dinsdag 23 februari 2016


Koninkrijken

 

Gemeenten krijgen steeds meer taken vanuit Den Haag toegeschoven. De afslankende nationale overheid geeft steeds meer taken uit handen en verwacht van lagere overheden dat zij deze gaan uitvoeren. Vaak zonder daarbij de daarvoor benodigde middelen. Als je het negatief wilt zeggen: Den Haag gooit steeds meer taken over de schutting.

Deze ontwikkeling kun ook positief benaderen. Gemeenten hebben dit ook gedaan, zeker in het begin van deze ontwikkeling. Niets voor niets noemden zij zich met trots de eerste overheid. Zij stonden immers het dichtst bij de burger! Het waren vooral de burgemeesters zelf die hierin het hardst geloofden.

Ik heb gisteren met opzet geschreven over het burgemeestersparlement. Nederlandse burgemeesters zien kansen in deze ontwikkeling, evenals zij ook zien dat hun positie weer in potentie toeneemt. In de laatste decennia was hun functie meer en meer uitgehold en waren zij gereduceerd tot bewakers van orde en veiligheid en lintjes knippers. De echte politieke macht was hen steeds meer uit handen geglipt. Alleen een burgemeester met personality kreeg nog invloed door zijn morel gezag.

De laatste jaren zien we een omgekeerde ontwikkeling. Gemeenten gaan steeds meer burgers mobiliseren om zelf de handen uit de mouwen te steken. Dit is een moeizaam proces met nogal wat vallen en opstaan. Niemand dan de burgemeester heeft goed begrepen welke kansen hier liggen. Zij realiseren zich ter dege dat Nederland in toenemende mate bestuurd wordt door de gemeenten: 390 koninkrijken maken in dit land de dienst uit. Niet meer de nationale overheid in Den Haag!