donderdag 11 oktober 2012



 

Twee nieuwe rapporten over de WMO


Opvallend vaak wordt de laatste tijd in de media aandacht besteed aan de WMO. Allerlei aspecten komen hierbij aan de orde. Het financiële aspect overheerst wel sterk. Het lijkt erop dat de transitie van de AWBZ naar de gemeenten noopt tot een heroverweging van de WMO zoals we die nu kennen.
De meest aandacht verdient het nieuwe WMO trendrapport 2012 van Movisie. Ik citeer:

“ Om de Wmo effectief toe te passen, is er meer samenwerking nodig tussen gemeenten, professionele organisaties en burgerverbanden. Dat is een van de conclusies van het Wmo trendrapport 2012, uitgevoerd door Movisie. ‘De drie transities vereisen meer samenwerking, ook buiten het eigen domein’, vertelt onderzoeker Aletta Winsemius.

Een van de terreinen waar het meeste winst valt te behalen is de participatie van burgerverbanden. Uit het rapport blijkt dat deze vaak nog niet doorhebben dat ze een belangrijke rol spelen binnen de Wmo. ‘Het gaat met name om verbanden in de terreinen waar zorg niet zo vanzelfsprekend is, zoals buurtverenigingen of sportclubs’, aldus Winsemius. Deze organisaties vallen veelal binnen het eerste prestatieveld van de Wmo: Het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten, waar deze organisaties wel degelijk aan bijdragen.

Het feit dat veel burgerverbanden niet doorhebben dat ze een bijdrage leveren aan de Wmo kan tot gevolg hebben dat professionele organisaties en gemeenten ook niet zien dat het gebeurt. Hierdoor kan er bij die groepen een gevoel ontstaan dat ze deze taken zelf op zich moeten nemen, terwijl daar kosten en moeite mee gepaard gaan die dus eigenlijk niet nodig zijn. ‘Als je als gemeente wilt dat de kosten niet verder stijgen, dan moet er meer overgeheveld worden naar vrijwilligers’, vertelt Winsemius.

De professionele organisaties hebben, vijf jaar na de invoering van de Wmo, zichzelf wel een andere manier van werken aangemeten. Volgens het onderzoek hebben ze een omslag gemaakt naar een werkwijze waar het voortouw ligt bij de klanten. Toch zullen ze meer moeten gaan samenwerken als ze klaar willen zijn voor de decentralisaties van de AWBZ, de Wwnv en de jeugdzorg. Met name de samenwerking buiten het eigen domein laat nog te wensen over. Zo nemen zorginstellingen vaak taken over die buiten hun domein vallen, terwijl zie ook door een andere instelling kunnen laten doen.”

De primaire doelstelling van de WMO is zelfstandig wonen en maatschappelijke participatie. Bezuinigingen die ook de WMO treffen zouden deze primaire doelstelling wel eens kunnen aantasten. Van een gemeente die haar zorgplicht ernstig neemt,mag verwacht worden dat zij bij het doorvoeren van de noodzakelijke bezuinigingen de positie van kwetsbare inwoners, zolang als het kan, onaangetast laat.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185