woensdag 11 maart 2015



Rechterlijke uitspraken over WMO-zorg.


Toeval of niet, gisteren kwam er een uitnodiging van de gemeente Laarbeek voor een miniconferentie over de WMO op donderdag 16 april aanstaande. Raadsleden en commissielede van Sociaal Domein zijn hiervoor uitgenodigd. Eveneens gisteren zag ik een aantal rechterlijke uitspraken over huishoudelijke hulp voorbij komen. Ook zag ik een tweetal rekenkamercommissie onderzoeken over de decentralisaties. O.a. een van de gemeente Terneuzen en van Overbetuwe. Met name in het rapport van Terneuzen staan in de aanbevelingen een paar behartenswaardige opmerkingen, die moeite waard zijn.

In zorgvisie lees ik over een paar recente rechterlijke uitspraken. Ik citeer:

“ De rechter beperkt gemeenten steeds vaker in hun mogelijkheden om minder uren thuishulp te vergoeden. De voorwaarden voor keukentafelgesprekken en algemene voorzieningen worden in de rechtszaal steeds scherper afgebakend. Bijvoorbeeld over hoe intensief een keukentafelgesprek moet zijn of hoe een ‘algemene voorziening voor thuishulp’ er uit moet zien.
Volgens jurist Kevin Wevers betekenen recente uitspraken in onder andere Utrecht, Monferland en Dantumadeel en Sudwest Fryslân dat gemeenten veel minder makkelijk kunnen besluiten de vergoeding van thuishulp te beëindigen of te verminderen. Wevers staat twee burgers bij in hun bezwaarprocedure tegen gemeente Montferland. De bestuursrechter van de rechtbank Gelderland bepaalde in deze zaak afgelopen maandag dat Montferland niet zomaar mag stoppen met de vergoeding van huishoudelijke hulp. De gemeente wilde de drie uur huishoudelijke hulp die de bezwaarmakers kregen, stopzetten op grond van het principe dat drie uur huishoudelijke hulp 'algemeen gebruikelijk' is. 'De gemeente zegt hiermee dat drie uurtjes poetshulp in haar ogen geen zorg is, maar gebruikelijk voor iedereen. Dat is de reden dat ze het niet onder de nieuwe Wmo hoeven te vergoeden. Echter, de rechter heeft hier maandag over geoordeeld dat men daar niet zo maar van uit mag gaan. De individuele omstandigheden van de inwoners moeten in het besluit betrokken worden. Dus een gemeente kan niet voor iedereen bepalen dat drie uur thuishulp algemeen gebruikelijk en geen zorg is.'
Ook de bestuursrechter in Utrecht deed een uitspraak die gemeenten beperken bij het bezuinigingen op thuishulp. Utrecht bepaalde dat iedereen met recht op huishoudhulp standaard anderhalf uur per week krijgt. Sommige ouderen kregen daardoor opeens veel minder hulp; bijvoorbeeld van vijfenhalf of drie uur naar anderhalf uur in de voorbeeldzaak. De rechter in Utrecht stelt nu dat anderhalf uur een redelijke norm is, maar dat de gemeente wel beter onderzoek moet doen of aanvullend maatwerk nodig is als men daarom vraagt.

Keukentafel

Wevers denk dat deze uitspraken nog maar het begin zijn. 'Veel van deze jurisprudentie gaat over de indicatiestelling. Het wordt steeds duidelijker dat je als gemeente echt heel grondig naar de individuele situatie van een burger moet kijken alvorens je overgaat tot korten. Zo voer ik in Lochem een zaak waarbij inwoners eerst een brief op de mat kregen met het indicatiebesluit en pas daarna een ambtenaar over de vloer kregen voor het keukentafelgesprek. Hiervan oordeelt de rechter nu dat het keukentafelgesprek niet achteraf gevoerd mag worden als een soort van uitleg van het reeds eerder genomen besluit. Nee, het besluit moet juist gebaseerd zijn op de bevindingen van het individuele gesprek en onderzoek.'

Algemene voorziening

Wevers verwacht dat naast de correcte vorm van het keukentafelgesprek een ander juridisch aspect zal gaan spelen binnen de Wmo 2015. 'Dat betreft de inhoud van een 'algemene voorziening'. Veel gemeenten besluiten momenteel om huishoudelijke hulp niet als individuele voorziening te vergoeden. In plaats daarvan verwijzen ze mensen naar een 'algemene voorziening voor thuishulp'. Echter, dit blijkt dan in veel gevallen geen echte voorziening te zijn, maar een doorverwijzing naar een particuliere dienstverlener. Dat zal mijns inziens door een rechter niet geaccepteerd worden als een voorziening. Het is daarom mijn stellige overtuiging dat er nog veel Wmo-zaken zullen gaan dienen de komende tijd.'”

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185