woensdag 30 september 2015


Positie raadsleden


 

Een dertigtal raadsleden stapten in de huidige zeventien maanden durende raadsperiode al uit de raad. De helft van het aantal opgestapte raadsleden kon  het raadswerk niet langer combineren met werk en gezin. Soms waren conflicten binnen de eigen partij, verhuizing of gezondheidsproblemen reden om als raadslid te stoppen. In  de vorige raadsperiode van 2010 tot 2014 vertrokken 43 raadsleden voortijdig. Dat er nu al zoveel raadsleden stoppen, is een veeg teken. Hiermee komt de diversiteit van de raad komt in het gedrang. Relatief meer gepensioneerden en mensen die werken in de publieke sector bezetten raadszetels. Deze eenzijdiger samenstelling doet afbreuk aan de kwaliteit van de raad. Deze trend bestaat al langer.

Ook blijkt dat raadsleden het veel drukker krijgen door de extra taken die op de gemeenten zijn afgekomen. Denk hierbij aan de drie grote transities. Daarbij komt dat gemeenten lid zijn van steeds meer samenwerkingsverbanden. Het is voor raadsleden heel lastig om daar een goed zicht op te krijgen. De raad voelt zich op dit terrein onmachtig. Dat werkt heel frustrerend. Het raadswerk verliest zijn aantrekkelijkheid. Dat velen voortijdig afhaken en dat het lastig is goede kandidaten te vinden, is slecht voor het functioneren van de lokale democratie. Het wordt tijd dat raadsleden ondersteuning krijgen en minder leesvoer op hun bordje krijgen.

Veel werk, een lage vergoeding en weinig invloed zijn geen aantrekkelijk perspectief. Het voortijdig afhaken van raadsleden wijst erop dat het raadswerk zijn aantrekkelijkheid verliest. Dat het zo lastig is om voor de plaatselijke volksvertegenwoordiging goede kandidaten te vinden die een termijn ook vol maken, is slecht voor het functioneren van de lokale democratie.

Vandaag (woensdag 30 september 2015 )reageerde Ton Dijkmans, raadslid in Cranendonck en bestuurslid van de belangenvereniging van raadsleden Raadslid.NU op de opiniepagina van het ED met een reactie, waarin hij de eerdere berichten relativeerde. “ Aantal afhakers in raden valt eigenlijk nog mee ” stond boven het artikel. Wel erkende hij dat het raadswerk veel tijd kost; het is daarom begrijpelijk dat mensen kiezen voor hun maatschappelijke carrière.

Op zich heeft Dijkmans gelijk als hun het aantal afhakers niet schokkend vindt, maar hij onderschat de gevolgen van het gevoel dat ontstaat: de raad is het hoofd van de gemeente, maar kan haar taak absoluut niet waarmaken. Geen wonder dat het animo om raadslid te worden of te blijven afneemt. Structureel zal hieraan iets gedaan worden. De lokale democratie staat of valt met goede raadsleden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 29 september 2015



Provinciale bestuursakkoorden



Platform31 is een gerenommeerd onderzoeksinstituut. Het Platform presenteert zich consequent als een  kennisorganisatie voor stad en platteland. Regelmatig levert het heldere rapporten af. Ook schrijven medewerkers op gezette tijden opiniestukken. Het meest recente artikel dateert van deze week. In het ED publiceerden Radboud Engbersen en Koos van Dijken, resp. als socioloog en econoom verbonden aan het instituut, deze week een opiniestuk over de balans tussen economische en ecologische belangen. “ Economie alles overheersend ” was de titel van dit artikel.

In het ED nemen zij de provinciale bestuursakkoorden  onder loep. Als er een thema is dat deze akkoorden verbindt, is dit de nadruk op de economie, zo constateren zij.  Ze bevatten een lofzang op het Nederlandse landschap. Met de nodige ironie merken zij op dat als je alles  gelooft wat de  provincies op papier hebben gezet, je weerstand moet bieden tegen aan aanvechting de zomervakantie voortaan in eigen land te boeken,schrijven zij.

De boodschap in alle akkoorden – ook in het Brabantse – is je wel met landschap, natuur , water , landbouw en erfgoed  wel je kost moet kunnen verdienen. Of zoals de provincies  in de akkoorden zeggen , ze moeten “beleefbaar ” zijn. Maar staat dat niet in veel gevallen op gespannen voet met “ leefbaar” ,vragen de auteurs in het ED zich af. En  niet ten onrechte. Heel toepasselijk citeren zij Anton Coolen die schreef over de zomerse vriendelijkheid in de uitgestrekte vette diepgroene uiterwaarden.

