woensdag 26 juni 2013


Jeugdzorg


Ik las op gemeente.nu het volgende:

Afgelopen week was er weer een congres over de organisatie van de jeugdzorg. Aansprekende inleiders lieten voor een groot gezelschap bestuurders, leidinggevenden en inhoudelijk deskundigen hun licht schijnen over de toekomst van de jeugdzorg. Onzekerheid is troef. Betrokkenen worstelen met talrijke beleids-, financierings- en uitvoeringsvraagstukken. 

‘Ongetemde problemen’ noemt Erik Gerritsen dit. Als voorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam moet hij naar eigen zeggen veel problemen ‘temmen’. Een mooie term. De problemen en uitdagingen in de jeugdzorg zijn met nieuwe protocollen, verwijsindices en regie niet op te lossen. De pedagogische civil society uit de beleidsnota’s laat zich ook niet als blauwdruk ontwerpen. Daarvoor is het nodig om het stelsel  te normaliseren, te ontschotten, meer te regisseren en beter samen te werken (om maar een paar woorden te gebruiken die terloops werden gebruikt). Er zijn geen simpele oplossingen.
Dat is jammer, want krachtdadige bestuurders hebben daar wel een voorkeur voor. Onwetendheid en arrogantie kunnen er toe leiden dat bewezen praktijken rücksichtslosterzijde worden geworpen. Tijdens de koffie hoorde de belangstellende luisteraar voldoende angstaanjagende verhalen. De wethouder wordt verantwoordelijk en gaat het regelen... De ambtenaren jeugd en zorg stijgen razendsnel in de gemeentelijke pikorde.
Gemeenten koesteren tegenwoordig op veel beleidsterreinen een regierol. Zij nemen meer afstand, temperen beleidsambities, stimuleren maatschappelijke partners en selecteren bijpassende maatregelen en interventies. Deze keuze is natuurlijk voor een deel ingegeven door de financiële noodzaak, maar het is tevens een reactie op onderliggende maatschappelijke ontwikkelingen. In de jeugdzorg wordt met vrees gekeken naar de sturingsambities van gemeenten. Het is eenvoudig om institutioneel wantrouwen en angst hiermee een krachtige impuls te geven. Het feit dat de baanzekerheid voor duizenden professionals op de tocht staat werkt het wantrouwen alleen maar verder in de hand.
Gerritsen pleit voor omgevingen waar professionals kunnen leren en samenwerken. Deze boodschap miskent de culturele en sociale context waarin professionals al 30 jaar werken. Als we willen dat professionals samen inhoud gaan geven aan de nieuwe jeugdzorg, dan is het zaak dat alle betrokkenen de bestuurlijke, sociale en technologische condities creëren waaronder ze dat leren: in het hier en nu, zelfstandig, betekenisvol en doelgericht. Niet uitleggen wat een ander anders moet doen, maar zelf het goede voorbeeld geven! En dat komt in alle beleidsnota’s amper aan de orde.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185