Taken van de gemeente
Heel veel gemeenteraden zijn vooral met zichzelf
bezig. Intern gesteggel tussen partijen, akkefietjes die opgeblazen worden en
elkaar vliegen afvangen zijn aan de orde van de dag. Nevenzaken voeren de
boventoon; de hoofdzaken blijven vaak onderbelicht. Dit patroon zie ik in heel
veel gemeenten; ook heel duidelijk in Laarbeek.
Laarbeek moet zien om te gaan met een ongemakkelijke
situatie. Na de laatste gemeenteraadsverkiezingen is de grootste partij uit het
zadel gestoten en hebben vier partijen een coalitie gesloten. Gevolg hiervan
was dat PNL in de oppositie kwam. Gezien de verkiezingsuitslag onterecht vonden
velen. Dat was niet het enige malheur dat PNL trof. Tot overmaat van ramp
kregen de beide wethouders van PNL uit het vorige college ook nog eens de
schuld van de verstoorde verhoudingen binnen het college van B en W zelf en
speciaal met de toenmalige burgermeester Ubachs. De kopmannen van PNL, Hans
Vereijken en Theodoor Biemans, ruimden al dan niet vrijwillig het veld.
Vereijken werd een tijdje wethouder van buiten in een andere gemeente; Biemans
stapte uit de raad. PNL wist naar buiten toe de eenheid te bewaren en pakte
langzaam maar zeker de oppositierol op. Zijn deed dat niet veel anders dan
tijdens de lange periode dat PNL in de raad en het college de dienst uitmaakte.
Het is lastig om de vinger achter het spel dat PNL
speelt te krijgen; toch is dit belangrijk om een goed beeld van de
bestuurscultuur van Laarbeek te heben. Adagium van PLN is dat de partij opkomt
voor de mensen, voor de burgers van Laarbeek. De afwegingen die PNL hierbij
maakt, blijven intern in de partij. Naar buiten toe schaart PNL zich achter
klachten en/of plannen van burgers c.q. verenigingen. Daar maakt de partij zich
hard voor. In het verleden toen de partij nog in het centrum van de macht zat,
met succes. Denk maar aan de scouting Lieshout, de jeu- de bouleshal in
Mariahout etc. Nu heeft de partij weer zo’n punt opgepakt, het kunstgrasveld
voor Sparta. Dit zijn natuurlijk de zuiverste vormen van cliëntalisme.
De coalitiepartijen hebben zich tegen dit laatste
voorstel van PNL verzet. Hun verweer was inhoudelijk juist, maar zij wisten de
point van het verhaal niet goed over het voetlicht te krijgen. Daardoor werd
het een ongelukkig debat met veel te veel nadruk op feitelijkheden die er in
wezen niet toe deden. In deze discussie kwam weer eens naar voren dat de raad
veel te weinig waarde hecht aan kaderstelling. Primair moet niet de vraag staan
of er iets moet gebeuren, zeg het aanleggen van een kunstgrasveld, maar de
principiële vraag: welke taken heeft de gemeente? De raad heeft hierover
nauwelijks een inhoudelijk debat gevoerd.
En toch is deze discussie van wezenlijk belang. Zeker
in een tijd, waarin de gemeente allerlei taken doorgeschoven krijgt van het
Rijk en de komst van asielzoekers een flinke aanslag op het gemeentelijke
budget gaat doen. De rijksoverheid slankt af en wat doet de gemeente?
Allerhoogste tijd derhalve om zich te bezinnen op de taken van de gemeente, op
de vraag welke taken blijven we nog uitvoeren en welke niet? En vooral waarom
wel of waarom niet?
Pas op het moment dat de raad dit duidelijk heeft en
bereid is consequent daarnaar te handelen, kunnen deelvragen als kunstgrasveld
ja of nee zonder ook maar een zweem van cliëntalisme beantwoord worden. Werk
aan de winkel dus!