zondag 24 november 2013


Commissie Algemeen Bestuur 2


Verrassingen zijn er bijna altijd. Onverwachte wendingen of onderwerpen die je niet direct op basis van de agenda verwacht. Zo ook afgelopen dinsdag tijdens de vergadering van de commissie Algemeen Bestuur. Bij de behandeling van een Tussenrapportage verwacht je dat het gaat over de stand van zaken en eventueel over kredieten die vragen oproepen. Dit soort vragen werden dinsdag veelvuldig gesteld. Dat is niet meer dan logisch.

Het komt ook voor dat een commissielid de Tussenrapportage aangrijpt om een algemeen punt aan de orde te stellen. Ook dat is niet ongewoon. Dinsdag greep de fractievoorzitter van het CDA de Tussenrapportage aan om het gemeentelijke beleid ten aanzien van de verkoop van gronden in de voorzieningenclusters aan de Woningstichting Laarbeek aan de orde te stellen. Directe aanleiding waren plannen van de Woningstichting om de gronden in de voorzieningencluster Beek en Donk niet af te nemen. De Woningstichting probeert deze gronden door te verkopen aan projectontwikkelaars. Dit lukt op dit moment niet. Projectontwikkelaars die belangstelling toonden, willen  op de plek van De Raagten geen seniorenwoningen bouwen; starterswoningen zijn meer in trek.

De fractievoorzitter van het CDA opperde de gedachte deze gronden nog  een jaar of vijf in bezit te houden en niet over te dragen tot betere tijden voor de woningmarkt aanbreken. Met name wilde hij op korte termijn een berekening wat een dergelijke beleidslijn de gemeente zou kosten. Wethouder Vereijken kon begrijpen dat dit punt aan de orde werd gesteld, maar dacht dat de tijd te kort was voor de volgende raadsvergadering; bij d
e tussenrapportage over de grondnota zou dit kunnen. Het wordt dus even afwachten.
Overigens, de discussie over het contract met de Woningstichting is primair een zaak van het college. Openbare discussies over de overeenkomst kunnen de handelingsruimte van het college beperken. Het college zou er m.i. goed aandoen deze kwestie vooraf vertrouwelijk met de raad te bespreken. De consequenties voor zowel de gemeente als de woningstichting zijn immers immens.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 21 november 2013



Commissie Algemeen Bestuur


Als voorzitter van een raadscommissie heb je de rol van technisch voorzitter. Je wordt geacht de discussie in goede banen te leiden en zo nodig de discussie samen te vatten. Het is niet de bedoeling dat de technisch voorzitter zich met de inhoud bemoeit. Dit laatste voelt vaak als een beperking. Ik moet zeggen dat ik bij vergadering van de commissie Algemeen Bestuur vaak de aandrang voel om me met de inhoud te bemoeien. In de meeste gevallen weet ik dit dan wel te onderdrukken. Frustrerend is dit echter wel. Ik vraag me dan ook af of deze opzet van het voorzitterschap van een commissie en eveneens van de raad wel zo’n gelukkige is. Het is een uitvloeisel van de invoering van het dualisme. Wat bedoeld was om het college op afstand van de raad te plaatsen, heeft in de praktijk geleid tot het kaltstellen van een raadslid die als technisch voorzitter fungeert. Een raad die zichzelf respecteert zou dit niet moeten willen en dus voor voorzitter(s) van buiten de raad moeten opteren.

Ook bij de laatste vergadering van de commissie waren er minstens drie momenten dat ik het erg jammer vond dat ik me niet met de inhoud van de discussie mocht bemoeien. Dit was het geval bij de bespreking van de personeelsmonitor, de discussie over de woningstichting naar aanleiding van de Tussenrapportage en de discussie over de structuur van Peel 6.1.

In vergelijking met andere gemeenten beschikt Laarbeek over een gering aantal ambtenaren. Relatief gezien is de bezetting lager dan bij vergelijkbare gemeenten. Dit is een bewuste keuze. Laarbeek heeft bewust geopteerd voor een platte kleine organisatie. Dat dit risico’s met zich meebrengt heeft Laarbeek bewust op de koop toe genomen. Dat er bij een kleine organisatie relatief meer inhuur moet plaatsvinden, is niet meer dan logisch. In een kleine organisatie is de kans op ontbreken van specifieke expertise immers groter dan in een grote organisatie. Echter ook daar is niet altijd alle nodige expertise in huis en moet er ingehuurd worden. Voor een gedeelte is dit ook te wijten aan de ingewikkeldheid van de regelgeving.

