donderdag 7 maart 2013


Toekomstvisie


We gaan te hard van stapel. Zonder dat er überhaupt in de raad over het opstellen van een nieuwe toekomstvisie gesproken wordt er al met instemming van het Presidium een workshop voor de raads- en commissieleden belegd. De mandatering door de raad aan het Presidium moet zelfs nog plaatsvinden. Ik begrijp de haast wel; men wil immers het gehele project aftronden voor de zomervakantie. De zorgvuldigheid die het proces vereist, komt m.i. zo wel erg onder druk te staan.

Als we rondkijken in gemeenteland,moeten wij constateren dat er de laatste jaren sprake is van een ware hausse aan toekomstvisies van gemeenten. Momenteel hebben 95 van de 418 gemeenten een toekomstvisie. Meer dan tien gemeenten ontwikkelen er momenteel een. In tijden van bezuinigingen zoals nu is er veel debat over nut en noodzaak van een integrale toekomstvisie. Zeker nu er moet worden bezuinigd. Zo schrapte Wageningen onlangs het budget voor een toekomstvisie. In Werkendam woedt een hevige discussie binnen de PvdA-fractie: ‘We hebben geen behoefte aan papieren tijgers.’ Er zijn ook tegenstemmen: ‘Een integrale toekomstvisie is voor veel gemeenten écht het antwoord om uit impasses te raken’, stelt burgemeester Jan Baas (PvdA) van Enkhuizen. 

Toekomstvisies zijn vaak een optelsom van wensen van fracties. Elke partij vindt er wel iets van zijn gading in. Toekomstvisie schetsen vaak  niet alleen een bruisende, maar ook een sociaal verbonden, veilige en duurzame gemeente geschetst, waar burgers zich thuis en met elkaar verbonden voelen en het gemeentebestuur optimaal ten dienste van de burgers staat. Daarmee gaan veel gemeentelijke toekomstvisies in de richting van een maatschappelijke utopie: een gedroomde samenleving zonder conflict. 

Zo’n visie biedt geen duurzaam kader voor het beleid van  de gemeente. Heel veel toekomstvisies verdwijnen vaak vrij snel in een la, waar ze nooit meer uitkomen. Dit natuurlijke zonde van het geld en de energie die erin gestoken is. We kunnen dit alleen maar voorkomen als we een helder en transparant proces opzetten. Voorwaarde is ook dat we ons vooraf een duidelijk beeld vormen waar we met Laarbeek naar toe willen.  Misschien is een toekomstvisie met alleen maar dit toekomstbeeld al meer dan voldoende. De praktische uitwerking volgt later.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 6 maart 2013



Crisis tempert de bevolkingsgroei


De provincie meldde vorige week dat door de crisis de bevolkingsgroei in Brabant stagtneerde. In 2012 is de Brabantse bevolking met 7.200 mensen toegenomen. Daarmee ligt de bevolkingsgroei onder het niveau van de laatste jaren. Onder invloed van de financieel-economische crisis zijn vooral de geboorteaantallen teruggelopen.  De afname van het aantal geboorten wordt grotendeels veroorzaakt, doordat het krijgen van kinderen wordt uitgesteld in economisch mindere tijden waarin het consumentenvertrouwen op een laag pitje staat. Ook pakten de binnen- en buitenlandse migratiesaldi iets lager uit. Samenhangend met de toenemende vergrijzing liepen de sterfteaantallen juist verder op. Op 1 januari 2013 telt Brabant bijna 2.471.000 inwoners.  De natuurlijke groei, oftewel het saldo van geboorte en sterfte, bereikte in Brabant in 2012 een historisch dieptepunt. Niet eerder lagen de geboorteaantallen (23.950) zo laag. Tegelijkertijd lag het aantal sterfgevallen voor het eerst boven de 20.000.
Met een saldo van +3.500 is de natuurlijke groei niet langer de belangrijkste factor in de bevolkingsgroei in Brabant. De bijdrage van het migratiesaldo (+3.700) is in 2012 groter geweest. De lijn dat migratie het meeste bijdraagt aan de bevolkingsgroei zal zich de komende tijd doorzetten. Hierbij speelt vooral de vergrijzing van de Brabantse bevolking een rol, waardoor de sterfteaantallen verder toenemen en de natuurlijke groei in de loop van de jaren ’20 omslaat in een natuurlijke afname.

