maandag 31 augustus 2015


                                                               

PGB


De Nationale Ombudsman oordeelt hard over het gehannes met het pgb. Zo ongeveer alles wat mis kon gaan, is misgegaan bij de recente verandering rond het pgb. Dat concludeert de Nationale Ombudsman  in een rapport over de veranderingen die op 1 januari zijn doorgevoerd.
Het streven van staatssecretaris Van Rijn (PvdA, volksgezondheid) om de betalingssystematiek zo te veranderen dat er minder gefraudeerd kon worden, was aanbevelenswaardig, oordeelt de Ombudsman. Maar het plan om de pgb-gelden vanaf 1 januari met tussenkomst van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan budgethouders uit te keren, in plaats van aan de zorgverleners, was volgens de Ombudsman slecht doordacht, nauwelijks getest en te snel ingevoerd.

Om budgethouders en zorgverleners tegemoet te komen zijn veel spoedbetalingen gedaan. Pas achteraf controleerde de SVB of deze betalingen terecht werden verstrekt. Het is onduidelijk hoeveel procent van die spoedbetalingen onterecht is uitgekeerd.

In totaal zijn er het afgelopen jaar 40.800 spoedbetalingen gedaan richting zorgverleners. Zo'n 30.000 daarvan zijn inmiddels gecontroleerd, maar de SVB kan niet zeggen in hoeveel gevallen het is misgegaan. Van de helft van de overige 10.800 gevallen die nog worden onderzocht zijn de onderliggende documenten nog niet compleet en de andere helft is nog geheel onduidelijk. 

De overige conclusies uit het rapport van de ombudsman zijn grotendeels bekend: er werd niet goed samengewerkt, de SVB was slecht bereikbaar, er werd te weinig aan de gevolgen voor de burger gedacht, ICT-systemen bleken slecht toegerust en de communicatie naar de gedupeerden liet te wensen over. 

De Ombudsman komt niet als eerste met deze kritiek. In mei kwam de Algemene Rekenkamer ook al met een vernietigend rapport over de problematiek waardoor duizenden zorgverleners tot wel drie maanden op hun geld moesten wachten. 

De inmiddels gepensioneerde rekenkamerdirecteur Saskia Stuiveling oordeelde dat de ministeries van volksgezondheid en sociale zaken (waaronder de SVB valt) en de SVB te laat hadden gereageerd op alarmerende rapporten. Net als de Rekenkamer, wijst de Ombudsman ook op het feit dat de wet over het overdragen van zorgtaken naar gemeenten - de WMO - pas in juli 2014 is aangenomen en de Wet langdurige zorg (WLZ) pas in december 2014, waardoor alle partijen laat over de juiste gegevens beschikten. 

Inmiddels heeft staatssecretaris Van Rijn in de Tweede Kamer ruiterlijk zijn excuses aangeboden en is de stroom berichten over niet-betaalde zorgverleners opgedroogd. Maar opgelost zijn de problemen nog altijd niet.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft vorige week laten weten dat het ze niet zal lukken om iedereen met een pgb voor 1 oktober van een herindicatie te voorzien. Dat is nodig omdat de meeste budgethouders volgens afspraak nog altijd recht hebben op dezelfde zorg als vorig jaar.  Maar omdat de zorg sinds 1 januari onder de gemeenten valt, gaan zij de komende maanden bepalen hoe dat er vanaf 2016 uit komt te zien. Van Rijn wil dat ze opschieten, zodat budgethouders en zorgverleners hier op kunnen anticiperen. De kans dat ze zich straks opnieuw te elfder ure voor grote veranderingen gesteld zien staan, is daarom nog altijd aanwezig.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 30 augustus 2015


                                                               

Vakantie voorbij


De zomervakantie is zit er voor de meesten onder ons weer op. Deze week starten de basisscholen in het zuiden  met het nieuwe schooljaar. Het politieke bedrijf komt langzaam weer op gang. Ook in Laarbeek .Dus wordt het ook weer tijd voor een nieuw Weekbericht.
De vakantieweken zijn in Laarbeek rustig verlopen. Er is weinig gebeurd. De Laarbeekse politiek was duidelijk met vakantie. Op zich is daar niets mis mee; de boog kan immers niet altijd gespannen staan. En even rust op de plaat en bijtanken kan nooit kwaad. Zo kan men er met frisse moed  weer tegenaan. Althans dat hoop ik.

In de media hebben drietal thema’s in de vakantieperiode vooral de discussie bepaald. Het is in de zomermaanden vooral gegaan over de zorg, de onophoudelijke stroom aan asielzoekers en gemeentelijke herindeling. In dit Weekbericht wil ik aandacht besteden aan de veranderingen in de zorg. De laatste weken is er grote commotie ontstaan over de herindicatie van de pgb’s. De staatssecretaris wil dat deze voor 1 okt a.s. afgerond zijn. Gemeenten betwijfelen of dit mogelijk is. In Laarbeek blijft het opvallend stil. Ik hoor er niemand over. En dat verbaast mij zeer.

