dinsdag 22 maart 2016



Eén sociaal domein?



Een dezer dagen heeft de Transitiecommissie Sociaal Domein ( TSD) haar vierde rapportage aangeboden aan minister Ronald PLasterk van Binnenlandse Zaken. Belangrijkste conclusie uit de rapportage was dat het nog niet gelukt is om tot een sociaal domein te komen. Het proces van ontkokering en integraliteit verloopt te traag waardoor de beloften van de decentralisaties niet waargemaakt kunnen worden.

De drie decentralisaties (Werk, Zorg, Jeugd) moeten resulteren in een integrale aanpak. Maar dit proces is , zo concludeert de Transitiecommissie, nog niet goed op gang gekomen. Want het integraal aanpakken van de opgaven in het sociaal domein gebeurt nog in onvoldoende mate. Gemeenten zijn hier wel mee bezig. Ze zitten midden in het proces om verbindingen te leggen, ruimte daarvoor af te tasten en om logische verbanden aan te brengen. Dit proces mag niet tegengewerkt worden door evaluaties op deelterreinen door de agenda’s in de Tweede Kamer, aldus de commissie.

Want zaken die bij de centrale overheid spelen, bemoeilijken en vertragen het proces binnen gemeenten. De drie nieuwe wetten (Wmo2015, Jeugdwet en Participatiewet) worden los van elkaar geëvalueerd en de aanpak van schulden blijft hangen tussen verschillende ministeries en andere instanties als de belastingdienst. De TSD roept daarom op om ook op rijksniveau meer aandacht te organiseren voor de gevolgen van de decentralisaties. ‘Er is één sociaal domein! Handel daarnaar’, staat er in de vierde rapportage.

De commissie maakt zich vooral zorgen over mensen die in de schulden zitten. Bijna één op de vijf Nederlandse huishoudens heeft of krijgt hiermee te maken. Van alle zorgvragen die wijkteams krijgen, speelt in 80 procent schuldenproblematiek een rol. De TSD roept daarom het rijk op om te komen tot een landelijk systeem van vroegsignalering. De staatssecretaris van SZW zou samen met Financiën (verantwoordelijk voor de Belastingdienst), Veiligheid (Incassobureaus) VWS (Zorgverzekeraars) UWV en SVB zo’n systeem moeten ontwikkelen om te komen tot meer samenhangende afspraken en een gezamenlijke aanpak.

Met betrekking tot het toezicht op het sociaal domein benadrukt de TSD de rol van de gemeenteraad die tot nu toe onvoldoende is ingevuld. De raad, en niet de rijksinspecties, moet er met inbreng van burgers en professionals op toezien dat de gemeente goede zorg en ondersteuning levert. Dat vraagt om een heldere opdrachtformulering voor gemeentelijke rekenkamers en om aandacht voor de opzet en inrichting van informatie- en controleprocessen, die meer dan nu gericht moeten zijn op maatschappelijke opbrengsten voor burgers en de kwaliteit ervan. De commissie roept gemeenten daarom op de lokale rekenkamer goed in te richten, heldere opdrachten te geven en te ondersteunen.

Dit laatste is natuurlijk voor Laarbeek wel actueel, nu we samen met Gemert-Bakel een nieuwe Rekenkamercommissie krijgen. Ook zou de Rekenkamercommissie eens indringend moeten kijken naar de uitgaven van de gemeenten op het sociale terrein. Mij heeft het in ieder geval verbaasd dat de gemeente Laarbeek overhoudt op het sociale budget. De uitgaven die via Peel 6.1. gedaan zijn liggen lager dan verwacht. Dit roept de vraag op of er niet te hard bezuinigd is? Meer dan strikt noodzakelijk. Dit is natuurlijk onacceptabel en moet tot op de bodem uitgezocht worden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185