In de commissie werd vooral gefocust op de opmerkingen in de Personeelsmonitor over de verdere daling van het aantal fte’s in de afgelopen periode. In de Personeelsmonitor staat dat het personeelsbestand van 5,7 tot 4,8 ambtenaren per duizend inwoners daalde. Landelijk ligt het gemiddelde op 9.1 ambtenaren. Voor gemeenten in de grootte van Laarbeek is het gemiddeld 7.3. Dit is een groot verschil. Dit beeld is opmerkelijk en strookt m.i. niet met de kerngegevens in de Programmabegroting 2014 die de raad onlangs heeft vastgesteld. Hier werd vermeld dat Laarbeek in vergelijking met vorig jaar terug gegaan was van 111,40 fte naar 107,77 fte. Ergens moet een fout zitten; daarvoor is het verschil tussen de Personeelsmonitor en de Programmabegroting 2014 immers te groot ( 19,35 fte tegen 3,63 )

Opmerkelijk vond ik de relatie die in de commissie gelegd werd tussen de personeelsbezetting en Peel 6.1. Met name Mevr. Buter constateerde – en de overige commissielieden leken hiermee in te stemmen – dat door alles wat op ons afkomt ( de jeugdzorg en de andere transities, Peel 6.1  ) gebrek aan mankracht Laarbeek wel eens op zou kunnen breken. Zij refereerde daarbij heel duidelijk aan de Peelsamenwerking. “ Als wij in de Peelsamenwerking ons mannetje willen staan en ons eigen beleid willen bepalen, hebben we voldoende mankracht nodig. ” Zo was de intentie van haar opmerking.

Volgens mij trok Mevr. Buter dit keer de verkeerde conclusie. De Peelsamenwerking is uitsluitend bedoeld voor uitvoering. Beleid blijft zoals nu het geval is bij de gemeenten. Althans dat belijden alle gemeenten: alleen uitvoering, geen beleid is de mantra. Dat is de officiële lijn. Ook van de Laarbeekse partijen. Het enige waar Laarbeek last van zou kunnen ondervinden, is dat door het geringe aantal ambtenaren van Laarbeek - in vergelijking met de andere Peelgemeenten -  in absolute aantallen minder uitvoerende Laarbeekse ambtenaren overgaan naar Peel 6.1. Dat zou het financiële voordeel van Laarbeek wel eens sterk kunnen beperken. Ook de uitvoering van de transities zal voor een groot gedeelte binnen de regio opgepakt gaan worden. Ook hiervoor zal Laarbeek door de geringe bezettingsgraad minder ambtenaren gaan leveren. Laarbeek zit dus in een nadeelpositie: minder ambtenaren die overgaan en grotere frictiekosten. Hoe meer beleid Laarbeek zelf wil bepalen, hoe groter het nadeel.

Dit laatste was m.i. de juiste conclusie geweest. Hoewel niemand van de fractievoorzitters het woord personeelsuitbreiding in de mond nam, was de suggestie toch er een van positieve grondhouding. De burgemeester pakte het wel als zodanig op getuige zijn opmerking  dat hij met het gevoelen  van de commissie bij het ontstaan van vacatures rekening zou houden. Mij zul je in de huidige constellatie nog niet gauw horen pleiten voor personeelsuitbreiding. De insteek van de goedgekeurde Toekomstvisie is ook een andere.

Op de twee andere onderwerpen ( de Woningstichting en de structuur van de Peel 6.1 )kom ik volgende week terug.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 20 november 2013



Participatie

 

In Vrij Nederland schreven Max van Weezel en Sophie Derkzen over de doe-het-lekker-zelfmaatschappij. Het is een kritisch stuk geworden, waarin de participatie flink op de korrel wordt genomen. De sociale doe-het-zelvers hebben op dit moment de wind mee. Zeker sinds niemand minder dan de koning op Prinsjesdag verkondigde dat Nederland langzaam maar zeker verandert van een klassieke verzorgingsstaat in een participatiesamenleving: ‘Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving.’