Op dit moment zijn gemeenten alweer een half jaar verantwoordelijk voor jeugd- en ouderenzorg en het aan het werk helpen van gehandicapten. Op 1 jan. 2015 j.l. zijn deze taken gedecentraliseerd van het Rijk naar de gemeenten. Het Rijk moest bezuinigen en droeg deze taken op aan de gemeenten die dat beter zouden kunnen dan het Rijk, omdat zij dichter bij de mensen stonden. Daarnaast werd ook een ideologische onderbouwing gevonden: de mensen zouden meer zelf moeten gaan, zelfredzamer worden  en zelf hulp moeten zoeken bij familie en bekenden. Zo maakte het Rijk van de nood een deugd en gemeenten gingen hiermee maar al te gretig zijn mee. Hun invloed en reikwijdte werd immers vergroot.

De decentralisatie zelf ging niet van een leien dakje. Overal liepen gemeenten tegen problemen op.  Misstanden werden in de pers breed uitgemeten. Er kwamen inderdaad schrijnende gevallen aan het licht, maar een grote puinhoop werd het niet. Langzaam maar zeker kregen gemeenten meer grip op de materie. Wat voor veel mensen moeilijk bleek, was de noodzakelijke omschakeling in denken: van hulp die vanzelf naar je toekomt naar een grotere mate van eigen verantwoordelijkheid. Dit bleek een veel lastiger proces dan aanvankelijk gedacht werd. Achteraf gezien is de decentralisatie vooral een technisch proces geweest, waarin ambtenaren  en mensen uit de zorg aan het proces de leiding gaven. Soms deden gemeenten het zelf, soms in samenwerking met nabuurgemeenten. Laarbeek deed het in samenwerking met Peel 6.1. Zoals bleek uit een enquête van de NRC  voelden gemeenteraden zich vaak buiten spel en op afstand staan.

Er is in korte tijd veel veranderd. Misschien wel meer dan mensen in zo’n korte tijd aan kunnen. Een mentaliteitsverandering heeft tijd nodig. In de 20e eeuw duurde het jaren om oude van dagen eraan te laten wennen dat zij  naar bejaardenhuis moesten; ouderen nu laten wennen dat zij zelf voor zorg moeten zorgen en dat er pas in uiterste noodzaak hulp komt, kan niet in een halfjaar. Dit is een illusie. Voor deze omslag in denken is meer tijd nodig. In het recente onderzoeksrapport van de Nationale Ombudsman over de problemen rond de PGB’s  komt dit ook duidelijk naar voren.

Laarbeek voert deze transitie uit in samenwerking met De Peel6.1. Hoewel nog lang niet alles koek en ei is binnen deze samenwerking van de Peelgemeenten, verloopt de uitvoering naar behoren. Na de aanvangsperikelen heeft de Peel 6.1. het redelijk goed op de rails staan. Dat wil zeggen de technische uitvoering. Heel veel verder is men nog niet. De verwachte en beoogde innovatieve aanpak is nog niet van de grond gekomen. Dit vergt klaarblijkelijk meer tijd dan aanvankelijk gedacht is.

De Nationale Ombudsman constateerde dat het belang van de mens bij de transitie niet op de voorgrond stond. Bij de innovatie in de zorg zou dit het uitgangspunt moeten zijn. Oog voor het menselijk belang is en blijft de eerste voorwaarde. Je verwacht toch dat dit altijd centraal staat in het doen en laten. Of niet soms?

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 26 augustus 2015


                                                               

Ten Blakke


Woensdagmiddag vond de afsluitende bijeenkomst van het zomerprogramma van de Laarbeekse KBO’s plaats in het schitterende Openluchttheater in Mariahout. In Ten Blakke was een belangrijke rol weggelegd voor de burgemeesters Van Helmond en Laarbeek, Elly Blanksma en Frans Ronnes. De vraaggesprekken onder leiding van Henri Bouwmans  waren zeer onderhoudend.

Beide burgemeesters maakten van hun hart geen moordkuil. In het eerste gedeelte was met name  Elly Blanksma  zeer goed op dreef. Zij sprak als burgemeester van Helmond  zeer gemoedsvol. Een opmerkelijke uitspraak van haar was dat de kloof tussen Helmond en de omringende dorpen die er ongetwijfeld was, is verdwenen. De Peelgemeenten zijn tot samenwerking met elkaar bereid.

Frans Ronnes kwam vooral aan het woord in het tweede gedeelte. De bekende onderwerpen passeerde e revue. Ronnes verdedigde opnieuw zijn aanpak in de raadvergadering. Herhaling van standpunten  leveren niets op. In de raadsvergaderingen moet het inhoudelijke politieke debat plaatsvinden. Daar wil hij altijd de ruimte voor geven, zo zei hij.

Op zich neemt Ronnes hiermee een rigide standpunt in. Politieke partijen willen in de raadsvergadering ook een politiek statement afgeven. Ronnes geeft hiervoor m.i. te weinig ruimte. Met name oppositiepartijen hebben hiervan onredelijk veel last.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 25 augustus 2015

                                                                

Snel internet op het platteland



Razendsnel internet is niet alleen leuk om Netflix, Spotify of je nieuwste game te streamen, maar het is gewoonweg noodzakelijk als alternatief voor de wegvallende basisvoorzieningen in dunbevolkte gebieden. De een na de andere plattelandsbus verdwijnt, de apotheker zit allang niet meer op de hoek van de straat en jongeren trekken massaal naar de stad. Al jaren worden plattelandsgebieden bestempeld als krimpgebieden. Om dit tij te keren is het belangrijk om te investeren in toekomstbestendige basisinfrastructuur zodat bewoners en bedrijven de verhuisplannen kunnen annuleren en blijven profiteren van de voordelen van het platteland zoals ruimte, vrijheid en de lage kosten.

