Een ander geluid
Bij de start van de
nationale groencompetitie 2017 in het Laarbeekse gemeentehuis afgelopen
woensdag refereerde wethouder Tonny Meulensteen , zo’n beetje tussen neus en
lippen, aan de nieuwe bestuursfilosofie van het Laarbeekse
college. Volgens de MooiLaarbeekkrant
zei hij: “ De inwoners zorgen voor de input. Wat willen zij dat we met
de titel doen en wat kan de gemeente volgens hen nog doen om Laarbeek mooier te
maken en te promoten ”.
Deze uitspraak geeft precies de draai aan die het college
aan het maken is. Niet meer top down
naar bottom up werken en hiermee de burgers nauwer betrekken bij het bestuur.
Binnen de bevolking zitten enorm veel potenties; deze moeten aangeboord worden
en ten nutte gemaakt worden voor de gemeenschap. Het college heeft dit begrepen
en tracht hiernaar te handelen.
Deze omwenteling is een
proces van lange adem. Het lukt ook niet in een keer. Met vallen en opstaan
wordt het geleerd. En van mislukkingen moet men niet schrikken; het is een lang
leerproces. Burgerparticipatie als Leitmotiv voor het bestuur is zonder meer de
moeite van het proberen waard. Gelukkig heeft het Laarbeekse college dat ook
begrepen. Nu nog volhouden en de mogelijkheden verkennen. Het college heeft nog
iets meer dan een jaar om deze ambitie waar te maken: terugtreden als overheid
om de burgers alle mogelijkheden te geven. In de media is voor deze
ontwikkeling ruimschoots aandacht.
Wat ook opvalt in de media
is de opvatting dat er sprake is van een diepe crisis in de democratie. De
representatieve democratie zoals we die in de Westerse wereld kennen, zou op
haar achterste benen lopen. Allerlei oplossingen worden aangedragen, waarbij
vaak de oplossing wordt gezocht in de uitbreiding van het aantal referenda:
directe democratie in plaats van of als
aanvulling van de representatieve. In deze oplossing krijgt de burger meer
invloed en wordt de burgerparticipatie
vergroot. Grote vraag is echter of aangedragen oplossing ook gaat werken.
De kersverse Amsterdamse
hoogleraar, Tom van der Meer, heeft dezer dagen de knuppel in het hoenderhok
gegooid. Hij is de auteur van “ Niet de
kiezer is gek ”. Het is een gedurfd
pamflet over de onzin in de politiek geworden. Hij breekt een lans voor de
kiezer die steeds maar weer ten onrechte de schuld krijgt van het gebrek aan
vertrouwen in de politiek en van wispelturig stemgedrag. Ronduit zorgelijk
noemt hij het dat politici en media massaal de vlucht naar voren zoeken in
maatregelen die de democratie zouden moeten redden maar feitelijk ondergraven,
en bestuurlijk niets oplossen. Kiesdrempels, fusies van partijen, referenda en
burgerfora; het zijn contraproductieve medicijnen voor een verkeerd begrepen
kwaal. Het zijn de politici zelf die zich een spiegel moeten voorhouden. Er is
geen crisis van de democratie, er is een crisis van de gevestigde partijen. Zij
zitten op een doodlopend spoor, maar blijken niet bij machte bij te sturen.
Met deze
laatste opmerking over de crisis van de gevestigde partijen legt hij de vinger
op de zere plek. VVD,CDA en PvdA hebben
geen passend antwoord en eigenlijk D66 en Groen Links ook niet. Toch zal de
oplossing van de middenpartijen moeten komen; anders neemt het populisme van
rechts en/of links de macht over.
Wie zit
daar op te wachten!