Dankzij de Troonrede belandde een volstrekt ongrijpbaar begrip als ‘de participatiesamenleving’ ineens op de voorpagina’s. Tot dan toe was het vooral onderwerp van gesprek onder wetenschappers en in bestuurlijke achterkamertjes. Kijk maar, lijken de schrijvers te zeggen:

“ De Universiteit van Amsterdam heeft een bijzondere leerstoel Actief Burgerschap, bekleed door oud-GroenLinks-Kamerlid Evelien Tonkens. De Universiteit van Tilburg publiceert graag en veel over de heruitvinding van de ‘civil society’. Het Sociaal en Cultureel Planbureau doet periodiek onderzoek naar ‘burgerparticipatie’, de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling kwam deze zomer nog met het rapport ‘Swingen met lokale kracht’. Gemeenten en sociale diensten werken tegenwoordig met ‘participatieladders’ en ‘zelfredzaamheidsmatrixen’. Consultancybureaus bieden zich aan om wethouders en topambtenaren te scholen in de taal die ze nodig hebben voor de omgang met de burger. Zo ontwikkelde adviesbureau AEF de speciale instructievideo Meedoen, hoe praten we erover.

In een café om de hoek van haar werkkamer op de Universiteit van Amsterdam zit een kwade Evelien Tonkens. De bijzonder hoogleraar actief burgerschap en auteur van tientallen boeken en artikelen over participatie, bewonersinitiatieven en buurtwerk zag haar wetenschappelijk werk de afgelopen jaren gekaapt worden door de politiek. Iedereen in Den Haag die wilde bezuinigen, begon enthousiaste verhalen rond te strooien over de mondigheid van de burger, het belang van sociale cohesie en meer verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. Politici misbruikten die begrippen voor hun eigen agenda. ‘Ze roepen wel dat ze voor de participatiesamenleving zijn, maar intussen breken ze de voorzieningen af die nodig zijn om mee te doen in de samenleving,’ zegt Tonkens. ‘Buurtbewoners moeten zich van de ene op de andere dag zelf over bibliotheken, zwembaden en buurthuizen ontfermen. Soms lukt dat maar vaak ook niet. Honderden van die instellingen worden nu gesloten.’ Die hypocrisie van politici stoort haar vreselijk. ‘De afbraak van zo veel voorzieningen is een ongekend experiment zonder wetenschappelijke onderbouwing. Alleen in de sociale sector durft men zo onbezonnen te werk te gaan. Er zegt toch ook niemand: haal de vangrails langs de snelweg maar weg, dat kunnen mensen zelf regelen en anders hebben ze pech.’”

Met de nodige onderbrekingen duikt met name in tijden van tegenspoed het begrip participatie in de een of andere vorm op.  In de jaren tachtig betoogde het CDA als eerste dat het hoog tijd werd voor een ‘zorgzame samenleving’. De economische crisis die toen woedde was vooral een morele crisis, vond de partij. Burgers maar ook schooldirecties, woningbouwcorporaties en kruisverenigingen waren verslaafd geraakt aan overheidshulp. Daardoor konden ze niet meer op eigen benen staan. Eelco Brinkman  was de eerste die er mee aan de haal ging. Later muntte Balkenende als adept van de Amerikaanse communitarist Amitai Etzioni het begrip. In een toespraak voor christelijke werkgevers in Oosterbeek bedacht hij een aansprekende term voor het soort samenleving dat hij voorstond: de ‘participatiemaatschappij’.

En nu in een nieuwe crisis komt het weer in volle kracht terug. Weer van bovenaf en opgelegd. De participatiesamenleving kan n slagen als burgers zelf de handen ineenslaan. Niet als de regering het van bovenaf oplegt. Rutte denkt dat als hij maar hard genoeg aan de takken trekt, de boom wel zal groeien. Zo werkt het niet.

Ik denk nog steeds dat je niet kunt opleggen hoe mensen moeten participeren


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 19 november 2013


Peel 6.1


De gemeenten zijn energiek aan de slag gegaan met Peel 6.1. Dat is tenminste het beeld dat naar de buitenwacht gecommuniceerd wordt. Ik heb hier zo mijn twijfels over.
Enkele weken  geleden zijn de zes gemeenteraden uitgenodigd voor een bijeenkomst in Gemert over Pel 6.1. Raden werden daar geïnformeerd over de stand van zaken en de stappen die binnenkort genomen  gezet gaan worden.   Wat daar geboden werd, was uiterst summier, op bepaalde punten zelfs tegenstrijdig en verwarrend. Het leek alsof de inleiders niet geheel zeker waren over hun zaak. Maar goed, er werd toegezegd dat over een paar weken de voorstellen voor de GMR en de Klankbordgroep bij de raad op tafel zouden liggen.