In de verschillende bestuursakkoorden stellen de provincies de steden centraal. In Brabant wordt ingezet op de mozaïekmetropool, deze fijnmazige en aantrekkelijke mozaïek  van stad en platteland  die Brabant kenmerkt. Maar gaat deze inzet niet ten koste van het platteland? Waarschijnlijk wel?


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 28 september 2015


De provincie en herindeling.


Enkele dagen geleden stond er een opmerkelijk bericht in het ED. Om precies te zijn op donderdag 24 september j.l. Het Ed deed verslag van een gezamenlijke bijeenkomst van de gemeenteraden van Geldrop-Mierlo, Nuenen en Son en Breugel. De drie raden waren bijeen in het Vestzaktheater in Son om bijgepraat te worden over elkaars bestuurlijke toekomst.

Voor een goed begrip even in het kort de voorgeschiedenis: de provincie vroeg vorig jaar alle Brabantse gemeenten om een toekomstvisie te ontwikkelen en daarbij de eigen bestuurskracht tegen het licht te houden. Een zware commissie werd door de provincie hiervoor benoemd, de commissie Huybrechts. Aanvankelijk leken de drie gemeenten af te koersen op een fusie. Ondertussen zijn de gevoelens wat bekoeld en wil met name Son en Breugel zelfstandig blijven. Wel wil de gemeente bevoegdheden overdragen als het om gemeente-overstijgende thema’s gaat. Ook Geldrop-Mielo zit min of meer op deze lijn. Nuenen met al haar problemen is er nog niet uit.
Op de bijeenkomst in Son was ook aanwezig de nieuwe gedeputeerde Anne-Marie Spierings. Zij verkondigde daar een geheel ander geluid dan we in de vorige periode steeds vanuit de provincie hoorde. Toen was het steeds: een samenwerking moet van onderop konen; we gaan als provincie niets opleggen, maar samenwerking moet en misschien fusie ook wel. De provincie stermede steeds met het begrip “krachtdadig” bestuur.

Anne-Marie Spierings kwam met een ander verhaal. Zij zei:

“ We hebben geen kaart inde bureaula liggen met gemeentegrenzen van over tien jaar. Wellicht komen jullie wel met de oplossing om ondanks alle extra taken toch zelfstandig ter blijven. ”

Dat klonk de aanwezigen in het Sonse Vestzaktheater natuurlijk als muziek in de oren. Ik denk dat dit ook in Laarbeek gehoord is. Immers Laarbeek wil haar zelfstandigheid behouden en zoekt de oplossing ook in verdergaande samenwerking, vooral in Peel 6.1.

Met de nieuwe wind in het provinciehuis lijkt de herindeling van gemeenten in Brabant voorlopig van de baan. Het dossier zit weer ergens in het Provinciehuis in de onderste la.

Voor meer informatie: Willy van Osch. Tel 0653627185 en/of wphvanosch@onsbrabantnet.nl

   

zondag 27 september 2015



Laarbeekse inbreng



De vergadering van de commissie Ruimtelijk Domein is met opzet een week vervroegd. Dit om de commissie de gelegenheid te geven om met wethouder van Zeeland te overleggen over de inbreng van Laarbeek op de bijeenkomst van 29 en 30 september aanstaande over de verkeersproblematiek. De minister heeft heel duidelijk aangegeven dat zij de gelden voor de Noordoost corridor alleen wil blijven reserveren voor de regio als de regio met een breed gedragen voorstel komt. Gezien de ingenomen standpunten en de verdeeldheid binnen de regio zal dit nog een hele opgave worden. Wij vinden dat er een uiterste poging gedaan moet worden om tot consensus te komen. De gesprekspartners zullen uit de loopgraven moeten komen. Blijven volharden in ingenomen posities leidt tot niets.
Het is natuurlijk verleidelijk om vanuit Laarbeek te blijven hameren op de noodzaak van de oplossing van de verkeersknelpunten op Laarbeeks grondgebied. Dit helpt de zaak niet vooruit. Er moet een overall plan komen voor de oplossing van de verkeersproblematiek inde regio: een breed raamwerk dat een structurele oplossing voor de Zuidoost Brabant biedt. Binnen dit raamwerk kunnen vervolgens de lokale problemen opgelost worden. Elke poging om vanuit de gevoelde lokale problemen tot een algehele oplossing te komen is bij voorbaat tot mislukking gedoemd.
Na de verwerping van het Ruit-scenario1 komt er beslist geen Ruit-scenario2. Het komt er nu op aan een nieuw innovatief alternatief op tafel te leggen, waarbij het regionale belang voorop staat. Deze aanpak biedt de enige kans dat Laarbeek op termijn door Rijk en provincie geholpen wordt om de verkeersproblematiek op Laarbeeks grondgebied op te lossen. Dit is onze enige kans.
Wethouder van Zeeland moet zich op 29 en 30 september a.s. zich opwerpen als de pleitbezorger van een regionale oplossing. Tamboereren op de Laarbeekse problematiek lost niets op. Hiervoor is alleen de steun vanuit Gemert te verwachten voor wat de Beekse brug betreft. Daar zal het dan bij blijven en zijn we niks opgeschoten. De wethouder zal buiten zichzelf moeten uitstijgen. Of hij hiervoor de guts heeft, zal moeten blijken.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 23 september 2015


