dinsdag 12 maart 2013



Waardering


Op feestjes wordt vaak nogal laatdunkend over de prestaties van gemeenten gesproken. Gemeentes zijn  log en incompetent; het instituut gemeente kan beter vandaag dan morgen opgedoekt worden, zo krijgen we vaak te horen.
Tijd om eens te kijken wat onderzoeken hierover zeggen. In Binnenlands Bestuur is hier onlangs een artikel gewijd. Ik ontleen  er het volgende aan:

Een tweetal onderzoeken komen hiervoor in aanmerking. In de eerste plaats de jaarlijkse bestuurskrachtonderzoeken die sinds het jaar 2000 bij meer dan 100 gemeenten worden uitgevoerd (samen ongeveer een kwart van de in totaal ruim 400 Nederlandse gemeenten) door diverse adviesbureaus. Hierbij wordt het totale reilen en zeilen van een gemeente onder de loep genomen; in hoeverre blijkt een gemeente haar ambities en taken goed uit te voeren? De onderzoekers geven daarbij een oordeel of dat functioneren nu goed, voldoende, matig of zelfs onvoldoende is.

In de tweede plaats via de uitkomsten van burgeronderzoeken die sinds 2005 bij 152 gemeenten zijn uitgevoerd. Bij deze onderzoeken, ontwikkeld door de Vereniging van Gemeentesecretarissen en bekend geworden onder de naam De Staat van de Gemeente, geven per gemeente meer dan 1000 inwoners hun mening over de gemeente die vervolgens omgezet werden in rapportcijfers. Inmiddels is waarstaatjegemeente.nl het platform voor vergelijking van gemeentelijke prestaties.

De meeste gemeenten kregen de beoordeling ‘voldoende’, zowel van de onafhankelijke onderzoekers als van de burgers. Oordelen als ‘goed’ of ‘ruim voldoende’ werden maar zelden uitgesproken. Kortom, gemeenten doen het niet per se ‘goed’, maar volgens dit onderzoek voeren ze wel hun taken naar behoren uit. Er waren echter ook gemeenten die op alle rollen de beoordeling ‘matig’ of ‘onvoldoende’ kregen. Zwak gemeentebestuur komt dus voor in ons land, maar echt ‘goed bestuur’ niet.
Bij ‘De Staat van de gemeente’ onderzoeken varieerden de rapportcijfers van een 5,4 tot een 6,9. Burgers waren het meest tevreden over de dienstverlening in het gemeentehuis en over hun leefomgeving, maar het minst over de wijze waarop de raadsleden hen vertegenwoordigden en over hun invloed op het gemeentelijke beleid.
Burgers zijn dus over het algemeen, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, best tevreden over hun gemeente. Toch knaagt er iets; burgers vinden zich vaak niet terug in wat de gemeente met hun wensen en verlangens doet. Om meer inzicht te krijgen in dat probleem is het wellicht goed te weten wat de bestuurskrachtonderzoekers meldden over burgerparticipatie. Uit die resultaten volgt namelijk een ander en meer positief beeld. 75% van het aantal bestudeerde gemeenten kreeg een positieve beoordeling over de wijze waarop ze hun bewoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen betrekken bij hun plannen. 57% kreeg bovendien een positieve beoordeling over het benutten van de informatie die opgedaan werd uit allerlei vormen van inspraak. Hieruit zou kunnen blijken dat veel gemeenten de inspraak van burgers wel degelijk belangrijk vinden en er gebruik van maken, maar dat ze er onvoldoende in slagen dit over te brengen op hun burgers.
Kortom, er lijkt een mismatch te zijn tussen de mate waarin gemeenten burgerinspraak wel degelijk waarderen en gebruiken en de beleving van de burger hiervan. Het feit dat de gemeente vaak moet bemiddelen tussen vele burgerbelangen en uiteindelijk de knoop doorhakken maakt het inderdaad niet altijd even gemakkelijk voor dit instituut om iedereen te vriend te houden.
Kortom, in sommige gevallen zou het inderdaad zo kunnen zijn dat burgers die teleurgesteld zijn dat de gemeente hun wensen afwijst daardoor negatiever naar hun gemeente kijken. Een geringe populariteit van een gemeente hoeft daarom niet automatisch slecht bestuur in te houden.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185