woensdag 12 augustus 2015


                                                               

Fusie nog een vies woord in Zuidoost- Brabant


Dit schreef het ED enkele dagen geleden nog in een groot artikel over de stand van zaken op het terrein van gemeentelijke fusies. De krant beschreef vooral de ontwikkelingen in Noordoost-Brabant ,waar gemeentelijke fusies het landschap danig veranderen. Besluiten in de ene regio leiden onherroepelijk tot reacties in  aanpalende regio’s. Kijk b.v. maar naar de ontwikkelingen in Uden. Hier is sprake van een kettingreactie op het beskluit van Veghel, St Oederode en Schijndel om samen te gaan.

Julien van Ostaaijen, onderzoeker en docent lokaal bestuur aan de Tilburg University. Zegt in het artikel dat vragen over de toekomst spelen bij alle Brabantse gemeenten. De provincie heeft twee jaar geleden een flinke steen in de vijver gegooid met het rapport van de commissie-Huijbregts over bestuurskracht. Toch zijn er duidelijke verschillen tussen de verschillende regio’s. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat in Zuidoost-Brabant het op dit terrein erg rustig blijft. 

Dit is gezichtsbedrog. Volgens Stan van de Laar, die diverse Brabantse gemeenten adviseert en begeleidt bij samenwerkingsverbanden, zit Zuidoost-Brabant bepaald niet stil. "Veel gemeenten werken hier ambtelijk al intensief samen, zoals de Kempen- en de Peelgemeenten. Die verbanden zijn vaak sterker dan in Noordoost-Brabant. Daar zie je dat gemeenten als Haaren en Landerd twijfelen waar ze nu eigenlijk bij horen. Daar speelt ook de discussie om de gemeente op te knippen bij een herindeling. Dat soort gemeenten zijn er in Zuidoost-Brabant eigenlijk niet. De noodzaak om de stap naar een herindeling te zetten, is daarom misschien ook wel minder groot."

Een vergaande ambtelijke samenwerking tussen twee gemeenten wordt vaak als opmaat gezien voor een herindeling. Maar dat is lang niet altijd (meer) het geval, constateert Van de Laar. "Natuurlijk is het een complicerende factor dat een organisatie voor meerdere gemeentebesturen werkt. Maar daar staat tegenover dat het bestuur dicht bij de inwoner blijft. Er zijn tegenwoordig al best wat gemeenten die al jaren ambtelijk gefuseerd zijn, maar bestuurlijk zelfstandig blijven." De kaart van de regio hoeft daarom wat hem betreft over een jaar of tien niet per se minder gemeenten te tellen. "Maar dan zal niet elke gemeente nog een eigen ambtelijke organisatie hebben." Van Ostaaijen denkt daar op zijn beurt anders over. "De schaalvergroting van gemeenten is al tientallen jaren aan de gang. Het zal niet zover gaan als het plaatje dat ooit is opgesteld van zes megagemeenten in Brabant. Maar dat er in 2025 een stuk minder gemeenten zijn, is bijna onvermijdelijk."

Toch iets om in Laarbeek eens diepgaand over na te denken.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185