zondag 8 januari 2017

Maandag 9 januari 2017

Een geheel nieuw jaar


Allereerst natuurlijk  voor iedereen een gelukkig en gezond Nieuwjaar. Moge 20217 brengen wat u en de uwen ervan verwachten. Verwachtingen moeten wij koesteren. Zij geven zin aan het bestaan. Zonder verwachtingen is er geen hoop.

2017 wordt een heel belangrijk jaar. In drie West-Europese landen  worden dit jaar parlementsverkiezingen gehouden. De grote vraag is of de lijn die door de uitslagen in Engeland en de VS is ingezet, ook hier doorgezet zal worden. Met andere woorden staan we op dit moment op een trendbreuk. Hopelijk laat de West-Europese kiezer zich niet door de actuele sentimenten meeslepen en stemt hij verstandiger. Anti-globalisering is natuurlijk niet de oplossing; evenmin als het zich verschansen achter nationale grenzen, waar populistische bewegingen, die ik overigens liever nationalistisch rechts noem, zich hard voor maken. Dit leidt alleen maar tot nog grotere rivaliteit tussen staten onderling.

De verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad staan voor een jaar later op de rol. In maart 2018 wordt een nieuwe gemeenteraad gekozen. Er is dus nog een ruim jaar te gaan voor er nieuwe verkiezingen voor de raad gehouden worden. In de loop van 2017 zullen besluiten vallen over de bestuurlijke inrichting van de regio. De raad moet nu doorpakken.

Het college heeft in de Voorjaarsnota aangegeven dat zij nagenoeg alle voornemens  uit het coalitieprogramma  heeft uitgevoerd. In het Ontwikkelprogramma gaf het college aan zich in de resterende tijd op een aantal specifieke onderwerpen te zullen gaan richten. Vraag is of de analyse van het college wel stand houdt. Zou het ook niet zo kunnen zijn dat langzaam maar zeker een groot aantal taken op het bordje van de burgers zijn gekomen? Dit is immers overal gebeurd.

Ook is het college zonder daar overigens veel woorden aan vuil te maken overgestapt op een  andere bestuursfilosofie. B en W is overgestapt op een soort down-up aanpak  zonder overigens hiervoor deze aanduiding  te gebruiken. De nieuwe bestuursfilosofie is in de woorden van het college heel simpel: het college gaat ophalen wat er leeft onder de bevolking of in een bepaalde groep. Dit wordt op papier gezet en teruggekoppeld naar de “aanleveraars” met de vraag “ Hebben  wij het goed begrepen?” Bij een bevestigend antwoord gaat het college aan het werk en probeert het te realiseren wat beoogd werd.

Zo simpel als het college het voorstelt is het echter allerminst. Colleges zijn van nature tamelijk autoritair ingesteld en handelen meestal top- down. Dat is staande praktijk. Een omschakeling naar een down-up aanpak is een immens grote verandering die moet doordringen in alle segmenten van de eigen organisatie. Het vergt een cultuurverandering tot in de diepste haarvaten van alle betrokkenen. Een helse klus voor een organisatie die tot voor kort gewend was heel anders te werken.  Dit verander je niet van  de ene dag op de andere.

Het heeft ook nog een andere consequentie. Deze aanpak vereist dat het college zichzelf wegcijfert. Want , wat doet een college dat denkbeelden en oplossingen vanuit het veld krijgt  aangeleverd waar het zelf niet achterstaat?  Dan gaan er ongetwijfeld heel andere mechanismen werken.