dinsdag 30 september 2014


Jeugdhulp in Peelverband


Laat ik voor alle duidelijkheid dit vooropstellen. Als CDA zijn we altijd  grote voorstander geweest van een gezamenlijke aanpak van de zorgproblematiek in regionaal verband. Voor ons hoefde Peel 6.1 zijn niet te beperken tot een uitvoeringsorganisatie. Peel 6.1. mocht zich wat ons betreft ook bemoeien met het formuleren van beleid. Wij zagen dit eigenlijk ook als voorwaarde voor een goed functioneren als uitvoeringsorganisatie. De praktijk bewijst dat wij daarmee op het goede spoor zaten. Van de opgelegde beperking tot uitvoeringsinstantie blijkt in de praktijk een remmende werking uit te gaan en waarschijnlijk noodzakelijke en mogelijke vernieuwingen te bemoeilijken. Dit is een gemiste kans. Bij de oprichting van Peel 6.1. waren de deelnemende regiogemeenten echter nog niet zover. Wij denken nog steeds dat hier een sturende rol is weggelegd voor de voorzitter van Peel 6.1, de burgemeester van  Helmond.

Gisteren schreef ik al dat ik nog geen afgerond oordeel had over het beleidsplan jeugdzorg en de verordening die volgende week aan de commissie Sociaal Domein wordt voorgelegd. Ik denk dat ik niet de enige ben. De transities roepen heel veel vragen op en naarmate de datum van invoering naderbij komt steeds meer. In een memo voor de commissie heeft het college een overzicht gegeven van  de huidige stand van zaken. Een nuttig en welkome overzicht. Zeerzeker , maar het totale beeld blijft diffuus, omdat het nog steeds onaf is. Zo zou ik heel graag gezien hebben dat er een onogram gemaakt was van alle spelers op dit veld. Het duizelt mij en naar ik denk vele anderen  van allerlei nieuwe benamingen voor hulpverleners en begeleiders. Een hele rij nieuwe en oude hulpverleners komt op ons af. Het is moeilijk te geloven dat deze aangestuurd kunnen worden zonder een groot bureaucratisch bouwwerk. Door de bomen  zien we het bos niet meer. Ik zou graag het gedachte eindplaatje zien.

Ik heb vandaag de opmerkingen van de WMO-raden en cliëntenorganisaties op het beleidsplan doorgelezen.  Mij werd duidelijk dat deze raden ook geen helder beeld hebben van wat er gaat komen en vooral niet van wat er zou moeten gaan komen. Vanuit de Helmondse opmerkingen viel mij met name de opmerking op dat men ook daar zich geen beeld van vormen  van hoe de praktijk er uit gaat zien.  Het is volgens Helmond koffiedik kijken . Ik heb het idee dat velen dat met Helmond eens zijn. En te bedenken dat we nog maar aan het begin staan. Het belangrijkste moet nog komen: de invulling van het lokale beleidsplan dat zal moeten leiden tot een geringere instroom in de individuele zorg.

Er liggen dus nog een hele boel hete hangijzers. Veelbetekenend is dat staatsecretaris van Rijn deze week begonnen is met zijn zorgtour door het land lange de verschillende wethouder sociale zaken. Van Rijn blijft optimistisch. Zijn mantra blijft: “ Het lukt ons om vóór 1 januari de zorg voor ouderen, zieken, gehandicapten én jeugd te regelen .”  Ik denk dat wel gaat lukken voor de eerste groepen; voor de jeugdzorg- een heel nieuw onderdeel voor gemeenten- zal het moeilijk worden. Er was immers teveel mis in  de jeugzorg!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185