zondag 30 juni 2013

Peelsamenwerking


Op de agenda van de raad stonden deze week twee majeure onderwerpen: het advies van de Stuurgroep over de samenwerking in de Peel en de Toekomstvisie Laarbeek 2013. Dit laatste punt werd door tijdgebrek doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering na de vakantie.

In de vergadering van donderdag j.l. werd uitvoerig stilgestaan bij het advies van de stuurgroep. Alle fracties stemden in het advies. De noodzaak van samenwerking werd door iedereen onderstreept; alleen over de inhoud en de urgentie van deze samenwerking bestonden verschillende opvattingen. Verschillende fracties waren al bezig met de concrete invulling van de samenwerking. Dit was een brug te ver, omdat het afgelopen donderdag eigenlijk alleen had moeten gaan over de visie.

Het was al de tweede keer dat de raad over Peel 6.1 sprak. Opiniƫrend had de raad er op 16 mei j.l. ook al over gesproken. Ook toen al waren er opvallende tendensen zichtbaar. Met name de stellingname van De Werkgroep had me toen al bevreemd. In de raadsvergadering van donderdag herhaalde De Werkgroep haar stellingname en scherpte die naar mijn gevoel nog verder aan. Dit resulteerde uiteindelijk in twee moties die op geen enkele steun uit de raad konden rekenen. De Werkgroep trok ze uiteindelijk dan ook in.

Ik had een bijdrage voorbereid in de lijn van de opmerkingen die ik op 16 mei j.l. gemaakt had. Ik heb mij in mijn eerste instantie volledig gericht op de weerleggin g van de opvattingen van De Werkgroep en het verdedigen en uitdiepen van de adviezen van de stuurgroep over de samenwerking in De Peel, zoals die mij voor ogen staat. Het CDA is een warm voorstander van intergemeentelijke en regionale samenwerking. Wij hebben ons altijd ingezet om hieruit het maximale rendement voor de gemeente en onze burgers te halen. Vanuit dit uitgangspunt staan we positief tegenover het advies van de stuurgroep Peelsamenwerking. Laten we snel aan de slag gaan! Wij willen een Peelsamenwerking die voor de burger herkenbaar is en in alle opzichten transparant is. Dit moet tot uiting komen in een fysieke plek, waar de Peelsamenwerking gestalte krijgt. Wij willen verder dan een samenwerking op een aantal praktische zaken; de Peelsamenwerking moet van ons ook voor de deelnemende gemeenten nieuw beleid ontwikkelen en daarmee haar meerwaarde voor de gemeenten vergroten. We realiseren ons dat dit laatste voor velen nog een stap te ver is. Toch zal de samenwerking o.i. zich in deze richting moeten ontwikkelen. Wij kiezen in ieder geval voor deze weg.

De Werkgroep wil dat de samenwerking niet meer is dan de paraplu van de huidige maatschappelijke regelingen, aangevuld met het sociale domein. Dit is bepaald heel iets anders dan de ”diepe ” samenwerking die de stuurgroep voor ogen heeft. De Werkgroep lijkt niet bereid te zijn bij de start meer taken over te dragen aan De Peel 6.1. Behoud van de zeggenschap van de gemeente staat bij De Werkgroep voorop. Alsof de identiteit hiermee geborgd is! Aan het idee dat een sterke regionale samenwerking ook de sterkte van gemeenten vergroot, wil De Werkgroep niet aan. Naar mijn idee vervalt De Werkgroep door haar stellingname in de bekende reflex van  behoud van het bestaande en heeft ze te weinig oog voor de ingrijpende ontwikkelingen waarmee gemeenten geconfronteerd worden.

Peelsamenwerking is geen keuze, maar een noodzaak. In gezamenlijkheid kunnen wij de problemen aan; als we het allemaal zelf willen doen, gaan we kopje onder. Alleen redden wij het niet. Als we ons dat realiseren ,moeten we ook durven taken en bevoegdheden over te dragen. Met een halfbakken samenwerking schieten we niets op.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185