zondag 20 november 2011


Woningbouw


Het zou ook zeer dienstig zijn als bij de discussie over de woningbouw sterker gedacht zou worden vanuit  de langere termijnvisie. Deze discussie  zou ook beter moeten sporen met de uitkomsten van  demografisch onderzoek. Recent zijn een aantal onderzoeken gepubliceerd die ons een beter handvat kunnen bieden dan  het drijfzand waarop woonvisies meestal gebouwd zijn, zoals  onderzoek naar de woonwensen van de inwoners. Dit blijkt nauwelijks houvast te bieden en meestal achterhaald te zijn.

Uit recente publicaties van het CBS blijkt dat de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen steeds schever wordt. De grote universiteitssteden trekken steeds meer jonge vrouwen, met uitzondering van  de steden met een technische universiteit of met vooral technische opleidingen zoals Delft, Eindhoven en Enschede. Tegelijk laten jonge mannen het steeds vaker afweten met studeren –zij blijven achter op het platteland. Jan Latten die de cijfers van het CBS interpreteerde, constateerde dan ook dat de krimp waarmee de randen van Nederland kampen, selectief is: het zijn de succesvolle jonge vrouwen die wegtrekken.” Vrouwen doen het steeds beter, ze zijn ambitieuzer en  hebben een grotere bereidheid om te verhuizen voor studie en werk ” De meeste vrouwen keren na hun studie niet meer terug naar de plaats van herkomst. Dit heeft grote consequenties: “ Wie gaat op het krimpende platteland voor sociale verbanden zorgen? zo vraagt Latten zich dan ook vertwijfeld af. ” Bij bestudering van de Laarbeekse bevolkingscijfers blijkt dat het mannenoverschot  ook in de Laarbeekse kerkdorpen zichtbaar is. Er is een Duits onderzoek Nicht am Mann dat laat zien dat streken waar weinig vrouwen wonen snel achteruitgaan in leefbaarheid.

Dit zijn natuurlijk zaken waar we als gemeente weinig grip op hebben, maar het geeft wel verklaringen voor de stilstand in de kernen. Mijn stelling is nog steeds dat we dit alleen kunnen tegengaan door een duidelijke werkgelegenheidspolitiek,  waarbij we proberen zoveel mogelijk hoogwaardige arbeidsplaatsen te scheppen. Met bouwen van huizen voor starters alleen zijn we er nog  lang niet. Bij de behandeling van de nieuwe woonvisie, die nu ter inzage ligt,zullen we op dit punt ongetwijfeld terugkomen. Evenals op de gevolgen  van de invoering van de inkomensgrens. Wij hebben de indruk dat het college en in dit geval in het bijzonder wethouder van Zeeland  met beide voeten in de bekende valkuil trapt: bij dreigende krimp meer inwoners van buiten aantrekken, moe-landers, kenniswerkers etc. Bouwen naar behoefte,oude wijken herstructureren, alle groeigedachten uit het hoofdzetten - dat zijn allemaal veel probatere oplossingen. De opmerking in de concept-woonvisie dat de Woningstichting Laarbeek problemen heeft met het Laarbeekse bouwprogramma is een explosieve en belooft weinig goeds. Ik geloof niet dat de woningstichting het Griekenland onder de woningstichtingen is, zoals Mevr. van de Zanden dacht,  maar toch deze opmerking in de woonvisie geeft te denken. Haalt dit het Laarbeekse woningbouwbouwprogramma onderuit? Ik denk dat de woningstichting in dit geval het gelijk aan haar zijde heeft.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185
V