Onbevlekt burgerschap
De
aanduiding “ onbevlekt burgerschap ” is afkomstig van Evelien Tonkens. Zij
wilde er mee aangeven dat burgerparticipatie niet tot stand komt zonder
inspanningen. Het kost altijd bloed,zweet en tranen.
Er
zijn de laatste jaren hele bibliotheken
volgeschreven over dit onderwerp. Volgens de koning leven we in een
participatiesamenleving. Hij gebruikte deze term in de troonrede van 2015.
Minister Plasterk schreef in 2013 zelfs een hele nota over de doe-democratie.
Toch
komt deze doe- democratie en participatiesamenleving niet zomaar tot stand. Er
zijn nogal wat misvattingen over burgerparticipatie. In haar afscheidsrede als
bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam somde
ze de vijf meest prangende misvattingen
op. Een heel verhelderend verhaal, waar ik graag naar verwijs. In Trouw stond
een goede samenvatting ( zie: http://bit.ly/UHWN9s )
In
de Raadsinformatiebrief van het college over het programma duurzaamheid werd
mijn aandacht getrokken door de verwijzing naar het begrip
overheidsparticipatie, dat gedefinieerd werd als het ongekeerde van burgerparticipatie.
De formulering verbaasde mij. In mijn optiek liggen beide begrippen in elkaar
verlengde. Bij burgerparticipatie gaan burgers zich inzetten voor
maatschappelijke taken. Zij nemen de gemeente taken en zorg uit handen. In de participatiemaatschappij
zijn er alleen nog maar actieve burgers. Dit laatste is natuurlijk een
overdrijving, maar in theorie zou het zo moeten zijn.
Bij
overheidsparticipatie liggen de rollen anders. De overheid formuleert de regels
en voorwaarden waarbinnen actieve burgers kunnen operen . In plaats van alles
zelf te willen regelen treedt de overheid terug en wordt zij
voorwaardenscheppend. Binnen heldere kaders kunnen burgers hun gewaardeerde
bijdrage leveren.
Aan
dit proces zitten wel haken en ogen. Een overheid die teveel zeggingsmacht wil
houden zal zien dat burgers teleurgesteld afhaken. Overheidsparticipatie slaagt
alleen als er een goede match is tussen overheid en burgers. Beide partijen
moeten van begin af aan weten waar ze aan beginnen. Wederzijds vertrouwen en begrip
is essentieel. Niet alleen tussen
burgers en overheid, maar ook tussen burgers onderling.