Deze belofte heeft de stuurgroep ingelost. Binnen de afgesproken tijd waren de stukken er. Wat blijkt nu? De inhoud van de stukken valt tegen. De bevlogenheid en het elan van het eerste uur ontbreken. Het geheel is niet uitgekristalliseerd. Op minstens een onderdeel lijkt het voorstel zelfs strijdig met de wet op de gemeenschappelijke regelingen.  

De Stuurgroep stelt kiest voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling. Op zich is dit een voor de hand liggende keuze. Immers een GMR kan ambtenaren in dienst nemen. Bij andere opties ligt dit problematischer. Met betrekking tot de incorporatie van andere gemeenschappelijke diensten blijft de Stuurgroep vaag. De Stuurgroep waarschuwt voorzichtig te zijn met het incorporeren van nieuwe partners. Ik heb het idee dat bij de Stuurgroep zelf hiervoor nog geen goede oplossing voor ogen heeft. De focus ligt vrij eenzijdig op uitvoering. Dit staat ontwikkeling in de weg. Wel adviseert de Stuurgroep de samenwerking zo in te richten dat deze ook adequaat is voor deze nieuwe samenwerkingsopgaven. Hoe dit zou kunnen wordt niet vermeld.

De Stuurgroep adviseert uit te gaan van een algemeen bestuur op afstand en bij de samenstelling van het dagelijkse bestuur  aan te sluiten bij het huidige format van de  stuurgroep. Binnen het DB heeft iedere gemeente één stem. Er moet een onafhankelijk voorzitter komen met boegbeeldfunctie en behartiging Peelbelang als opdracht. Dit laatste roept vragen op: hoe kan een voorzitter van een uitvoeringsorganisatie tevens boegbeeld zijn van de Peelsamenwerking? Bovendien schijnt de wet een voorzitter van buiten uit te sluiten. Het lijkt erop dat niet alles even doordacht is.

Ook de voorgestelde financiële verdeelsleutel rammelt. Voorgesteld wordt:

-         Voorbereidingskosten zoals kosten programmamanager, overige externe kosten, interne kosten enkel bij onevenredige inzet gemeenten kostenverdeling op basis gelijk deel per gemeente (1/6)
-          Operationele kosten zoals opstartkosten nieuwe organisatie en kosten nieuwe organisatie kostenverdeling op basis inwoneraantal met peildatum 01-01 te starten op 01-01-2014
Overige kosten zoals achterblijvende overhead en frictiekosten voor latende organisatie
Invoeren gastheerschap voor huisvesting medewerkers Peel 6.1 met gesloten beurzen. Er is voldoende huisvesting in 6 gemeenten en op basis goed spreidingsplan kan plaatsing van medewerkers uit de nieuwe organisatie Peel 6.1 plaatsvinden

Ik opteer voor alle voorbereidings- en operationele kosten te verrekenen op basis van de inwoneraantallen. En ik zou het liefst zien dat alle ambtenaren in een gebouw bijeen zouden komen te zitten. Alleen zo wordt de samenwerking een geheel.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 18 november 2013

Onvoorstelbaar



Onvoorstelbaar


De  raad en de commissie Ruimtelijke Ontwikkeling waren vorige week woensdag uitgenodigd bij de Woningstichting Laarbeek om bijgepraat te worden over de laatste ontwikkeling. Vanuit de raad was hier door het CDA uitdrukkelijk om gevraagd. Dit mede naar aanleiding van het jaarverslag 2012  van de Woningstichting Laarbeek. Dit jaarverslag was verontrustend. Eigenlijk wisten we dat al langer.

In de bijeenkomst op het kantoor van de Woningstichting werd gevraagd met de geboden informatie terughoudend en discreet om te gaan. Dit is altijd lastig. Toch zal ik mij er in dit geval aan houden. Onderstaande opmerkingen zijn dan ook een reflectie op de gang van  zaken vanuit andere bronnen. 