Al langere tijd ligt de bevolkingsgroei in het stedelijk gebied hoger dan in het landelijk gebied. De laatste tien jaar (2003-2013) is het aantal inwoners in Brabant met ruim 70.000 personen toegenomen. Van deze groei is maar liefst 90% (64.000) in het stedelijk gebied terecht gekomen en zo’n 10% (6.400) in het landelijk gebied. Ook in 2012 is sprake van (voortgaande) concentratie van de bevolking in het stedelijk gebied. Hierbij valt bovendien de bovengemiddelde groei op van de grote steden: zowel in Breda (1,1%), ’s-Hertogenbosch ( 0,6%), Eindhoven (0,6%) als Tilburg (0,4%) ligt de bevolkingsgroei in 2012 boven het niveau van Brabant als geheel (0,3%). Met een groei van 0,1% nam de bevolking in het landelijk gebied beduidend minder sterk toe.

In 2013 woont ruim 68% van de Brabantse bevolking in het stedelijk concentratiegebied. Eén op de drie Brabanders (bijna 34%) woont in de vijf grote steden (de B5), die bij elkaar 837.000 inwoners herbergen. Mede door de afname van de natuurlijke groei is het aantal gemeenten, dat te maken heeft met bevolkingskrimp in 2012 (verder) opgelopen. In 23 van de 67 Brabantse gemeenten (34%) is het inwonertal vorig jaar teruggelopen. In 2011 lag dat percentage nog op 22%.

De bevolkingscijfers van Laarbeek laten een ander beeld zien. In 2012 groeide de Laarbeekse bevolking met 164 inwoners van 21608 naar 21772. Dit was een meevaller. Voor dit jaar hebben wij het idee dat door de stagnatie op de woningmarkt deze groei gaat stoppen. Het college zou maandelijks de verkoop van bouwkavels publiceren. Tot op heden is het de college deze belofte nog niet nagekomen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 5 maart 2013



Toekomstvisie


Het projectteam Toekomstvisie zet er vaart in. Al op 12 maart organiseert het team een workshop voor  de raad. Hierin moeten  – in de woorden van het projecteam- de grote en bepalende vraagstukken voor de toekomst benoemd worden in de vorm van kansen en bedreigingen. Doel is te komen tot een nieuwe toekomstvisie Laarbeek 2020, omdat de huidige visie achterhaald is door de ontwikkelingen. Er is haast geboden, want de visie moet voor de zomervakantie gereed zijn.

Waarom deze haast? Ik heb begrepen dat het presidium wil voorkomen dat de toekomstvisie onderdeel gaat worden van de gemeenteraadsverkiezingen. Eerlijk gezegd snap ik hier geen jota van. Wel mag de bevolking in een digitaal platform meepraten over de nieuwe toekomstvisie. Een publiek debat en stellingnames over een stuk dat bepalend is voor de toekomst van Laarbeek tijdens de verkiezingscampagnes, dat mag dan weer niet. Wat is er mis mee als de toekomstvisie onderdeel zou worden van de verkiezingen? Ik zou zeggen  daar hoort het juist in thuis. Juist nu we een uitgelezen kans hebben om de bevolking een platform te bieden, stellen de fractievoorzitters alles in het werk om verhinderen dat  het meest wezenlijke debat in alle openheid kan plaatsvinden. Een digitaal platform – waar overigens niets mis mee is – is geen vervanger van het politieke debat. Naast de mogelijkheid voor burgers om te kunnen reageren op stellingen en scenario’s moeten zij ook zelf andere ideeën en oplossingen kunnen inbrengen.

Er is nog iets anders vreemd aan de haast die aan de dag wordt gelegd. Het presidium wil het antwoord klaar hebben op ontwikkelingen in de regio. De nieuwe toekomstvisie zou hiervoor de grondslag moeten leveren. Ik denk dat dit een illusie is. Een toekomstvisie moet niet reageren op de waan van de dag. Het moet juist hiervan afstand nemen en een vergezicht bieden met betrekking tot de toekomst. Bestuurlijke veranderingen zijn hierbij vergeleken peanuts. De blik op de horizon en het doel dat men voor ogen heeft zijn duizenden malen belangrijker.

