Een stuk actiever.
Een van de aantrekkelijke aspecten van het
duurzaamheidsproject dat het college wil opstarten, is de inspraak van de
burgerij waarvan in de oorspronkelijke
plannen voorzien is. Met het project loopt het tot op heden niet zo voortvarend
als menigeen gehoopt had. In het deze week gepubliceerde Programmaplan zijn de
hoofdlijnen uiteengezet. Op de inhoud van plan kom ik in een van de volgende
afleveringen van dit Weekbericht terug.
Het direct betrekken van de burger bij het bestuur is
in. Gemeenten willen afslanken en hebben de burgers nodig om voorzieningen in
stand te houden. Vandaar de nadruk op burgerparticipatie in zowat alle
Nederlandse gemeenten. Op veel plaatsen blijkt dat deze participatie niet vanzelf
van de grond komt. Er komt meer bij kijken dan alleen maar een paar goede
bedoelingen. Moderne burgers willen meer. De gemeenten moeten loslaten en de
burgers het vertrouwen geven en de
uitvoering aan hen overlaten. Heel veel gemeenten blijken daar grote moeite mee
te hebben. Veel te vaak willen zij de touwtjes zelf in handen blijven houden.
De term “participatie paternalisme ” viel hier en daar al.
Ook blijkt in de praktijk
dat moeilijk blijft burgers blijvend te interesseren in participatie. Een gemeente
kan niet zomaar van het ene moment op het andere taken aan burgers over te
laten. Zorgvuldig beleid is noodzakelijk. Overhaast het roer omgooien leidt
alleen maar tot frustratie en het afhaken van goedwillende burgers.
In dit kader is een
recente studie van Raadslid.nu heel interessant. In opdracht van deze
vereniging heeft de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur het rapport “
Raadswerk is Maatwerk ” opgesteld. Het
rapport constateert dat raadsleden de neiging hebben om eerst met elkaar in discussie te gaan over
welk instrument zij willen inzetten om de deelname van inwoners aan de lokale
democratie te vergroten. Dit soort debatten verzanden snel in
politiek-dogmatische discussies. Raadsleden zouden er daarom verstandiger aan doen
om niet zelfstandig vast stellen hoe de kwaliteit van de lokale democratie er
uit ziet. Het is veel zinvoller om eerst als raadsleden onderling en met
de lokale gemeenschap in gesprek te gaan over de kwaliteit van de lokale
democratie aan de hand van de vijf aspecten van democratie (meedoen,
burgerlijke vaardigheden, invloed, deliberatie en legitimiteit).
Heel veel gemeenten slaan deze fase
over en moeten later in het proces constateren dat het niet loopt zoals het zou
moeten lopen. Als dat gebeurt is veel krediet al verloren. Dit moet voorkomen
worden. Dit kan alleen als er goede voorbereiding is, de burgers goed
voorgelicht worden en het afhaken van burgers voorkomen wordt.
Wat ik nu vrees is dat in het
duurzaamheidsproject deze verkennings – en voorbereidingsfase overgeslagen
wordt. Het rapport “ Raadswerk is Maatwerk ”
toont overtuigend aan dat een grondige bezinning voor de daadwerkelijke start
van een participatieproject absoluut noodzakelijk is. Zonder deze bezinning en
voorbereiding zijn de kansen op mislukking
levensgroot. Het is daarom duizend maal beter om klein en voorzichtig te
beginnen dan ineens volledig het roer om te gooien.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185