Staatshervorming
2
In alle gemeenten wordt
volop discussie gevoerd over hoe de burger meer bij het beleid en de uitvoering
betrokken kan worden. In verschillende gemeenten zien we ook initiatieven van
de grond komen, waarbij burgers het voortouw nemen. Dit toont aan dat burgers
hiervoor open staan.
Deze initiatieven zijn vaak
projecten op buurt- en wijkniveau. Initiatiefnemers zijn vaak goed opgeleide
burgers. Te vaak blijft het beperkt tot deze kleine groep. De meerderheid vindt
het wel goed en kijkt toe. Als het gaat
om invloed op het landelijke beleid ligt dit anders . Het voorbeeld van het
comité GeenPeil is hiervoor een overtuigend bewijs. Het comité haalde onlangs meer dan 427.939 handtekeningen op voor een nationaal
referendum over een verdrag tussen de EU en Oekraïne. Bestuurlijk Nederland was
verrast. Zo’n hoeveelheid – twee pallets met 140 dozen A4’tjes –
was niet voorzien. Dit onderstreept de conclusies van allerlei rapporten,
kranten en peilingen: veel burgers zijn ontevreden over de manier waarop
politieke besluiten worden genomen. Ze nemen geen genoegen meer met de
vierjaarlijkse gang naar de stembus. De meerderheid van de Nederlanders wil
meer directe invloed op politiek en beleid.
In de lokale politiek
krijgen burgers dat ook steeds vaker. Al dan niet gedwongen door bezuinigingen,
maken Nederlandse gemeenten inmiddels volop gebruik van de denk- en de
daadkracht van burgers. Gemeenten intensiveren burgerparticipatie met hulp van
open dataportalen of netwerkbesluitvorming. Ze organiseren G1000-bijeenkomsten,
laten het beheer of de controle van dorps- en wijkbudgetten aan burgers over, en
faciliteren allerlei burgerinitiatieven.
Op nationaal niveau
blijft burgerbetrokkenheid achter. Het staat ook niet hoog op de parlementaire
agenda. En dat is gek. Onze samenleving is de afgelopen tweehonderd jaar flink
veranderd; onze instituties zijn nog hetzelfde. En juist op landelijk niveau
kan digitale technologie relaties tussen burgers en politici ondersteunen. Waar
de lokale politica haar medeburgers tegenkomt bij de wijkvereniging of
voetbalclub, daar is contact tussen burger en nationale politici natuurlijk
veel lastiger.
Het is onvermijdelijk
dat er, anno 2016, ook in Nederland nagedacht en geëxperimenteerd gaat worden
met democratische innovatie in het parlement. Digitale instrumenten voor
grotere burgerbetrokkenheid mogen daarbij niet ontbreken. Die kans is er nu. We
hopen dat die Staatscommissie Parlementaire Bezinning er komt en deze kans
aangrijpt: een toekomstbestendig parlement betrekt zijn burgers actief, ook na
de verkiezingen.