Lieshout hard op weg een dood dorp te worden.
Op afstand volg ik
momenteel het actuele nieuws over en rond Laarbeek. Soms met vreugde, maar vaak
ook met verbijstering. Laarbeek is mij lief, evenals de vier Laarbeekse kernen.
Van deze vier kernen baart Lieshout mij
de laatste tijd steeds meer zorgen. Er vinden ontwikkelingen plaats die afbreuk
doen aan de leefbaarheid in dit dorp. Het ergste is nog dat de Lieshoutenaren
dit schijnbaar gelaten over zich heen laten komen als ware het soort
natuurverschijnsel. Tot voor kort waren er geen protesten ; hoorbaar was alleen
maar een licht gemompel. Je zou verwachten dat de Dorpsraad Lieshout waarvan
verwacht mag worden dat zij waakt over het wel en wee van het dorp, meteen op
deze ontwikkelingen zou inspringen en hiertegen in verzet zou komen. Niets van
dit alles. Gelukkig trok vorige week in het ED de voorzitter van LIMO aan de
bel. Het werd hoog tijd.
In feite draait het in Lieshout om een tweetal
ontwikkelingen. Op de eerste plaats de toenemende leegstand op en rond de
Heuvel. Lieshout had van oudsher een kleine attractieve kern rond de Heuvel.
Rond deze plek speelde het Lieshoutse sociale leven zich af. Met de opheffing
van Lieshout als zelfstandige gemeente is hier de klad in gekomen. Laarbeek
heeft met de verkoop van het gemeentehuis van Lieshout verkeerd gegokt. De
nieuwe eigenaar is er niet in geslaagd zijn grootse plannen te verwezenlijken.
Het leek enige tijd goed te gaan, maar op een bepaald ging het mis. Leegstand
op de Heuvel is het gevolg. Het oude raadshuis staat te koop, de
Woningstichting heeft het nieuwe gedeelte van het gemeentehuis ontruimd en de
voormalige Rabobank aan de overzijde van de Heuvel staat eveneens leeg en wordt
te huur en/of te koop aangeboden. Bovendien staat in de directe nabijheid van
de Heuvel ook het voormalige politiebureau leeg te wachten op een koper.
Leegstand alom op de Heuvel. Iedereen constateert het, maar niemand die de
handen uit de mouwen steekt. Wat willen en wat kunnen we met de Heuvel? Dit is
de vraag die op korte termijn beantwoord moet worden. Lieshout moet de gemeente
porren om met oplossingen en plannen voor de Heuvel te komen. Het argument dat
het eigendom allemaal particulier is kan geen excuus zijn om maar lijdelijk af
te wachten. Laarbeek bepaalt zelf wat er op basis van opvattingen over
ruimtelijke ordening wel of niet mogelijk is op de Heuvel in Lieshout.
Afwachten lost niets op. Er moeten creatieve ideeën ontwikkeld worden.
Jarenlang nog verder doorsukkelen is geen optie.
Daarvoor zijn de risico’s ook te groot. Wat allereerst aangepakt moet worden is
de situatie rond de Beekse burg en de benaderde situatie bij de Wilhelminabrug
bij de Deensehoek. Hier is de situatie op de eerste plaats voor fietsers
levensgevaarlijk. Wie ook maar een keer het moeizame gemanoeuvreer van
vrachtwagencombinaties, die van of naar richting Son heeft gezien, weet dat dit
een onhoudbare situatie is. Hiervoor moet op korte termijn een oplossing komen.
De aansluiting van Hoofakker op de brug moet verbeterd worden. De oplossing
ligt duidelijk voor de hand. Laarbeek zal hiervoor zelf het voortouw moeten
nemen en zo nodig met geld over de brug moeten komen. Dit is nu eenmaal de
prijs die de inwoners van Laarbeek moeten betalen voor het niet doorgaan van De
Ruit.