen die erger zijn dan de kwaal. Als de staatscommissie parlementair stelsel onder leiding van Johan Remkes ingrijpende voorstellen doet die een grondwetswijziging noodzaken, zullen die opnieuw op de grote stapel mooie, maar onuitgevoerde plannen belanden.
Een voor de hand liggende en bij gewone wet door te voeren democratische vernieuwing kan worden gerealiseerd door de kieswet aan te passen. Wie nu een politieke partij registreert hoeft slechts te voldoen aan een aantal formele eisen. Dat maakt de bizarre constructie mogelijk dat een partij uit slechts een lid bestaat: de PVV en nu ook bij GeenPeil.
Veel beter zou het zijn om een aantal inhoudelijke democratische vereisten aan de partijorganisatie te stellen. Zoals vrije toetreding, een democratische structuur met een ledenvergadering die daadwerkelijk bestuur, programma en de kandidatenlijsten vaststelt. Partijen moeten aspecten van directe democratie vervolgens in hun eigen werkwijze opnemen. De tijd van vergadertijgers op afdelingsvergaderingen is voorbij. Leden kunnen eenvoudig via internetfora bij besluitvorming worden betrokken door hen te informeren over standpunten, stemgedrag van Kamerleden en hun de mogelijkheid te geven hierop te reageren en voorstellen te doen.
Partijen kunnen zich dan ontwikkelen tot laagdrempelige digitale politieke netwerken, een soort kiesdistricten, die de representatieve democratie voeden. Dat geeft het stemgedrag van partijen in de Kamer extra democratische legitimatie. Niet de representatieve democratie zelf is het probleem, maar het gebrek aan legitimatie van de politieke partijen. Democratiseer daarom de partijpolitiek.”
Genoeg stof om te overdenken. Hoe de uitslag woensdag ook wordt, de discussie zal ongetwijfeld doorgaan.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 12 maart 2017


Verkeersperikelen     


In een extra vergadering van de commissie Ruimtelijk Domein op 8 maart j.l. boog de commissie zich over het voorstel per 9 maart de proef met het verbod om bij de Beekse brug links af te slaan naar de Bosscheweg per direct te staken. De commissie had ruim een uur nodig om tot een afronding te komen. Zonder erg veel emotie stemde de commissie met het collegevoorstel in. “ Zonder mopperen weer linksaf ” kopte het ED. Onmacht troef was ook een passende kop geweest.

Dit laatste viel nog het meeste op: de provincie, de gemeente, de wethouder, de raad –kortom alle betrokkenen – waren niet bij machte een werkende oplossing te vinden. Met als gevolg dat de situatie blijft zoals hij was. Alleen komt er een nieuwe verkeerslichteninstallatie, die mogelijk een verbetering is. Voor de rest wordt alles doorgeschoven. Op hoop van zegen. Hopelijk brengt de toekomst met het voortschrijden van de tijd soelaas. Hoe en wanneer? Niemand die het weet. En de commissie legt zich erbij neer, onmachtig en gelaten.

Hoe is het mogelijk dat de commissie zoveel onmacht ten toon spreidt en niet met de vuist op tafel slaat? Waar deskundigen geen oplossing weten, proberen enkele commissieleden nog wel wat “ oude ” oplossingen aan te dragen. Vergeefse moeite natuurlijk, want deze plannen zijn al lang en breed naar de prullenbal verwezen. Een raad of commissie moet zich niet op een dergelijk pad begeven. Het leidt meestal tot niets. Dus ook woensdagavond niet. Alleen als er een geheel nieuw idee wordt aangedragen, is er kans op succes. Dit nieuwe idee was er woensdagavond zeerzeker niet.
Het onderzoeksrapport dat aan het besluit ten grondslag ligt, rammelt aan alle kanten. Na zo’n karig rapport met allerlei tekortkomingen verwacht je dat minimaal een nieuw diepgaander onderzoek gestart zou worden. Uit de reactie van de provincie werd het duidelijk dat niet gaat gebeuren. Die intentie heeft de provincie niet, omdat er onvoldoende waarde aan wordt gehecht.

