zondag 3 januari 2016

Samenwerking binnen de Peel onder druk



Allereerst voor iedereen natuurlijk  een Gelukkig Nieuwjaar. Moge 2016 ieder van u brengen wat u ervan verwacht.

Sinds medio december is er geen nieuw blogt meer verschenen. Ik had dit in de laatste aflevering al aangekondigd. We zijn een paar weken weggeweest, naar Sint Maarten, waar Karola met naar gezin werkt en woont. Zij hebben het  daar best naar hun zin. Mijn eiland is het niet en zal het waarschijnlijk ook nooit worden.

Bladderend door de kranten en bladen van de afgelopen weken valt mij de commotie op over de ontwikkelingen rond De Peel 6.1. Het besluit van de gemeente Helmond om niet mee te werken aan een verdere uitbouw van de nieuwe regionale organisatie heeft nogal wat losgemaakt. In veel reacties wordt de zwarte piet bij Helmond gelegd. Is dit wel helemaal terecht?

Van de hooggestemde verwachting waarmee in 2013 de samenwerking in de Peel werd aangegaan, is nu niet veel meer over. Vastgesteld moet worden dat het vanaf het allereerste begin een moeizame samenwerking is geweest. Heel vaak stonden de neuzen niet in dezelfde richting. Het was moeilijk om met elkaar tot overeenstemming te komen. Mogelijk had de nieuwe organisatie ook  wel een aantal weeffouten. Er waren klachten over een te grote afstandelijkheid en een te grote afstand tot de werkvloer. Misschien was alles bij de start niet even goed doordacht en waren de verwachting te hoog en te divers.

Het afhaken van Helmond heeft in de regio kwaad bloed gezet. Laarbeek schreef zelfs een brandbrief naar Helmond. In een poging Helmond op andere gedachten te brengen, pleiten de Laarbeekse gemeenteraadsleden er in een brief aan hun Helmondse collega's voor om van Peel 6.1 tóch een zelfstandige organisatie te maken. Volgens de Laarbeekse raad moet er snel duidelijkheid komen, omdat 'de inwoners van deze regio 'er namelijk ook geen touw meer aan kunnen vastknopen', zo schreven  ze in een medio december verstuurde brief. Laarbeek hoopt - net als de vier andere Peelgemeenten - dat de Helmondse gemeenteraad niet in het besluit van haar eigen college meegaat. Natuurlijk is dit een ijdele hoop.

Het is lastig om alles goed op zijn merites te beoordelen. Daarvoor is de informatie die gegeven wordt te miniem.  Helmondse college heeft beloofd deze informatie te zullen geven. Tot op dit moment is dit niet gebeurd. Wel is duidelijk dat Helmond nu de situatie geheel anders inschat dan in  2013.De redenen hiervoor blijven duister. Helmond geeft geen enkele onderbouwing voor haar besluit om te stoppen met Peel 6.1 in de huidige opzet. Dus blijft het gissen naar de dieperliggende oorzaken. Het zou best eens een kwestie van centen  kunnen zijn. Sommige reacties uit kringen van zorgaanbieders wijzen in deze richting.

 Overigens is ook niet duidelijk wat nu precies de insteek is geweest van de andere gemeenten. Er is in de Peel ook kritiek hoorbaar op Gemert-Bakel en in mindere mate op Laarbeek, die wilden afschalen en de zorg meer lokaal wilden organiseren . Het wordt tijd dat wethouder Briels opening van zaken geeft over de standpunten die Laarbeek ingenomen heeft. Zo blijft het onbevredigend.

Hoe moet het nu verder? Mij dunkt dat een afkoelingsperiode op zijn plaats is. Het heeft  geen zin nu stante pede een oplossing te verzinnen in welke richting dan ook. Helmond en de regio moeten eerst intensief bezinnen op hun toekomst en de daarbij passende vorm van samenwerking. Dit kan ook fusie zijn op grote of minder grote schaal. Overhaaste stappen leiden alleen maar tot teleurstellingen. 2013 heeft dit meer dan voldoende bewezen. Alleen met  rust en beleid komen we verder.

Er moet in de komende tijd intensief gewerkt worden aan het ontwikkelen van een coherente en breed gedeelde  visie over de vorm en inhoud van de samenwerking van de Peelgemeenten. Gebleken is dat euforie zoals in 2013 niet voldoende is. Over de structuur,de inhoud en de reikwijdte moet diepgaande overeenstemming bestaan. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij. Laat de gemeenteraden van de 6 Peelgemeenten maar eens goed kijken naar het recente rapport Wisselwerking over regionale samenwerking van de Raad voor openbaar bestuur. Het is de hoogste tijd dat raden zich met de hoofdzaken en de grote lijn gaan bezighouden. Dus voor de zaken die er echt toe doen en niet allerlei futiliteiten. We hebben nog een heel 2016 om een goede oplossing te vinden.