Met betrouwbare communicatiemiddelen kunnen zelfstandigen aan huis hun bedrijf opzetten, boeren eindelijk investeren in hypermoderne melkinstallaties, tuinders hun exportmogelijkheden verder ontwikkelen en bedrijven op goedkope industrieterreinen vestigen die zich vaak in buitengebieden bevinden. Ook bewoners profiteren volop mee. Hulp op afstand, persoonsbeveiliging en ontwikkelingen zoals eHealth. In de praktijk blijken deze maatschappelijke voordelen van een snelle internetverbinding specifiek voor buitengebieden erg belangrijk, omdat er relatief veel ouderen wonen.
Ondanks alle economische en maatschappelijke voordelen is supersnel internet in uitgestrekte buitengebieden nog lang geen vanzelfsprekendheid. Tot voor kort was het te kostbaar om de dure glasvezelkabel van huis tot huis aan te leggen. Met name door de grote afstanden tussen de huizen, maar ook door dure graaftechnieken en politieke prioriteiten.

Opschalen in een vroeg stadium is daarom essentieel voor een succesvolle uitrol in buitengebieden. En meestal komt het daarbij neer op twee cruciale factoren: kan er voldoende vraagbundeling worden georganiseerd en is de investering voor aanleg en onderhoud haalbaar. Doordat de investering in de praktijk te hoog blijkt, blijft ook de vraagbundeling achter. Dat is jammer. Want snel internet is net zo cruciaal als gas, water en licht. Het is een basisvoorziening geworden waar bewoners en bedrijven niet meer zonder kunnen.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 24 augustus 2015


                                                               

Rekenkamer


Het heeft lang geduurd, maar binnenkort is het zover en krijgt Laarbeek weer een Rekenkamercommissie. Een voorstel hiertoe komt binnenkort in de commissie. Met de gezamenlijke Rekenkamercommissie van Gemert-Bakel en Laarbeek komt een einde aan de lijdensweg die reeds enkele jaren geleden ingezet is. Er komt weer een volwaardige commissie

De Laarbeekse Rekenkamercommissie is een stille dood gestorven. Door gebrek aan interesse, voorzitters die afhaakten en gebrek aan tot de verbeelding sprekende onderzoeksonderwerpen. Er is nog geprobeerd om een gezamenlijke Rekenkamer van de grond te kringen voor alle Peelgemeenten gezamenlijk. Deze poging heeft geen resultaat opgeleverd en is uiteindelijk in  schoonheid gestorven. Daarop is weer het oude idee van een gezamenlijke Rekenkamercommissie voor Gemert- Bakel en Laarbeek van stal gehaald. Aanvankelijk was het enthousiasme voor een gezamenlijke Rekenkamer met name in het Gemertse niet erg groot. Gemert worstelde immers met gigantische financiële problemen  en had wel iets anders aan haar hoofd. Uiteindelijk is men eruit gekomen.

Landelijk gaat het de Rekenkamers niet voor de wind. Volgens Binnenlands Bestuur zijn de jaarlijkse budgetten voor de lokale rekenkamers in de afgelopen vijf jaar met 15 procent gedaald. Ruim vijftig gemeenten brachten het budget met meer dan de helft terug. Dat staat in een onderzoek dat Berenschot in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft verricht naar onder andere de budgetten van de lokale rekenkamers (en rekenkamercommissies). Uit het onderzoek blijkt dat de rekenkamers in ruim vier op de tien gemeenten minder te besteden hebben vergeleken met 2011. Het totale budget is sindsdien afgenomen van 18 naar 15 miljoen euro. In iets meer dan de helft van de gemeenten zijn de budgetten in die periode gelijk gebleven. Bij tien gemeenten zijn de budgetten gestegen.

De gemiddelde daling van de budgetten is volgens de onderzoekers het meest fors van 2014 op 2015, juist op het moment dat de totale begroting van de gemeenten als gevolg van de decentralisatie van rijkstaken met miljarden euro’s is toegenomen. ‘De relatieve daling kan flink oplopen’, aldus de onderzoekers. ‘Bij bijna een derde van de gemeenten met een dalend budget van de rekenkamer is het budget sinds 2011 met meer dan 50 procent verlaagd.’

Het gemiddelde bedrag dat per inwoner wordt uitgegeven aan de rekenkamer is net geen één euro: het bedrag daalde van 1,08 euro in 2012 naar 0,98 euro in 2015. Let wel, het gaat hier om gemiddelde bedragen. In 7 gemeenten krijgen de lokale rekenkamers al sinds 2011 helemaal geen cent meer. De onderzoekers stuitten daarnaast op 24 gemeenten met een inactieve, slapende of zelfs helemaal geen rekenkamer. Dat komt verreweg het meest voor bij gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. Anders dan de wet voorschrijft, wordt in die gemeenten de gemeenteraad dus helemaal niet door een rekenkamer bijgestaan in hun controlerende rol.

In de meeste gevallen is de bezuiniging op de rekenkamer een gevolg van de algemene bezuinigingen bij de gemeente. De onderzoekers ontdekten wel een verband tussen de mate van tevredenheid over een rekenkamer en de mate van bezuiniging op een rekenkamer. ‘Het lijkt erop dat bij gemeenten met relatief minder tevreden raadsleden het budget meer onder druk staat’, concluderen ze. In ruim 70 procent van de gemeenten is de raad overigens tevreden tot erg tevreden over hun lokale rekenkamer.


