zondag 24 april 2016


Een stuk actiever.


Een van de aantrekkelijke aspecten van het duurzaamheidsproject dat het college wil opstarten, is de inspraak van de burgerij waarvan  in de oorspronkelijke plannen voorzien is. Met het project loopt het tot op heden niet zo voortvarend als menigeen gehoopt had. In het deze week gepubliceerde Programmaplan zijn de hoofdlijnen uiteengezet. Op de inhoud van plan kom ik in een van de volgende afleveringen van dit Weekbericht terug.

Het direct betrekken van de burger bij het bestuur is in. Gemeenten willen afslanken en hebben de burgers nodig om voorzieningen in stand te houden. Vandaar de nadruk op burgerparticipatie in zowat alle Nederlandse gemeenten. Op veel plaatsen blijkt dat deze participatie niet vanzelf van de grond komt. Er komt meer bij kijken dan alleen maar een paar goede bedoelingen. Moderne burgers willen meer. De gemeenten moeten loslaten en de burgers het vertrouwen geven en de uitvoering aan hen overlaten. Heel veel gemeenten blijken daar grote moeite mee te hebben. Veel te vaak willen zij de touwtjes zelf in handen blijven houden. De term “participatie paternalisme ” viel hier en daar al.

Ook blijkt in de praktijk dat moeilijk blijft burgers blijvend te interesseren in participatie. Een gemeente kan niet zomaar van het ene moment op het andere taken aan burgers over te laten. Zorgvuldig beleid is noodzakelijk. Overhaast het roer omgooien leidt alleen maar tot frustratie en het afhaken van goedwillende burgers.

In dit kader is een recente studie van Raadslid.nu heel interessant. In opdracht van deze vereniging heeft de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur het rapport “ Raadswerk is Maatwerk ”  opgesteld. Het rapport constateert  dat raadsleden de neiging hebben om eerst met elkaar in discussie te gaan over welk instrument zij willen inzetten om de deelname van inwoners aan de lokale democratie te vergroten. Dit soort debatten verzanden snel in politiek-dogmatische discussies. Raadsleden zouden er daarom verstandiger aan doen om niet zelfstandig vast stellen hoe de kwaliteit van de lokale democratie er uit ziet. Het is veel zinvoller  om eerst als raadsleden onderling en met de lokale gemeenschap in gesprek te gaan over de kwaliteit van de lokale democratie aan de hand van de vijf aspecten van democratie (meedoen, burgerlijke vaardigheden, invloed, deliberatie en legitimiteit).

Heel veel gemeenten slaan deze fase over en moeten later in het proces constateren dat het niet loopt zoals het zou moeten lopen. Als dat gebeurt is veel krediet al verloren. Dit moet voorkomen worden. Dit kan alleen als er goede voorbereiding is, de burgers goed voorgelicht worden en het afhaken van burgers voorkomen wordt.

Wat ik nu vrees is dat in het duurzaamheidsproject deze verkennings – en voorbereidingsfase overgeslagen wordt. Het rapport “ Raadswerk is Maatwerk ” toont overtuigend aan dat een grondige bezinning voor de daadwerkelijke start van een participatieproject absoluut noodzakelijk is. Zonder deze bezinning en voorbereiding zijn de kansen op  mislukking levensgroot. Het is daarom duizend maal beter om klein en voorzichtig te beginnen dan ineens volledig het roer om te gooien.                                                   

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185