Vreemd is dat de uitgangspunten die bij de start van het onderzoek werden gesteld, wel heel gemakkelijk ter zijde worden geschoven. Uitgangspunt was dat bij toename van het sluipverkeer met meer dan 10%  de proef beëindigd zou worden. Wat blijkt nu uit het rapport: deze 10% wordt niet gehaald. De toename stopt bij ongeveer 9 %. Waarop het percentage van 10 aanvankelijk gesteld werd, wordt nergens onderbouwd. De toename van de overlast op andere plekken in Beek en Donk is voldoende om de proef af te breken. Met het gebruik van heel veel woorden probeerde wethouder van Zeeland het feit weg te masseren dat hij zijn rug niet recht gehouden heeft. En dat lukte hem andermaal weer vrij aardig

Er zijn wel meer tegenstrijdigheden in dit dossier. Gemeentelijk eigenbelang heeft de overhand. Wat te denken van opvatting van Nuenen dat een verbeterde doorstroming bij de Beekse brug ongewenst is, omdat de N615 daardoor meer verkeer gaat aantrekken. Verkeer waar Nuenen last van heeft! Voor Laarbeek is het nu afwachten geblazen. Steeds meer inwoners van Zuidoost-Brabant krijgen spijt dat de Ruit een paar jaar geleden om zeep is gebracht. Zolang de N615 een doorgaande route blijft, kunnen de problemen niet opgelost worden.

Maar ja, spijt komt nu eenmaal na de zonde.                                                                


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 8 maart 2017


Hervorming van onze democratie



Heel veel partijen nemen deel aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 15 maart a.s. Meer dan ooit. In totaal staan er 26 op het stembiljet. Geen blijk van bescheidenheid! Iets meer terughoudendheid zou de partijen sieren. Natuurlijk het is een democratisch recht van een ieder om aan de verkiezingen deel te nemen. Aan dit recht mag geen afbreuk gedaan worden. Het is een democratisch grondrecht.

Waarom zoveel partijen in Nederland? In de ons omringende landen is het beeld totaal anders. Kijk mar eens naar Duitsland, Frankrijk, Engeland of de Verenigde Staten van Amerika. Daar gaat het slechts enkele partijen. In Nederland is dit totaal anders. Waarschijnlijk hangt dit samen met onze volksaard. Wij zijn zo individualistisch ingesteld dat wij ons moeilijk op een drie-, viertal partijen kunnen verenigen. Daarom ieder zijn eigen partij. Politiek zijn we niet verbonden, maar verdeeld.

Handig is dit niet als het gaat om een meerderheidskabinet te maken gaat. Hoe meer partijen voor het vormen van een kabinet nodig zijn, hoe lastiger het wordt. Om nog maar niet te praten over stabiliteit van een dergelijk kabinet. We gaan politiek een lastige tijd tegemoet.

Deze bezorgdheid leidt tot allerlei speculaties over noodzakelijke hervormingen van ons democratische systeem. Verschillende oplossingen worden gepropageerd zoals de rechtstreeks gekozen premier, een kiesdrempel, een referendumdemocratie. Of het inderdaad zal gaan werken, is zeer de vraag. Enige bescheidenheid en terughoudendheid bij het lanceren van nieuwe partijen zou best eens de voor de hand liggende oplossing kunnen zijn.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 7 maart 2017


Financiële afronding voorzieningenclusters


Tijdens de raadvergadering van 16 maart komt de financiële afronding van de voorzieningenclusters Laarbeek aan de orde. Voor de tweede maal overigens. Op 8 september 2016 is al het raadsvoorstel behandeld over de financiële afwikkeling van de voorzieningenclusters Laarbeek. Tijdens de behandeling van het raadsvoorstel kon niet op alle vragen van raadsleden de gewenste duidelijkheid worden verschaft. Het raadsvoorstel is toch vastgesteld. De raad heeft toen een commissie ingesteld die nader onderzoek moest doen naar de financiële verantwoording van de voorzieningenclusters.

Dit alles heeft geresulteerd in een nieuw voorstel. Het college stelt voor het oude raadsbesluit van september in te trekken en een nieuw voorstel te nemen. Het college heeft inmiddels ook besloten om alle verstrekte informatie via beantwoordingen dan wel raadsinformatiebrieven over dit onderwerp in te trekken. Hierdoor kan volgens het college met eenduidige informatie, die in dit nieuwe raadsvoorstel is opgenomen, daadwerkelijk de uitgavenkant van de voorzieningenclusters worden afgesloten. De inkomsten als zijnde dekking van de voorzieningenclusters zijn nog niet volledig gerealiseerd.

Het is en blijft een vreemde procedure. Eerst een financiële verantwoording goedkeuren en vervolgens enkele maanden later deze weer in te trekken en vervangen door een nieuwe financiële verantwoording. Het roept twijfels op over de vraag of dit project – een megaklus voor Laarbeek – niet te groot was voor een gemeente met de omvang van Laarbeek. De politiek moet dit zich dit aanrekenen. De aanpak van de scholenproblematiek is jaren op de lange baan geschoven. Met als gevolg dat alles uiteindelijk tegelijkertijd kwam. Laarbeek heeft hiervoor een all in-begroting gemaakt die i eerste instantie veel te ruim opgesteld was. Met opzet vermoed ik. Begrotingsoverschrijdingen waren daardoor minder waarschijnlijk. Geen wonder dat Laarbeek ruimschoots binnen de bijgestelde begrotingen is gebleven.

