maandag 17 september 2012



 

Koersdocument RUD in de raad2



Hieronder mijn inbreng in het debat over het Koersdocument:

“ Maandagavond ben ik samen met Jeroen Leenders naar de voorlichtingsbijeenkomst over RUD in de raadszaal van Helmond geweest. De opkomst was zeer gering. Gelukkig was de opkomst in Eindhoven stukken beter. Misschien zijn twee voorlichtingsbijeenkomsten ook wel iets teveel van het goede.

Inhoudelijk was de informatie die geboden werd zonder meer goed. In ieder geval was het een heel stuk concreter dan de vorige voorlichtingsbijeenkomst in Deurne, enkele maanden geleden. Ook toen viel overigens de belangstelling van gemeenteraadsleden tegen. Heel erg vreemd vind ik dit niet. De RUD is en blijft immers voor velen van ons een ver-weg-van- mijn-bedshow.

Ik heb op de bijeenkomst wel het een en ander opgestoken. Zo zie ik dat de RUD samen hangt van de compromissen. Het basispakket is een politiek compromis, vervat in een package deal. Geen Brabants bont maar een beperkt ruimer basispakket. Gemeenten en provincie hebben zich op allerlei manieren ingedekt. Ik ben bang dat we te maken krijgen met een zeer log en bureaucratisch apparaat. Mean and lean georganiseerd zou de RUD werken met 144 FTE’s en een begroting van 14,5 milj, zo heb ik ergens gelezen. De RUD wil dat innovatief te werk wil gaan maar ik ben bang dat het deze ambitie bij lange na niet waar zal weten te maken. Veelzeggend is dat de dossiers bij de gemeenten blijven en dat de RUD-ambtenaren door de regio zwerven. En dat in een digitaal tijdperk, waar de RUD het nieuwe werken pretendeert te beoefenen, wat er natuurlijk niet heel veelbelovend uitziet.

De voorzitter maakte in Helmond melding van het feit dat gemeenten nogal creatief waren omgesprongen met de vragenlijsten. Zelfs taken die gemeenten allang niet meer zelf uitvoerden waren opgevoerd als eigen taken met de bijbehorende formatie. Gemeenten zijn zeer terughoudend met de overdracht van taken aan de RUD. Op zich is dit ook wel begrijpelijk en misschien ook nog eens niet zo onverstandig. We zien dat gemeenten de laatste tijde steeds meer taken overhevelen naar grotere organisaties; hiermee hollen hun eigen kracht uit. Zo roep je de herindelingsdiscussie opnieuw over je af. En dit laatste zien we de laatste tijd dan ook weer gebeuren.

Op het eind van de avond ontwikkelde de discussie naar mijn gevoel ineens in een heel andere richting. De RUD als regionale uitvoeringsdienst bleek uiteindelijk veelmeer een adviesdienst te zijn ten behoeve van gemeenten. Het beleid blijft immers bij de gemeenten zo werd keer op keer benadrukt. Ik hoop het. Mandatering die mogelijk is, kan dit veranderen. We moeten dit niet willen.

Raadsleden uit andere gemeenten citeerde vrijelijk uit de concept statuten en het bedrijfsplan. Stukken waarover de raadsleden van Laarbeek die ruimschoots waren opgekomen, niet beschikten! Ik voel me nooit op mijn gemak als ik merk dat ik een informatieachterstand heb. Hoe deze stukken zoals het concept- gemeenschappelijke regeling en het concept-bedrijfsplan nu al op de agenda van een commissievergadering in Helmond staan, terwijl het bestuur ze nog moet vaststellen, is mij een raadsel.
Een paar vragen zijn staan voor mij nog open. Ik vraag me af waarom de commissie Mans in 2008 in hun rapport deze rigoureuze oplossing kiest. Een geheel nieuwe weg met een nieuwe organisatie en niet primair verbetering van het bestaande. Als je constateert dat de verschillende organisaties die op dit terrein werkzaam zijn, tekort schieten, zou ik eerder de verbetering zoeken bij die organisaties zelf en niet meteen overgaan naar een geheel nieuwe landelijk dekkende organisatie. Dit wordt een mastodont. In Nederland hebben we de neiging om steeds weer nieuwe organisaties te bouwen. Veel te vaak gaat dit fout. De 25 RUDs zijn congruent met de Veiligheidsregio’s. Dit kan voordelen opleveren, maar eveneens fricties veroorzaken.

