Duurzaamheid
Twee berichten vielen vandaag op. Allereerst de column
van Jos Kessels in het ED. Kessels schreef over de duurzaamheidsplannen van de
gemeente Eindhoven. Met de nodige verbetenheid. “ Goen, de kleur van ellende in
de tuin, is tegenwoordig een modewoord, net als duurzaam”schreef hij. Kessels
vindt de plannen van de gemeente naar niets.
Het Eindhovense gemeentehuis zelf
wordt ook verbouwd. In het kader van de duurzaamheid komt er een nieuwe
publieksbalie in de kelder, waar het publiek blijkbaar thuishoort. “ Het
voordeel van een kelder is dat je niet dieper kunt zinken, dat hebben ze in de
meest intelligente regio van de wereld toch maar mooi bedacht”zo sniert hij.
Het tweede artikel dat de aandacht
trok stond in Binnenlands Bestuur. Geen enkele gemeente kan zich met
recht duurzaam noemen. Dat stellen de opstellers van de Gemeentelijke
Duurzaamheidsindex (GDI) bij de presentatie van hun index voor 2016. Als
aan de scores op 24 indicatoren dan toch een ranglijst moet worden gekoppeld,
staat Nunspeet bovenaan en doen veel grote steden het slecht.
Nunspeet en andere
koplopers, zoals Rozendaal, Staphorst, Zeewolde en Putten, scoren op veel
punten goed, maar ook daar is nog een wereld te winnen, zegt Geurt van de Kerk
van de Stichting Duurzame Samanleving, die sinds 2008 de GDI uitbrengt. De
index geeft voor elke gemeente scores aan op 24 onderdelen die bijdragen aan
economische, ecologische en sociale duurzaamheid.
De dimensie economie
heeft van die drie de slechtse scores en vertoont een terugval sinds
2008. Dat vooral wordt veroorzaakt door stijgende (jeugd-)werloosheid en
toenemend aantal minima en uitkeringen, zegt Van de Kerk. Gemeenten kunnen dat
wel degelijk beïnvloeden door actieve begeleiding van werkzoekenden en
bedrijven en door een goed vestigingsklimaat. Ook de eigen financiële
positie is van invloed; ‘Het moet allemaal wel betaald kunnen worden.’
Ondanks de achteruitgang
in economische duurzaamheid, is de totale gemiddelde duurzaamheid sinds 2008
iets vooruit gegaan. Gemeenten hebben veel vooruitgang geboekt op milieu- en
energiegebied, stelt Van de Kerk vast. Ook sociale duurzaamheid is licht
gestegen, hoewel de grootste steden moeite om sociale problemen het hoofd te
bieden.
De vooruitgang is vooral
te zien bij Onderwijs (minder voortijdig schoolverlaters), Vervoerswijze (we
pakken wat minder vaak de auto), Lucht (afgezien van hardnekkige slechte
plekken, is de luchtkwaliteit in het algemeen verbeterd) en Veiligheid (minder
geregistreerde misdrijven). De opwekking van hernieuwbare energie is met bijna
30 procent gestegen, het energiegebruik van de woningen en publieke gebouwen is
met 12 procent gedaald en we produceren minder huishoudelijk afval.
Toen ik dit allemaal gelezen
had, was ik toch wel benieuwd naar het prestatieniveau van Laarbeek. Gelukkig
zag ik dat Laarbeek bij de koplopers behoort. Laarbeek scoort een 4.5. Dat is
goed. Het gemiddelde ligt landelijk op 4.3. Opmerkelijk is wel dat Laarbeek op
de onderwerpen die hier speerpunten zijn, het slecht doet. De prestaties op het
gebied van water en natuur zijn niet om over naar huis te schrijven.
Voor
reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185