Natuurlijk al met al blijft de realisering van de voorzieningenclusters een prestatie van jewelste, waar we alleen maar trots op kunnen zijn!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 6 maart 2017


Wonen


De MRE kwam enige maanden geleden met een zeer ambitieus programma voor wonen in Zuidoost- Brabant. De Werkplaats Wonen onder leiding van de Helmondse wethouder Frans Stienen moest echter een stap terug doen. Het programma ging de gemeenten veel te ver.

De Werkplaats Wonen heeft haar knopen geteld en in een rapport vorige week haar ambities flink naar beneden bijgesteld. Stienen hoopt door zich een stuk bescheidener op te stellen de basis te leggen om vanaf 2018 regionale keuzes te maken: vanaf 2018 bepalen gemeenten gezamenlijk welke soort woningen zij gaan bouwen. Hard nodig natuurlijk met het oog op de vergrijzing, het kleiner worden van de huishoudens en de krimp.

Wat het meest opvalt is dat gemeenten best willen samenwerken , maar grote problemen hebben met overdracht van bevoegdheden. Dit is en blijft de grote bottleneck voor de toekomst.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 5 maart 2017


Verkiezingscampagne



Carnaval 2017 zit er weer op. Aan wat ik er van gezien en gehoord heb, denk ik dat Laarbeek een zeer geslaagde carnaval heeft meegemaakt. Daar kunnen we blij over zijn. De optochten waren fraai. Opvallend veel jongeren, tieners, pubers liepen in de optochten mee. Carnaval heeft nog steeds toekomst, denk je dan. Of wijst het op iets anders: carnaval als zuipfeest? Drie dagen, soms zelfs vier dagen, de remmen los en daarna er weer flink tegenaan. Maar ja dat was vroeger zo.

Door carnaval is er vanuit de Laarbeekse politiek weinig te melden. Ook de Laarbeekse politici hebben zich in het carnavalsgeweld gestort met voorop de burgemeester als tonpraoter. In de ton gaan staan is altijd een risico. Het afbraakrisico is immers groot.  Omdat er deze week uit Laarbeek weinig te melden valt, kijk ik vandaag even over de grenzen van Laarbeek.

Laat U zich ook gek maken door de het verkiezingsgeweld in de media? Als je niet oplet, wordt je dood gegooid met allerlei verkiezingsspotjes, praatprogramma’s en polls. Waarom nu zoveel propaganda?Je zou toch zeggen als je vier jaar je best hebt gedaan,hoef je toch niet meer in de laatste weken voor de verkiezingen zo uit te pakken. Hierbij komt nog dat er wel heel veel thema’s worden aangesneden.

Een redelijk nieuw verschijnsel is het gebruik van tweets .Via een tweet kun je betrekkelijk snel reageren.  Tijdens het RTL-debat van zondagavond zag je dit gebeuren. Het lijkt in navolging van de Amerikaanse verkiezingen de nieuwe trend te worden. Ik weet niet of we daar zo blij mee moeten zijn.

Door de veelheid van partijen die aan de verkiezingen deelnemen en de gretigheid van de media die elkaar de loef proberen af te steken, worden we overvoerd door zgn. campagnenieuws. Wie een slechte dag heeft, wordt in de pers genadeloos afgemaakt. Zie Henk Krol van de ouderenpartij. En iedere lijstaanvoerder keert zich tegen de politicus die door leeftijd en uitstraling populair wordt en lijkt te gaan winnen. 
Van gekkigheid worden allerlei Spatzen uitgehaald. Allerlei onderwerpen worden aangesneden . Het  gevolg is dat de kiezer verward achterblijft. Hij wordt overvoerd en haakt dus af. Waar het werkelijk overgaat, wordt steeds onduidelijker.

Toch lijkt het erop dat de verkiezingscampagne nog steeds niet loskomt. De campagne, zo schrijft de Volkskrant niet geheel ten onrechte, bevindt zich nog steeds in een soort surplace. Wat natuurlijk ook meespeelt is de afwezigheid van de partijen die in de peilingen voorop gaan, de PVV en de VVD. Natuurlijk is dit raar. Hun afwezigheid maakt de kans op een inhoudelijk debat groter, maar hun afwezigheid is ook een vertekening van het beeld. Ook duurde het RTL-debat zondagavond iets te lang.

Ten onrechte werd het idee opgeroepen dat in maart de kiezer de premier kiest. Dit is bepaald niet waar. Als er een vier-of vijfpartijen een coalitie moeten gaan vormen, zou het best eens kunnen zijn dat partijen kiezen voor een relatieve buitenstaander en niet voor een van de huidige lijsttrekkers. Waarom werd Piet de Jong destijds geheel onverwacht ook al weer minister-president zoals de officiële benaming van deze functie luidt?