Ruimtelijk beleid



Het College van B en W heeft heel in juli heel uitvoerig geantwoord op de vragen van PNL over de leegstand op De Heuvel in Lieshout. Tot op heden hebben de antwoorden weinig aandacht getrokken. Dit is heel vreemd, omdat het college een uitvoerige toelichting geeft op het staande beleid. De antwoorden geven duidelijk aan dat het huidige beleid niet voldoet en misschien wel oplossingen in de weg staat. Dit laatste kan toch nooit de bedoeling zijn. Alleen het college wil dit niet erkennen.

Onduidelijk is waarom het college zo hardnekkig vasthoudt aan het staande beleid en niet overweegt om dit beleid aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen. Wat weerhoudt het college en waarom legt het een zo benepen houding aan de dag?

Het college wijst nagenoeg elke voorgestelde mogelijke oplossing bij voorbaat af. Het lijkt erop dat het college bevangen is door angsthazerij. De term innovatie en innovatief beleid komt klaarblijkelijk niet voor in het vocabulaire van het college.

In het antwoord erkent het college dat het niet goed gaat met de Heuvel. Uitvoerig zet zij het vastgestelde beleid uiteen met bettrekking tot het centrum van Lieshout.  Het college beschrijft ook de visie op De Heuvel:


De gemeente gelooft in het huidige tijdsgewricht niet in stedenbouwkundige visies. Het benoemen van een eindbeeld op De Heuvel heeft weinig zin. Een stedenbouwkundige blauwdruk waarin een ‘fata morgana’ is neergelegd bood in het verleden enig houvast, maar werkt nu eerder beperkend en dus averechts. Nu bovenstaand al is geconstateerd dat het geldende bestemmingsplan beslist geen beperkende factor vormt en de gemeente geen grondposities heeft in de pleinwanden, rest de gemeente niets anders dan een dienende rol.
De gemeente wil juist op een organische manier ruimte bieden aan particuliere initiatieven. Mits de historische context van De Heuvel wordt gerespecteerd staat de gemeente open voor suggesties en zal deze ondersteunen en faciliteren. Maar uiteindelijk draait het om de vraag: wie investeert en wie draagt het risico? Als de markt het niet oppakt, is de tijd voor ontwikkeling blijkbaar nog niet rijp. Soms is het niet onverstandig om eenvoudigweg geduld op te brengen. In de planologische vakliteratuur is deze verschuiving al enige jaren zichtbaar: van toelatingsplanologie naar uitnodigingsplanologie. Bij toelatingsplanologie stelt de gemeente zich op als brugwachter. De brug gaat open of blijft dicht. Bij toepassing van uitnodigingsplanologie laat de gemeente veel meer ruimte. De kernactiviteiten van de gemeente beperken zich tot uitnodigen, faciliteren, enthousiasmeren, verbinden en het fuseren van belangen. Deze houding past naadloos in de door de raad vastgestelde toekomstvisie.”

Onbegrijpelijk. Hoelang moeten we dan wel wachten? Toevallig zag ik gisteren een commentaar in de NRC n.a.v. een artikelenserie over de winkelcentra in Zoetermeer. Hierin las ik:

“Gemeentebesturen die een levendig centrum willen, zullen hun energie ook moeten gebruiken om woonfuncties terug te brengen in de stadscentra. Wonen boven winkels, wat nu bijkans onmogelijk is, moet in ere hersteld worden. Gemeenten ontkomen er niet aan bestemmingsplannen te wijzigen, zodat winkelruimte een nieuwe functie krijgt. Bijvoorbeeld om spullen op te pikken die zijn gekocht via internet.”

