dinsdag 18 november 2014


Verordeningen WMO


Dinsdagavond in de commissie Sociaal Domein en in december in de Raad staan op de agenda een groot aantal verordeningen die samenhangen met de nieuwe participatiewet die op 1 januari a.s. van kracht wordt. Gemeenten zijn hierdoor genoodzaakt een groot aantal verordeningen aan te passen en te wijzingen. Het moet allemaal in een heel korte tijdsperiode geregeld worden. Misschien zelfs wel in een onverantwoorde korte tijd. Of dat zo is zal de toekomst uitwijzen.

De transities waarvoor we staan zijn bij uitstek het  voorbeeld van bestuurlijke drukte . Onvermijdelijk misschien. Het kan misschien ook wel niet anders. Gemeenten willen en moeten vooruit. Tijd voor bezinning en reflectie ontbreekt nagenoeg. De ombouw van de verzorgingsstaat is onontkoombaar.

We worden steeds ouder en de kosten van de gezondheidszorg rijzen de pan uit. In 1998 was het aandeel van de zorguitgaven op de totale uitgaven van de collectieve sector nog 16 procent, in 2003 was dit gestegen naar 21 procent. In 2015 bedragen de kosten 73 miljard op 260 miljard, dat is 28 procent van de gehele collectieve sector. Door de vergrijzing en medische innovaties stijgen de kosten van de zorg veel sneller dan de groei van het BNP en de collectieve sector. De wal moet het schip dus wel gaan keren. Zonder ingrijpen wordt de zorg onbetaalbaar. Hier is iedereen het wel zowat over eens.

Maar moet het dan zo op stel en sprong? In het veld en bij de zorgvragenden leven veel vragen. Cliënten vragen zich steeds verontruster af waar zij op 1 januari a.s. aan toe zijn en – vooral –hoelang zij de huidige zorg nog zullen krijgen. Geen wonder dat de vraag gesteld wordt : gaat het allemaal niet te overhaast en te snel.

Dit laatste is misschien wel zo. Maar op dit moment kunnen we niet anders meer. We moeten verder en dus moeten we zorgen dat de Laarbeekse wet- en regelgeving voor onze burgers op tijd op orde is. We zullen zoals Marc Chavannes dit weekend in de NRC schreef, straks in het voorjaar wel zien òf en waar de boot strandt. In het land van doemdenkers, dat we onderhand langzamerhand zijn geworden, ziet menigeen de gemeenteraadszalen volgend jaar al uit hun voegen barsten, wanneer de gevarieerde werkelijkheid hier en daar ontploft. Daarna volgen spoeddebatten en een enquête in de Kamer. Ik denk niet dat het  zo’n vaart zal lopen. Misschien is het ook wel goed dat we  zo weinig tijd voor het regelen van de noodzakelijke zaken hebben. Dan kunnen we het  altijd nog bij stellen, zei de Brabantse Commissaris van de Koning, begin van deze maand in zijn gedenkwaardige Rob-lezing 2014.

Overigens was van de Donk opvallend positief over de Nederlandse gemeentebesturen:

“ En intussen worstelen de wethouders en de gemeenteraadsleden van ons land met de opdracht er toch wat van te maken. Ik kan op grond van mijn waarneming van de passie en grote betrokkenheid waarmee dat gebeurt, eigenlijk amper pessimistisch zijn. Daar waar op het centrale niveau nog vaak vooral in termen van een belangrijke bezuinigingsoperatie wordt gesproken, bespeur ik bij lokale bestuurders een groot en zich alras ontwikkelend besef van het strategische en fundamentele belang van de ingezette beweging.
Een betekenisvolle en toekomstbestendige vernieuwing van de lokale zorgsystemen realiseren, die recht doet aan de belangrijke veranderingen in de samenleving, en die een einde maakt aan de praktijken van vervreemding en marktbureaucratisering die het domein zo kenmerkten. De ambitie is groot, het gaat om belangrijke veranderingen.”

En dit, zo constateer ik, is ook het geval in Laarbeek. Uit een enquête die gisteren het NRC publiceerde blijkt dat zelfs maar liefst 93% van de geënquêteerde gemeenten vierkant achter de decentralisaties staan.
Ik heb grote bewondering en waardering voor de inzet van de ambtenaren en de wethouder op dit terrein. Laarbeek en deze wethouder hebben begrepen dat deze problematiek allereerst plaatselijk en lokaal moeten oplossen. Vandaar het hartstochtelijke beroep op iedereen. Aan civil service , naastenliefde, solidariteit kan en mag het niet ontbreken. Het is niet meer of minder dan een burgerplicht van iedereen. 

Wat de diverse verordeningen betreft, ik heb alleen naar de grote lijn gekeken, niet naar de details. Het kan voor commisssie- en raadsleden  ook moeilijk anders. Verdrinken in de regels heeft geen zin en ook geen meerwaarde. Ik constateer dat de verordeningen voor de Peelgemeente Laarbeek  met zorg zijn opgesteld. Met de kennis en het inzicht van nu. Heel eerlijk zegt het college dat er mogelijk in de loop van het jaar wijzigingsvoorstellen nodig zijn. De toekomst zal het leren .

Bij de stukken heb ik de reactie van de werkgroep Wetgeving op het advies van het regionale cliëntenplatform aangetroffen. Jammer genoeg miste ik het advies zelf. De werkgroep heeft ingestemd met de voorliggende verordeningen. Ik heb kennis genomen  van de opmerkingen  bij de Verordening Verrekening Bestuurlijke Boete bij recidive en  bij de Verordening individuele Inkomenstoeslag. Bij de eerste genoemde verordening adviseert de werkgroep de bepaling over de 4e maand niet op te nemen in de verordening. Terecht, daar dit al in de wet geregeld is. Bij de verordening over de inkomenstoeslag gaat de werkgroep niet mee met het advies om de hoogte te bepalen op 120% van de bijstandsnorm. Met als argument dat hiervoor de middelen ontbreken. Met pijn in het hart kunnen we hiermee meegaan .

We constateerden dat Laarbeek de referteperiode op drie jaar heeft gesteld. Terecht naar ons oordeel. Alleen in de toelichting bij art.3 staat nog steeds vijf jaar. Wij nemen aan dat dit wordt aangepast.

De verordening tegenprestatie Laarbeek 2015 is nog niet klaar. Wij vinden dit jammer,al hebben wij er begrip voor. De gemeente kan dus nog geen tegenprestatie naar vermogen vragen. Dit is natuurlijk de consequentie. Het geeft ons wel de mogelijkheid nog eens intensief naar de achterliggende gedachten te kijken. Ik denk dat dit zou moeten.

Tot slot, we stemmen in met de verschillende verordeningen. Alleen moet nog even gekeken worde naar de ondertekening die nog moet worden aangepast aan de nieuwe situatie.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185