Laarbeek loopt telkens tegen bezwaren van de provincie aan tegen het hoge bouwvolume dat in de plannen is opgenomen. De provincie onthield destijds haar goedkeuring aan de volgende fasen van De Beekse Akkers. Projectontwikkelaars haakten af; de plannen voor de beeldbepalende locatie op de hoek Lieshoutseweg en de Oranjelaan  gingen de kast in. Nog onlangs zette de provincie een streep door plan Nieuwenhof-noord. Geen goedkeuring voor een honderdtal woningen, maar slechts voor een veertigtal!

Als CDA hebben wij voortdurend gewaarschuwd voor de bouwwoede van het college. Niet alleen in deze plannen, maar eigenlijk in alle plannen, die hoofdzakelijk in Beek en Donk gesitueerd waren.  Dit was de realiteit voorbij! En met consequenties voor de andere kernen. Telkens werden onze bedenkingen weg gewuifd. Het viel allemaal wel mee en… de uitkomsten van de grondnota positief.

Ook hebben wij bij herhaling gevraagd hoe het stond met de overeenkomst met de Woningstichting met betrekking tot overeengekomen afname van gronden in Beek en Donk. Voor Laarbeek is dit heel essentieel: met de opbrengst van deze gronden moeten immers de voorzieningenclusters afbetaald worden. Als de grond niet afgenomen wordt, slaat dit een flink gaat in de begroting. Geen gat van tonnen, maar van miljoenen.

Wat wij al langer vreesden, lijkt bewaarheid te worden. De consequenties zijn groot zowel voor Laarbeek als de Woningstichting. Het wordt tijd dat Laarbeek eindelijk eens met beide benen op de grond gaat staan en eens reëler met de risico’s die de gemeente loopt omgaat. En beslissingen durft te nemen over de uitbreidingsplannen. Het college en de meerderheid van de raad steekt nog steeds de kop in het zand. Het meerjarenbouwprogramma zal naar beneden afgesteld moeten worden en er zal afgewaardeerd moeten worden.  Voor de verkiezingen zal dit niet meer gebeuren. Er komt immers dit jaar geen grondnota. Komt dit de coalitie goed uit! Het sprookje van de kerngezonde gemeente Laarbeek kan nog even volgehouden worden.

De rekening komt. Is het niet nu, dan straks wel.
Maar niet lang meer!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


donderdag 14 november 2013



Transities


De NRC heeft bij een veertigtal gemeenten opgevraagd hoeveel zij tot op heden uitgegeven hebben aan adviesbureaus om hen voor te bereiden op de nieuwe taken van langdurige zorg, jeugdzorg en participatie. Ook de gemeente Gemert-Bakel stond in de rij. Jammer genoeg heeft de gemeente geen gegevens aangeleverd.
De in de krant gepubliceerde bedragen zijn rondom verbijsterend. Gemeenten lijken veel meer uit te geven dan destijds bij de invoering van de WMO. De gemeente Oss b.v. heeft al 5 adviesbureaus ingehuurd voor begeleiding.

De gemeenten geven tonnen uit aan de inhuur van externe krachten die hen van advies moeten dienen. Slechts vijf van de 40 benaderde gemeenten zeiden dat ze met de eigen beschikbare capaciteit de overheveling van de rijkstaken ter hand gaan nemen. De andere 35 hebben adviseurs en bureaus ingeschakeld. Veel gemeenten blijken een ‘transitiemanager’ in te huren.

Sommige gemeenten laten het bij een expertmeeting of het inhuren van sprekers voor een paar honderd euro. Amstelveen en Aalsmeer gaven echter 250.000 euro uit, Den Haag zelfs drie ton en Velsen en Nuth rond de vier ton.

Een van deze transitiemanagers is Rob Oudkerk. Hij is ingehuurd door de gemeente Amstelveen. De NRC had deze week een interview met hem. Hierin zegt hij o.a. dat zijn streven is voor 20% minder geld, 20% betere zorg te leveren.

In Dinkelland en Tubbergen doen ze het anders. Daar geen extra ambtenaren of adviesbureaus. Zij bouwen geen nieuw verzorgingstaatje in het gemeentehuis met een nieuwe ambtelijke organisatie. Al die specialisten hebben ze niet nodig. Met “ noaberschap ”is het daarop te lossen en hebben zij geen extra ambtenaren nodig. Hier werkt men met vraagverhelderaars. Dit zijn geen ambtenaren maar professionals. De ambtenaren zijn juist tussen de burger en de specialist uitgehaald. “ Als de gemeente er tussen zit, dan sla je de inhoud eruit ” zo staat in het artikel van de NRC.