Terecht benadrukt de NRC dat de woonfunctie in centra terug moet komen. Maar dit is Laarbeek kennelijk tegen dovemansoren gezegd.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 22 september 2015

Vluchtelingen

Het was een beetje behelpen,afgelopen week. Wij waren in Budapest en van daar heb ik de afleveringen voor de weblog geschreven. Omdat niet alles naar behoren werkte, kon ik niet alles controleren. Vandaar de verschillende tikfouten in de laatst blogs. Ook dit blog schrijf ik nog vanuit Budapest. Het eerst volgende komt  zoals gebruikelijk weer vanuit Lieshout.

De Hongaarse media staan bol van berichten over de toestroom van vluchtelingen. De verhoudingen met de buurlanden staan zwaar onder druk. Met name met Kroatië heeft Hongarije heeft nu aan de stok. Ondanks alles heeft de Hongaarse premier, Victor Orban, de grote meerderheid van de Hongaren achter zich staan. Duidelijk is dat Hongarije zich geen raad weet met het grote aantal vluchtelingen dat het te verwerken krijgt. Weigeren en terugsturen is overigens geen oplossing. Die zal Europees gevonden moeten worden. Maar daar ziet het ook niet naar uit.


Bas Heijne schreef zaterdag in zijn column :

''De verscheurdheid binnen de Europese Unie over de opvang van vluchtelingen uit het Midden-Oosten voert rechtstreeks terug op de priemende scepsis van de ultrareactionaire denker Joseph de Maistre (1753-1821): „Wel, in de hele wereld is er niet zoiets als de Mens te vinden. Gedurende mijn leven, heb ik Fransen gezien, Italianen, Russen, etc. [...] Maar wat de Mens betreft, moet ik verklaren dat ik die nooit ben tegengekomen. Mocht hij bestaan, dan is hij aan mijn aandacht ontsnapt.”

Ook schreef hij:

" Zijn dat de enige smaken nog, paranoia en naïviteit? In een hoofdartikel sprak The New York Times deze week schande van de weigering van Oost-Europese landen, Hongarije voorop, om vluchtelingen op te vangen. Opmerkelijk is dat de krant er niet onze gedeelde menselijkheid bij haalde, geen hoop, geen droom, maar de geschiedenis. Oost-Europa heeft een jammerlijk kort geheugen, terwijl veel landen daar „zich onlangs nog de warme omhelzing van hun westerse buren lieten welgevallen en daar goed van profiteerden”. En: „Het genereuze onthaal dat ze kregen toen ze zich weer aansloten bij de westerse democratieën was een grote triomf voor Europa.”

Ik denk dat hij gelijk heeft

maandag 21 september 2015


Commissievergadering 

Woensdagavond komt  de commissie Ruimtelijk Domein bijeen. De bijeenkomst is op verzoek van het CDA vervroegd. Terecht. Zo kan de commissie alsnog haar inbreng hebben voor het overleg over de verkeerssituatie in de regio op 29 en 30 september.

Bij het agendapunt heeft  het college een groot aantal stukken gevoegd. Op zich allemaal relevante stukken, maar met een groot manco. De problematiek wordt eenzijdig beschouwd vanuit puur  Laarbeeks standpunt en vooral met het oog op de detailsituaties die moeten worden opgelost. De algehele overview ontbreekt. Toch zal het uiteindelijk daar op aankomen! 

Nu gaat het om de grote lijn; details zijn aan latere orde. De minister heeft heel duidelijk aangeven wat zij van de regio verwacht: een eensgezind en gedragen standpunt. Ook Laarbeek zal hieraan moeten werken. De commissie moet woensdag het algemene belang laten prevaleren  en dus zoeken naar een oplossing die de gehele regio draagt. Dit zal verdraaid lastig zijn, omdat partijen zich hebben ingegraven en hun stellingen niet zomaar zullen verlaten. De Ruit is van de baan, er zal dus een nieuwe oplossing gevonden moeten worden.Dit kan alleen als de gehele verkeersproblematiek in Zuidoost Brabant hierbij wordt  betrokken. Gemeenten moeten bereid zijn hierbij over de eigen grenzen heen te stappen stappen.

Het zal dus aankomen op inventiviteit en creativiteit.

Willy van Osch