Ik denk dat we dus ruim de tijd moeten nemen bij het opstellen van een nieuwe toekomstvisie voor Laarbeek. Het huidige moment zou wel eens het minst geschikte kunnen zijn. Wij moeten afstappen van de waan van de dag en ons een helder beeld vormen  van de trends die de komende jaren er toe gaan doen. Deze trends en ontwikkelingen moeten we helder voor ogen hebben.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 4 maart 2013



Protesten maar niet over de NOC


Er zijn nogal wat protesten geweest tegen de voorgenomen bezuinigingen op de infrastructuur. Met name vanuit het oosten van het land is luid geprotesteerd tegen deze  maatregel. Ook de Provinciale Staten van Brabant hebben hun onvrede geuit over de rijksbezuinigingen op infrastructuur. De Staten wijzen onder meer op het belang van de A2, A67 en de A58 voor onder meer de ontwikkeling van Brainport. Een motie hierover werd in de Staten breed ondersteund .  De motie draagt het college van Gedeputeerde Staten (GS) op om de Tweede Kamer te bewegen een aantal dingen te doen. Alleen de Partij voor de Dieren stemde tegen.


Ten eerste willen Provinciale Staten dat het bezuinigingsvoorstel voor A67 Leenderheide-Geldrop ongedaan gemaakt wordt. Daarnaast mag de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) het niet laten gebeuren dat de versnelde aanpak van de A58 in gevaar komt vanwege het naar achteren schuiven van de rijksmiddelen. Ook verdienen de knelpunten op de A2 tussen Eindhoven en Weert de aandacht van de minister. Tot slot willen de Staten dat de minister van Infrastructuur en Milieu snel met een betere manier van prioritering van verkeersknelpunten komt.

Op de website van de provincie  zegt gedeputeerde Ruud van Heugten: “Samen met onze partners in de regio hebben we de minister van I&M direct laten weten dat een deel van de aangekondigde bezuinigen op de infrastructuur in Brabant voor ons onbegrijpelijk is. Deze breed ondersteunde motie van PS is voor ons college een duidelijke steun in de rug bij onze inspanningen om de bezuinigen op de A67, de A58 en de A2 van tafel te krijgen. ”

 Met dit alles is natuurlijk niets mis. Alleen verbaast het mij dat over het uitstel met 3 jaar van de bijdrage van het Rijk voor de Noordoost Corridor met geen woord gesproken wordt. Wie is eigenlijk probleem eigenaar? vraag ik mij dan  af.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 3 maart 2013



Problemen voor gemeenten


De helft van de grote Nederlandse gemeenten heeft onvoldoende reserves om risico’s op te vangen. Dat blijkt uit een inventarisatie van de NRC naar de financiële positie van de twintig grootste gemeenten. De krant heeft dit afgelopen zaterdag gepubliceerd. Bij  tien van de onderzochte gemeenten is het weerstandsvermogen lager dan het minimum. Dat betekent dat zij minder reserves hebben dan de risico’s die ze lopen. Slechts zes van de twintig gemeenten haalt een ruime voldoende of hoger.

Uit de cijfers blijkt dat vrijwel alle grote gemeenten hun financiële positie na 2011 flink zagen verslechteren. Wethouders van financiën van verschillende grote gemeenten merken op dat de vele bezuinigingen van de laatste jaren, gecombineerd met de crisis op de vastgoedmarkt, de kritieke grens van hun begroting raakt

Vanaf 2014 krijgen gemeenten extra bezuinigingen te verwerken. Het Rijk hevelt dan taken zoals jeugdzorg over, maar met de helft van het geld waarvoor het Rijk het nu doet. Volgens wethouder in Breda Saskia Boeleman (D66) is de kritieke grens in zicht. „Onderhoud is een van de weinige posten waar we nog kunnen korten. Het betekent dat er meer onkruid in wijken zal komen. De gemeente maakt sportkantines niet langer schoon. We accepteren dat het wegdek gaat verslechteren.”

Hoogleraar decentrale overheden Maarten Allers van de Rijksuniversiteit Groningen noemt de plannen van het kabinet „gevaarlijk”. Allers: „Het Rijk wil de decentralisaties er in korte tijd doorheen jagen, omdat de bezuinigingen alvast zijn ingeboekt op de eigen begroting. Een zorgvuldige invoering is van groot belang, maar daar neemt men geen tijd voor.”

Als dit allemaal leest, vraag je je natuurlijk af: hoe is het met Laarbek gesteld? Zo rampzalig als bij de onderzochte 20 grote gemeenten is het met Laarbeek zeker niet. Toch ook hier lopen de reserves terug. In de Programmabegroting 2013 zegt het college dat het vaststellen van de risico’s lastig is. Volgens de Programmabegroting is de weerstandscapaciteit echter groot genoeg is om mogelijke tegenvallers zonder budgettaire consequenties te kunnen opvangen. Op basis van de cijfers moet je constateren dat dit zo is.