Dit model staat me wel aan

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 13 november 2013


 

Waar de Toekomstvisie eigenlijk over ging.


De Toekomstvisie 2020 Laarbeek is eigenlijk geen toekomstvisie in de ware zin van het woord. Een toekomstvisie beschrijft het beeld van de gewenste  samenleving over een reeks van jaren. En het geeft de weg aan waarlangs we tot dat einddoel kunnen komen. De Laarbeekse toekomstvisie doet dat niet: de ontwikkelstrategie is losgekoppeld van  de visie. Het toekomstbeeld zelf is fragmentarisch. De visie is immers vervat een zestal thema’s. Het thema ruimtelijke ordening met alles wat daarmee samenhangt, is niet opnieuw in de beschouwingen meegenomen. Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de vrij recente nota Groei en bloei.

De nadruk in de toekomstvisie lag op de veranderde rol van  de gemeente, het laatste thema in de Toekomstvisie. Dit is hoofdstuk is de kern van  de toekomstvisie. Ik persoonlijk was zeer ingenomen met de keuze die in dit hoofdstuk gemaakt wordt. Dit thema is zonder meer het meest vernieuwende onderdeel van de toekomstvisie. Hierin wordt afscheid genomen van de werkwijze van nu. Het is ook het onderdeel waaraan de meeste worden gewijd. De problematiek wordt geschetst, de uitdaging geformuleerd, een nieuw uitgangspunt, de geregisseerde verantwoordelijkheid, wordt geïntroduceerd, de noodzakelijke aanpassingen worden benoemd, de zelfstandig ondernemende ambtenaar wordt opgevoerd, de systeemverantwoordelijkheid van de gemeente wordt beschreven en de co-creatie met de burgers komt eraan. En de visie bevat in het slothoofdstuk een agenda voor politiek en bestuur en voor ambtenaren en burgers. Het is nogal wat.

Wat in dit laatste thema beschreven wordt, is meer dan een cultuuromslag. Het is een geheel andere bestuursfilosofie die overigens perfect past in het huidige denken over de kleinere overheid. Landelijk wordt afscheid genomen van de verzorgingsstaat die onbetaalbaar dreigt te worden. De christendemocratische en sociaal-democratische opvattingen over de staat als schild voor de zwakkeren en verheffing van de onderste groepen in de maatschappij moeten plaats maken voor de neo-liberale opvattingen van de kleinere overheid en de marktwerking. Het klonk enigszins als grootspraak, toen Rutte in de regeringsverklaring van het tweede kabinet Rutte zei: “ We gaan de geluksmachine uitzetten.” Ondertussen weten we beter: het is een echte praradigma-shift. Onontkoombaar en onvermijdelijk. Als je de gevolgen ziet, slaat je soms de schrik om het hart. John Stuart Mill omschreef in het midden van de 1 9e eeuw in zijn On Freedom  efficiënt bestuur als een bestuur dat zoveel mogelijk aan het initiatief van de burger overlaat. Waar dit toe kan leiden, wordt zichtbaar als je Naomi Klein’s boek De shock-doctrine leest. Zo’n vaart zal het hier niet lopen, maar een gewaarschuwd man telt voor twee. Ik vind dat de toekomstvisie Laarbeek 2020 op dit punt een verantwoorde keuze maakt: niet de keuze voor de terugtredende overheid, maar de bewuste keuze voor het model van de geregisseerde verantwoordelijkheid inclusief behoud van systeemverantwoordelijkheid. Zolang het laatste, de systeemverantwoordelijkheid, maar niet te zwaar wordt aangezet, gaat naar deze keuze onze voorkeur uit.

Is er geen kritiek mogelijk op deze keuze? Zeerzeker wel. Het is geen volledige kanteling. Wij vinden dit niet erg, integendeel zelfs. Gemeenten als Molenwaard en Kommerland die hun ambtenaren naar buiten sturen en er bij wijze van spreken geen gemeentehuis meer op na houden, slaan o.i. door. De publieke ruimte wordt hier verlaten en de private ruimte wordt aan de keukentafel publiek gemaakt. Wij willen op dit punt enige voorzichtigheid betrachten. Als de politiek zich in het private leven van burgers gaat treden, gaat zij een stap te ver: politiek moet gaan over de publieke zaak, over het algemeen belang. Met de overheid achter de voordeur gaan kijken, is  een stap te ver.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185