Gaat de nieuwe opzet van de Rekenkamercommissie in Gemert-Bakel en Laarbeek  een succes worden? Ik betwijfel het. Het schort bij raadsleden en colleges aan interesse voor het werk van een Rekenkamer. Onderzoeken die Rekenkamers plegen te verrichten spreken niet tot de verbeelding. Dit zou anders kunnen wordt als de Rekenkamer in de lacune springt die zich steeds duidelijker openbaart. Ik denk hierbij aan de voortschrijdende overdacht van gemeentelijke bevoegdheden aan allerlei regionale samenwerkingsvormen, waar de raad nauwelijks controle op heeft. Laat de Rekenkamer zich vooral bezig houden met het SRE, Peel 6.1. de ODZOB en de overige samenwerkingsvormen. De Rekenkamer zou dan het voorwerk kunnen doen voor de noodzakelijke democratische controle van de raad. Tot op heden staan de raden sterk op achterstand. En dat niet snel veranderen, als men niet stevig ingrijpt.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 23 augustus 2015


                                                               

Effecten nieuwe WMO nog lang niet duidelijk


Eigenlijk zou zo’n half jaar na de invoering van de nieuwe WMO een tussenbalans opgemaakt moeten kunnen worden. Echter dit is nog niet mogelijk, want de benodigde cijfers zijn nog niet voorhanden.

Een aantal voorlopige constateringen kunnen overigens wel gemaakt worden. Zo is het duidelijk dat de beoogde veranderingen in veel gemeenten nog nauwelijks op gang zijn gekomen. De oude contracten zijn veelal ongewijzigd overgezet. Er heeft nauwelijks innovatie plaatsgevonden  

Tariefdalingen zijn er wel, vooral om bezuinigingen op te vangen op de gemeentebegroting maar dat gebeurt helaas met redelijk fantasieloze kaasschaafmethoden. De effecten daarvan op bestaande aanbieders zijn overigens nog niet bekend. We weten dus  nog lang niet hoe de nieuwe Wmo echt gaat uitpakken en wat er achter de horizon van menig gemeente ligt te wachten, laat staan dat de effecten ervan op het gedrag van burgers en het gemeentebudget al zouden kunnen worden gemeten.
Want ook al is er geen sprake van wezenlijke vernieuwing in de zorg en begeleiding, voor de gemeenten is het wel degelijk nieuwe kost. Zij, en niet de zorgkantoren,  moeten immers voor het eerst allerlei diensten inkopen; dat betekent ook dat zij nieuwe taken als indiceren, informeren, administreren, betalen en monitoren moeten uitvoeren. Wij zien dat gemeenten in veel gevallen de nodige hobbels hebben te nemen voordat hun werkorganisatie goed is ingespeeld op deze nieuwe taken. Gevolg daarvan is dat  we kunnen niet waarnemen wat er nu echt aan het gebeuren is, de effecten zijn immers pas meetbaar als de administraties goed werken.
Wat wij wel zien gebeuren, is bepaald niet rustgevend. Met name dat gemeenten hun werkorganisatie niet op orde hebben geeft aanleiding tot twijfels. Voorbeelden zijn een niet werkend toewijzingssysteem (Stipter), eigen bijdragen die al sinds een half jaar niet bij cliënten worden geïnd (waardoor burgers na de zomer een torenhoge rekening van het CAK ontvangen) en facturen van aanbieders die al zes maanden niet worden betaald. Symptomen van een moeizaam veranderingstraject, maar ook van een tijdbom. Want er zijn al zorgorganisaties die liquiditeitsproblemen melden hetgeen dit najaar vervelende gevolgen kan krijgen. En als burgers in één keer een gigantisch hoge eigen bijdrage moeten betalen, kan dat reacties oproepen in de samenleving, waarbij de pgb-crisis zal verbleken. Kortom, the worst is still to come.
De echte uitdaging komt pas daarna, wanneer gemeenten de volgende fase tot vernieuwing van de arrangementen tot uitvoering gaan brengen. Want zullen gemeenten daadwerkelijk in staat zijn om met een aanzienlijk gekortwiekt budget dezelfde kwetsbare burgers voldoende te ondersteunen? Wat gaat er gebeuren met de alleenstaande licht-dementerenden die niet meer naar het verzorgingshuis kunnen en bijvoorbeeld niet meer zelfstandig hun dagelijkse maaltijd kunnen nuttigen? Of met het asociale gezin waar de kinderen zonder thuisbegeleiding uit de maatschappelijke rails lopen?
Of de Wmo ons een echt ontzorgde nieuwe samenleving gaat opleveren, is een vraag waarop het antwoord voorlopig nog op zich laat wachten. Eerst maar eens zorgen voor een fatsoenlijke administratieve verwerking: voor menig gemeente blijkbaar een uitdaging op zich.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 17 augustus 2015


Herindeling


De Boekelse fractievoorzitter van de VVD, Walter Manders,  heeft vorige week de knuppel in het hoenderhok gegooid . In het ED pleitte hij voor een  fusie tussen zijn gemeente Boekel met het aangrenzende  Gemert-Bakel. Volgens hem  moet het kleine en financieel zwakke Boekel  niet alleen naar Uden kijken,maar nadrukkelijk ook naar Gemert-Bakel.  

