zondag 12 april 2015



Een week met drie rapporten


Afgelopen week zijn er drie rapporten verschenen die voor gemeenten van belang zijn. Het betreft een advies van de Raad voor Cultuur, opgesteld op verzoek van minister Bussemakers. In “Agenda Cultuur, 2017 – 2020 en verder ” heeft de RvC haar visie vastgelegd. Afgelopen donderdag presenteerde Piet Hein Donner  zijn jaarlijkse beschouwing over de stand van de Nederlandse samenleving en de rol van de politiek daarin. En tenslotte publiceerde het Centraal Planbureau eveneens afgelopen donderdag  zijn studie naar de mogelijkheden voor verruiming  van de lokale belastingen. Binnen het kader van dit Weekbericht besteed ik er deze week enige aandacht aan.

Allereerst het advies van de Raad voor Cultuur.  Wat heeft dit in  godsnaam met de gemeente Laarbeek te maken, hoor ik U al zeggen. Dat dacht ik eerst ook, maar na lezing   van het advies heb ik mijn oorspronkelijke gedachte moeten bijstellen. De RvC adviseert dat stedelijke regio’s gaan bepalen hoe het cultuurgeld van het rijk besteed moet worden. Hierdoor kan het cultuurbeleid beter aansluiten bij de samenstelling en de vraag van de bevolking. Ook vindt de RvC dat er een verschuiving moet plaatsvinden van klassieke  cultuuruitingen ( opera, klassieke muziek, toneel ) naar festivals en instellingen die experimenteren met nieuwe vormen van presentatie om zo meer publiek te bereiken. De gevolgen zullen groot zijn. Het is een bekend gegeven dat nieuwe generaties trouw blijven aan de voorkeuren uit hun jeugd. Op termijn zullen de traditionele cultuuruitingen daardoor minder publiek gaan trekken. Ik denk dat we dit niet zouden moeten willen. De eerste commentaren zijn, gelukkig, weinig positief.

De vice-voorzitter van de Raad van State komt met een helder advies aan het kabinet. Zijn boodschap luidt: oude reflexen moeten een succesvolle uitvoering van alle hervormingen die het kabinet Rutte-11 heeft doorgevoerd niet in de weg zitten. Donner noemt het opvallend dat het kabinet wel de urgentie van verdere hervormingen inziet, maar niet met concrete voorstellen komt. De vaart is eruit.
Donner komt met een aantal aanbevelingen aan het kabinet, zoals ga door met de hervormingen en maak werk van de belastinghervorming. Ook waarschuwt hij het kabinet de zelfredzame burger niet te benadelen door handhaving van oude regels. Hij waarschuwt met name voor een teveel aan flankerend beleid. De Tweede Kamer zou zich moeten inhouden om ministers aan te spreken op problemen die nu onder verantwoordelijkheid van gemeenten vallen. En tenslotte een heel belangrijk advies: zorg voor een nieuw juridisch kader. Anders zullen we het nog gaan meemaken dat gemeenten elkaar of het rijk voor de rechter slepen. Dit is onwenselijk,tijdrovend en omslachtig, zo oordeelt Donner. Terecht denk ik.

Het derde rapport van deze week zou wel eens hele grote gevolgen kunnen krijgen. Het Centraal Planbureau is tot de slotconclusie gekomen dat meer gemeentelijke belastingen goed is voor de economie, mits de landelijke belastingen evenredig dalen. In dit laatste zit natuurlijk de crux.
In de media klinkt de roep om een groter lokaal belastinggebied steeds luider. Er zit ook wel iets logisch in. Als gemeenten steeds meer taken vanuit het rijk opgedragen krijgen, horen daar natuurlijk ook de noodzakelijke middelen voor. Nu krijgen gemeenten deze via heel ondoorzichtige regels van het Gemeentefonds. Invoering van een eigen belastinggebied voor gemeenten zou aan dit doorsluizen van belastinggelden een eind kunnen maken. Het vergroot bovendien de autonomie van gemeenten en geeft gemeenteraden een grotere keuzemogelijkheid. Dit zou ook de lokale democratie nieuwe zuurstof geven en versterken: zeker op dit punt zullen burgers de gemeentelijke politiek intensief gaan volgen. Gemeenteraden zullen zich sterker en vaker moeten verantwoorden voor hun beleid en hun keuzes voor een ingezetenenbelasting en/of verhoging van de OZB. Dit wordt een plaatselijke politieke afweging.

Aan het vergroten van het lokale belastinggebied zitten ook wel haken en ogen. Een toename van de lokale belastingen zal linksom of rechtsom fiscaal gecompenseerd moeten worden. Vraag is of het rijk hier werkelijk toe bereid is. Risico is dat het rijk uit de wijziging een slaatje wil slaan ten behoeve van zichzelf. In dat geval raken  we van de drup in de regen! Gemeenten zullen dus op hun qui vive moeten zijn.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185