maandag 15 juli 2013


 

Doe-democratie.



In de kabinetsnota over de Doe-democratie is ook een stand van zaken opgenomen.  Het geeft een goed beeld van de actuele situatie. Aan de hand van de beschrijvingen kunnen we goed inschatten waar Laarbeek staast. Uitdrukkelijk zegt de nota dat het geschetste beeld slechts een momentopname is.

 Een groot aantal adviesbureaus hebben recent rapporten over dit onderwerp uitgebracht. Zij vertrokken meestal vanuit het maatschappelijk gebeuren; de nota van het kabinet doet dit uitdrukkelijk vanuit het zicht van de  overheid. Verbazingwekkend is het dan ook niet dat de term overheidsparticipatie gebezigd wordt in plaats van burgerparticipatie.

Het onderzoeksbureau dat in opdracht van  het ministerie voorwerk heeft verricht onderscheidt een zevental categorieën binnen de doe-democratie, te weten:

Zeven vormen van ‘doe-democratie’
1 Zelfbeheer van de openbare ruimte door individuele of groepen burgers.
2 Sociaal ondernemerschap
3 Structurele overdracht van politieke zeggenschap aan bewoners in het kader van gebiedsgericht werken.
4 Eigen initiatieven en inzet van bewoners in het kader van maatschappelijke handhaving, toezicht en veiligheid.
5 Eigen initiatieven en inzet van bewoners gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de samenleving.
6 Vrijwilligerswerk en zelforganisatie om lokale voorzieningen en diensten in stand te houden.
7 Nieuwe netwerken en coalities van overheden en professionele organisaties enerzijds en vrijwilligersorganisaties, verenigingen en burgers anderzijds gericht op slimme alternatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.

De onderzoekers constateren dat door schaalvergroting, bezuinigingen en de op handen zijnde decentralisaties gemeenten er niet aan ontkomen om een beroep te doen op burgers en gebruik te maken van burgerkracht.  Bij een ruime meerderheid van gemeenten is aandacht voor het ondersteunen en stimuleren van doe-democratie. Initiatieven die zijn gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname aan de samenleving staan met stip op nummer één. Van echte overdracht van politieke zeggenschap aan burgers is nauwelijks sprake.


Bewonersinitiatieven die zijn gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de samenleving komen in 94 procent van de gemeenten voor. Van vrijwilligerswerk en burgers die het voortouw nemen om lokale voorzieningen in stand te houden, is in 82 procent van de gemeenten sprake. Slechts in een op de vijf gemeenten is sprake van overdracht van politieke zeggenschap. Het grootste knelpunt bij het ondersteunen en stimuleren van de doe-democratie ligt, volgens de respondenten, binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Onvoldoende tijd, capaciteit en geld worden daarbij als belangrijkste belemmeringen genoemd. Veel gemeenten zien daarnaast een geringe bereidheid om los te laten. Raden en colleges hebben daar iets meer moeite mee (56 procent) dan de ambtelijke organisatie (49 procent), zo blijkt uit het onderzoek. 100.000+ gemeenten kunnen veel moeilijker loslaten dan gemeenten met minder dan 100.000 inwoners.


De beperkte participatiebereidheid van burgers wordt bij gemeenten eveneens als knelpunt ervaren. Andere hobbels zijn een te grote regeldichtheid, onvoldoende professionaliteit en continuïteit bij burgers en het ontbreken van representativiteit van en draagvlak voor initiatieven vanuit de samenleving. Als meest kansrijke inhoudelijke onderwerpen voor doe-democratie worden de fysieke en sociale leefbaarheid en de decentralisaties werk, langdurige zorg en jeugd genoemd.


Bij een ruime meerderheid van gemeenten is aandacht voor het ondersteunen en stimuleren van doe-democratie. Initiatieven die zijn gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname aan de samenleving staan met stip op nummer één. Van echte overdracht van politieke zeggenschap aan burgers is nauwelijks sprake.


Bewonersinitiatieven die zijn gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de samenleving – een van de zeven onderscheiden ‘verschijningsvormen’ van de doe-democratie − komen in 94 procent van de gemeenten voor. Van vrijwilligerswerk en burgers die het voortouw nemen om lokale voorzieningen in stand te houden, is in 82 procent van de gemeenten sprake. Slechts in een op de vijf gemeenten is sprake van overdracht van politieke zeggenschap.


Het grootste knelpunt bij het ondersteunen en stimuleren van de doe-democratie ligt, volgens de respondenten, binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Onvoldoende tijd, capaciteit en geld worden daarbij als belangrijkste belemmeringen genoemd. Veel gemeenten zien daarnaast een geringe bereidheid om los te laten. Raden en colleges hebben daar iets meer moeite mee (56 procent) dan de ambtelijke organisatie (49 procent), zo blijkt uit het onderzoek. 100.000+ gemeenten kunnen veel moeilijker loslaten dan gemeenten met minder dan 100.000 inwoners.


De beperkte participatiebereidheid van burgers wordt bij gemeenten eveneens als knelpunt ervaren. Andere hobbels zijn een te grote regeldichtheid, onvoldoende professionaliteit en continuïteit bij burgers en het ontbreken van representativiteit van en draagvlak voor initiatieven vanuit de samenleving. Als meest kansrijke inhoudelijke onderwerpen voor doe-democratie worden de fysieke en sociale leefbaarheid en de decentralisaties werk, langdurige zorg en jeugd genoemd.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185