In Brabant komen er drie RUDS. Hoe is de afbakening tussen deze RUDS, zo vraag ik mij af. Ik heb ergens gelezen dat er een directeurenoverleg komt, maar wat voor gevolgen voor het beleid, heeft dit, zo vraag ik mij af. Een probleem is de Milieudienst van het SRE. Gemeenten hebben aangegeven veel minder taken aan de RUD te willen toevertrouwen dan zij momenteel uitbesteden aan de Milieudienst. Door de bezuinigingsopgaven, waarvoor gemeenten zich geplaatst zien, hebben zij zich terughoudend opgesteld. Het is niet onwaarschijnlijk dat zij dit in de komende jaren moeten bijstellen. Kennis en expertise die nu bij de Milieudienst zit, is dan al weg gevloeid. Vraag is of het niet verstandig is een aantal FTE”s van de Milieudienst als een soort flexibele schil aan te houden. Ik zag dat o.a. de gemeente Helmond hiervoor pleit. Niet helemaal onverstandig, lijkt mij.

Landelijk is er wel enige discussie ontstaan over de RUDs. Met name  Ben Ale, hoogleraar veiligheid en rampenbestrijding aan de technische Universiteit Delft, heeft deze discussie aangezwengeld. Zijn stelling is dat toezichthouders in dit land te klantvriendelijk zijn. Bij de vorming van de regionale uitvoeringsdiensten lijkt dit gecontinueerd te worden. Er komt niet alleen een loket voor de inspecties. Ook het bevoegd gezag gaat plaatsnemen achter hetzelfde loket. Hiermee gaat de scheiding tussen politieke besluitvorming over het verlenen van een vergunning en onafhankelijk toezicht verloren. Ale concludeert dat bij het overheidstoezicht op de chemie bedrijven als klanten worden beschouwd, terwijl de werknemer en de omwonenden dat zouden moeten zijn. Ik ben dat met hem eens.

Met het koersdocument RUD Zuidoost-Brabant dat vanavond voorligt, kunnen wij instemmen. Wij vinden het juist dat het college teruggekomen is op haar voornemen om naast de milieutaken ook de vergunningverlening bouwen aan de RUD over te dragen. Concentratie op de basistaken lijkt ons juist. Hiermee houdt de gemeente zelf enige expertise in huis. Wij vinden dit belangrijk.

Terecht dat in de loop van de tijd de aandacht van de kwaliteit van de toekomstige taakuitoefening de aandacht voor de financiële aspecten centraler is komen te staan. Terecht in deze tijd van bezuinigingen. Wij pleiten er ook voor aandacht te blijven houden voor het veiligstellen dat beleid bij de gemeenten blijft en niet door de nieuwe organisatie om efficiency redenen wordt uitgehold. Dit zou volgens ons de dood in de pot zijn voor de autonomie van de gemeente.

Dus akkoord met de keuze met scenario 1, de uitplaatsing van 2,5 fte's naar de RUD, maar wel met zorgen over het financiële tekort van € 256.316. Daarnaast hebben wij grote zorgen over de Milieudienst van het SRE. Tot voor enige jaren geleden was de Milieudienst het paradepaardje van het SRE en het grote voorbeeld voor het zgn. cafetariamodel, waartoe we zouden overgaan. Nu is het het zorgenkindje. Zonder het exacte antwoord te weten vragen wij ons af: hoe heeft het zover kunnen komen? Het dringt bij ons tevens de vraag op: moeten we bij het opstarten van de RUD niet extra voorzichtig zijn met het aangaan van de zgn. extra taken? Wij denken van wel.”

Ik vond het teleurstellend dat wethouder van Zeeland nauwelijks inhoudelijk op dit betoog inging. Dat is overigens wel vaker het manco van deze wethouder. Hij verontschuldigt zich steeds naar alle kanten, belooft volledige informatie – vaak informatie die hij al een hele tijd onder zich heeft gehouden -en zegt toe het onderwerp in de commissie te zullen bespreken

Zo ook dit keer. De kwartiermaker van de RUD  mag het allemaal in de volgende commissievergadering komen uitleggen en toelichting geven. Allemaal prima natuurlijk, maar wat wij vooral willen horen wat het college en de verantwoordelijke wethouder er zelf van vinden. Als de raad een koerdocument bespreekt, willen we standpunten van het college horen en niet een doorschuiven van de verantwoording naar een volgende gelegenheid en een kwartiermaker.
wat veren vallen!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185