Rekenkamercommissie
Sinds het begin van dit jaar heeft landelijk het debat over de
toegevoegde waarde van een Rekenkamer c.q. Rekenkamercommissie ter versterking
van de controlerende functie van de gemeenteraad een nieuwe impuls gekregen. Directe aanleiding
voor de hernieuwde discussie over de Rekenkamerfunctie waren successievelijk de
felle kritiek van Gerrit de Jong van de
Algemene Rekenkamer in Binnenlands Bestuur en de Kamervragen n.a.v . zijn
opmerkingen van Manon Fokke .
Bij zijn afscheid als lid van de Algemene
Rekenkamer haalde De Jong ongemeen fel uit De Jong naar pogingen om de macht van Rekenkamers uit te
hollen. Gemeenten verminderen het
onderzoeksbudget van Rekenkamercommissies. Laten ze een stille dood
sterven of schaffen ze af. Volgens De
Jong is het voornemen van de wetgever om de verplichte evaluatie van de
rekenkamers af te schaffen een verkeerd signaal. Zo hekelt De Jong ook het plan
van de VNG om de wettelijke verplichting tot het hebben van en rekenkamer. In
zijn artikel in Openbaar Bestuur stelt
de Jong dat juist nu de noodzaak voor een goed functionerende Rekenkamercommissie van het grootste belang is. Immers de gemeente heeft per 1 januari 2015 er een groot aantal nieuwe taken en financiële middelen bij gekregen.
Minister Plasterk heeft n.a.v. dit artikel en de Kamervragen
van Manon Fokke een duidelijke draai gemaakt. Hij heeft zich onomwonden
uitgesproken voor het behoud van de lokale rekenkamercommissie en gaat op dit
punt de wet handhaven. Het werd tijd ook. Volgens Plasterk zijn er nu 26 gemeenten met een slapende rekenkamer.
Hij maakt hierbij een onderscheid tussen
structureel inactieve rekenkamers en tijdelijk inactieve rekenkamers.
Structureel inactieve rekenkamers hebben reeds een aantal jaren geen
rekenkameronderzoek uitgevoerd en/of tonen geen voornemen de rekenkamerfunctie
binnen afzienbare tijd te activeren. 15 gemeenten heeft de minister halverwege
2014 om ambtsbericht gevraagd.
Ik weet niet of
Plasterk ook Laarbeek om een ambtsbericht heeft gevraagd. Zeker is wel dat ook
de rekenkamercommissie van Laarbeek al jaren een slapend bestaan leidt. Na een
goede start in 2006 is er geleidelijk de klad ingekomen en leidde de Laarbeekse
Rekenkamercommissie een slapend bestaan
in afwachting een revitalisatie. Aanvankelijk werd gedacht aan een
gezamenlijke Rekenkamercommissie voor Laarbeek en Gemert-Bakel. Een tijdlang
was de hoop gevestigd op een
gezamenlijke Rekenkamer voor de Peelgemeenten. Dit bleek een ijdele hoop; er was nauwelijks
belangstelling voor. Daarop hebben de
gemeenten Laarbeek en Gemert-Bakel het oude idee van een gezamenlijke Rekenkamercommissie
voor deze twee gemeenten weer opgepakt. De notitie kwam vorige week aan bod in
de commissie Algemene Zaken.
Het CDA heeft
vanaf het begin van de invoering van het dualisme veel waarde gehecht aan een
god functionerende Rekenkamercommissie. Met lede ogen hebben wij moeten aanzien
dat de Laarbeekse Rekenkamer langzaam maar zeker verwaterde en uiteindelijk
slapende werd. Gebrek aan belang stelling en stimulering vanuit de raad en een voorzitter die er niet
meer aan trok en uiteindelijk afhaakte, moeten als oorzaak hiervoor genoemd
worden. Hierbij kwam dat de hoop die Laarbeek op samenwerking met Gemert-Bakel
stelde, in dit opzicht ijdel bleek te zijn. Gemert voelde niets voor
“pottenkijkers ” uit Laarbeek.
Nu de mogelijkheid
voor een Rekenkamercommissie voor de Peelgemeenten niet reëel is gebleken,
hebben Gemert en Laarbeek het oude idee van een gemeenschappelijke
Rekenkamercommissie opnieuw opgepakt. De hiervoor geschreven notitie ziet er
goed uit. Het voorstel is een Rekenkamercommissie bestaande uit drie externe
leden met een vast budget van een Euro per inwoner. Dit maakt een goede start
mogelijk.
In de
commissievergadering is het CDA accoord gegaan met de inhoud van de notitie.
Wij zijn voorstander van een deskundige met een
juridische achtergrond, een met een bestuurskundig en een deskundige met
een financiële achtergrond als leden van de Rekenkamercommissie. Als onverhoopt
de oprichting van een gemeenschappelijke Rekenkamercommissie stagneert, kiezen
wij voor een eigen Laarbeekse Rekenkamercommissie. Op 1 juni moet de
gemeenschappelijke commissie rond zijn. Zo niet dan moet Laarbeek volgens ons
zijn eigen weg gaan.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185