Burgemeester
Laarbeek staat aan het begin van het proces dat moet
uitmonden in de benoeming van een nieuwe burgemeester voor deze fusiegemeente.
De raad heeft een vertrouwenscommissie ingesteld die bestaat uit de fractievoorzitters.
De sollicitaties zijn binnen bij de Commissaris van de Koning. Dus het proces
kan starten.
32 sollicitanten, waaronder 6 vrouwen, hebben
gereageerd op de oproep. Dit is een redelijk groot aantal. Er kan dus gekozen
worden op basis van de opgestelde profielschets.
Misschien dat het verstandig is eens goed kennis te
nemen van een onderzoek van de universiteit Van Tilburg dat een dezer dagen verschenen is. Hierin worden de
Nederlandse burgemeester onder de loep genomen. Conclusie van de studie dat het
merendeel van de Nederlandse burgemeesters van het mannelijk geslacht zijn en
overwegend blank.
Vrouwen
of allochtonen met een ambtsketen zijn er nauwelijks. De Nederlandse
burgemeesters lijken allemaal op elkaar: blanke middelbare mannen.
De demografische
ontwikkelingen van Nederland lijken welhaast voorbij te gaan aan de 390
burgemeesters die het land telt. Het blijven veelal blanke mannen van
middelbare leeftijd die lid zijn van de PvdA, VVD of CDA. „Het lukt maar niet
om meer diversiteit in het burgemeesterskorps te krijgen”, concludeert het
Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) op basis van eigen gegevens. Zo
heeft het „kwartet” allochtone burgemeesters „al jaren geen aanvulling
gekregen”. Het percentage vrouwelijke burgemeesters ligt al jaren rond de
20 procent. Hun aantal „stijgt slechts in zeer geringe mate”. Onderzoek
van de universiteit Tilburg toont bovendien aan dat het percentage vrouwelijke
burgemeesters negatief samenhangt met de omvang van een gemeente: hoe groter,
hoe minder vrouwen.
Guusje
ter Horst (PvdA) zegt:. „Het archetypische beeld dat een
burgemeester een kalende man met een ambtsketen is, lijkt wel onverwoestbaar.”
De reden dat ze als minister (2007-2010) met het Genootschap van Burgemeesters
het ‘Oriëntatieprogramma voor talentvolle zij-instromers’ begon. Dat was
bedoeld voor bestuurders zonder politieke ervaring met interesse in het
burgemeestersambt. Exacte aantallen van ingestroomde kandidaten zijn niet bekend. Christine
van Basten (44), werkzaam bij Maastricht University, lid van D66 maar zonder
politieke ervaring, is de meest recente. Ze wordt burgemeester van het
Limburgse Beek. Hoogleraar lokaal en regionaal bestuur Klaartje Peters
(Maastricht University) is niet verbaasd. „Veranderingen in de samenstelling
van deze groep gaan ontzéttend langzaam. En zelfs dat is positief geformuleerd
want het veronderstelt dat de diversiteit is toegenomen en verder zal
voortgaan. Je kunt je oprecht afvragen of dat zal gebeuren.”
Hoogleraar innovatie en regionaal bestuur
Marcel Boogers (Universiteit Twente) wijst op het representatieve aspect. „Het
is goed als burgemeesters een betere afspiegeling zouden vormen van de
samenleving. Mensen moeten zich kunnen identificeren met bestuurders.” Boogers
benadrukt ook de voorbeeldfunctie die de „steeds zichtbaardere” burgemeesters
hebben. „Neem Ahmed Aboutaleb. Die is meer dan alleen burgemeester van
Rotterdam.” Peters: „Hij is de verbeelding van een droom voor groepen jongeren
in heel Nederland. En zelfs daarbuiten. De waarde daarvan is niet te onderschatten.”
Zoals demografische ontwikkelingen
het burgemeesterskorps vrijwel onberoerd laten, zo is de politieke herkomst van
burgemeesters (gemiddelde leeftijd: ruim 57 jaar) zelfs helemaal niet
onderhevig aan de heftige electorale wisselingen sinds Pim Fortuyn. De
coalitiepartijen VVD en PvdA mogen in de opiniepeilingen dan al tijden op zwaar
verlies staan, in 2015 waren ze wederom de hofleveranciers van nieuwe
burgemeesters.
Onder de 38
burgemeesters die vorig jaar werden benoemd, zaten 12 PvdA’ers en 10 VVD’ers.
10 anderen zijn CDA-lid. Daarmee was 84 procent van de nieuwe burgemeesters lid
van één van de drie klassieke ‘bestuurderspartijen’. Exact gelijk aan het
totale percentage van alle burgemeesters dat lid is van één van deze drie
partijen. Ter vergelijking: in de Tweede Kamer bezetten VVD, PvdA en CDA 89 van
de 150 zetels (59 procent). In recente peilingen is hun gezamenlijke aandeel 32
procent.
De klassieke
oppositiepartijen SP en PVV, in de Kamer goed voor 27 zetels en in de peilingen
zelfs voor ruim 50, ‘leverden’ afgelopen jaar daarentegen geen burgemeester.
Zoals ze dat nog nooit deden. „Dat PvdA, VVD en CDA de meeste burgemeesters
voortbrengen, is het gevolg van het feit dat deze partijen de afgelopen
decennia Nederland hebben bestuurd”, zegt Boogers. „Daardoor beschikken ze over
veel ervaren bestuurders en daarmee potentiële burgemeesters.” Want raadsleden,
die bepalen wie er burgemeester wordt, willen vooral iemand met ervaring,
vertelt Boogers.
Burgemeesters
van die smaak zijn dan ook relatief schaars. In 2015 kwamen er drie nieuwe
D66’ers bij en één GroenLinkser. Van álle burgemeesters is 5 procent lid van
D66, tegen 2 procent van GroenLinks. Partijloze burgemeesters zijn
helemaal een uitzondering. De bekendste is Annemarie Penn, sinds vorig jaar
burgemeester van Maastricht.
Ondanks
pogingen om de diversiteit te laten toenemen, is Klaartje Peters somber gestemd
over het effect daarvan. „Raadsleden zijn vaak ontzettend behoudend: ze kiezen
bij een burgemeester voor de geijkte personen met een voor hen bekende
achtergrond. Niet-politici, ook die met ruime bestuurlijke ervaring, komen er
zelden tussen.”