Vanuit de positie van Manders gezien, is zijn pleidooi niet erg vreemd. Hijzelf heeft heel sterke banden met Gemert; zijn roots liggen in Gemert en hij bestiert er een dansschool. Of zijn pleidooi ondersteunt gaat worden door de plaatselijke partijen is nog maar zeer de vraag. Lokale partijen zijn meestal niet erg te porren voor herindelingen.

Vanuit het Gemertse wordt heel terughoudend en voorzichtig op zijn pleidooi gereageerd. De Gemertse politici houden zich op de vlakte, bang als ze zijn dat een verkeerd opgevatte opmerking averechts gaat werken. 

In zijn analyse in het ED van zaterdag 15 aug. ziet John Graat een fusie tussen Boekel en Gemert-Bakel wel zitten. Hij veronderstelt dat als de Boekelnaren met het mes op de keel zouden moeten kiezen, hunvoorkeur zeker zou uitgaan naar Gemert in plaats van “ het grote ” Uden met zijn veel sterkere stedelijke problematieken. Graat zingt al de lofzang op deze fusie:

Boekel, Gemert en ook Bakel hebben min of meer een vergelijkbare, agrarische en sociaalculturele achtergrond. Met 40.000 inwoners kan 'Gemert XL' met tien dorpskernen een krachtige plattelandsgemeente vormen; na Helmond de grootste in de Peelregio. En dat zou automatisch meer invloed geven in de samenwerking Peel 6.1. Daar heerst(e) bij de omliggende dorpsgemeenten het afgelopen jaar veel onvrede over de dominantie van het veel grotere en stadse Helmond.

Eens even afwachten wat er gaat gebeuren en/of de storm geen muisje heeft gebaard. 


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 16 augustus 2015


Vereijken



Hans Vereijken heeft pech. Aangezocht als wethouder van buiten zal hij naar alle waarschijnlijkheid op 3 september a.s. moeten opstappen als wethouder van de gemeente Landerd. Er komt in Landerd een nieuwe coalitie aan het bewind, waarvan hij geen deel meer zal uitmaken. Fusieperikelen doen hem de das om.

Niemand hoeft overigens medelijden met Vereijken te hebben. Als Hans Vereijken  per 3 september als wethouder op moet stappen door de vorming van een nieuwe coalitie in Landerd, dan valt hij onder dezelfde regeling als de andere twee wethouders. Hij heeft recht op maximaal twee jaar wachtgeld voor rekening van de gemeente Landerd. Eerder meldde het BD dat hij recht had op 38 maanden. Maar die termijn is al gaan lopen toen Vereijken stopte als wethouder van Laarbeek in april 2014. Daarna werd vanaf mei 2014 zijn Landerdse salaris in mindering gebracht op de uitkering van Laarbeek. De gemeente Landerd moet hiervoor opdraaien, evenals voor het wachtgeld voor de twee andere scheidende wethouders.

Het bovenstaande heb ik ontleend aan Radio Kontakt. In het Laarbeekse hoor ik uit kringen die nauw verbonden zijn met PNL al stemmen opgaan die pleiten voor Vereijken als de nieuwe burgemeester van Laarbeek. Je gelooft je oren niet als je dit hoort. Vereijken zelf zal wel meer verstand hebben, want als iemand weet dat zijn kansen na alles wat er gebeurd is in Laarbeek nihil zijn, is hij het zelf wel.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 12 augustus 2015


                                                               

Fusie nog een vies woord in Zuidoost- Brabant


Dit schreef het ED enkele dagen geleden nog in een groot artikel over de stand van zaken op het terrein van gemeentelijke fusies. De krant beschreef vooral de ontwikkelingen in Noordoost-Brabant ,waar gemeentelijke fusies het landschap danig veranderen. Besluiten in de ene regio leiden onherroepelijk tot reacties in  aanpalende regio’s. Kijk b.v. maar naar de ontwikkelingen in Uden. Hier is sprake van een kettingreactie op het beskluit van Veghel, St Oederode en Schijndel om samen te gaan.

Julien van Ostaaijen, onderzoeker en docent lokaal bestuur aan de Tilburg University. Zegt in het artikel dat vragen over de toekomst spelen bij alle Brabantse gemeenten. De provincie heeft twee jaar geleden een flinke steen in de vijver gegooid met het rapport van de commissie-Huijbregts over bestuurskracht. Toch zijn er duidelijke verschillen tussen de verschillende regio’s. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat in Zuidoost-Brabant het op dit terrein erg rustig blijft. 

Dit is gezichtsbedrog. Volgens Stan van de Laar, die diverse Brabantse gemeenten adviseert en begeleidt bij samenwerkingsverbanden, zit Zuidoost-Brabant bepaald niet stil. "Veel gemeenten werken hier ambtelijk al intensief samen, zoals de Kempen- en de Peelgemeenten. Die verbanden zijn vaak sterker dan in Noordoost-Brabant. Daar zie je dat gemeenten als Haaren en Landerd twijfelen waar ze nu eigenlijk bij horen. Daar speelt ook de discussie om de gemeente op te knippen bij een herindeling. Dat soort gemeenten zijn er in Zuidoost-Brabant eigenlijk niet. De noodzaak om de stap naar een herindeling te zetten, is daarom misschien ook wel minder groot."

