woensdag 28 januari 2015


De noodzaak van een Rekenkamer


De redactie van het tv-programma Nieuwsuur heeft onlangs een onderzoek laten uitvoeren naar de budgetten die gemeenteraden toekennen aan hun gemeentelijke Rekenkamers. Uit de uitgevoerde enquête onder de Nederlandse gemeenten blijkt dat ruim zestig procent van de gemeenten  de afgelopen jaren bezuinigd heeft op het budget van de gemeentelijk Rekenkamer. Van de 182 gemeenten die de enquête invulden gaven er 110 aan dat er sinds 2010 is bezuinigd op de gemeentelijke Rekenkamer. In sommige gemeenten, zoals Deurne, Menameradiel en West Maas en Waal is het budget zelfs teruggebracht naar nul.
Vijf gemeenten geven aan dat er dit jaar juist meer geld komt voor de gemeentelijke rekenkamer. Zo trekt de gemeenteraad van Almelo honderdduizend euro extra uit voor de rekenkamer. "De begroting van Almelo stijgt met 90 miljoen euro vanwege de nieuwe taken, op een terrein waar we geen verstand van hebben. En je kan niet van de 35 raadsleden verwachten dat ze meteen genoeg kennis hebben op dit terrein, dus daarom moet de rekenkamer versterkt worden", zegt raadslid Marike van Doorn uit Almelo.
Uit het onderzoek van Nieuwsuur blijkt verder dat de rekenkamers van 38 gemeenten in 2014 helemaal geen onderzoeken hebben gedaan, dat is 20 procent van de gemeenten die de enquête invulden. Sinds 2006 is het voor gemeenten verplicht om een rekenkamer te hebben. Ze krijgen een budget om onderzoek te doen naar het gemeentelijk beleid en daarmee de gemeenteraad te helpen om het college van burgemeester en wethouders te controleren.
Vanaf 1 januari 2015 hebben gemeenten op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning, de jeugdzorg en de Participatiewet er nieuwe taken en verantwoordelijkheden bij gekregen. Voor de uitvoering van deze nieuwe taken, krijgen gemeenten er dit jaar totaal 10,4 miljard euro bij.
In de uitzending van Nieuwsuur zei minister Plasterk dat door het ministerie gekeken wordt of de rekenkamerfuncties ondersteund kunnen worden, bijvoorbeeld door het samenwerken van gemeenten. Als blijkt dat deze maatregelen niet helpen, zal de wet moeten worden aangescherpt. " Je kunt de wet nu nog zo lezen dat je ook alleen een rekenkamerfunctie mag invullen, en als dat er toe leidt dat men helemaal niets doet, dan moeten we die wet scherper maken" verklaarde hij.
Deze opmerking is hem op nogal wat kritiek komen te staan. In een reactie van René Peters las ik:
“ Nou, dat begint al goed. Gemeenteraden zijn zelf verantwoordelijk voor de budgetten van commissies die hen ondersteunen. En mogen daar dus meer of juist minder geld voor over hebben. De zogenaamde decentralisaties zijn een paar weken oud. En de minister die daar mede voor verantwoordelijk is, trekt op de nationale televisie de kwaliteit van de controlerende taak van gemeenteraden in twijfel. En dreigt zelfs met aangescherpte wetgeving. Decentraliseer niet, als je niet durft los te laten, zou ik zeggen.”
Hier zit iets in.

Overigens is de situatie met de Laarbeekse Rekenkamercommissie ook om over naar huis te schrijven. De commissie ligt al jaren op zijn gat en functioneert in de praktijk niet meer. Er was een hoop op samenwerking met de gemeente Gemert-Bakel, maar dat is tot op heden niet van de grond gekomen. Ook in de pogingen om te komen tot een gezamenlijke Rekenkamer voor de Peelgemeenten zit nauwelijks vaart. Resultaat is dat de gemeente geen werkzame Rekenkamercommissie bezit.

Ik heb niet de indruk dat de gemeenteraad zich hierover bijzonder druk maakt. Eigenlijk zou dit wel moeten. In het kader om te komen tot een nieuwe bestuurscultuur is een goed functioneren van een Rekenkamer van groot belang. Onmisbaar zelfs. Naast openheid en transparantie van beleid heeft de raad ook informatie nodig. Een Rekenkamer kan de raad hierbij zeer van dienst zijn en kan de raad ondersteunen in het bestuursproces, zeker als financiële expertise al niet rijkelijk aanwezig is in de raad.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185