Herindeling
Er zijn in de loop van de jaren verschillende
onderzoeken gedaan naar de effecten van gemeentelijke herindelingen. De
uitkomsten van deze onderzoeken zijn heel verschillend, al naar gelang de
insteek van het onderzoek.
Uit een onderzoek van Bas Denters van de universiteit Twente presenteerde op
het symposium Lokale autonomie onder druk? van kennisnetwerk Lokaal 13
afgelopen vrijdag een aantal conclusies uit een grootschalig onderzoek naar de
effecten van schaalvergroting op het openbaar bestuur. In het onderzoek werden
vergelijkingen gemaakt tussen Denemarken, Nederland, Noorwegen en Zwitserland.
Vanuit Europees
perspectief is het Nederlandse lokale bestuur redelijk grootschalig. Europese
gemeenten hebben gemiddeld inwonersaantal van 5000, aanzienlijk minder dus dan
in de Nederlandse gemeenten. Over de ideale omvang van een gemeente bestaan
grote verschillen van mening. Vaak is natte vingerwerk. Denk mar aan de losse
flodder van minister Pasterk aan het begin van de regeerperiode van dit
kabinet. Pepijn van Houwelingen van het SCP kiest voor een omvang van 10.000
inwoner. Daarboven zou de lokale politieke participatie afnemen.
Interessant is dat Denters een aantal mogelijkheden
aan draagt om het zgn democratische gat te dichten. Hierbij kijkt hij vooral
naar Zwitserland, waar een aantal oplossingen gevonden zijn. Letterlijk zegt
hij:
“ Zwitserse gemeenten werken veel
samen, zonder dat raden de grip op de besluitvorming verliezen. Gemeenteraden
controleren veel meer dan in Nederland het geval is, wat er in
gemeenschappelijke regelingen wordt bedacht en besloten. Intergemeentelijke
samenwerkingsverbanden in Zwitserland moeten actief en passief verantwoording
aan burgers afleggen. Daarnaast worden regelmatig referenda gehouden en
volksinitiatieven ingediend. De huidige Nederlandse wetgeving heeft
beperkingen, maar zijn binnen de bestaande wettelijke kaders oplossingen
denkbaar.”
Een regio zou bijvoorbeeld een toekomstvisie door maatschappelijke partners kunnen laten opstellen, opperde Denters. Die visie kan worden voorgelegd aan de inwoners van gemeenten in een gemeenschappelijke regeling. Die vastgestelde visie wordt door de deelnemende gemeenten als kader voor een bepaalde bestuursperiode gebruikt.
Gemeenschappelijke regelingen kunnen
ook niet-bindende referenda houden, voegde een medewerker van het ministerie
van Binnenlandse Zaken daar aan toe. Ook hij stelde dat er binnen de kaders van
de Grondwet en Gemeentewet mogelijkheden zijn om het bekritiseerde gebrek aan
democratische legitimatie enigszins te dichten.
Of het allemaal zo
gemakkelijk is, betwijfel ik.