Een vergaande ambtelijke samenwerking tussen twee gemeenten wordt vaak als opmaat gezien voor een herindeling. Maar dat is lang niet altijd (meer) het geval, constateert Van de Laar. "Natuurlijk is het een complicerende factor dat een organisatie voor meerdere gemeentebesturen werkt. Maar daar staat tegenover dat het bestuur dicht bij de inwoner blijft. Er zijn tegenwoordig al best wat gemeenten die al jaren ambtelijk gefuseerd zijn, maar bestuurlijk zelfstandig blijven." De kaart van de regio hoeft daarom wat hem betreft over een jaar of tien niet per se minder gemeenten te tellen. "Maar dan zal niet elke gemeente nog een eigen ambtelijke organisatie hebben." Van Ostaaijen denkt daar op zijn beurt anders over. "De schaalvergroting van gemeenten is al tientallen jaren aan de gang. Het zal niet zover gaan als het plaatje dat ooit is opgesteld van zes megagemeenten in Brabant. Maar dat er in 2025 een stuk minder gemeenten zijn, is bijna onvermijdelijk."

Toch iets om in Laarbeek eens diepgaand over na te denken.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185



dinsdag 11 augustus 2015


Beleefbaar



Er zitten duidelijk veranderingen in de lucht. Met de komst van de nieuwe coalitie in  het provinciehuis in Den Bosch waait er een nieuwe wind. Een paar dagen geleden werd het idee gelanceerd om omwonenden mee te laten betalen aan de vermindering van stankoverlast door agrarische ondernemers. ZLTO-bestuurder Herman van het Ham noemde het plan in de krant geen bezopen idee. Dit is vanuit zijn professie natuurlijk niet zo vreemd. Hij hing er overigens wel een ideologische tintje aan.” Zie het idee van de meebetalende burger” zo schreef hij “ als een metafoor voor een beweging die meer sociaal vermogen vraagt van burgers en veehouders, van burgers en boeren. Het markeert de omslag naar een meer zelfsturende samenleving. ” Zo lust ik er nog meer.

Gisteren meldde het ED dat de provincie de regels voor de pacht van provinciale gronden gaat veranderen. De gronden moeten meer opbrengen. Het nieuwe systeem van vrije inschrijving  moet hiervoor gaan zorgen. Natuurlijk was het ZLTO hiervoor niet zo enthousiast als voor het eerste.

Dit zijn slechts twee voorbeelden. Ze passen wel in een breder kader. Ik verwijs hierbij naar een publicatie van Platform 31, dat ook in Volkskrant en het ED is verschenen. De auteurs zijn Radboud Engbersen en Koos van
Dijken, resp. als socioloog en econoom werkzaam bij Platform31. Zij hanteren het begrip “ beleefbare provincie ”. Hun overigens terechte kritiek is dat de nieuwe colleges heel sterk gefocust zijn op economische vooruitgang. Je moet wel je boterham kunnen verdienen  met landbouw,landschap, natuur, water en erfgoed. In de verschillende coalitieakkoorden  staat dat ze “ beleefbaar ” moeten zijn. De nieuwe colleges zijn ervan overtuigd dat, zoals in het Brabantse akkoord staat,” na de economische winter, de lente in aantocht is”.

Voor Brabant geldt bovendien dat het nieuwe college uitdrukkelijk wil breken met het conservatisme van het oude college met daarin het CDA. In dit kader moeten waarschijnlijk dan ook  de in de aanhef van dit stukje genoemde ontwikkelingen geplaatst worden.

Ik ben benieuwd waar dit alles toe gaat leiden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 10 augustus 2015


                                                               

Bouwplannen


Het lijkt er op dat  bestuurlijk Laarbeek weer aan de slag gaat. Het presidium is al bij elkaar geweest en de commissieagenda´s voor het eind van d  maand zijn vastgesteld.

Gisteren schreef ik al over de afhoudende houding van het college met betrekking tot de Heuvel in Lieshout. Vandaag vraag ik aandacht de bouwplannen voor De Raagten in Beek e Donk. Hierover ben ik wel positief.

In de besluitenlijst van het college Van 28 juli las ik over deze plannen. De notulen  zijn redelijk cryptisch. Het college meldt alleen het volgende:
“ In samenspraak met Reuvers Projectwikkeling B.V. is een koopovereenkomst uitgewerkt. Deze overeenkomst voorziet in de bouw van maximaal 34 woningen op de locatie aan De Lage Heesweg te Beek en Donk.”

Uit de toelichting die aan de pers werd gegeven kwam iets meer duidelijkheid. Er is een plan voor 26 woningen die mogelijk uitgebreid kunnen worden tot 34. Reuvers Projectontwikkeling B.V. betaalt de gemeente ruim 1,1 miljoen euro.

Reuvers bouwt 14 tweekappers en 12 rijwoningen . Volgens de gemeente worden het goedkopere koopwoningen die niet voor een speciale doelgroep bestemd zijn. Iedereen kan er dus een kopen.

Met deze oplossing ben ik wel blij. Vooral omdat het geen sociale woningen  worden. De vastgeroeste keuze dat 35% van de te bouwen woningen in de sociale sfeer moeten vallen is gelukkig losgelaten. Uit een recent onderzoek bleek dat ruim 600.000 Nederlanders scheef wonen en met geen middel zijn te bewegen om deze woningen voor de eigenlijke doelgroep vrij te maken.

