maandag 24 augustus 2015


                                                               

Rekenkamer


Het heeft lang geduurd, maar binnenkort is het zover en krijgt Laarbeek weer een Rekenkamercommissie. Een voorstel hiertoe komt binnenkort in de commissie. Met de gezamenlijke Rekenkamercommissie van Gemert-Bakel en Laarbeek komt een einde aan de lijdensweg die reeds enkele jaren geleden ingezet is. Er komt weer een volwaardige commissie

De Laarbeekse Rekenkamercommissie is een stille dood gestorven. Door gebrek aan interesse, voorzitters die afhaakten en gebrek aan tot de verbeelding sprekende onderzoeksonderwerpen. Er is nog geprobeerd om een gezamenlijke Rekenkamer van de grond te kringen voor alle Peelgemeenten gezamenlijk. Deze poging heeft geen resultaat opgeleverd en is uiteindelijk in  schoonheid gestorven. Daarop is weer het oude idee van een gezamenlijke Rekenkamercommissie voor Gemert- Bakel en Laarbeek van stal gehaald. Aanvankelijk was het enthousiasme voor een gezamenlijke Rekenkamer met name in het Gemertse niet erg groot. Gemert worstelde immers met gigantische financiële problemen  en had wel iets anders aan haar hoofd. Uiteindelijk is men eruit gekomen.

Landelijk gaat het de Rekenkamers niet voor de wind. Volgens Binnenlands Bestuur zijn de jaarlijkse budgetten voor de lokale rekenkamers in de afgelopen vijf jaar met 15 procent gedaald. Ruim vijftig gemeenten brachten het budget met meer dan de helft terug. Dat staat in een onderzoek dat Berenschot in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft verricht naar onder andere de budgetten van de lokale rekenkamers (en rekenkamercommissies). Uit het onderzoek blijkt dat de rekenkamers in ruim vier op de tien gemeenten minder te besteden hebben vergeleken met 2011. Het totale budget is sindsdien afgenomen van 18 naar 15 miljoen euro. In iets meer dan de helft van de gemeenten zijn de budgetten in die periode gelijk gebleven. Bij tien gemeenten zijn de budgetten gestegen.

De gemiddelde daling van de budgetten is volgens de onderzoekers het meest fors van 2014 op 2015, juist op het moment dat de totale begroting van de gemeenten als gevolg van de decentralisatie van rijkstaken met miljarden euro’s is toegenomen. ‘De relatieve daling kan flink oplopen’, aldus de onderzoekers. ‘Bij bijna een derde van de gemeenten met een dalend budget van de rekenkamer is het budget sinds 2011 met meer dan 50 procent verlaagd.’

Het gemiddelde bedrag dat per inwoner wordt uitgegeven aan de rekenkamer is net geen één euro: het bedrag daalde van 1,08 euro in 2012 naar 0,98 euro in 2015. Let wel, het gaat hier om gemiddelde bedragen. In 7 gemeenten krijgen de lokale rekenkamers al sinds 2011 helemaal geen cent meer. De onderzoekers stuitten daarnaast op 24 gemeenten met een inactieve, slapende of zelfs helemaal geen rekenkamer. Dat komt verreweg het meest voor bij gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. Anders dan de wet voorschrijft, wordt in die gemeenten de gemeenteraad dus helemaal niet door een rekenkamer bijgestaan in hun controlerende rol.

In de meeste gevallen is de bezuiniging op de rekenkamer een gevolg van de algemene bezuinigingen bij de gemeente. De onderzoekers ontdekten wel een verband tussen de mate van tevredenheid over een rekenkamer en de mate van bezuiniging op een rekenkamer. ‘Het lijkt erop dat bij gemeenten met relatief minder tevreden raadsleden het budget meer onder druk staat’, concluderen ze. In ruim 70 procent van de gemeenten is de raad overigens tevreden tot erg tevreden over hun lokale rekenkamer.


Gaat de nieuwe opzet van de Rekenkamercommissie in Gemert-Bakel en Laarbeek  een succes worden? Ik betwijfel het. Het schort bij raadsleden en colleges aan interesse voor het werk van een Rekenkamer. Onderzoeken die Rekenkamers plegen te verrichten spreken niet tot de verbeelding. Dit zou anders kunnen wordt als de Rekenkamer in de lacune springt die zich steeds duidelijker openbaart. Ik denk hierbij aan de voortschrijdende overdacht van gemeentelijke bevoegdheden aan allerlei regionale samenwerkingsvormen, waar de raad nauwelijks controle op heeft. Laat de Rekenkamer zich vooral bezig houden met het SRE, Peel 6.1. de ODZOB en de overige samenwerkingsvormen. De Rekenkamer zou dan het voorwerk kunnen doen voor de noodzakelijke democratische controle van de raad. Tot op heden staan de raden sterk op achterstand. En dat niet snel veranderen, als men niet stevig ingrijpt.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185