dinsdag 27 januari 2015


Hybridisering van het ambt.


Door in hun onderzoeksrapport ook aandacht te besteden aan de ontwikkelingen in en rond het ambt van burgemeester in de laatste decennia hebben de onderzoekers de uitkomsten n van hun onderzoek in een breder kader geplaatst. Het niet alleen meer een onderzoek naar misstanden in het Laarbeekse; zij leggen ook de vinger op ontwikkelingen die het burgemeesterschap in de gevarenzone brengen. De onderzoekers hebben hiervoor de term ‘”hybridisering van het ambt ” gemunt. Met name dit aspect heeft de nationale pers opgepikt. Daarmee is het rapport groter geworden dan Laarbeek alleen.

De commissie wijst in het rapport op de taakuitbreiding van de burgemeester in de laatste jaren. Vooral betreft het de veiligheidsportefeuille van de burgemeester die aanzienlijk is uitgebreid. Ook is er een ontwikkeling naar een bestuurlijke of integrale aanpak van georganiseerde criminaliteit in Nederland in. Burgemeesters kunnen hierbij in een lastig parket brengen, mede omdat zijn handelen ook op vertrouwelijke informatie gebaseerd kan zijn. Daar waar een burgemeester zo veel mogelijk open en ontspannen relaties met burgers en organisaties in de samenleving moet kunnen aangaan, kan dat in sommige gevallen niet. De commissie concludeert dat dit soms de burgemeester in een positie van ‘institutionele eenzaamheid’ brengt.

Er zit nog een uitbreiding van taken aan te komen. Binnenkort wordt naar verwachting een expliciete verantwoordelijkheid van de burgemeester voor de integriteit van het lokaal bestuur aan het takenpakket toegevoegd. Volgens de commissie kan dit burgemeesters in complexe verhoudingen met wethouders, raadsleden of soms ook ambtenaren brengen. Ook op dit punt kunnen burgemeesters in een positie van ‘institutionele eenzaamheid’ terecht komen.

Aan het slot van hun rapport maken de onderzoekers een tweetal opmerkingen die de gebeurtenissen in een breder perspectief plaatsen, breder dan dat van de gemeente Laarbeek. De onderzoekers doelen daarbij op de nieuwe eisen inzake integer bestuur en de grotere eisen die aan het burgemeestersambt gesteld worden. Hij krijgt niet alleen te maken met de verbindende rol van burgervader, maar ook met de grenzen sellende rol van hoeder van de rechtsstaat. “ Dat vereist stevigheid en het kunnen hanteren van ‘institutionele eenzaamheid’ ” zo schrijven zij. En zij besluiten met:

“ De verwikkelingen rond burgemeester Ubachs in Laarbeek achten wij een illustratie van het feit dat de ‘hybridisering’ van het ambt zo langzamerhand haar grenzen aan het naderen is. De uiteenlopende eisen die aan burgemeesters worden gesteld, zijn in de praktijk lastiger en lastiger te combineren. Diepgaande bezinning op het ambt is daarom aan te bevelen.”

Het zijn met name de opmerkingen over de hybridisering die de aandacht hebben getrokken in de landelijke pers. Het commentaar in de NRC op 24 januari 2015 was helder:

“ De positie van de burgemeester is aan herijking toe. Een politieke meerderheid in het parlement is ervoor om de benoeming van de burgemeester weg te halen bij de Kroon, dus bij het kabinet, die in de praktijk al niet meer dan een formaliteit is. Als deze Grondwetswijziging wordt gerealiseerd, is de vraag aan de orde: hoe verder?”

Ik onderschrijf dit ten volle. Na de grondwetswijzing en eigenlijk al zelfs eerder moet de vraag beantwoord worden die de NRC stelt : hoe verder?


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185