Het CDA heeft vorig jaar gepleit om in De Raagten vooral woningen voor senioren te bouwen. CDA kreeg toen de handen hiervoor niet op elkaar. Als de nieuwe woningen in De Raagten leeftijdbestendig gebouwd gaan worden,kunnen ook senioren hier terecht.

Dit zou wel zo moeten.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 9 augustus 2015

                                                                

Ongehoord


Gelukkig, er toch nog iemand die zich druk maakt over de leegstand op de Heuvel in Lieshout. Niemand leek in te gaan op de suggestie die o.a. door de voorzitter van de LIMO werd gedaan. Het bleef akelig stil, terwijl de Heuvel steeds meer verloederde. Kijk maar eens het gras dat tussen de stenen onder de kiosk groeit.

Gelukkig trok een politieke partij aan de bel: PNL stelde schriftelijke vragen aan het college. Op 6 juli j.l. stelde PNL de vragen n.a.v. een mededeling in de
de besluitenlijst van het college van 23 juni 2015. Hierin staat dat het college geen medewerking verleent voor het realiseren van appartementen aan de Heuvel 10 en 11 te Lieshout, omdat er een ander beleid is met betrekking tot het invullen van het centrumgebied.

Voor PNL was dit aanleiding om een aantal vragen te stellen:

Volgens genoemd collegebesluit is er een plan van aanpak centramanagement.Wat houdt dit “plan van aanpak” in; wat moet worden verstaan onder een meer “multifunctionele invulling”?

Wat is uw huidige visie met betrekking tot het invullen van het centrumgebied in Lieshout?

Wat zijn de mogelijkheden tot gebruik van het voormalige gemeentehuis, zowel op basis van het bestemmingsplan als op basis van het kettingbeding in de verkoopakte? Waar moet een nieuwe eigenaar van dit gebouw zich aan houden?

Wat zijn de plannen met het leegstaande kantoorgebouw van Wocom?

Wat gaat u doen om deze lege status quo vlot te trekken?

De hele brief en de vragen zijn na te lezen op de site van PNL.

Ondertussen heeft het college geantwoord. In de Besluitenlijst van B en W van 28 juli heeft het  college het concept-antwoord goedgekeurd. Het ED berichtte er afgelopen woensdag over.

Ik heb me zeer verbaasd over het antwoord van het college. De reactie is onbegrijpelijk. Het college gaat niet in op de ontstane problematiek en schuift alles op de lange baan. Het lijkt te willen zeggen: zoek het allemaal maar zelf uit! De leegstand op de Heuvel staat niet op zichzelf. Er moet volgens het college een   brede discussie over de problemen in de centrumgebieden van Laarbeek. De gemeente Laarbeek gelooft in elk geval niet meer in een nieuwe stedenbouwkundige visie voor de Heuvel, schrijft ze in antwoord op de vragen van PNL. Een dergelijke visie is in de ogen van het college zelfs een fata morgana. Bij toekomstige ontwikkelingen op de Heuvel past de gemeente vooral een 'dienende rol', vinden burgemeester en wethouders. Niet alleen omdat er volgens het huidige bestemmingsplan best veel mogelijk is, maar ook omdat Laarbeek zelf geen gronden aan het plein in eigendom heeft.

Dus met andere woorden: los het zelf maar op Lieshout. Van het college is geen enkele steun te verwachten. Het college wacht af en zal de aangeboden plannen beoordelen. Ik heb dit nog nooit gezien: een burgemeester, een secretaris, vier wethouders en een honderdtal ambtenaren- nota bene een ambtenaar op de 220 inwoners - die hun handen van het centrum van een dorp aftrekken en die zich voor het in stand houden en de verbetering van de leefbaarheid in een kern geen snars interesseren. Dit is ongehoord.

Ik hoop de PNL hierop in  de eerstvolgende raadsvergadering  terugkomt. Voor mij mogen zij deze keer het college flink de oren  wassen.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 5 augustus 2015


                                                               

Een nieuwe wind


Natuurlijk weet ik niet exact waar het Laarbeekse college bij de opstelling van de Kadernota 2016 de inspiratie opgedaan heeft om te kiezen voor een duurzaamheidsoffensief. Op zich was de keuze wel verrassend, maar toch ook weer niet spectaculair. Laarbeek is bij lange na niet de eerste gemeente die duurzaamheid in haar vaandel voert. Verschillende andere gemeenten zijn haar voorgegaan. Dit neemt overigens niet weg dat het college voor deze keuze veel respect verdient. Het college – zo kan men constateren- heeft in ieder geval  de tekenen van de tijd verstaan.

Hoewel het idee nog niet helemaal uitgekristalliseerd was toen het college deze keuze in de Kadernota maakte, neemt dit niet weg dat het college hiermee een nieuwe weg insloeg en hiermee duidelijk brak met het Vereijkeniaanse begrotingsbeleid, dat sterk gekenmerkt werd door voorzichtigheid en behoudzucht. Het huidige college zet de luiken, die onder de vorige colleges gesloten waren, open. Een weldaad, vergeleken met de starre begrotingsdiscipline van voorheen.

Wethouder Joan Briels is door het college aangewezen als de projectwethouder voor dit proces. In de raadsvergadering van juli sloeg hij al meteen een paar piketpaaltjes: duurzaamheid is in zijn perspectief meer dan natuur en ecologie; het heeft ook een duidelijke algemene welzijnscomponent.

