maandag 26 augustus 2013

 

De grote schoonmaak.


Het meest kwalijke dat het door het onderzoek naar verboden handelingen gen van raads- en commissieleden naar voren is gekomen, is niet de mate waarin de voorschriften door individuele raads- en commissieleden overtreden zijn. Veel erger is dat dit onderwerp noch bij de raads- en commissieleden noch bij de organisatie voldoende aandacht heeft gehad. Men heeft het genegeerd en niet nageleefd.

Terecht doet de griffier aan het slot in zijn onderzoeksrapport dan ook een groot aantal aanbevelingen om hierin verbetering te brengen. Het is natuurlijk te zot voor woorden dat dit nu nog moet. Het moet tussen de oren zitten. Dit is in de afgelopen periode niet het geval geweest.

Begrijp mij goed. Wat er gebeurd is, is fout. Ik heb niet de indruk dat er bewust door raadsleden misbruik van hun raadslidmaatschap is gemaakt. Van doelbewuste bevoordeling is ook geen sprake geweest. Mogelijk wel van belangenverstrengeling. Met name de praktijken bij openbare werken doen de haren te bergen rijzen. Hier gelden praktijken die beslist niet kunnen en die zo snel als mogelijk is beëindigd moeten worden.

Maar misschien nog meer dan onkunde en onwetendheid is het vooral een mentaliteitskwestie. Partijen moeten elke vorm van cliëntalisme ogenblikkelijk afzweren en  in alle opzichten integer zijn. Partijen mogen geen verdeler van  gunsten zijn onder hun aanhangers. Ze moeten dat ook niet willen. Want een keer gaat het fout en nog niet zo weinig ook!

Iedereen, de raad, de bestuurders en de ambtelijke organisatie, moet de hand in de eigen boezem steken en als de wederga orde op zaken stellen. Dit moet de eerste prioriteit zijn.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185