maandag 13 april 2015



Een terugtredende overheid


Neoliberalen hebben de mond vol van de afslanking van de overheid. Hiermee bedoelen zij een kleinere overheid. Meestal gebruiken zij hiervoor de term “ terugtredende overheid ”. Zij suggereren hiermee dat de overheid niet alles moet regelen en taken moet teruggeven aan het vrije spel van de economische krachten, zeg de markt.

Natuurlijk is het zo dat de overheid  in de laatste decennia enorm gegroeid is. Het Rijk heeft allerlei taken van de burgers overgenomen, soms noodgedwongen, soms ook op eigen initiatief, omdat anders deze taken bleven liggen. Met name de sociaal-democratische partijen waren een fervent voorstander van de uitbreiding. Vooral van taken in het sociale domein. Een sterke en grote staat was voor hem de beste garantie dat er daadwerkelijk aan het sociale vraagstuk iets gedaan werd. Niet ontkend kan worden dat deze ontwikkeling  enigszins is  doorgeschoten. Over hoever de zorgzame overheid überhaupt kan terugtreden, heb ik nog maar heel weinig studies gelezen.

Wat mij wel opvalt is dat VVD en ook D66 de mond vol hebben over de terugtredende overheid, maar er feitelijk weinig werk van maken. Het verhaal lijkt vooral  voor bühne bestemd te zijn. Er wordt maar heel weinig afgeslankt. Wat wel gebeurt – en dat is de grote paradox – is dat een groot aantal rijkstaken over de schutting worden gegooid en op het bordje van een andere overheid wordt gelegd- de Nederlandse gemeenten.

Wat het Rijk afstoot naar de gemeenten, betekent dat er minder taken voor het Rijk overblijven, maar niet dat er minder taken worden uitgevoerd. De gemeenten moeten deze taken overnemen. Hoe ze dit alles gaan betalen,is van een geheel andere orde.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185