Hoe hij dit proces vorm en inhoud gaat geven is nog niet geheel duidelijk. De tijd zal het leren. Hij heeft alleen het nadeel dat de grootste fractie in de raad de keuze van het college afwijst. PNL blijft vasthouden aan de oude begrotingsprincipes. Gesouffleerd door Vereijken kan en wil PNL de stap naar de toekomst en de wereld van morgen niet zetten.

Jammer.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 4 augustus 2015

                                                                

Vlinders

Al een aantal jaren op een rij wordt begin augustus een vlindertelling gehouden. Deze nationale vlindertelling is afgelopen  weekend weer gehouden. Talloze natuurliefhebbers hebben er aan meegedaan.
Uit de telling bleek dat der atalanta de meest getelde vlinder in Nederland  was. Hij won het van de dagpauwoog en het klein koolwitje die als resp. tweede en derde eindigden.
In 343 tuinen in Brabant werden de vlinders geteld. Gemiddeld werden drie of vier verschillende soorten waargenomen. De atalanta werd bijna vijftienduizend keer geteld.
En hoe ziet de atalanta eruit. Hier een afbeelding:


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 3 augustus 2015


Ambtelijke fusie geen oplossing


Jo Horn, lid van het Expertteam Publiek Domein stelt in Openbaar Bestuur dat ambtelijke fusie geen oplossing is voor problemen waar kleine gemeenten mee kampen. De oplossing is volgens hem alleen te vinden in een bestuurlijke fusie. Aan het artikel ontleen ik het volgende:

“ Ambtelijke fusie maakt de impotentie van gemeenteraden alleen maar groter. Alleen als het bestuur fuseert, kunnen raden hun werk goed doen.
Geen oplossing
Veel kleine gemeenten die de nieuwe taken gewoon niet aankunnen, zoeken hun heil in ambtelijke samenwerking of ambtelijke fusie. ‘Maar dat werkt op de langere termijn niet. De belangrijke economische beslissingen worden namelijk buiten de eigen gemeente genomen. Dat los je niet met ambtelijke samenwerking of fusie op.’ Dat stelt Jo Horn – lid van het Expertteam Publiek Domein – deze week in een interview in Binnenlands Bestuur. Horn was onder meer raadslid voor de PvdA in Amsterdam, Kamerlid, adviseur van gemeenten en provincies en op verschillende plekken tijdelijk gemeentesecretaris.

Nul democratische controle
Ook na ambtelijke samenwerking of fusie hebben – kleine – gemeenten geen invloed op de belangrijke beslissingen die worden genomen over gezondheid, economie, ruimte, betoogt Horn. ‘Je bent op allerlei manieren met elkaar verbonden via gemeenschappelijke regelingen, waar niemand iets van begrijpt, waarop de democratische controle nul is en waarbinnen veel te veel partijen hun zegje willen doen. Iedereen wil zich op zijn eigen ding concentreren, waardoor je je op niets concentreert.’

Vierde macht
Horn is geen tegenstander van ambtelijke samenwerking om de risico’s op te vangen die gepaard gaan met de decentralisaties jeugd, zorg en werk, maar het is niet de oplossing voor het verbeteren van het lokaal bestuur. ‘Het moet altijd een opmaat zijn naar bestuurlijke samenvoeging. Ambtelijke samenwerking zonder bestuurlijke kop is geen echte samenwerking. Het gevaar van de vierde macht ligt dan altijd op de loer. Ambtenaren die sterker zijn dan het politieke bestuur. Gemeenten moeten een zodanige schaal hebben dat ze tachtig procent van de vraagstukken waar de gemeente mee te maken krijgt, zelfstandig kan aanpakken. Een zelfstandige gemeente moet zaken als arbeidsmarktbeleid, woningmarktbeleid, ruimtelijk en economisch beleid en verkeer en vervoer niet hoeven delen.’”
  
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 2 augustus 2015



Saamhorigheid



Het is duidelijk vakantietijd. Echt nieuws komt er niet. Allemaal oude kost of fantasieverhalen. Een weblog vullen is dan een probleem.

Toevallig keek ik naar de uitzending van Human op NPO1. Naar het Filosofisch Kwintet dat gepresenteerd wordt door Clairy Polak, geassisteerd door de filosoof Ad Verbrugge. Het onderwerp was deze keer saamhorigheid.

Er werd veel gezegd. Heel zinnige dingen soms, maar een heel duidelijke richting zat er niet in. Daarvoor werd misschien ook wel teveel aandacht besteed aan de actualiteit. Dat kwam de diepgang niet ten goede.

Naar aanleiding van de uitzending kwam bij mij de vraag op: hoe is het gesteld met de saamhorigheid in Laarbeek? Zijn de Laarbeekse dorpen saamhorig met elkaar? En  vooral: hebben zij iets voor elkaar over als het er op een bepaald moment om gaat spannen?

Ik kan deze vraag niet goed beantwoorden. Eerlijk gezegd: ik weet het niet. Ik voel wel een lichte twijfel. De bereidheid om een ander van de Laarbeekse dorpen te gaan helpen, zeker als dit ten koste gaat van het eigen dorp, zou wel eens tegen kunnen vallen. Zou het niet zo zijn dat het eigen dorp voorgaat?

Ik denk van wel.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185