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 1 maart 2017


Interessant artikel


In Binnenlands Bestuur kwam ik een interessant artikel tegen onder de kop “ Extra inspiratie voor Rekenkamers: onderzoek naar ambitie ”. Het artikel triggerde mij te meer omdat de Laarbeekse raad enigszins door de gezamenlijke Rekenkamer van Gemert en Laarbeek enigszins voor het blok geplaatst werd.

Laarbeek had de Rekenkamer gevraagd een onderzoek te doen naar de inverdieneffecten van de samenwerking van de beide gemeenten. “ Wat moet dan onderzocht worden” had de Rekenkamer daarna gevraagd. Een nadere specificatie dus. Op zich niet zo vreemd. In de presidiumvergadering van vorige week boog het Presidium zich over deze vraag. Het antwoord op de vraag was niet zo moeilijk.

Het artikel in Binnenlands Bestuur verbreedde in een klap de onderzoeksrange voor Rekenkamers. Dit was het nieuwe en tevens het verrassend van dit artikel. Kijk zelf maar. Ik citeer het artikel hieronder in  zijn geheel:

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


EXTRA INSPIRATIE VOOR REKENKAMERS: ONDERZOEK NAAR AMBITIE


Betrekt stakeholders en brengt nieuwe inzichten.
Het is een vaak gekozen invalshoek van rekenkameronderzoek: de uitvoering van beleid. Toch is het soms nóg interessanter voor rekenkamers en rekenkamercommissies om ambities te onderzoeken, menen adviseurs Louis Rings en Martijn Dekker. “Elk bestuur heeft tenslotte ambities, en die zijn vaak alleen in abstracties en visionair beschreven. Onderzoek brengt dan duidelijkheid.”

Kijk op maatschappelijke impact
Zo willen gemeenten de ‘duurzaamste stad’ of ‘tuin van Nederland’ zijn en streven provincies ernaar tot de ‘Europese top van kennis- en innovatieregio’s’ te behoren. Voor deze ambities geven overheden geld uit en maken zij ambtelijke inzet vrij. “Op het moment dat je vraagtekens kunt zetten bij de effectiviteit en efficiëntie hiervan, heb je als rekenkamer of rekenkamercommissie voer voor onderzoek”, ziet Louis Rings. “Is de organisatiekracht bijvoorbeeld voldoende om daadwerkelijk maatschappelijke of economische impact te hebben en de ambitie dichterbij te brengen? Plus is de ambitie voorbehouden aan het bestuur en enkele beleidsmedewerkers, of zit het in de haarvaten van de organisatie?” De adviseur ging er onlangs mee aan de slag voor de rekenkamercommissie van de gemeente Veenendaal, die ICT-centrum van Food Valley wil worden.

In gesprek met burgers en bedrijven
“Er is wel een duidelijk verschil tussen de ‘traditionele’ rekenkameronderzoeken naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van beleid én die naar een ambitie”, vervolgt Martijn Dekker. “Want bij een ambitie is er sprake van een visie op de toekomst. En een rekenkamer(commissie) is niet opgericht om te toetsen of een visie terecht is. Wat je dan wel kunt onderzoeken zónder op de beleidsstoel terecht te komen? Of de visie en ambitie gedragen worden door zowel de organisatie als de samenleving.” In Veenendaal spraken de onderzoekers van KplusV daarom ook met de andere gemeenten in Food Valley, 25 ICT-bedrijven, het ICT-onderwijs en de Wageningen Universiteit. “Stuk voor stuk betrokken partijen die uiteindelijk de doorslag geven in het realiseren van de ambitie”, aldus Louis.


Rekenkameronderzoek pur sang
En welke conclusies vallen er dan te trekken uit zo’n rekenkameronderzoek naar een ambitie? Martijn: “Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de manier waarop de ambitie is vormgegeven en hoe de overheid zichzelf heeft georganiseerd om dit streven te verwezenlijken. Is het iets van alleen de beleidsafdeling of zijn er meerdere afdelingen bij betrokken? Hoeveel geld wordt er uitgegeven en uit welke ‘potjes’? Wanneer vindt het bestuur het traject geslaagd? Welke mijlpalen worden gebruikt om dit te bepalen, en zorgen die voor een objectieve, meetbare weergave? Merken de doelgroepen voldoende van de inspanningen en staan zij erachter? En hoe wordt de raad geïnformeerd?” Volgens Louis gaat de rekenkamer(commissie) hiermee niet op de beleidsstoel zitten. “Net als bij beleid kun je door een ambitie te onderzoeken, achterhalen of de uitvoering ervan doelmatig en doeltreffend is. Precies waarvoor je als rekenkamer of -commissie bestaat.”