maandag 6 juni 2016


                                         Huishoudelijke hulp

Er is de laatste weken nogal wat te doen geweest over huishoudelijke hulp en de WMO. Allereerst bleken gemeenten in 2015 hiervoor veel minder uitgegeven te hebben dan begroot was. Zo meldde de gemeente Laarbeek alle vrij vroeg dat zij ruim 6 ton euro had overgehouden; de gemeente Helmond wilde aanvankelijk het overgehouden bedrag niet bekend maken, maar moest uiteindelijk ook met de billen bloot: Helmond had een aanzienlijk bedrag overgehouden. Als klap op de vuurpijl kwam daarna de uitkomsten van een onderzoek van de NOS en Binnenlands Bestuur: de Nederlandse gemeenten hadden een bedrag van 310 miljoen euro minder uitgegeven dan begroot. Dit is ruim 6,5% van wat begroot was!

Natuurlijk schoot half Nederland meteen in de colère. Iedereen vroeg zich af hoe dit in godsnaam mogelijk was. Allerlei verklaringen werden gegeven, maar geen enkele verklaring was bevredigend. Wel stonden verschillende partijen meteen klaar om te eisen dat het niet uitgegeven bedrag niet mocht terugvloeien naar de algemene middelen, maar voor de zorg behouden moest blijven. Heel erg consequent was dit niet. Immers de Tweede Kamer had bij de behandeling van het wetsontwerp destijds via een amendement deze bepaling uit het voortel geschrapt.

In Laarbeek bleek tijdens de vergadering van de commissie Sociaal Domein – wie heeft deze naam kunnen verzinnen – dat wethouder Briels het overschot wil behouden voor de zorg en het bedrag wil storten in een soort egalisatiefonds.

Ondertussen zat iedereen met spanning te wachten op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Recent hadden verschillende rechtbanken tegen strijdige uitspraken gedaan in zaken van burgers die bezwaar hadden aangetekend tegen gemeenten die hen gekort hadden in hun uren huishoudelijke hulp. Van de Centrale Raad van Beroep werd verwacht dat zij op 18 mei 2016 een bindende uitspraak zou doen. Dit is ook gebeurd. De uitspraak was helder: de betrokken gemeenten werden op hun vinger getikt; de bezwaarmakers kregen gelijk: gemeenten moeten via een zorgvuldig “ keukentafelgesprek ” de behoefte aan huishoudelijke hulp vaststellen.

Deze uitspraak plaatst gemeenten voor problemen. De Vereniging van Nederlandse gemeenten die meestal vrij snel met haar antwoord klaar staat, kon haar reactie niet meteen formuleren en moest tijd nemen voor nader beraad. Het antwoord komt pas medio juni! Ondertussen wachten de meeste gemeenten met het nemen van beslissingen op bezwaarschriften. Zo ook de Peel 6.1- gemeenten. In een brief aan de Helmondse gemeenteraad kondigde het Helmondse college aan dat in afwachting van de reactie van d VNG geen besluit op deze bezwaarschriften genomen zal worden. Niet in Helmond en niet in de overige Peelgemeenten.

Onze conclusie: de zorgvragers blijven nog in onzekerheid!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185