woensdag 2 november 2016


Duurzaamheid


Twee berichten vielen vandaag op. Allereerst de column van Jos Kessels in het ED. Kessels schreef over de duurzaamheidsplannen van de gemeente Eindhoven. Met de nodige verbetenheid. “ Goen, de kleur van ellende in de tuin, is tegenwoordig een modewoord, net als duurzaam”schreef hij. Kessels vindt de plannen van de gemeente naar niets.

Het Eindhovense gemeentehuis zelf wordt ook verbouwd. In het kader van de duurzaamheid komt er een nieuwe publieksbalie in de kelder, waar het publiek blijkbaar thuishoort. “ Het voordeel van een kelder is dat je niet dieper kunt zinken, dat hebben ze in de meest intelligente regio van de wereld toch maar mooi bedacht”zo sniert hij.
Het tweede artikel dat de aandacht trok stond in Binnenlands Bestuur. Geen enkele gemeente kan zich met recht duurzaam noemen. Dat stellen de opstellers van de Gemeentelijke Duurzaamheidsindex (GDI) bij de presentatie van hun index voor 2016. Als aan de scores op 24 indicatoren dan toch een ranglijst moet worden gekoppeld, staat Nunspeet bovenaan en doen veel grote steden het slecht.

Nunspeet en andere koplopers, zoals Rozendaal, Staphorst, Zeewolde en Putten, scoren op veel punten goed, maar ook daar is nog een wereld te winnen, zegt Geurt van de Kerk van de Stichting Duurzame Samanleving, die sinds 2008 de GDI uitbrengt. De index geeft voor elke gemeente scores aan op 24 onderdelen die bijdragen aan economische, ecologische en sociale duurzaamheid.

De dimensie economie heeft van die drie de slechtse  scores en vertoont een terugval sinds 2008. Dat vooral wordt veroorzaakt door stijgende (jeugd-)werloosheid en toenemend aantal minima en uitkeringen, zegt Van de Kerk. Gemeenten kunnen dat wel degelijk beïnvloeden door actieve begeleiding van werkzoekenden en bedrijven  en door een goed vestigingsklimaat. Ook de eigen financiële positie is van invloed; ‘Het moet allemaal wel betaald kunnen worden.’

Ondanks de achteruitgang in economische duurzaamheid, is de totale gemiddelde duurzaamheid sinds 2008 iets vooruit gegaan. Gemeenten hebben veel vooruitgang geboekt op milieu- en energiegebied, stelt Van de Kerk vast. Ook sociale duurzaamheid is licht gestegen, hoewel de grootste steden moeite om sociale problemen het hoofd te bieden.

De vooruitgang is vooral te zien bij Onderwijs (minder voortijdig schoolverlaters), Vervoerswijze (we pakken wat minder vaak de auto), Lucht (afgezien van hardnekkige slechte plekken, is de luchtkwaliteit in het algemeen verbeterd) en Veiligheid (minder geregistreerde misdrijven). De opwekking van hernieuwbare energie is met bijna 30 procent gestegen, het energiegebruik van de woningen en publieke gebouwen is met 12 procent gedaald en we produceren minder huishoudelijk afval.

Toen ik dit allemaal gelezen had, was ik toch wel benieuwd naar het prestatieniveau van Laarbeek. Gelukkig zag ik dat Laarbeek bij de koplopers behoort. Laarbeek scoort een 4.5. Dat is goed. Het gemiddelde ligt landelijk op 4.3. Opmerkelijk is wel dat Laarbeek op de onderwerpen die hier speerpunten zijn, het slecht doet. De prestaties op het gebied van water en natuur zijn niet om over naar huis te schrijven.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185