In de programmabegroting 2013 is aangekondigd dat er een nieuwe berekening van het weerstandsvermogen komt. We zien benieuwd naar de uitkomst.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 28 februari 2013


Andermaal het rapport Integraal beleidsplan voor Senioren en mensen met een beperking in Laarbeek


Het rapport van de seniorenraad en platform gehandicapten blijft me bezig houden. Ik had het idee dat het rapport eigenlijk niet af was. De gekozen insteek is vooral een praktische: uitgaande van de bestaande situatie en van daaruit verbeteringen proberen te bereiken. Dit leidt overigens wel tot een indrukwekkend Laarbeekbreed actieprogramma.

Verder dan de eigen gemeente kijkt het rapport niet. Ontwikkelingen van buiten worden m.i. onvoldoende in de beschouwing meegenomen. En toch zullen vanuit veranderingen die ons van bovenaf zullen  worden opgelegd, de grootste veranderingen komen. Het landschap verandert in snel tempo. Dit zal de zorgvraag aanzienlijk veranderen. Op deze ontwikkeling speelt het rapport m.i. onvoldoende in. Ik had graag gezien dat het rapport deze wijzigingen in kaart zou brengen. Dan was ook de impact hiervoor voor de zorgverlening duidelijk en kan hierop tijdig worden ingespeeld, zodat er geen zorgvacuüm ontstaat.

Wat mij ook steeds duidelijker wordt is dat de zorg per kern georganiseerd moet worden. Er is  geen Laarbeekse behoefte aan zorg; er is een plaatselijke behoefte aan zorg. De zorgvraag in de verschillende kernen van Laarbeek  hoeft niet per definitie gelijk te zijn. Er kunnen best duidelijke verschillen per kern bestaan. Met een aanpak per kern komen we een stuk verder. Er moeten m.i. duidelijke zorgteams per kern komen waarin professionals ( wijkverpleegkundigen ) en vrijwilligers samenwerken. De kern moet dit zelf gaan regelen, op vrijwillige basis. De gemeente heeft geen enkele zeggingsmacht over mantelzorgers en vrijwilligers.

Het wordt dan ook de hoogste tijd dat de gemeente haar beleid gaat herformuleren en zaken gaat loslaten die door het middenveld gedaan kunnen en moeten worden. Betekent dit dat er geen taak voor de gemeente op dit terrein is? Niets is minder waar.  De gemeente moet zich gaan concentreren op kernoverstijgende zaken. Ik denk hierbij b.v. aan Laarbeekbrede  preventieprogramma’s, levensbestendige woningen en zorg voor voldoende woningen voor de doelgroep etc. Dit laatste wordt acuut, als de intramurale zorg wordt afgebouwd.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 27 februari 2013



Vinger aan de pols of te wel een alerte raad


Gemeenteraden liggen de laatste tijd nogal onder vuur. De kritiek is dat gemeenteraden niet alert genoeg zijn en onvoldoende de vinger aan de pols houden. De controle op het doen en laten van de colleges van B en W zou te wensen over laten. De raad maakt haar controlerende functie onvoldoende waar.

De incidenten zijn er de laatste tijd talrijk. De regionale pers staat vol van de ontwikkelingen in Deurne met de aankoop van de MOB-complex en de rol hierin van de burgemeester die door het college niet in toom gehouden kon worden;in Nuenen rommelt het van alle kanten en in Eindhoven heeft het college en de raad onvoldoende grip gehouden op het Orgelplein. Ook bij de problemen bij Atlant zijn vragen te stellen.

Deze ontwikkelingen drukken je als raadslid op de feiten. Als raadslid moet je kritisch blijven. Alleen zo kun je de controlerende functie naar behoren uitoefenen. En zelfs dan kan het nog wel eens misgaan. Het dualisme heeft de wethouders op afstand van de raad geplaatst, maar ook de raden zijn door de ontwikkelingen verder van de uitvoering door het college komen Te staan. Hierin zit m.i. een gevaar .Zeker als de actieve informatieplicht door het college onvoldoende wordt ingevuld wordt het wel heel erg lastig voor een raad om op tijd  in te grijpen. Als ook de rekenkamerfunctie op een laag pitje wordt gezet, neemt de kans dat onvoldoende gecontroleerd alleen maar toe.

Als raadslid van Laarbeek heb ik het onbestemde gevoel dat het college de raad teveel op afstand zet. En dat de raad dit ook laat gebeuren. Dit houdt risico’s in. Duidelijk is dat we kritisch moeten blijven kijken naar de voorzieningenclusters – een megaproject voor Laarbeekse begrippen -  en de ontwikkelingen met de uitbreidingsplannen, nu de woningmarkt nog steeds stagneert.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185