dinsdag 3 mei 2016



                                         Julien van Ostaaijen



De Tilburgse wetenschapper Julien van Ostaaijen heeft op verzoek van Raadslid.nu  een essay geschreven over de bestuurlijke rol van gemeenteraden. Volgens hem moet de gemeenteraad  zich scherper opstellen en beter de rol van verbinder tussen college en samenleving vervullen. De gemeenteraad dient zich daarvoor vaker ‘hard naar het college’ en ‘zacht naar de samenleving’ op te stellen. Zo luidt dan ook de titel van zijn essay “Hard naar het college, zacht naar de samenleving. Op zoek naar een nieuwe verbindende rol van de gemeenteraad” .

Van Ostaaijen doet in zijn essay over de bestuurlijke rol van de raad een drietal praktische aanbevelingen hoe gemeenteraden het beste aan de slag kunnen gaan om ‘hard naar het college’ en ‘zacht naar de samenleving’ te zijn:

1. Breng in kaart hoe hard of zacht de gemeenteraad zich opstelt
Inventariseer binnen de eigen raad hoe men zich in het verleden heeft opgesteld richting college en de inwoners. Luistert de raad naar de ideeën van de burger of laat hij zich leiden door strikt vastgelegd beleid van het college? Per beleidsterrein kan dit verschillen en juist daarom is het belangrijk, aldus Van Ostaaijen, om deze inventarisatie goed te maken.

2. Breng in kaart of er veranderingen noodzakelijk zijn in de rolopvattingen van de gemeenteraad
De raad hoeft niet bij ieder onderwerp wat in het gemeentehuis speelt even dominant aanwezig te zijn. Men zou in een gesprek kunnen verkennen of de raad daar zijn momenten goed in kiest en wat gewenste ontwikkelingen zijn. Zou de gemeenteraad bijvoorbeeld vaker of op andere onderwerpen initiatief richting college moeten nemen en is er genoeg ruimte voor eigen initiatief van inwoners?

3. Bespreek wie zich bekommert om de positie van de gemeenteraad
Het gesprek voeren over de rollen van de gemeenteraad en op basis daarvan keuzes maken, is een taak van de gehele raad. Als dat slechts door een (klein) deel ervan gedragen wordt, is het tot mislukken gedoemd. De vraag is dan ook wie is in essentie verantwoordelijk voor de positie van de gemeenteraad.
Veel griffiers en burgemeesters voelen zich volgens Van Ostaaijen maar ten dele verantwoordelijk  voor de positie van de gemeenteraad en dan vooral waar het gaat om zaken als efficiëntie, effectiviteit en rechtmatigheid. Wanneer het gaat om welke positie een gemeenteraad moet innemen ten opzichte van de samenleving en het college is dat veel minder het geval. Wellicht, zo schrijft Van Ostaaijen, is dat nog een taak voor de vicevoorzitter, maar dan vereist dat wel dat deze rol niet meer automatisch door het oudste of langstzittende raadslid wordt opgepakt, maar door een invloedrijk en voor anderen aanvaardbaar persoon die zich ook met de rol van de raad als geheel wil bezighouden. Volgens Van Ostaaijen moet het er niet om gaan dat de vicevoorzitter deze rol pakt, maar het gaat er vooral om dat de raad en raadsleden met elkaar in gesprek gaan of één persoon of instantie daarvoor een bijzondere verantwoordelijkheid krijgt en wie dan. De verantwoordelijkheid voor deze rol van de raad kan volgens Van Ostaaijen nooit tot één of enkelen beperkt blijven.

Gelijk heeft hij.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185