maandag 18 maart 2013



Van Zeelands taakopvatting


In het ED van 16 maart zei wethouder van Zeeland het andermaal weer: “ Als ik als wethouder geen opdracht krijg om iets namens de politiek in te brengen, doe ik dat ook niet ”. Het is het bekende onderdeel van de mantra die Van Zeeland steeds de ether instuurt. Tijd om eens op de onzinnigheid van wat zo ongeveer het wethoudersmotto van wethouder van Zeeland is, nader te bekijken.

Een wethouder onder het duale bestel is meer dan alleen maar de uitvoerder van de wensen van de raad; hij is ook de wegvoorbereider van nieuw beleid. Natuurlijk moet hij dit doen in nauw overleg met de raad, maar het is de wethouder die met voorstellen en ideeën komt; de raad controleert slechts achteraf. Natuurlijk zal een verstandig wethouder dankbaar inspelen op suggesties en ideeën die vanuit de raad gelanceerd worden en niet alleen maar passief afwachten.

Dit laatste is een vast onderdeel van de mantra van wethouder van Zeeland. Hij komt pas in actie als hij uitdrukkelijk hiertoe een opdracht van de raad krijgt. Komt deze opdracht er niet, dan wacht hij lijdzaam af. Dat dit tot groteske situaties kan leiden, bewijst zijn doen en laten in de stuurgroep Noordoostcorridor.

Van Zeeland houdt vast aan de uitgangspunten van het Bereikbaarheidsakkoord, breidt dit zelfs uit tot “ een weg die niet te horen en te zien is “ en weigert en passant de raad er op te wijzen dat voor de provincie het bereikbaarheidsakkoord slechts een van de uitgangspunten is. Toch is het een primair onderdeel van de taak van een wethouder om de raad adequaat te informeren, ook al is de boodschap onwelgevallig. Van Zeeland doet dit niet, steekt de kop in het zand en houdt vast aan een achterhaald uitgangspunt. Vroeg of laat zal hem dit gebrek aan realiteitszin opbreken.

In de commissievergadering Ruimtelijke Ordening waar het CDA-voorstel voor een kortere tunnel op de agenda stond, stelde wethouder van Zeeland zich weer typisch van Zeelandiaans op: “Ik wacht het oordeel van de commissie”. Vervolgens leunde hij achterover en concludeerde al heel snel dat de commissie niets in het CDA-voorstel zag. Vervolgens meldt hij een paar dagen later in het ED: “ We gaan ambtelijk bekijken of er in het CDA-plan elementen zijn die interessant kunnen zijn ”.

Een proactieve wethouder had dit allang voor de commissievergadering gedaan!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185