De
grote schoonmaak.
Met hoorbare vertwijfeling in zijn stem vroeg wethouder Joan Briels zich afgelopen
donderdag in zijn verantwoording aan de raad van Laarbeek een paar keer af “Wie
zou mij geloofd hebben? ” Een prangende vraag. Maar was het ook een terechte
vraag?
Nu de ergste rook van het debat in de raad wat is opgetrokken,
beginnen de puinhopen die door het
rapport zijn blootgelegd, steeds duidelijker zichtbaar te worden. Het rapport
schetst op basis van onderzoek en stukken een verrotte bestuurscultuur, waarin
macht een hoofdrol speelt. Met vileine middelen, zo zegt de commissie, werd in
Laarbeek in de periode 2010-2014 politiek bedreven. En in het rapport wordt met
de vinger gewezen naar oud-wethouder Vereijken en vooral oud-wethouder Biemans.
De burgemeester stond niet boven de politiek. Door onhandig opereren en het
gebruik van leugens werd hij zelf onderdeel van het probleem. Uiteindelijk
leidde dit tot zijn vertrek.
Toen de burgemeester op 8 oktober 2014 in de raad zijn verklaring
afgelegde en indringend sprak over onveiligheid en intimidatie, ging er een
schokgolf door de raadszaal. Was het waar? En was het inderdaad zo erg? Niemand
had dit voor mogelijk gehouden, in deze intensiteit en omvang! De Commissaris van de Koning die nooit
helemaal zijn vertrouwen in burgemeester Ubachs verloren had, wilde harde
bewijzen zien. De commissie van drie leverde het onweerlegbare bewijs niet,
maar concludeerde wel dat navolgbaar is dat burgemeester Ubachs de situatie persoonlijk als onveilig en
intimiderend is gaan ervaren. Subjectief gezien had de burgemeester gelijk;
objectief bewijs was echter niet voorhanden.
In hun verantwoording aan de raad vorige week donderdag
verklaarden zowel wethouder Briels als wethouder van Zeeland dat zij van heel
veel feiten niet op de hoogte waren en er pas voor het eerst in het rapport
kennis van hebben gekregen. Dit bracht wethouder Briels voor de raad tot de
verzuchting: ” Waar was ik toen dit gebeurde? ” Een gedachte die de afgelopen
tijd ook heel vaak bij mij is opgekomen. Ben ik, is de raad, wel alert genoeg
geweest? Hebben wij aanwijzingen wel voldoende serieus genomen. Natuurlijk wij
hadden al langer onze vermoedens, maar we konden er als oppositie geen vinger achter krijgen.
Vanuit het seniorenconvent en de
fractievoorzitters kwamen geen signalen. Hadden we het moeten zien? Ik denk van
wel. Hadden we het kunnen zien? Ik denk van niet. Het college opereerde binnen
een absoluut gesloten setting; er heerste een cultuur van absolute
geheimhouding. Er werd zorgvuldig het beeld opgehouden van eendracht,
vriendschappelijkheid en collegialiteit. Deze illusie werd ten allen tijde in
stand gehouden. De burgemeester deelde zijn zorgen niet met anderen. Ook niet
met zijn wethouders, zo bleek donderdagavond ook uit de woorden van wethouder
Briels.
“ Stel dat ik het geweten zou hebben, wie zou mij geloofd hebben
?” vroeg wethouder Briels in zijn verantwoording zich
af? ” Hij beantwoordde zijn retorische de vraag zelf niet, maar zijn
hele houding zei dat niemand hem geloofd zou hebben. Ik denk echter dat Briels
op dit punt zich deerlijk vergist en een kardinale gedachtefout maakt. De kwalijke
praktijken konden juist voortetteren en intact blijven omdat niemand zijn mond
opendeed en zo de gesloten cultuur in stand hield. Het zou de raad enorm
geholpen hebben om een vinger achter de kwalijke praktijken te krijgen. Maar
ja, de oppositie lever je liever geen munitie,niet waar?
“ De
conclusies van de door de Raad van Laarbeek en mijzelf ingestelde
onderzoekscommissie zijn stevig en ik heb met instemming vastgesteld dat deze
onverkort door de Raad worden onderschreven. Er was sprake van een onveilige en
intimiderende omgeving voor de ambtelijke organisatie en bestuurders, de
burgemeester in het bijzonder. Dit duidt op een diepgewortelde verziekte en
Brabant onwaardige bestuurscultuur die een stevige aanpak verdient. Daarvoor is
een intensief en langdurig traject nodig, met vergaande maatregelen. Met de
door haar genomen besluiten, toont de Raad weliswaar de wil om dit traject in
te gaan, maar daarmee is het vertrouwen nog niet hersteld en het proces nog
niet afgelopen. Het begint nu pas.”
Er moet de komende tijd heel veel gebeuren. Dit gaat niet in een
vloek en een zucht. Het proces is pas afgesloten als de Laarbeekse politiek
zich vernieuwd heeft en er na de verkiezingen van 2018 nieuwe en vernieuwde
partijen met andere nieuwe mensen verkozen zijn. Hier zal heel hard naar toe
gewerkt moeten worden. Bestuurders en raadsleden die nu aan het roer staan,
hebben hun krediet verspeeld.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185