zondag 1 februari 2015


De grote schoonmaak

Ik hoop echt dat dit de laatste keer dat ik in dit Weekbericht moet schrijven over de rottige bestuurscultuur in Laarbeek. Het zal wel een ijdele hoop zijn,vrees ik. Als ik terugkijk op de ontwikkelingen van de laatste twee weken denk ik dat Laarbeek er nog lang niet is. Er zijn er maar weinigen die het probleem in zijn volle omvang doorzien. De raadsvergadering van donderdag 26 januari 2015 was in dit opzicht heel illustratief.

Natuurlijk alle raadsleden onderschreven de conclusies uit het rapport en spraken uit dat zij wilden breken met de bestaande bestuurscultuur. Maar veel verder dan dit kwam de raad niet. Niemand deed zelfs ook maar in de verste verte een poging om te omschrijven  welke conclusies men bedoelde. Hierdoor bleef het volstrekt onduidelijk welke nieuwe bestuurscultuur  de raad voor ogen heeft. Heel veel vertrouwen had de Commissaris van de Koning er klaarblijkelijk ook niet in. In zijn persverklaring die hij na afloop van de raadsvergadering uitgaf, schreef hij letterlijk :
“ Dit duidt op een diepgewortelde verziekte en Brabant onwaardige bestuurscultuur die een stevige aanpak verdient. Daarvoor is een intensief en langdurig traject nodig, met vergaande maatregelen. Met de door haar genomen besluiten, toont de Raad weliswaar de wil om dit traject in te gaan, maar daarmee is het vertrouwen nog niet hersteld en het proces nog niet afgelopen. Het begint nu pas.”

Er moet de komende tijd heel veel gebeuren. Dit gaat niet in een vloek en een zucht. Het proces kan pas afgesloten worden  als de Laarbeekse politiek zich vernieuwd heeft en er na de verkiezingen van 2018 nieuwe en vernieuwde partijen met andere, nieuwe mensen verkozen zijn. Alle politieke partijen zullen hier de komende jaren heel hard en consequent naar toe moeten werken. Bestuurders en raadsleden die nu aan het roer staan, hebben alle krediet verspeeld. Ook na de verkiezingen van 2014 hebben de raad en het college voortdurend staan te schutteren en hebben ook zij Laarbeek in het diskrediet gebracht.

Het meest teleurgesteld tijdens de raadsvergadering was ik nog door de verantwoording die de vier leden van het nieuwe college aflegden. Het was feitelijk een groot brevet van onvermogen. Zij hadden veel eerder in het openbaar verantwoording moeten afleggen. De beide wethouders die ook al in het vorige college zaten , Briels en van Zeeland,moesten door schande en schade wijs geworden erkennen dat zij van heel veel zaken niet op de hoogte waren en er pas door het rapport kennis van hadden gekregen. Zij benoemden de zaken niet specifiek en daardoor bleef  het volstrekt onduidelijk wat zij wel en wat zij niet geweten hebben. En vooral waarom zij met wat zij wel wisten niet naar buiten zijn gekomen! In feite hebben zij heel zaken alleen maar toegedekt, zoals dat in de bestaande bestuurscultuur gewoonte was. Daarmee hebben zij zich geconformeerd aan de bestaande praktijk en hun verantwoordelijkheid verzaakt.

Waar geen van de vier wethouders antwoord op gaf, was de vraag wat het college bewogen heeft om terug te komen op het oorspronkelijke besluit om burgemeester Ubachs een kans te geven. Immers zij hebben ongevraagd in een persbericht uitgesproken dat zij  tegen een eventuele terugkeer van de burgemeester waren. De beantwoording van deze vraag gingen zij uit de weg. Over wat er in  de tweede helft van vorig jaar gebeurd is, wenste zij niet te spreken. “ Om redenen van vertrouwelijkheid ” verklaarde wethouder Briels. In feite was dit een voortzetting van de cultuur van beslotenheid, waardoor het in Laarbeek zo goed fout is gegaan!  Waarom merkte niemand dit op?

En eigenlijk was het nog erger dan dit. Wethouder Briels zegde de inspreker toe met hem over deze vraag in gesprek te zullen gaan. Waarom wel met de inspreker en niet met de raad zelf?
Laarbeek heeft nog een lange weg te gaan. Er zal heel indringend en diepgaand  gesproken moeten worden. De raad moet hier de benodigde tijd voor nemen. Een cultuuromslag is een proces van lange adem; de implementatie eveneens. En de omslag moet voortdurend bewaakt en bijgesteld worden. De gemeenteraadsverkiezingen  van 2018 moeten de bekroning van dit proces worden. Met de start van de procedure voor de benoeming van een nieuwe burgemeester zou dan ook pas na de verkiezingen gestart moeten worden. De verkiezingen moeten de catharsis van dit proces worden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185